direct naar inhoud van 2.2 Gemeentelijk/lokaal beleid
Plan: Triangel plan 1
Status: vastgesteld
Plantype: uitwerkingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0627.upTriangelplan1-0401

2.2 Gemeentelijk/lokaal beleid

2.2.1 Intergemeentelijk Structuurplan Zuidplas (ISP)

Het intergemeentelijk Structuurplan Zuidplas (februari 2006) verwoordt het integraal ruimtelijk plan van de, destijds, vijf Zuidplasgemeenten Gouda, Moordrecht, Nieuwerkerk aan de IJssel, Zevenhuizen-Moerkapelle en Waddinxveen.

Het plangebied De Triangel is geen onderdeel van het Intergemeentelijk Structuurplan Zuidplas. De ruimtelijke planvorming sluit er wel op aan.

2.2.2 Structuurvisie Waddinxveen 2030

In de Structuurvisie "Waddinxveen 2030, positief en realistisch naar 2030" (vastgesteld 3 oktober 2012) is opgenomen dat Waddinxveen zich moet profileren als een vitale gemeente met een sterke identiteit op de overgang tussen stad en Groene Hart. De diversiteit en dorpse kwaliteiten moeten behouden worden. In deze structuurvisie worden de ambities uit de Structuurvisie 2006 en de wijze waarop deze worden gerealiseerd geactualiseerd. Er is opnieuw gekeken naar de kansen en mogelijkheden die Waddinxveen heeft op het gebied van ruimtelijke ontwikkelingen. De gemeente Waddinxveen heeft daardoor opnieuw een duidelijk kader voor toekomstige ontwikkelingen tot 2030.

De gemeente Waddinxveen beoogt met de structuurvisie verscheidene doelen te bereiken:

  • integrale visievorming voor de lange termijn;
  • bijeenbrengen en afwegen van belangen (inhoudelijk en procesmatig);
  • toetsings- en inspiratiekader voor ruimtelijke beslissingen;
  • basis voor uitwerking in sectoraal beleid, gebiedsgerichte visies en in juridisch-planologische kaders (zoals bestemmingsplannen);
  • basis voor uitvoering: zoals het stellen van locatie-eisen en verhalen van kosten.

De Triangel is in de Structuurvisie aangeduid als nieuw woongebied en heeft prioriteit gekregen voor de ontwikkeling.

2.2.3 Woonvisie Waddinxveen

De Woonvisie schetst het beleid van de gemeente Waddinxveen op het gebied van het wonen voor de korte en lange termijn. Voor het woongebied zijn twee hoofdopgaven geformuleerd:

  • voorzien in de woningbehoefte van doelgroepen;
  • inzet op de kwaliteit van woning en woonomgeving.

De Triangel past om deze redenen in de woonvisie.

2.2.4 Verkeersvisie 2006

In de Verkeersvisie 2006 (10 januari 2006) zijn verschillende maatregelen opgenomen om het groeiende verkeer te reguleren. Deze maatregelen zijn onderverdeeld in korte, middellange en lange termijnen. De groei van het verkeer wordt voornamelijk veroorzaakt door de ontwikkeling van Triangel en het nieuwe centrumgebied. Hiervoor worden in de verkeersvisie oplossingen buiten het plangebied van dit uitwerkingsplan genoemd. De oplossingen liggen vooral buiten het plangebied De Triangel en zijn in overeenstemming met die visie. Een nieuwe verkeersvisie is in voorbereiding.

2.2.5 Waterplan Boskoop en Waddinxveen

Het gemeentelijke beleid is vastgelegd in het Waterplan Boskoop en Waddinxveen (februari 2010). Dit Waterplan is gezamenlijk door de gemeenten Waddinxveen en Boskoop, het hoogheemraadschap van Rijnland en het HHSK opgesteld om knelpunten in het watersysteem aan te pakken en kansen op verbeteringen te benutten. Een opgave voor het Waterplan is te voorzien in de lokale implementatie van het nieuwe waterbeleid (Kaderrichtlijn Water, Nationaal Bestuursakkoord Water). Ook willen de gemeenten en de hoogheemraadschappen zorgen voor een optimale, gezamenlijke aanpak van de wateropgaven. Het waterplan focust op de maatregelen in het bebouwde gebied.

Het waterplan heeft tot doel een integrale visie op te stellen over alle aspecten van het water (met uitzondering van drinkwater en zwembaden) en het implementeren van duurzaam waterbeleid in het bebouwd gebied van beide gemeenten. Het waterplan resulteert uiteindelijk in een maatregelenpakket om te komen tot:

  • een veilig en robuust watersysteem;
  • het voorkomen van wateroverlast en watertekort;
  • een goede waterkwaliteit en een ecologisch gezond watersysteem;
  • het benutten van mogelijkheden voor beleving en recreatie;
  • het optimaliseren van beheer en onderhoud;
  • het optimaliseren van communicatie binnen en tussen partijen.

In het kader van het bestemmingsplan Triangel is uitgebreid aandacht besteed aan water. Ook in de toelichting van het voorliggend uitwerkingsplan wordt aangegeven op welke wijze met de waterafspraken (zie paragraaf 4.8) wordt omgegaan.

2.2.6 Masterplan Triangel/ IOP

In het Masterplan zijn de ruimtelijke kaders voor de ontwikkeling van het gebied aangegeven. Na het Masterplan zijn diverse uitwerkingen opgesteld, zoals visies en ontwikkelingsprogramma's waaronder het IOP.

In februari 2010 heeft de gemeenteraad van Waddinxveen het IOP voor Park Triangel vastgesteld. Dit plan bestaat uit vijf onderdelen:

  • 1. het Stedenbouwkundig Plan met het bijbehorende functionele programma;
  • 2. het Kwaliteitsinstrumentarium, de beschrijving van de te bereiken product- en proces kwaliteit;
  • 3. het Bestemmingsplan Triangel als het vigerende juridisch planologisch kader;
  • 4. de Grondexploitatie van de door de gemeente Waddinxveen en Bouwfonds Ontwikkeling op te richten GEM;
  • 5. de Samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente Waddinxveen en Bouwfonds Ontwikkeling, waarin partijen hun afspraken over de samenwerking bij de ontwikkeling van De Triangel hebben vastgelegd.
2.2.7 Nota archeologiebeleid gemeente Waddinxveen

Gemeentelijk archeologiebeleid (14 november 2012) dient te voldoen aan de uitgangspunten uit de Monumentenwet 1988. Ook voor het gemeentelijk archeologiebeleid van Waddinxveen gelden daarom de volgende uitgangspunten:

  • archeologische resten zoveel mogelijk in de bodem bewaren en alleen opgraven als behoud in de bodem (in situ) niet mogelijk is;
  • de relatie tussen archeologie en ruimtelijke ordening versterken zodat behoud van het bodemarchief onderdeel wordt van het planologische besluitvormingsproces;
  • bodemverstoorders betalen archeologisch vooronderzoek en mogelijke opgravingen en zijn hiervoor operationeel verantwoordelijk.

Het archeologiebeleid is opgebouwd uit vier documenten:

  • de archeologische waarden- en verwachtingenkaart gemeente Waddinxveen;
  • de archeologische beleidskaart gemeente Waddinxveen;
  • de geomorfologische kaart;
  • de cultuurhistorische kaart;
  • de archeologische inventarisatiekaart;
  • een toelichting (verantwoording) op de archeologische waarden en verwachtingenkaart en de beleidskaart;
  • een beleidsnota.

De archeologische waarden- en verwachtingenkaart geeft inzicht in de (opbouw) van het bodemarchief. Op welke plaatsen in de gemeente Waddinxveen zijn er (zo goed als zeker) archeologische sporen aan te treffen, op welke plaatsen zijn er mogelijk archeologische sporen te verwachten, en waar ook zo goed als zeker niet. De archeologische beleidskaart geeft inzicht hoe de gemeente met deze waarden en verwachtingen in het kader van haar ro-beleid om wil gaan: waar geldt wel en waar geldt geen archeologische onderzoeksplicht voor vergunningaanvragers. De bronnen en de argumentatie op basis waarvan de archeologische waarden- en verwachtingenkaart en de beleidskaart tot stand zijn gekomen zijn vermeld in de 'Toelichting op de archeologische beleidskaart Waddinxveen' (separaat document). De beleidsnota geeft inzicht in de beleidsmatige, juridische en financiƫle aspecten. Het geeft een overzicht van de vrijstellingsgrenzen die Hazenberg Archeologie adviseert, welke taken er uit het vastgestelde beleid (kunnen) voortvloeien, welke mogelijkheid de gemeente heeft archeologiekosten te verrekenen, bijvoorbeeld via een aanpassing van de legesverordening, en welke planregels de gemeente kan opnemen in haar nieuwe bestemmingsplannen.

De essentie van het archeologiebeleid van de gemeente Waddinxveen bestaat uit het 'archeologieproof' maken van nieuwe bestemmingsplannen en beheersverordeningen. Daartoe bevat dit plan voorbeelden van archeologische planregels. De archeologische beleidskaart kan gebruikt worden om de dubbelbestemming 'archeologie' in de verbeelding van de nieuw op te stellen bestemmingsplannen en beheersverordeningen op te nemen. In dit geval is het als volgt gebruikt. Met het 'archeologieproof ' maken van deze ruimtelijke ordeningsinstrumenten, het uitoefenen van haar taak als bevoegd gezag en het handhaven van dit beleid voldoet de gemeente Waddinxveen aan de minimale eisen die voortvloeien uit de Monumentenwet 1988 en de eisen van de Algemene wet bestuursrecht.

In paragraaf 4.7 wordt nader op dit onderwerp ingegaan.

2.2.8 Beleidsnota externe veiligheid

De gemeente Waddinxveen heeft op 3 oktober 2012 de Beleidsnota externe veiligheid vastgesteld. In de beleidsnota zijn de volgende veiligheidsambities geformuleerd:

  • woongebieden worden zo veilig mogelijk ingericht;
  • de vestiging van nieuwe risicobedrijven in woongebieden is niet toegestaan;
  • binnen het 100% letaliteitsgebied van risicobronnen zijn nieuwe bestemmingen voor verminderd zelfredzame personen niet toegestaan;
  • de vestiging van nieuwe risicobedrijven op bedrijventerrein Coenecoop is uitsluitend toegestaan onder strikte voorwaarden;
  • de vestiging van nieuwe risicobedrijven is toegestaan op Distripark Doelwijk en op het nog te ontwikkelen bedrijventerrein A12 Noord;
  • nieuwe woon- en verblijfsgebouwen worden standaard uitgevoerd met afschakelbare ventilatie;
  • routering gevaarlijke stoffen;
  • aardgasleidingen.


Voor de uitvoering van deze ambities zijn planologische kaders opgenomen, waaraan bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen kan worden getoetst. Om de uitvoering te borgen worden deze beleidsnota externe veiligheid gekoppeld aan de nieuwe Structuurvisie Waddinxveen 2030 (zie paragraaf 2.2.2)en wordt bij het opstellen van bestemmingsplan rekening gehouden met de geformuleerde ambities.