12.2 Wijzigen voor aanleg ondergrondse leidingen
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen teneinde een dubbelbestemming "Leiding" toe te voegen ten behoeve van de aanleg van ondergrondse leidingen, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
-
a. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de gebruiksmogelijkheden in het gebied en van de aangrenzende gronden en de belangen van derden mogen niet onevenredig worden geschaad;
-
b. door middel van onderzoek dient te worden aangetoond dat er geen overwegende bezwaren bestaan vanwege de aanwezigheid van archeologische waarden in de bodem;
-
c. door middel van een flora- en faunaonderzoek dient te worden aangetoond dat voldaan wordt aan de natuurbeschermingswetgeving;
-
d. door middel van een onderzoek naar de waterstaatkundige consequenties dient te worden aangetoond dat het waterbelang voldoende is meegewogen; hiertoe wordt tevoren advies ingewonnen bij de bevoegde waterbeheerder;
-
e. ter bescherming van de leiding wordt in het wijzigingsplan een beschermingszone en een regeling omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden opgenomen.