Plan: | Binnenstad 2010, 1e herziening (Cinecitta) |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0855.BSP2011037-e001 |
De Willem II straat is onderdeel van een planmatig aangelegd stadsdeel, ontworpen in 1870. Het gaat om het gebied tussen de Stationstraat en de Willem II straat en tussen de Spoorlaan en de Tuinstraat. Zowel de Stationstraat als de Willem II straat vormen belangrijke noord-zuid verbindingen tussen de Spoorlaan en het oude stadscentrum met aanhaking op de Heuvelstraat en het kernwinkelgebied. De Willem II straat verbindt de Spoorlaan, met Centrum Zuid, waar de Willem II straat de kruising maakt met de Heuvelstraat en verder uitloopt in het stadhuisplein met het stadskantoor en de bibliotheek op het Koningsplein.
Dit planmatig aangelegd stadsdeel is vanaf 1870 in een hoog tempo opgevuld met woningen, villa's, fabrieken en detailhandel en het is in dit gebied dat in Tilburg voor het eerst regels door de overheid werden gesteld inzake bouwmassa, maatvoering en uiterlijk van gebouwen. De gaafheid van de gebouwen en de stedenbouwkundige structuur zijn aanleiding geweest voor het nastreven en vaststellen van de binnenstad tot Rijks Beschermd Stadsgezicht in het nieuwe (beheer)bestemmingsplan voor de Binnenstad, vastgesteld 20 december 2010.
In dit (beheer)bestemmingsplan is een primair evenwicht gelegd tussen de cultuurhistorische waarden van de stedenbouwkundige structuur en het bestaand architecturaal patrimonium en de noodzakelijke ruimte die moet geboden worden voor behoud en ontwikkeling van een sociaal-economische en cultureel dynamische binnenstad.
De nadruk van het bestemmingsplan echter ligt vooral op het verruimen van de actuele bestemmingen in relatie tot de beschermende maatregelen ten gunste van het beschermd stadsgezicht. Toekomstige initiatieven voor binnenstadsontwikkelingen zijn het beheerplan niet opgenomen. Daarvoor zijn de meeste initiatieven te onzeker, zowel qua programma als qua tijd en worden nodeloze schadeclaims voorkomen.
Het ontwikkelingsperspectief voor de binnenstad blijft daarmee onderbelicht. Om dat perspectief van de binnenstad duidelijk te stellen is parallel aan het bestemmingsplan Binnenstad 2010 een binnenstadsvisie 2011 - 2020 opgesteld en op 7 februari 2011 door de Raad vastgesteld.
Beide elementen: het bestemmingsplan en de binnenstadsvisie bieden de kaders om medewerking te verlenen aan de herontwikkeling van de bioscoop 'Cinecitta' in de Willem II straat. De belangrijkste motieven zijn als volgt:
Bouwplannen moeten worden getoetst aan ´redelijke eisen van welstand´, zo zegt de Woningwet. Naast het bestemmingsplan is het welstandsbeleid een middel om de ruimtelijke kwaliteit van de publieke omgeving te waarborgen bij de vele bouwplannen die in de stad worden gerealiseerd. Sinds 1 juli 2004 moet iedere gemeente de gehanteerde welstandscriteria vastleggen in een Welstandsnota, die door de raad moet worden vastgesteld. In Tilburg is dat in juni 2004 gebeurd, onder de titel ´Welstandsnota 2004. Meer aandacht waar dat moet, meer vrijheid waar dat kan´.
De Welstandsnota heeft een duidelijke relatie met de bestemmingsplannen. Het bestemmingsplan beschrijft naast de toegelaten functies in stedenbouwkundige termen de toegestane bouwmassa´s in een gebied en de plaats waar deze mogen worden gebouwd. Het is de taak van welstandsbeleid te borgen dat bij veranderingen de verschijning van de bouwmassa´s passend is en blijft in de omgeving. De Welstandsnota verdeelt de gemeente hierbij op basis van de opbouw en ontstaansgeschiedenis in tien verschillende soorten gebieden, met ieder hun eigen gebiedsgerichte criteria. Daarbij maakt de Welstandsnota onderscheid in drie niveaus, afgestemd op functie en karakter van de omgeving. Het zwaarste niveau heeft betrekking op de belangrijke stedelijke elementen. Het lichtste, welstandsvrije niveau op delen van bedrijventerrein en terreinen die nauwelijks of geen relatie met het openbaar gebied hebben. De meeste gebieden kennen het gemiddelde niveau; een voldoende kwaliteit is hier de norm. Daarnaast kent de Welstandsnota uniforme ´loketcriteria´ voor een aantal veelvoorkomende bouwwerken.
Een algemeen onderwerp van welstandszorg is de waarborging van het kwaliteitsonderscheid tussen de hoofdstructuur enerzijds en de overige gebieden anderzijds: diversiteit voortkomend uit gegroeide lintbebouwing tegenover eenheid en samenhang in ontworpen (woon)buurten. Planologisch worden in de lintbebouwde hoofdstructuur meer mogelijkheden geboden dan daarbuiten. Dit wordt gelegitimeerd vanuit het grotere belang van die straten voor de stad en het individuele karakter van de bebouwing. Hierdoor zijn grote contrasten denkbaar tussen buurpanden. Welstandscriteria kunnen die niet geheel ondervangen. Daarom is ook in planologische zin afstemming tussen buurpanden noodzakelijk ten aanzien van bouwhoogte en bouwdiepte. Nadere eisen kunnen hierin voorzien, waarbij in bepaalde mate overgangszones kunnen worden afgedwongen boven 9 m hoogte en 12 m diepte. Deze overgangszones hebben tot doel om ruimtelijke conflicten in bestaande situaties te verzachten. De algemene doelstelling blijft om de stedelijke veranderings- en verdichtingsdynamiek mogelijk te houden.
De binnenstad
De binnenstad valt geheel onder het hoogste welstandsniveau. Dat houdt in dat alle nieuwbouwprojecten en grotere verbouwprojecten die niet bovengemiddeld zijn niet aan redelijke eisen van welstand voldoen noch op zichzelf noch in verband met de omgeving. Daar komt nog bij dat een groot gedeelte van het plangebied een rijksbeschermd stadsgezicht behelst. In de beschrijving van dit gezicht zijn de stedenbouwkundig en architectonisch waardevolle elementen en aspecten weergegeven in alle nuances die de binnenstad rijk is. Deze vormen een extra toetsingskader dat in eerste instantie via beoordeling door de Monumentencommissie in het kader van de omgevingsvergunning en vervolgens bij de beoordeling door de Welstandscommissie bepalend zal zijn in relatie tot de cultuurhistorische continuïteit binnen het plangebied.
Een belangrijk derde element voor de binnenstad vormt het nu reeds bestaande gebiedsspecifieke welstandsbeleid zoals dat is vastgelegd in de welstandsnota onder hoofdstuk 12.1. Voortgekomen uit een privaatrechtelijk beheerconvenant zijn de bepalingen hiervan uiteindelijk als welstandsbeleid vastgesteld. Het gaat daarbij om:
Voor de gedetailleerde regeling wordt verwezen naar de Welstandsnota 2004.