Bedrijventerreinen

5.1 Bestaande rechten als uitgangspunt

Allereerst is het van belang om vast te stellen dat in het geval van dit bestemmingsplan sprake is van een conserverend bestemmingsplan. Bij deze actualisatie vormen de bestaande bestemmingsplannen het vertrekpunt. Daarnaast is ook gekeken naar het feitelijk gebruik van de gronden en naar de planologische mogelijkheden die op grond van vrijstellingen en vergunningen zijn verleend.

Bij een planherziening voor alle bedrijventerreinen is het de bedoeling om de regelgeving voor alle bedrijven zo veel mogelijk op elkaar af te stemmen mits bijzondere omstandigheden dit niet toelaten. In dit bestemmingsplan is ten aanzien van een aantal onderwerpen sprake van het 'gelijk trekken' van planregels. De 'nieuwe ontwikkelingen' die hieruit ontstaan zijn marginaal en de ruimtelijke impact is klein. Indien dit het geval is dan is dat in onderstaande weergegeven.

Bebouwingspercentages
Intensiveren van bebouwingspercentages is een middel om bestaande bedrijven meer bouwvolume op de huidige kavel te bieden. Op de bedrijventerreinen verschillen de bebouwingspercentages op grond van de geldende bestemmingsplannen. Met het oog daarop is voor alle percelen met een bedrijfsbestemming binnen het plangebied een maximaal bebouwingspercentage op het bouwvlak gezet overeenkomstig de vigerende bestemmingsplannen, met dien verstande dat altijd voldoende parkeergelegenheid aanwezig moet zijn op eigen terrein.

Daar waar de bestaande maatvoering groter is dan het toegestane bebouwingspercentage wordt de bestaande maatvoering aangehouden als maximaal toelaatbaar (deze is vermeld op de verbeelding).

Bouw- en goothoogtes
In de geldende bestemmingsplannen is voor de bedrijventerreinen een maximale goot- en bouwhoogte opgenomen. De bestaande gebouwen op de bedrijventerreinen vallen binnen de maximale toegestane bouwhoogte. In dit bestemmingsplan is dan ook uitgegaan van de toegestane hoogten zoals deze zijn opgenomen in de geldende bestemmingsplannen.

Goothoogtes worden in de bestemming 'Bedrijventerrein' niet meer toegepast. De reden hiervoor is dat het bij reeds gerealiseerde bedrijven niet gebruikelijk is om met goothoogtes te werken. Het niet opnemen van goothoogtes biedt enige extra bouwmogelijkheden voor bedrijven. Er ontstaat geen geen onevenredige hinder voor belanghebbenden aangezien de extra mogelijkheden van beperkte omvang zijn.

Daar waar het geldende bestemmingsplan een bouwhoogte tot 12 meter mogelijk maakt tot maximaal 25% van de bebouwing behorende bij één bedrijf, is deze regeling overgenomen.
Om de bedrijven enige flexibiliteit te geven is in het bestemmingsplan een afwijkingsbevoegdheid opgenomen waarmee het mogelijk is om 10% af te wijken van de maximale toegestane hoogte. Overigens wordt er van uitgegaan dat de opgenomen hoogtes nog voldoende bouwmogelijkheden bieden.

Ligging bouwgrenzen en opslag van goederen en materialen
In voorliggend bestemmingsplan zijn de bouwgrenzen uit de geldende bestemmingsplannen zo veel mogelijk overgenomen. Daarmee worden de bestaande rechten gerespecteerd. Uitgangspunt binnen dit bestemmingsplan is dat opslag overal binnen het bestemmingsvlak is toegestaan en opslag binnen representatieve zones onder voorwaarden. Opslag in het openbaar gebied is niet toegestaan.

Ten aanzien van opslag heeft de uniformiteit in regelgeving tot gevolg dat op sommige locaties sprake is van een beperkte toename van de toegestane opslaghoogte. Dit leidt niet tot een onevenredige hinder voor omwonenden gezien de afstand van woningen tot aan de bedrijventerreinen. Bovendien mag op de locaties waar opslag is toegestaan tot een zelfde hoogte gebouwd worden en dient het te gaan om bedrijfsgebonden opslag.