Plan: | Bedrijventerreinen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0733.BpBdrterreinen-VA02 |
Voor elk bedrijventerrein gelden naast de algemene uitgangspunten ook nog locatiespecifieke uitgangspunten. Deze uitgangspunten zijn verwoord in de Visie Bedrijventerreinen Lingewaal 2011-2030. Hoewel de uitgangspunten in hoofdzaak allemaal ruimtelijke relevantie hebben, zijn ze niet allemaal te vertalen in het bestemmingsplan. Per bedrijventerrein wordt daarom een toelichting gegeven bij uitgangspunten die te vertalen zijn in het bestemmingsplan. In paragraaf 5.3.6 wordt ook aangegeven welke uitgangspunten geen vertaling in het bestemmingsplan kunnen krijgen.
De ruimtelijke relevante uitgangspunten voor het bedrijventerrein de Koornwaard zijn:
Inrichtingsplan De Koornwaard
Op basis van deze uitgangspunten is voor De Koornwaard een inrichtingsplan opgesteld. Het inrichtingsplan is bijgevoegd in bijlage 5 van de regels. In onderstaande wordt het ruimtelijk toekomstperspectief beschreven zoals geformuleerd in het inrichtingsplan. Voor het volledige inrichtingsplan wordt verwezen naar de bijlage.
Afbeelding uit inrichtingsplan De Koornwaard
Ruimtelijke toekomstperspectief (overgenomen uit: "Inrichtingsplan De Koornwaard, Heukelum", d.d. 31 mei 2013)
Typering bedrijventerrein
De Koornwaard wil vooral ambachtelijke en startende ondernemers huisvesten binnen de bestaande context van het oude fabrieksterrein. Een uitbreiding van het terrein is niet aan de orde, wel een verdere ontwikkeling van het terrein waarbij expliciet ingezet wordt op de specifieke markt van kleinschalige, ambachtelijke, culturele en watergebonden bedrijven.
Ruimtelijke visie
Rondom het terrein wordt een landschappelijke schil in de vorm van een ca. 5 meter brede groenwal aangelegd met een redelijke hoogtemaat (ca. 5 meter). Fysiek kadert deze wal het bedrijventerrein helder af, er wordt een scherpe grens gesteld; tevens wordt het terrein grotendeels aan het zicht onttrokken. Aan de zuidzijde wordt de bestaande sloot als grens ingezet.
Binnen de groene omkadering is er ruimte voor bedrijfsactiviteiten in de bestaande gebouwen maar ook (in beperkte mate) in nieuwe gebouwen op het middenterrein. De nieuwe gebouwen maken het open middengebied ruimtelijk meer gesloten.
De zone langs de Linge wordt minder bedrijfsmatig; hier liggen kansen om de havengerelateerde functies en ook recreatieve functies en horeca meer te ontwikkelen. De huidige self-storage units verdwijnen en worden verplaatst naar het middenterrein. De zone langs de Linge wordt een kade waar boten worden gestald en gelift en waar onderhoud plaats vindt. Ook wordt hier aantrekkelijker om te verblijven. Zo is er ruimte voor een aantal ligplaatsen voor passanten en kunnen bootjes worden verhuurd.
De kop van het huidige kantoor heeft weinig uitstraling. Hier wordt voorgesteld een nieuw gebouw te realiseren met uitstraling naar de hoofdroute en naar de Linge. In het nieuwe gebouw kan bijvoorbeeld kantoor worden gehouden, een infocentrum worden ingericht, educatie worden gegeven of kleinschalige horeca worden gevestigd.
Ontsluiting van het terrein
Er wordt een nieuwe ontsluiting van het terrein voorgesteld met een rechtstreekse verbinding tussen Groeneweg en de Koornwaard. De Appeldijk kan gaan functioneren als (recreatieve) langzaam verkeersroute. Alleen incidenteel zal er nog autoverkeer passeren; dit voor de enkele woningen aan de Appeldijk. De huidige ontsluiting kan worden ingezet als calamiteitenroute voor het bedrijventerrein.
De nieuwe route loopt aan de oostzijde langs het bedrijventerrein en takt rechtstreeks aan op het ‘gemengde gebied‘ bij de Linge met bedrijvigheid en ook recreatie en horeca (men kan hier denken aan de bestaande brouwerij en ook nieuwvestiging van horeca aan de kade is bijv. denkbaar).
Landschap en natuur
Het bedrijventerrein wordt omgeven door een groene omwalling in de vorm van een ca. 5 meter hoge en brede beplanting. Dit groene kader stelt een heldere begrenzing aan het bedrijventerrein en onttrekt het aan het zicht.
In de schil daaromheen wordt voorzien in een landschappelijk ingerichte zone. Aan de zuidzijde een boomgaard, aan de oostzijde parkeren in het groen. Tenslotte wordt de buitenste schil natuurlijk ingericht. Dit biedt de mogelijkheid het natuurgebied aan de zuidzijde via het terrein van de Koornwaard langs de Appeldijk in verbinding te stellen met de Lingeoever en een ecologische verbindingszone te realiseren.
Dit gaat nog een stap verder dan de aanwijzing van het Natura-2000 gebied. Daarin ontbreekt de zone langs de Appeldijk.
Water
In het toekomstperspectief wordt het bestaande slotenstelsel aangevuld met nieuwe sloten om de waterafvoer van het verharde terrein te waarborgen. Dit speelt met name aan de zuidzijde van het bedrijventerrein.
De natuurlijk in te richten zones aan de zuid en oostzijde van het bedrijventerrein kunnen worden met ruimte voor waterberging en natte natuur.
Ruimtelijke onderbouwing twee bedrijfswoningen
Voor de twee nieuwe bedrijfswoningen is een ruimtelijke onderbouwing opgesteld aangezien deze ontwikkeling niet past binnen de vigerende bestemming. De ruimtelijke onderbouwing is bijgevoegd in bijlage 4. Belangrijkste voorwaarde voor het mogen bouwen van de bedrijfswoningen is dat voldaan wordt aan het inrichtingsplan. In de regels van dit bestemmingsplan is dat verankerd.
Doorwerking in het bestemmingsplan
De gemeente heeft de ruimtelijke visie (het toekomstperspectief) beoordeeld. Samen met ‘De Koornwaard’ zijn afspraken gemaakt over het maken van een regeling waarbij maatwerk het uitgangspunt is. Dit betekent beperkt ruimte voor nieuwe ontwikkelingen in ruil voor versterking van de ruimtelijke kwaliteit voor de omgeving. Bij het opstellen van de regeling zijn de volgende eisen gesteld:
De ruimtelijke relevante uitgangspunten voor het bedrijventerrein Veersteeg zijn:
De ruimtelijke relevante uitgangspunten voor het bedrijventerrein Waaloever zijn:
De ruimtelijke relevante uitgangspunten voor het bedrijventerrein Zeiving-Noord en Zeiving-Zuid zijn:
De ruimtelijke relevante uitgangspunten voor het bedrijventerrein Vredebest zijn:
In de Visie Bedrijventerreinen Lingewaal 2011-2030 staan zoals reeds vermeld ook enkele uitgangspunten die geen doorwerking kunnen krijgen in het bestemmingsplan.
Het betreft hier voor alle vijf de bedrijventerreinen het streven om voornamelijk lokale ondernemers en starters uit eigen gemeente op de bedrijventerreinen toe te staan. Omdat het bestemmingsplan uitsluitend een ruimtelijk toetsingkader vormt voor het bouwen en gebruiken van gronden kan in het bestemmingsplan niet geregeld worden dat uitsluitend bedrijven uit de eigen gemeente zich op de bedrijventerreinen in Lingewaal vestigen. Immers treden er naar verwachting geen ruimtelijke verschillen op wanneer een bedrijf uit de gemeente Lingewaal of buiten de gemeente zich op één van de vijf bedrijventerreinen vestigt.
Naast het bovenstaande algemeen geldend uitgangspunt dat niet in het bestemmingsplan vertaald kan worden, zijn er voor het bedrijventerrein Zeiving nog enkele specifieke uitgangspunten die geen vertaling kunnen krijgen in dit bestemmingsplan. Het betreft hier de volgende uitgangspunten: