Plan: | Windpark Westfrisia |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | inpassingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.9927.IPWINDPRKWESTFR-VA01 |
Het inpassingsplan Windpark Westfrisia van de provincie Noord-Holland.
De geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.9927.IPWINDPRKWESTFR-VA01 met de bijbehorende regels en bijlagen.
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
De grens van een bestemmingsvlak.
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
De grens van een bouwvlak.
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Een kabel/leiding met een spanningsniveau hoger dan 30.000 Volt.
Bouwwerk bedoeld voor het onderbrengen van schakel en meetapparatuur om de windturbines te verbinden met het landelijke elektriciteitsnet.
De hoogte waarop het omliggende terrein aansluit op het gebouw, bouwwerk of windturbine.
Voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, waaronder mede begrepen inkoopstations, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
Een verharde plek ten behoeve van het bouwen van en het onderhoud aan een windturbine.
Een bouwkundige constructie van enige omvang, geen gebouw zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
Het samenstelsel van drie rotorbladen (ook wel wieken genoemd) en hub (ook wel de neus genoemd) van een windturbine.
De wiek van een windturbine.
De diameter van de cirkel die door de tip (het uiteinde) van een rotorblad (wiek) wordt beschreven.
De uiterste punt van het rotorblad of wind van een windturbine.
Een door wind aangedreven bouwwerk met een rotordiameter van ten minste 5 meter of een ashoogte van ten minste 7 meter waarmee energie wordt opgewekt, inclusief de bij dit bouwwerk behorende infrastructurele voorzieningen, met uitzonderingen van traditionele windmolens of replica’s hiervan.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van onderschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, bliksemafleiders en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.
de wieklengte (of bladlengte) betreft de afstand tussen de tip van de wiek en de (wieken)as.
De voor 'Bedrijf - Windturbinepark' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van windturbines gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken ten behoeve van het onder brengen van apparatuur om de windturbines te verbinden met het landelijk electriciteitsnetwerk en nutsvoorzieningen gelden de volgende regels:
Gedeputeerde Staten kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van de in lid 3.2.1, onder d opgenomen maximale rotordiameter onder de navolgende voorwaarden:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De gemeenteraad van de gemeente Medemblik is bevoegd om na vaststelling van dit inpassingsplan een bestemmingsplan vast te stellen voor de gronden waarop dit inpassingsplan betrekking heeft, indien daarbij wordt voorzien in de bestemmingen, aanduidingen, de planregels en de verbeelding zoals neergelegd in dit inpassingsplan.
Op de gronden met de aanduiding 'vrijwaringszone - windturbine' is wiekoverslag van de windturbine toegestaan, alsmede:
Op de gronden met de aanduiding 'Overige zone - weg' zijn toegangs- en onderhoudswegen ten behoeve van het windturbinepark toegestaan, alsmede:
Op de gronden met de aanduiding 'Overige zone - kabels en leidingen' zijn kabels en leidingen, niet zijnde hoogspanningsleidingen, ten behoeve van het windturbinepark toegestaan.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het inpassingsplan 'Windpark Westfrisia'.