vastgesteld |
NL.IMRO.9930.ra0855bgzw-0001 |
Om de drie hoofdfuncties – landbouw, natuur en recreatie – en andere aan het buitengebied gebonden functies ieder voor zich en in onderling verband maximaal tot hun recht te laten komen, is het nodig om ze ruimtelijk bij elkaar te brengen waar dat nuttig is en van elkaar te scheiden waar ze elkaar dwars (dreigen) te zitten. Om dit tot stand te brengen is het buitengebied gezoneerd. Het provinciaal belang is dat er in heel Brabant sprake is van het behoud en ontwikkeling van biodiversiteit. Hiertoe zetten wij sterk in op de bescherming van provincialen natuurwaarden.
Recreatieve voorzieningen
In het plan is een bestemming 'Bos' opgenomen. Deze bestemming ligt in zijn geheel in de GHS-natuur. Binnen de bestemming 'Bos' zijn op de bij het plan behorende verbeelding indicatieve bouwvlakken geprojecteerd, met de aanduiding 'dagrecreatie (dr)' en het volgnummer van het bouwvlak. Dat de bouwvakken een indicatief karakter hebben is gelegen in het feit dat in het bosgebied, vanwege het ontbreken van kadastrale gegevens of anderszins, geen exacte plaatsbepaling kan worden aangeduid. Alle bouwvlakken met voornoemde aanduiding zijn in een bijlage opgenomen. Deze bijlage (bijlage 7 van het plan) geeft per bouwvlak een inventarisatie weer van alle bestaande dagrecreatieve voorzieningen, die als zodanig mogen worden gehandhaafd ingevolge artikel 8.2.2. sub a van het bestemmingsplan. In artikel 8.2.2. sub b van het ontwerpbestemmingsplan staat aangegeven dat nieuwbouw van dagrecreatieve voorzieningen niet is toegestaan, met dien verstande dat gehele of gedeeltelijke vernieuwing van een bestaande dagrecreatieve voorziening is toegestaan, mits er aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Eén van die voorwaarden (art. 8.2.2. sub b onder 1) geeft aan dat de situering van de dagrecreatieve voorziening niet mag worden gewijzigd. Dit is overeenkomstig de bestaande regeling in het nog geldende bestemmingsplan “Buitengebied Zuid-West” welke door uw gemeenteraad is vastgesteld op 27 april 1992.
In het aangepast raadsvoorstel merken wij op dat uw gemeente ervoor heeft gekozen om artikel 8.2.2. sub b onder 1 te laten vervallen. Met het laten vervallen van voornoemde regel vervalt de voorwaarde, dat ingeval van gehele of gedeeltelijke vernieuwing van een bestaande dagrecreatieve voorziening, dit dient plaats te vinden op dezelfde bestaande locatie. Hierdoor wordt het mogelijk om op een andere willekeurige locatie binnen de bestemming 'Bos' nieuwe dagrecreatieve voorzieningen op te richten met inachtneming van de overige bepalingen binnen artikel 8.2.2. sub b. De bouwvlakken hebben immers slechts een indicatief karakter, waardoor er binnen de GHS-natuur met bouwvlakken “geschoven” kan worden en een verdere aantasting van de natuurwaarden ter plaatse mogelijk wordt gemaakt. Dit in tegenstelling tot hetgeen wij hier voorstaan, namelijk het behoud en de ontwikkeling van biodiversiteit, waarbij wij sterk inzetten op de bescherming van provinciale natuurwaarden. De binnenkort in werkingtredende Verordening Ruimte sluit hierop aan door voornoemde mogelijkheid tot verdere aantasting van aanwezige waarden nadrukkelijk uit te sluiten en daarbij toeziet op het behoud, herstel of een duurzame ontwikkeling van de ecologische waarden ter plaatse.