Plan: | Herinrichting N241 A.C. de Graafweg |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | inpassingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.9927.Inppl17022N241-on01 |
het inpassingsplan Herinrichting N241 A.C. de Graafweg met identificatienummer NL.IMRO.9927.Inppl17022N241-on01 van de provincie Noord-Holland.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een bijbehorend bouwwerk, dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
gebruik dat is gericht op akkerbouw en veeteelt.
een door het bevoegd gezag aan te wijzen deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg.
onderzoek in het kader van de archeologische monumentenzorg verricht door een gecertificeerde dienst, bedrijf of instelling en werkend volgens de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie.
de waarden die verband houden met het zich in de bodem bevinden van voorwerpen of bewoningssporen van vroegere samenlevingen, die wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarde van algemeen belang zijn.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
de grens van een bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
de grens van een bouwvlak.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
de grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
gebouwen welke dienen ter bewoning of ten behoeve van een andere geluidsgevoelige functie als bedoeld in de Wet geluidhinder.
de bij het inpassingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, die hoger is dan de voorkeurgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voor civieltechnische en/of infrastructurele doeleinden, zoals een brug, een dam, een duiker, een tunnel, een via- of aquaduct of een sluis, dan wel een daarmee gelijk te stellen voorziening.
een door de gemeente aangewezen ligplaats die door een woonschip wordt ingenomen.
een gebruik gericht op het in zodanige conditie houden of brengen van objecten dat het voortbestaan van deze objecten op tenminste het bestaande kwaliteitsniveau wordt bereikt.
voorzieningen ten behoeve van de telecommunicatie en de gas-, water- en electriciteitsdistributie alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval wordt begrepen transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes en zendmasten.
verkeersvoorzieningen die niet tot de weg zelf behoren waaronder lantaarnpalen, wegaanduidingen, richtingaanwijzers, verkeersborden, geleiderails en wegmarkeringen.
de bij het inpassingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder.
het terrein waar de aannemer gebruik van kan maken voor opslag van bouwstoffen en plaatsing van keten, loodsen en hulpwerken.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
In of op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, die voldoen aan de volgende regels:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden ten behoeve van verblijfsrecreatie.
De voor 'Verkeer - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
In of op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, die voldoen aan de volgende regels:
De voor 'Verkeer - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
In of op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd die voldoen aan de volgende regels:
De voor "Water" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
In of op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, die voldoen aan de volgende regels:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
De voor ‘Verkeer - Voorlopig 1’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
De termijn waarvoor de voorlopige bestemming geldt, zoals bedoeld in lid 7.1.1, bedraagt 5 jaar, gerekend vanaf de dag van inwerkingtreding van het Inpassingsplan N241 A.C. de Graafweg.
De voor 'Verkeer - Voorlopig 1' aangewezen gronden dienen na het verstrijken van de geldigheidstermijn als bedoeld in lid 7.1.3 te worden aangemerkt als 'Verkeer -1' en zijn bestemd zoals omschreven in artikel 4.
De voor ‘Verkeer - Voorlopig 2’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
De termijn waarvoor de voorlopige bestemming geldt, zoals bedoeld in lid 8.1.1, bedraagt maximaal 5 jaar, gerekend vanaf de dag van inwerkingtreding van het Inpassingsplan N241 A.C. de Graafweg.
De voor 'Verkeer - Voorlopig 2' aangewezen gronden dienen na het verstrijken van de geldigheidstermijn als bedoeld in lid 8.1.3 te worden aangemerkt als ”Agrarisch' en zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
De voor 'Leiding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van:
en
In of op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, die voldoen aan de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van artikel 9.2, onder b, voor het bouwen van gebouwen en of bouwwerken geen gebouw zijnde, overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) indien:
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassing zijnde bestemming(en) een omgevingsvergunning van het college van burgemeester en wethouders vereist:
Het verbod als bedoeld in lid 9.4.1 is niet van toepassing op werken geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden die:
De werken geen bouwwerk zijnde en werkzaamheden als bedoeld in lid 9.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien en voor zover dit niet strijdig is met de belangen van de leiding.
Voordat omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 9.3 wordt verleend, wordt vooraf schriftelijk advies ingewonnen bij de betrokken leiding exploitant.
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
In of op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, die voldoen aan de volgende regels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 10.2, ten behoeve van het bouwen, overeenkomstig de betreffende andere bestemming van deze gronden, mits:
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassing zijnde bestemming(en) een omgevingsvergunning van het college van burgemeester en wethouders vereist:
Het in lid 10.4.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden:
Werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 10.4.1, zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen:
De voor 'Leiding - Gas 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
In of op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, die voldoen aan de volgende regels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 11.2, ten behoeve van het bouwen, overeenkomstig de betreffende andere bestemming van deze gronden, mits:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassing zijnde bestemming(en) een omgevingsvergunning van het college van burgemeester en wethouders vereist:
Het bepaalde in lid 30.6.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het doelmatig functioneren van de leiding. Voorafgaand aan de vergunningverlening zal hierover advies worden ingewonnen bij de leidingbeheerder.
De voor 'Leiding - Hoogspanning' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 12.2 voor het bouwen binnen de belemmeringenstrook overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder.
Het verbod als bedoeld in lid 12.4.1 is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 12.4.1 kan worden verleend indien de betreffende werken en/of werkzaamheden de belangen van de leiding niet onevenredig schaden.
Alvorens te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 12.4.1, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of door de voorgenomen werken of werkzaamheden de belangen in verband met de leiding niet onevenredig worden geschaad en welke voorwaarden dienen te worden gesteld ter voorkoming van eventuele schade.
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
In of op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, die voldoen aan de volgende regels:
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassing zijnde bestemmingen een omgevingsvergunning van het college van burgemeester en wethouders vereist:
Het bepaalde in lid 13.3.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De omgevingsvergunningen kunnen slechts worden verleend, indien hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het doelmatig functioneren van de betreffende leiding.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Leiding - Water' wordt verwijderd, mits:
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van aanwezige of naar verwachting aanwezige archeologische waarden van de gronden.
Op de in lid 14.1 bedoelde gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd met uitzondering van:
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassing zijnde bestemmingen een omgevingsvergunning van het college van burgemeester en wethouders vereist:
Het in lid 14.4.1 gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in sublid 14.4.1 wordt in ieder geval verleend, indien:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin, dat de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd, indien op basis van archeologisch onderzoek door een archeologisch deskundige is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van aanwezige of naar verwachting aanwezige archeologische waarden van de gronden.
Op de in lid 15.1 bedoelde gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd met uitzondering van:
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassing zijnde bestemmingen een omgevingsvergunning van het college van burgemeester en wethouders vereist:
Het in lid 15.4.1 gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in sublid 15.4.1 wordt in ieder geval verleend, indien:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin, dat de verbeelding wordt gewijzigd zodanig dat de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3' geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd of gewijzigd, indien op basis van archeologisch onderzoek door een archeologisch deskundige is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van aanwezige of naar verwachting aanwezige archeologische waarden van de gronden.
Op de in lid 16.1 bedoelde gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd met uitzondering van:
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassing zijnde bestemming(en) een omgevingsvergunning van het college van burgemeester en wethouders vereist:
Het in lid 16.4.1 gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden die:
reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
Een omgevingsvergunning als bedoeld in sublid 16.4.1 wordt in ieder geval verleend, indien:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de verbeelding wordt gewijzigd zodanig dat de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 4' geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd of gewijzigd, indien op basis van archeologisch onderzoek door een archeologisch deskundige is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
De voor "Waarde - Cultuurhistorie" aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud, de bescherming en het herstel van de cultuurhistorische, bouwhistorische en beeldbepalende elementen in de op die grond gelegen bouwwerken, bouwwerken geen gebouw zijnde en verkavelings- en landschapselementen.
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassing zijnde bestemming(en) een omgevingsvergunning van het college van burgemeester en wethouders vereist:
Het verbod als bedoeld in lid 17.2.1 is niet van toepassing op werken geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden die:
De werken geen bouwwerk zijnde en werkzaamheden als bedoeld in lid 17.2.1 zijn slechts toelaatbaar indien en voor zover dit niet strijdig is met de waarde cultuur historie, zoals vastgelegd het rapport "Gemeente Heerhugowaard een historisch-geografische inventarisatie (inclusief de karakteristieke bebouwing)" dat als Verbroken kruisverwijzing naar 'Historisch-geografische inventarisatie gemeente Heerhugowaard' bij dit inpassingsplan is gevoegd.
Alvorens over een omgevingsvergunning voor werken geen bouwwerk zijnde en werkzaamheden (lid 17.2.1) te beslissen, winnen het college van burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij een deskundige op het gebied van cultuur omtrent de vraag of door de voorgenomen werken geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden de waarde cultuur, zoals vastgelegd het rapport "Gemeente Heerhugowaard een historisch-geografische inventarisatie (inclusief de karakteristieke bebouwing)" niet onevenredig wordt geschaad en welke voorwaarden dienen te worden gesteld ter voorkoming van eventuele schade.
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een secundaire waterkering.
In afwijking van het bepaalde in de bouwregels van de andere daar voorkomende bestemmingen, mogen op de in lid 18.1 bedoelde gronden geen gebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde worden gebouwd.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 18.2.1 voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde overeenkomstig de bestemming, indien de belangen van de waterkering daar niet onevenredig door worden geschaad.
Voordat wordt besloten omtrent het verlenen van de omgevingsvergunning, winnen burgemeester en wethouders advies in bij de beheerder(s) van de waterkering over de vraag of door de voorgenomen bouwactiviteiten de belangen van de waterkering niet onevenredig worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassing zijnde bestemming(en) een omgevingsvergunning van het college van burgemeester en wethouders vereist:
Het verbod als bedoeld in lid 18.4.1 is niet van toepassing op werken geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden die:
De werken geen bouwwerk zijnde en werkzaamheden als bedoeld in lid 18.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien en voor zover dit niet strijdig is met de belangen van de waterkering.
Voordat wordt besloten omtrent het verlenen van de omgevingsvergunning, winnen burgemeester en wethouders advies in bij de beheerder(s) van de waterkering over de vraag of door de voorgenomen uitvoering werken geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden de belangen van de waterkering niet worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - waterbergingsgebied' zijn gronden mede bestemd voor de (tijdelijke) waterberging.
In afwijking van de aldaar voorkomende bestemming, mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van het beheer van de waterberging worden opgericht.
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 20.1.2 ten behoeve van het bouwen overeenkomstig de daar voorkomende bestemming(en), indien vooraf advies van de waterbeheerder is ingewonnen omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning het waterhuishoudkundig belang niet onevenredig wordt aangetast alsmede omtrent eventueel aan de vergunning te verbinden voorwaarden.
Als strijdig gebruik geldt het gebruik van gronden op een wijze die leidt tot het belemmeren van de tijdelijke berging van water.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - lpg' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd als veiligheidszone ter bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met een verkooppunt voor lpg.
Het is verboden op of in de in lid bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het college van burgemeester en wethouders, ter plaatse van de in lid 20.2 bedoelde gronden, de volgende werken geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 20.2.2 is niet van toepassing op werken geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden die:
De werken geen bouwwerk zijnde en werkzaamheden als bedoeld in lid 20.2.2 zijn slechts toelaatbaar indien en voor zover dit niet strijdig is met de belangen van de veiligheidszone.
Voordat wordt besloten omtrent het verlenen van de omgevingsvergunning als bedoeld in lid 20.2.2, winnen burgemeester en wethouders advies in van een deskundige over de vraag of door de voorgenomen activiteiten het veiligheidsbelang niet wordt geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
Tot een gebruik, strijdig met lid 20.2.1 wordt in ieder geval gerekend:
Het is verboden het reservoir voor lpg, het vulpunt voor lpg en afleveringszuilen voor lpg, zoals die op de verbeelding zijn vastgelegd door het middelpunt van de veiligheidszones - lpg:, te verplaatsen.
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - buisleidingenstraat' geldt dat die gronden, naast de andere aangewezen bestemming(en), tevens bestemd zijn voor de ruimtereservering van buisleidingen van nationaal belang.
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - straalpad' geldt dat die gronden, naast de andere aangewezen bestemming(en), tevens bestemd zijn voor de bescherming en instandhouding van het straalpad.
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - straalpad', mag op de gronden binnen dat straalpad in ieder geval niet hoger worden gebouwd dan 17 m ten opzichte van NAP.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, na advies te hebben ingewonnen van de desbetreffende beheerder omtrent de aanvaardbaarheid daarvan, een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 20.4.2, ten behoeve van het bouwen tot een grotere hoogte, overeenkomstig het ten aanzien van de betreffende bestemmingen bepaalde.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 21.1 kan slechts worden verleend, mits:
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland kunnen het plan wijzigen om de dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanning' te verschuiven ter plaatse van de aanduiding 'Wetgevingzone wijzigingsgebied - 1', mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
De vigerende bestemmingsplannen en inpassingsplannen binnen de plangrenzen van voorliggend inpassingsplan 'Herinrichting N241 A.C. de Graafweg' komen met inwerkingtreding van dit plan te vervallen.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het inpassingsplan 'Herinrichting N241 A.C. de Graafweg'.