direct naar inhoud van Artikel 12 Algemene wijzigingsregels
Plan: Wijzigingsplan Windpark Zuid-Dintel
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.9930.ipafc09wijz01wind-va01

Artikel 12 Algemene wijzigingsregels

12.1 Wijzigen bestemmingsgrenzen

Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen om de op de verbeelding ingetekende bestemmingsgrenzen met maximaal 15 meter te verschuiven, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en de belangen van derden mogen niet onevenredig worden geschaad;
  • b. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de in de omgeving aanwezige architectonische, cultuurhistorische-, landschappelijke- of natuurwaarden;
  • c. uit een ingesteld bodemonderzoek blijkt, dat de bodem geschikt is voor het beoogde gebruik;
  • d. door middel van een flora- en faunaonderzoek dient te worden aangetoond dat voldaan wordt aan de natuurbeschermingswetgeving;
  • e. door middel van een onderzoek naar de waterstaatkundige consequenties dient te worden aangetoond dat het waterbelang voldoende is meegewogen; hiertoe wordt tevoren advies ingewonnen bij de bevoegde waterbeheerder;
  • f. de belangen van de betreffende bestemming(en) worden niet onevenredig aangetast.

12.2 Wijzigen voor aanleg ondergrondse leidingen

Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen teneinde een dubbelbestemming "Leiding" toe te voegen ten behoeve van de aanleg van ondergrondse leidingen, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • a. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de gebruiksmogelijkheden in het gebied en van de aangrenzende gronden en de belangen van derden mogen niet onevenredig worden geschaad;
  • b. door middel van onderzoek dient te worden aangetoond dat er geen overwegende bezwaren bestaan vanwege de aanwezigheid van archeologische waarden in de bodem;
  • c. door middel van een flora- en faunaonderzoek dient te worden aangetoond dat voldaan wordt aan de natuurbeschermingswetgeving;
  • d. door middel van een onderzoek naar de waterstaatkundige consequenties dient te worden aangetoond dat het waterbelang voldoende is meegewogen; hiertoe wordt tevoren advies ingewonnen bij de bevoegde waterbeheerder;
  • e. ter bescherming van de leiding wordt in het wijzigingsplan een beschermingszone en een regeling omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden opgenomen.