direct naar inhoud van 5.8 Veiligheid
Plan: Provinciaal Inpassingsplan N279 's-Hertogenbosch - Veghel
Status: vastgesteld
Plantype: inpassingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.9930.ipN279-va01

5.8 Veiligheid

5.8.1 Verkeersveiligheid

Op de N279 is de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in het verbeteren van de verkeersveiligheid, door middel van weginrichting en handhaving. In Tabel 5.3 zijn de risicocijfers van de N279 afgezet tegen de risicocijfers van een gemiddelde Brabantse provinciale weg. De risicocijfers zijn gebaseerd op ongevalcijfers uit BRON (Bestand geRegistreerde Ongevallen Nederland). Uit de tabel is op te maken dat de N279 in vergelijking met overige Brabantse provinciale wegen over de periode 2005-2009 relatief veilig was.

Tabel 5.3: risicocijfers 2005-2009

afbeelding "i_NL.IMRO.9930.ipN279-va01_0023.jpg"

Verkeersveiligheid is geoperationaliseerd door het aantal slachtoffers in zowel de referentie als de plansituatie te prognosticeren. Op wegvakniveau is dit uitgevoerd met behulp van risicocijfers. Voor de kruispunten, specifiek op de N279 is een kwalitatieve inschatting gemaakt van het te reduceren aantal slachtoffers. Als basis van de berekening dienen de ongevalcijfers uit BRON (Bestand geRegistreerde Ongevallen Nederland) als basis.

De inschatting van het te verwachten aantal slachtoffers leidt voor de plansituatie tot een positieve beoordeling in vergelijking met de referentiesituatie. De oorzaak hiervoor is drieledig:

  • Op de eerste plaats scoort alternatief 100 beter dan de referentiesituatie omdat de rijbaan veiliger wordt ingericht. De inrichting van een regionale stroomweg 2x2 100 km/uur heeft een veiliger risico dan een 2x2 gebiedsontsluitingsweg zoals in de referentiesituatie. Een ombouw naar een 2x2 100 km/uur regionale Stroomweg zal derhalve een grotere (slachtoffer) besparing opleveren ten opzichte van de referentiesituatie.
  • Op de tweede plaats is gebleken dat alternatief 100 een grotere aantrekkende werking heeft op verkeer op het onderliggend wegennet dan de referentiesituatie, waardoor de intensiteiten op het onderliggend wegennet sterker zullen afnemen. Dit zorgt ervoor dat het aantal slachtoffers in alternatief 100 op het onderliggend wegennet lager is dan in de referentiesituatie. Dit verschil is echter klein.
  • Het grootste verschil in het aantal slachtoffers wordt bereikt doordat in alternatief 100 alle kruispunten ongelijkvloers of in de vorm van een knooppunt wordt gerealiseerd. Dit resulteert in een verschil van 2,8 slachtoffers per jaar met de referentiesituatie.

Tabel 5.4: Geprognosticeerde toe/afname van aantal slachtoffers en score ten opzichte van referentiesituatie

afbeelding "i_NL.IMRO.9930.ipN279-va01_0024.jpg"

5.8.2 Externe veiligheid

In het plangebied zijn enkele gasleidingen aanwezig. Deze leidingen hebben een diameter van respectievelijk 36 en 42 inch en beide leidingen hebben een druk van 66,2 Bar.

In het kader van de verbreding van de N279 hoeft er geen nader onderzoek naar het groepsrisico plaats te vinden. Het groepsrisico verandert namelijk niet door de verbreding van de weg. In groepsrisicoberekeningen worden verkeerscijfers niet meegenomen.

De plaatsgebonden risicocontour ligt binnen de beschermingszone van de leiding. Deze verandert niet door de verbreding van de N279.

Daarnaast is onderzocht wat de gevolgen zijn voor het vervoer van gevaarlijke stoffen op het groepsrisico. Door de wegverbreding en de aanpassing van diverse aansluitingen zal het groepsrisico in de toekomstige situatie af nemen. De veiligheid verbetert hierdoor. De plaatsgebonden risicocontour verandert niet. In de MER (zie Bijlage 3) wordt hier nader op ingegaan.

5.8.3 Niet gesprongen explosieven

De werkzaamheden voor de verbreding van de weg worden uitgevoerd in een zeer beperkt ruimtebeslag. Na de Tweede Wereldoorlog zijn al meerdere malen grondroerende werkzaamheden uitgevoerd op deze locatie waardoor het niet waarschijnlijk is dat er nog explosieven in de grond aanwezig zijn. Indien er bij de uitvoering van de werkzaamheden blijkt dat er verdenkingen zijn op niet gesprongen explosieven, zal conform geldende richtlijnen onderzoek uitgevoerd worden.