Plan: | Kempenbaan West 2013 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0855.BSP2008019-e001 |
Externe veiligheid heeft betrekking op de risico's die mensen lopen ten gevolge van mogelijke ongelukken met gevaarlijke stoffen bij bedrijven, transportverbindingen (wegen, spoorwegen en waterwegen) en buisleidingen. Omdat de gevolgen van een ongeluk met gevaarlijke stoffen groot kunnen zijn, zijn de aanvaardbare risico's vastgelegd in diverse besluiten en regelingen. De belangrijkste zijn:
Binnen de beleidskaders voor deze drie typen risicobronnen staan altijd twee kernbegrippen centraal: het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Hoewel beide begrippen onderlinge samenhang vertonen zijn er belangrijke verschillen. Hieronder worden beide begrippen verder uitgewerkt.
Het plaatsgebonden risico is de kans dat iemand die zich op een bepaalde plaats bevindt, komt te overlijden ten gevolge van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het plaatsgebonden risico wordt weergegeven door een lijn op een kaart die de punten met een gelijk risico met elkaar verbindt (zogeheten risicocontour). Het rijk heeft als maatgevende risicocontour de kans op overlijden van 10-6 per jaar gegeven (indien een persoon zich gedurende een jaar binnen deze contour bevindt is de kans op overlijden groter dan één op een miljoen jaar).
Ruimtelijke ontwikkelingen moeten worden getoetst aan het plaatsgebonden risico 10-6. Het plaatsgebonden risico 10-6 is voor ruimtelijke besluiten vertaald naar grenswaarden en richtwaarden.
De wetgeving is erop gericht om voor bestaande situaties geen personen in kwetsbare objecten (zoals woningen, scholen, ziekenhuizen en grote kantoren) en zo min mogelijk personen in beperkt kwetsbare objecten (zoals kleine kantoren en sportcomplexen) bloot te stellen aan een plaatsgebonden risico dat hoger is dan 10-6 per jaar.
Nieuwe ontwikkelingen van kwetsbare objecten binnen de risicocontour van 10-6 per jaar zijn niet toegestaan. Nieuwe ontwikkelingen van beperkt kwetsbare objecten zijn ongewenst, maar wel toegestaan indien gemotiveerd kan worden waarom dit noodzakelijk is. Daarnaast dient aangetoond te worden dat afdoende maatregelen worden genomen om de risico's en de gevolgen van een eventueel ongeval te beperken.
Het groepsrisico is een maat voor de kans dat een bepaald aantal mensen overlijdt als direct gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen. De hoogte van het groepsrisico hangt af van:
Het groepsrisico kan worden weergegeven in een grafiek met op de horizontale as het aantal dodelijke slachtoffers en op de verticale as de kans per jaar op tenminste dat aantal slachtoffers. Het groepsrisico wordt bepaald binnen het zogenaamde invloedsgebied van een risicovolle activiteit. Hoe meer personen per hectare in het invloedsgebied aanwezig zijn, hoe groter het aantal (potentiële) slachtoffers is, en hoe hoger het groepsrisico.
De verantwoordingsplicht draait kort gezegd om de vraag in hoeverre risico's, als gevolg van een ruimtelijke ontwikkeling, worden geaccepteerd en indien noodzakelijk welke veiligheidsverhogende maatregelen daarmee gepaard gaan. Met de verantwoordingsplicht worden betrokken partijen gedwongen om een goede ruimtelijke afweging te maken waarin de veiligheid voor de maatschappij als geheel voldoende gewaarborgd wordt. Op deze manier wordt beoogd een situatie te creëren, waarbij zoveel mogelijk de risico's zijn afgewogen en geanticipeerd is op de mogelijke gevolgen van een incident. Deze afweging is kwalitatief van aard en richt zich op aspecten als de mogelijkheden van bestrijdbaarheid van een mogelijke calamiteit en de mate van zelfredzaamheid van de bevolking. Bij de invulling van de verantwoordingsplicht kunnen de volgende elementen beschouwd worden:
In de Handreiking Verantwoordingsplicht Groepsrisico (Ministeries van VROM en Binnenlandse Zaken, december 2007) zijn deze onderdelen nader uitgewerkt en toegelicht.
Conform het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) moeten alle ruimtelijke besluiten binnen het invloedsgebied van een inrichting verantwoord worden. Conform de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (cRvgs) moet het bevoegd gezag verantwoording afleggen bij elke overschrijding van de oriëntatiewaarde van het groepsrisico of toename van het groepsrisico ten gevolge van de ruimtelijke ontwikkeling. Conform het Besluit externe veiligheid buisleidingen(Bevb) en de bijbehorende regeling is de uitgebreidheid van de invulling van de verantwoordingsplicht afhankelijk van de hoogte en toename van het groepsrisico. Wanneer de ontwikkeling buiten de 100% letaal effectafstand ligt kunnen de punten 3, 4, 7 en 8 buiten beschouwing gelaten worden. Hetzelfde geldt wanneer het groepsrisico 1) onder 0,1 maal de oriëntatiewaarde ligt of 2) tussen 0,1 maal en 1 maal de oriëntatiewaarde ligt én minder dan 10% toeneemt. We spreken in deze gevallen van een beperkte verantwoordingsplicht. In de andere gevallen dient de verantwoordingsplicht compleet ingevuld te worden.
In het voorliggende plan zijn risicovolle bedrijven en opslagvoorzieningen binnen het plangebied uitgesloten.
Buiten het plangebied, aan de noordelijke zijde is aan de Kempenbaan 35 een LPG-tankstation gesitueerd. Hierbij is een LPG tankinstalltie aanwezig. Vanwege de aanwezigheid LPG levert dit een risico voor de omgeving op.
Het plaatsgebonden risico voor deze inrichting is 110 meter (doorzet is gelimiteerd op 1500 m3). Voor de grootte van het plaatsgebonden risico wordt uitgegaan van de afstand voor het plaatsgebonden risico (40m) waarbij is uitgegaan van de maatregelen uit het convenant waarmee LPG-tankwagens veiliger zijn geworden (hittewerende bekleding op LPG-tankwagens en verbeterde afleverslangen). Dit ondanks dat het nog niet in wetgeving is geborgd. Op dit moment vindt bevoorrading plaats met tankwagens die veiliger zijn. Het bestemmingsplan kent binnen deze afstandsmaat geen bestemmingen die kwetsbare objecten of beperkt kwetsbare objecten mogelijk maken. Aan deze afstandsmaat voor basisveiligheid wordt voldaan.
Het standaard invloedsgebied is 150 meter vanuit het vulpunt en de bovengrondse leidingen van de LPG-installatie en het LPG-reservoir. Het invloedsgebied van het vulpunt van de LPG-installatie wordt bepaald door de BLEVE van de tankauto. Het invloedsgebied van de risicoveroorzakende objecten (vulpunt en bovengrondse leidingen van de LPG-installatie en het LPG-reservoir) liggen over het bestemmingsplan Kempenbaan-west en daarmee is deze inrichting relevant voor dit bestemmingsplan. Binnen het invloedsgebied kent het bestemmingsplan alleen de bestemming "Natuur". Deze bestemming maakt daardoor geen verblijf van personen mogelijk. Dit ruimtelijk plan maakt dan ook geen (toename van de) personendichtheid binnen het invloedsgebied van het LPG-tankstation mogelijk, waardoor dus geen sprake is van toename van het groepsrisico. Formeel moet elk ruimtelijk besluit binnen het invloedsgebied van een inrichting betrokken worden bij de verantwoordingsplicht van het groepsrisico. Dit LPG-tankstation moet dan ook betrokken worden bij de invulling van de verantwoordingsplicht. Het berekende groepsrisico ligt onder de oriëntatiewaarde (risicoberekening met LPG-tool; berekening 4 mei 2010).
Een andere inrichting in de omgeving is de Koningshoeve: op de Bierbrouwerij van de Koningshoeve is Ammoniak aanwezig. De bierbrouwerij ligt op meer dan 1 km en heeft geen gevolgen voor het plangebied.
Aan de zuidelijke zijde van het plangebied in Hilvarenbeek ligt stratenmakerbedrijf Ooystra met een propaantank van 3 m³. Het invloedsgebied van de tank is 235m. Het bedrijf ligt op ongeveer 400m van het plangebied Dit heeft geen gevolgen voor het plangebied.
Het plangebied ligt niet binnen het invloedsgebied van buisleidingen binnen of rondom het plangebied.
Het niet-leidinggebonden transport van gevaarlijke stoffen in Tilburg vindt plaats over de weg, per spoor en over het Wilhelminakanaal.
Vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg
Rond het plangebied vindt het vervoer van gevaarlijke stoffen plaats over de A58 en de Kempenbaan.
De ontwikkeling ligt direct tegen de A58. Voor de A58 geldt conform de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (cRvgs) een veiligheidsafstand van 24 meter. De bestemming "Horeca" in dit bestemmingsplan ligt op 25 meter De bebouwingsmogelijkheid "horeca" is toegestaan op 50 m van de A58 en de bestemming "Maatschappelijk, uit te werken" ligt op 100 meter van de A58. De vereiste basisveiligheid voor de A58 is hiermee geboden. De bebouwing ligt daarmee buiten het plasbrandaandachtsgebied.
Ten aanzien van het groepsrisico van de A58 geldt dat de ontwikkeling binnen het invloedsgebied van de vervoerde gevaarlijke stoffen ligt. Naar de invloed van het nieuwe bestemmingsplan op het groepsrisico is onderzoek gedaan door ingenieursbureau Arcadis ("Qra A58 nabij kempenbaan te Tilburg d.d. 03-02-2012"). Uit het onderzoek blijkt dat sprake is van een toename van het groepsrisico ten opzichten van de huidige situatie. Het groepsrisico blijft onder de oriëntatiewaarde.
Van de gemeentelijk wegen rond het plangebied maakt alleen het zuidelijke deel van de Kempenbaan (afrit A58 en dan in de richting Hilvarenbeek) onderdeel uit van de gemeentelijke routering voor het vervoer van gevaarlijke stoffen.
Over de andere gemeentelijke wegen rond het plangebied kan alleen vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvinden op basis van ontheffing. De omvang van dit vervoer van gevaarlijke stoffen is dermate klein dat er geen sprake kan zijn van een plaatsgebonden risico 10-6 en geen sprake kan zijn van een overschrijding van de oriëntatiewaarde en/of significante toename van het groepsrisico.
Vervoer van gevaarlijke stoffen per spoor
Door de gemeente Tilburg loopt de spoorlijn Breda - Tilburg - Eindhoven/'s-Hertogenbosch. Hierover worden o.a. brandbare gassen en brandbare vloeistoffen vervoerd. Het bestemmingsplan ligt op een afstand van 1500 meter van de spoorlijn.
In de Beleidsvisie externe veiligheid is vastgelegd dat, tot het moment dat het basisnet in wetgeving is vastgelegd, uitgegaan zal worden van de uitgangspunten zoals deze verwoord zijn in het beleidsdocument Koersen op veilig. Dit betekent dat, tot het van kracht worden van het Basisnet, geen (beperkt) kwetsbare objecten mogen worden opgericht binnen 29 meter van het hart van de buitenste spoorlijn. Het bestemmingsplan maakt geen (beperkt) kwetsbare objecten mogelijk binnen deze afstandsmaat.
Het invloedsgebied van de spoorlijn is 3000 meter en valt dus over het plangebied. Uit de risicoberekeningen die ten grondslag liggen aan het Basisnet Spoor blijkt dat voor het relevante spoortraject de hoogte van het groepsrisico boven de oriëntatiewaarde ligt in de huidige situatie. Voor de spoorlijn dient daarom de verantwoordingsplicht ingevuld te worden. Vanwege de afstand tot de spoorlijn, leidt dit bestemmingsplan niet tot een toename van het groepsrisico van de spoorlijn. In de bijlage 6is de verantwoording van het groepsrisico opgenomen vanwege de overschrijding van de oriëntatiewaarde in de huidige situatie.
Vervoer van gevaarlijke stoffen over het Wilhelminakanaal
Uit de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (december 2009) blijkt dat voor het Wilhelminakanaal geen risico- en veiligheidsafstanden gelden.
Conclusie relevantie risicobronnen: Voor dit ruimtelijke besluit moeten de volgende risicobronnen betrokken worden bij de invulling van de verantwoordingsplicht: LPG-tankstation, Rijksweg A58, Kempenbaan (afrit richting Hilvarenbeek) en de spoorlijn.
Vanwege de ligging van het bestemmingsplan binnen het invloedsgebied van deze drie risicobronnen is de verantwoordingsplicht (zie bijlage 6) ingevuld. In bovenstaande verantwoording worden de volgende relevante conclusies getrokken:
De hierboven genoemde maatregelen zijn ter verbetering van de veiligheid. Een aantal van deze maatregelen zijn echter niet te borgen in het bestemmingsplan omdat deze maatregelen niet ruimtelijk relevant zijn. De verantwoording van het groepsrisico bij dit ruimtelijke besluit, kan dan ook niet gebaseerd zijn op deze maatregelen. Toch verbeteren deze maatregelen wel de veiligheid, daarom wil de gemeente deze maatregelen meegeven bij de grondaankoop.
Het plangebied ligt binnen het invloedsgebied van de volgende relevante risicobronnen: de Rijksweg A58 en de Kempenbaan. Personen in het plangebied worden aan een externe veiligheidsrisico blootgesteld, ook na maatregelen.
Het bevoegd gezag accepteert de externe veiligheidsrisico's en neemt de verantwoording voor het groepsrisico.
Binnen het bestemmingsplan zijn geen bestaande verkooppunten en opslagen van consumentenvuurwerk en opslagen van professioneel vuurwerk aanwezig. Burgemeester en wethouders kunnen voor nieuw te vestigen verkoopruimten en opslagen van consumentenvuurwerk en ten behoeve van het uitbreiden, verbouwen en/of verplaatsen van bestaande (buffer)bewaarplaatsen onder voorwaarden ontheffing verlenen van het bestemmingsplan. Bij nieuwvestiging van vuurwerkverkooppunten en/of opslag van consumentenvuurwerk wordt te allen tijde als voorwaarde opgenomen dat de veiligheidscontour zoals opgenomen in het Vuurwerkbesluit op het eigen perceel gesitueerd dient te zijn tenzij de veiligheidscontour zich uitstrekt over openbaar gebied en hierbij geen sprake is van kwetsbare en/of geprojecteerde kwetsbare objecten. Op basis van de veiligheidsafstanden in het Vuurwerkbesluit (Besluit van 22 januari 2002, Staatsblad 33 (2002), houdende nieuwe regels met betrekking tot consumenten- en professioneel vuurwerk) is het niet mogelijk om professioneel vuurwerk op te slaan (en te bewerken) in Tilburg. Er wordt daarom geen medewerking verleend aan nieuwvestiging van vuurwerkbedrijven van professioneel vuurwerk.