Plan: | Bedrijventerreinen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0733.BpBdrterreinen-VA02 |
Hieronder volgt een toelichting van de regels per artikel.
Begrippen
In artikel 1 is een aantal begrippen nader gedefinieerd teneinde onduidelijkheid te voorkomen. Deze begrippen zijn noodzakelijk voor een goed begrip van de regels. Bij de meeste begrippen is aansluiting gezocht bij de in de gemeente gebruikelijke definities.
Wijze van meten
In artikel 2 wordt aangegeven op welke wijze gemeten moet worden bij het beoordelen of de maatvoering in overeenstemming is met de regels. Zo wordt in de wijze van meten uitgelegd hoe men de bouwhoogte, het oppervlak en de inhoud van een bouwwerk moet meten.
De afzonderlijke bestemmingen voor de gronden binnen het plangebied zijn opgenomen in hoofdstuk 2, artikel 3 en verder van de regels. Hieronder volgt een overzicht en korte beschrijving van de in voorliggend bestemmingsplan opgenomen bestemmingen.
Bedrijventerrein
Staat van bedrijfsactiviteiten/milieuzonering
In de bestemming 'Bedrijventerrein' zijn bedrijven toegestaan die zijn vermeld in bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten, die deel uitmaakt van de regels. Met aanduidingen op de verbeelding is bepaald welke categorie bedrijven waar is toegestaan (maximaal categorie 4.2). In de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn bij de diverse bedrijven voor de diverse milieufactoren, zoals geur, stof en geluid, afstandsmaten aangegeven. Het gaat daarbij om afstanden van bedrijven tot woonbebouwing die ligt in een "rustige woonwijk" dan wel "gemengd gebied" (of maximaal op de rand daarvan). Met betrekking tot "gemengd gebied" kunnen de aan te houden afstanden met één stap wordt verhoogd. De bij een bepaald bedrijf aangegeven grootste afstand is bepalend voor de categorie-indeling (zie voor toelichting paragraaf 4.8).
Bij het opstellen van het plan is de bestaande zonering uit de vigerende bestemmingsplannen en de Visie Bedrijventerreinen overgenomen. De bedrijven die binnen een hogere milieucategorie vallen dan binnen de vorige bestemmingsplannen was toegestaan, zijn specifiek aangeduid.
Overige specifieke aanduidingen
Binnen het plangebied komen meerdere andere functies voor dan bedrijven. Het betreft met name, horeca, kantoren, detailhandel en detailhandel in volumineuze goederen.
Deze aanduidingen zijn voorzover het legale situaties betreft overgenomen uit de vigerende bestemmingsplannen. De aanduidingen houden in dat alleen op die plaats een afwijkende functie dan 'bedrijventerrein' mogelijk is.
"Mogelijk zwaar geluidhinderlijke inrichtingen" Wet geluidhinder
De vestiging van "mogelijk zwaar geluidhinderlijke inrichtingen", in de zin van de Wet geluidhinder, is in dit gebied niet toegestaan. Dergelijke bedrijven zouden een te groot beslag leggen op de milieuruimte in het gebied en daarmee op de vestigingsmogelijkheden van andere bedrijven.
Bevi's
De bestaande bevi-inrichting op bedrijventerrein Zeiving heeft in het bestemmingsplan een specifieke regeling gekregen. Door voor deze inrichting een veiligheidszone op te nemen waarbinnen kwetsbare objecten zijn uitgesloten wordt de veiligheid veiliggesteld. Nieuwe bevi-inrichtingen zijn alleen via de voorwaarden uit het gemeentelijke externe veiligheidsbeleid toegestaan.
Wegen en andere bijbehorende voorzieningen
Op de gronden binnen deze bestemming zijn naast bedrijfsvestigingen ook wegen met bijbehorende voorzieningen toegestaan, ter ontsluiting van de betreffende bedrijven. Tevens zijn fiets- en voetpaden, water, groen, parkeervoorzieningen, nutsgebouwtjes e.d. toegestaan.
Bedrijfswoningen
Op de bedrijventerreinen zijn geen nieuwe bedrijfswoningen toegestaan. In een moderne bedrijfsvoering is een bedrijfswoning in principe geen noodzaak meer en bovendien kunnen bedrijfswoningen belemmeringen, met name qua milieuruimte, opleveren voor omliggende bedrijven. De bestaande bedrijfswoningen zijn aangegeven met de aanduiding 'bedrijfswoning'.
Bouwregels
Aan het bouwen van gebouwen op bedrijventerreinen zijn alleen die eisen aan de situering, oppervlakte en andere maatvoering gesteld, die nodig zijn om een ruimtelijk en planologisch verantwoorde invulling van het gebied te verkrijgen.
In dat kader moeten gebouwen binnen bouwvlakken worden gebouwd, op een bepaalde afstand tot wegen en tot een van de zijdelingse perceelsgrenzen.
De hoogtemaat van de gebouwen is in overeenstemming gebracht met de vigerende planologische regeling. Dit heeft er toe geleid dat voor grotere gebieden op de bedrijventerreinen wordt uitgegaan een standaard hoogtemaat. Voor enkele bedrijfspercelen is echter sprake van een afwijkende hoogtemaat. Voor deze percelen is een specifieke hoogtemaat opgenomen. Voor de aan te houden hoogtematen zijn aparte aanduidingen op de verbeelding opgenomen.
Afwijken van bouwregels
Het bestemmingsplan bevat afwijkingsmogelijkheden voor het bouwen van ondergeschikte gebouwen buiten het bouwvlak en de minimumafstanden tot perceelsgrenzen.
Afwijken van de gebruiksregels
Als zich een bedrijf voor vestiging aandient dat in de Staat van Bedrijfsactiviteiten in een hogere categorie valt dan ter plaatse is toegestaan, bijvoorbeeld in categorie 3.2, waar categorie 3.1 is toegestaan, dan kan dat bedrijf mogelijk toch worden ingepast. Via een afwijkingsbevoegdheid kan dat bedrijf worden toegestaan, mits het, gezien de gevolgen daarvan voor de omgeving, redelijkerwijs kan worden gelijkgesteld met bedrijven die op de betreffende plaats bij recht zijn toegestaan. In de omgevingsvergunning kan worden bezien of eventuele maatregelen mogelijk en toereikend zijn. Deze afwijkingsprocedure zal in de praktijk gelijk oplopen met de toetsingsprocedure van de beoogde bedrijfsactiviteiten in het kader van de Wet milieubeheer.
Bedrijventerrein - De Koornwaard en Gemengd
Voor De Koornwaard is een aparte bestemmingsregeling opgesteld: 'Bedrijventerrein - De Koornwaard' en 'Gemengd'. De voornaamste reden hiervoor is dat voor dit terrein een inrichtingsplan is opgesteld dat gevolgen heeft voor de juridische regeling. Zo zijn binnen deze bestemming, en de bestemming 'Gemengd', specifieke regelingen opgenomen:
Groen
Structuurbepalende groenstroken aan de randen van de bedrijventerreinen zijn bestemd als "Groen". Met het toekennen van de specifieke groenbestemming wordt de groene waarde van deze stroken gewaarborgd. Bebouwing is binnen de groenbestemming uitgesloten.
Natuur
De weide grenzend aan het bedrijventerrein Koornwaard, sluit aan bij de waardevolle natuurgebieden langs de Linge en is bestemd als "Natuur". De bestemming is bedoeld voor het behoud en ontwikkeling van de landschappelijke waarden, instandhouding van watergangen en -partijen en waardevolle landschapselementen. Voor het uitvoeren van bepaalde werkzaamheden zoals graven, diepploegen, en andere grondroerende activiteiten is een omgevingsvergunning nodig. Met het opnemen van de omgevingsvergunning verplichting wordt aantasting van de landschaps- en natuurwaarden voorkomen.
Verkeer
De gronden in het plangebied met een vervoersfunctie hebben de bestemming “Verkeer” gekregen. Het gaat hier om de doorgaande wegen, bedrijfstoegangswegen, pleinen, auto-, fiets- en voetgangersverkeer en parkeervoorzieningen.
Naast het parkeren zijn ook groenvoorzieningen binnen deze bestemming mogelijk, alsmede het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Water
Delen van belangrijke watergangen in het plangebied zijn bestemd als "Water". De watergangen met de waterbestemming hebben een structurele functie voor de waterberging en waterhuishouding en zijn daarom specifiek bestemd. Tevens geldt hier een aanduiding voor de huidige haven.
Wonen
Binnen de bestemming "Wonen" zijn de woningen ingetekend met een bouwvlak. Binnen het bouwvlak is met een aanduiding aangegeven hoeveel woningen binnen het bouwvlak zijn toegestaan. Daarnaast geeft de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' aan welke maximale maten zijn toegestaan voor de goot- en bouwhoogte van de woningen.
Buiten het bouwvlak is erfbebouwing toegestaan. De maximale oppervlakte en goothoogte hiervan is opgenomen in de regels. Tot slot bevat de woonregeling bepalingen voor de bouwhoogte van bouwwerken die geen gebouw zijn, zoals erf- en perceelsafscheidingen.
Leiding - Water
In het plangebied is een waterleiding gelegen. Deze leiding heeft in voorliggend bestemmingsplan de dubbelbestemming "Leiding – Water" gekregen. Deze dubbelbestemming beschermt de leiding in die zin dat voor onder andere graafwerkzaamheden een omgevingsvergunning vereist is en dat er verder niet zonder ontheffing van burgemeester en wethouders gebouwd mag worden binnen deze dubbelbestemming.
Waarde - Archeologie
Met de archeologische dubbelbestemmingen worden de mogelijke archeologische waarden zoals die zich in de bodem kunnen bevinden beschermd. De bescherming is vormgegeven door het opnemen van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van bepaalde werkzaamheden in de bodem. Een aanvraag behorende bij een dergelijke omgevingsvergunning dient vergezeld te zijn van een archeologisch onderzoek. Per archeologische verwachtingszone gelden specifieke onderzoeksvoorwaarden. Het feit dat in het plangebied vijf verschillende archeologische verwachtingswaarde liggen heeft er toe geleid dat in het bestemmingsplan vijf dubbelbestemmingen archeologie zijn opgenomen.
Waterstaat - Waterkering
Met deze dubbelbestemming wordt de dijkfunctie van de rivieren de Waal en de Linge aangeduid en beschermd. De dubbelbestemming heeft betrekking op de Waaldijk, de Diefdijklinie en de Lingedijk. In de regels wordt verwezen naar de Keur van het Waterschap.
Waterstaat - Waterstaatkundige functie
Het gehele rivierbed van de Waal heeft de dubbelbestemming "Waterstaat - Waterstaatkundige functie" gekregen. Door de Waal op deze wijze te bestemmen wordt voorzien in een goede afstemming tussen de Wet ruimtelijke ordening en de Waterwet.
Dit hoofdstuk bevat regels die van toepassing zijn op alle bestemmingen in dit bestemmingsplan.
Antidubbeltelregel
Met de antidubbeltelregel wordt geregeld dat grond die reeds eerder bij een verleende (bouw)vergunning is meegenomen niet nog eens bij de verlening van een nieuwe vergunning of het doen van een mededeling mag worden meegenomen.
Algemene bouwregels
Het bestemmingsplan schrijft in de bestemmingen voor wat de goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en inhoud of afstand van bouwwerken mag zijn. Met dit artikel wordt de bestaande situatie die legaal tot stand is gebracht, maar die afwijkt van de bouwregels zoals die nu in het plan zijn opgenomen, toegestaan. Hiermee wordt voorkomen dat deze legale bouwwerken onder het overgangsrecht vallen.
Algemene gebruiksregels
In artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is het gebruiksverbod opgenomen. Met de algemene gebruiksregels wordt aangesloten bij dit artikel door aan te geven wat als strijdig gebruik wordt aangemerkt in het kader van dit bestemmingsplan.
Gebruik mag uitsluitend plaatsvinden in overeenstemming met de bestemming. In beginsel is de bestemmingsomschrijving van de betreffende bestemming bepalend.
In verband met het schrappen van het bordeelverbod is expliciet opgenomen wat onder strijdig gebruik in ieder geval wordt verstaan. In het kader van dit bestemmingsplan het (laten) gebruiken van gebouwen ten behoeve van een seksinrichting. Voor de meeste bestemmingen is dit al duidelijk maar om discussie te voorkomen is dit in de algemene regels nogmaals als strijdig gebruik opgenomen.
Algemene aanduidingsregels
In dit artikel worden de aanduidingen opgenomen die over meerdere bestemmingen heen lopen. In voorliggend bestemmingsplan is een regeling opgenomen voor het straalpad, de route voor vervoer van gevaarlijke stoffen en de dijkbeschermingszones.
Algemene afwijkingsregels
Aan burgemeester en wethouders wordt hier de bevoegdheid gegeven om af te wijken van de bestemmingsregels. Voorts is van belang dat het bestaan van de bevoegdheid niet mag leiden tot een automatisme in het afwijken: conform de Algemene wet bestuursrecht moeten burgemeester en wethouders de rechtstreeks bij het besluit betrokken belangen afwegen. Overigens is de bevoegdheid beperkt in die zin dat geen omgevingsvergunning voor afwijken mag worden verleend indien onevenredige afbreuk wordt gedaan aan een aantal met name genoemde belangen.
Algemene wijzigingsregels
Er is een algemene wijzigingsbevoegdheid opgenomen ten behoeve van het verwijderen of aangeven van nadere aanduidingen en grenzen van bestemmings- en bouwvlakken. Meer specifiek is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de aanduiding 'veiligheidszone - bevi' te wijzigen en voor het wijzigen van de Staat van Bedrijfsactiviteiten.
Overgangsrecht
In dit artikel is een regeling opgenomen voor bestaande bouwwerken en bestaand gebruik welke niet in overeenstemming zijn met het bepaalde in dit bestemmingsplan. Deze bouwwerken vallen en dit gebruik valt, mits er geen sprake is van strijd met het voorheen geldende bestemmingsplan, onder het overgangsrecht. Dit betekent dat hoewel deze bouwwerken en dit gebruik niet positief is bestemd, zij toch mogen worden voortgezet onder dit bestemmingsplan.
Voor deze bepaling is aangesloten bij het Besluit ruimtelijke ordening, waarin het standaard overgangsrecht voor bestemmingsplannen is voorgeschreven.
Slotregel
De slotregel bevat de titel van het bestemmingsplan.