Plan: | TAM-projectbesluit Vecht-Arriën |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | inpassingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.9923.pbVechtArrien-on01 |
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in bijlage I van het Omgevingsbesluit, bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling, zijn van toepassing. Aanvullend gelden de volgende begripsbepalingen:
het "TAM-projectbesluit Vecht-Arriën" met identificatienummer NL.IMRO.9923.pbVechtArrien-on01 van de provincie Overijssel.
het gebruik van gronden voor het telen van gewassen en het houden van dieren;
de aan een gebied toegekende waarde in verband de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit het verleden.
één of meer gebouwen en/of andere bouwwerken zijnde;
het op of in de bodem brengen van meststoffen;
begrazing met (pluim)vee;
medegebruik gericht op de overdracht van informatie en kennis;
die vormen van recreatie die in hoofdzaak zijn gericht op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen en fietsen en die in principe plaatsvinden tussen zonsopgang en zonsondergang en niet gericht zijn op het verstrekken van nachtverblijf;
een onderkomen dat naar aard en inrichting is bedoeld voor recreatieve bewoning, maar zonder een met de grond verbonden constructie en zonder plaatsgebonden karakter;
de aan een gebied toegekende waarden in verband met de geologische, bodemkundige en biologische elementen voorkomende in dat gebied;
een bouwwerk, dat een overdekte ruimte vormt zonder wanden, dan wel met ten hoogste een wand;
buitenrijbaan ten behoeve van paardrijactiviteiten, voorzien van een zandbed en al dan niet voorzien van een omheining;
een vorm van recreatie gericht op ontspanning of vrijetijdsbesteding van recreanten die elders hun hoofdverblijf hebben, en voor een bepaalde periode waarbij ten minste één overnachting plaatsvindt;
elke door de mens veroorzaakte wijziging in de bodemstructuur die de natuurlijke staat van de bodem aantast.
(tijdelijke) opslag van een overmaat aan (oppervlakte)water in het (oppervlakte)watersysteem.
Voor de toepassing van dit projectbesluit wordt als volgt gemeten:
vanaf het straatpeil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
vanaf het straatpeil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, tot een maximum van 1,00 meter.
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als Natuur.
Een als Natuur aangewezen locatie heeft de volgende functies:
met daaraan ondergeschikt:
Tot de locatie bedoeld in lid 4.1 worden in ieder geval ook gerekend de daarbij behorende:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen of overkappingen worden gebouwd.
Op deze gronden mogen de volgende bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze activiteit wordt in aanvulling op artikel 12.1 in ieder geval gerekend:
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:
De vergunningplicht als bedoeld in 4.5.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als Water.
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen of overkappingen worden gebouwd.
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, uitsluitend ten dienste van de waterhuishouding, alsmede bruggen, duikers en keerwanden geldt de volgende regel:
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als Waarde - Archeologie 1.
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende functies, mede bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van de verwachte archeologische waarden, met in het bijzonder een Celtic Field ter plaatse van de aanduiding 'Celtic Field';
Op de in lid 6.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van:
is uitsluitend toegestaan voor bouwen en/of grondwerkzaamheden, indien die activiteiten betrekking hebben op:
In afwijking van het gestelde in lid 6.4.1 is het verstoren door bouwen en/of grondwerkzaamheden groter dan 100 m2 en dieper stekend dan 30 cm ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende functies zijn op deze gronden toegestaan, indien op basis van een aanvullend en/of definitief archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden door de activiteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
Alvorens burgemeester en wethouders beslissen over het verlenen van een omgevingsvergunning voor een activiteit op basis van de andere daar voorkomende functie(s), met inachtneming van de voor de betrokken functie geldende regels, winnen zij schriftelijk advies in bij de archeologisch deskundige omtrent de vraag of de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
In geval van verlenen van een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen en/of grondwerkzaamheden is het aan de gemeente Ommen of een daardoor aangewezen partij is altijd toegestaan archeologische waarnemingen te doen ten tijde van de bouwwerkzaamheden.
Het berijden van de gronden ter plaatste van de aanduiding 'specifieke vorm van Waarde – Archeologie 1 – Celtic Fields' met machines die zwaarder zijn c.q. een grotere druk per cm2 hebben dan de normale landbouwwerktuigen is uitsluitend toegestaan na overleg met de provinciaal archeoloog.
Het is verboden op of in de in lid 6.1 bedoelde gronden en in aanvulling op het in lid 6.4.1 bedoelde zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden waarvoor het verbod van lid 6.6.1 geldt, zijn slechts toelaatbaar indien is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
Het verbod, zoals is bedoeld in lid 6.6.1, is niet van toepassing, indien:
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als Waarde - Archeologie 2.
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende functies, mede bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van de verwachte archeologische waarden.
Op de in lid 7.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van:
is uitsluitend toegestaan voor bouwen en/of grondwerkzaamheden, indien die activiteiten betrekking hebben op:
In afwijking van het gestelde in lid 7.4.1 is het verstoren door bouwen en/of grondwerkzaamheden groter dan 2.500 m2 en dieper stekend dan 30 cm ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende functies zijn op deze gronden toegestaan, indien op basis van een aanvullend en/of definitief archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden door de activiteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
Alvorens burgemeester en wethouders beslissen over het verlenen van een omgevingsvergunning voor een activiteit op basis van de andere daar voorkomende functie(s), met inachtneming van de voor de betrokken functie geldende regels, winnen zij schriftelijk advies in bij de archeologisch deskundige omtrent de vraag of de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
In geval van verlenen van een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen en/of grondwerkzaamheden is het aan de gemeente Ommen of een daardoor aangewezen partij is altijd toegestaan archeologische waarnemingen te doen ten tijde van de bouwwerkzaamheden.
Het is verboden op of in de in lid 6.1 bedoelde gronden en in aanvulling op het in lid 7.4.1 bedoelde zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden waarvoor het verbod van lid 7.5.1 geldt, zijn slechts toelaatbaar indien is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
Het verbod, zoals is bedoeld in lid 7.5.1, is niet van toepassing, indien:
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als Waarde - Archeologie 3.
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende functies, mede bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van de verwachte archeologische waarden.
Op de in lid 8.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van:
is uitsluitend toegestaan voor bouwen en/of grondwerkzaamheden, indien die activiteiten betrekking hebben op:
In afwijking van het gestelde in lid 8.4.1 is het verstoren door bouwen en/of grondwerkzaamheden groter dan 10.000 m2 en dieper stekend dan 30 cm ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende functies zijn op deze gronden toegestaan, indien op basis van een aanvullend en/of definitief archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden door de activiteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
Alvorens burgemeester en wethouders beslissen over het verlenen van een omgevingsvergunning voor een activiteit op basis van de andere daar voorkomende functie(s), met inachtneming van de voor de betrokken functie geldende regels, winnen zij schriftelijk advies in bij de archeologisch deskundige omtrent de vraag of de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
In geval van verlenen van een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen en/of grondwerkzaamheden is het aan de gemeente Ommen of een daardoor aangewezen partij is altijd toegestaan archeologische waarnemingen te doen ten tijde van de bouwwerkzaamheden.
Het is verboden op of in de in lid 6.1 bedoelde gronden en in aanvulling op het in lid 8.4.1 bedoelde zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden waarvoor het verbod van lid 8.5.1 geldt, zijn slechts toelaatbaar indien is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
Het verbod, zoals is bedoeld in lid 8.5.1, is niet van toepassing, indien:
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als Waterstaat - Waterstaatkundige functie.
Een als Waterstaat - Waterstaatkundige functie aangeduide locatie is - behalve voor de andere daar voorkomende functies - mede bedoeld voor de waterhuishouding, waaronder begrepen de wateraanvoer en -afvoer, de waterberging alsmede dijken, kaden, dijksloten en andere voorzieningen ten behoeve van de waterkering.
Op de in lid 9.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de in dat artikel bedoelde doeleinden uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
Ten behoeve van andere daar voorkomende functies mag, met inachtneming van de voor de betrokken functies geldende (bouw)regels, uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder straatpeil, niet wordt uitgebreid.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 9.1 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende functies, mits het waterstaatsbelang en het belang van de waterkering niet onevenredig wordt geschaad.
De in artikel 9.4.1 genoemde vergunning wordt alleen verleend ten behoeve van andere daar voorkomende functies, als het bevoegd gezag positief schriftelijk advies van de beheerder van de rivier en de waterkering heeft verkregen.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als vrijwaringszone - molenbiotoop.
De gronden ter plaatse van de 'vrijwaringszone - molenbiotoop' zijn, behalve voor de daar voorkomende functies, mede bestemd voor de bescherming van de functie van de molen als werktuig en zijn waarde als landschapsbepalend element.
In afwijking van het bepaalde in Hoofdstuk 2 mag de bouwhoogte van nieuw op te richten bouwwerken:
H(x)= de maximaal toelaatbare hoogte
X = de afstand tot de molen
met dien verstande dat bij vervanging van bestaande bebouwing de bestaande bouwhoogte ten hoogste is toegelaten, indien sprake is van herbouw op dezelfde locatie. De bijbehorende askophoogte van de molenbiotoop staan vermeld in Bijlage 3 Molenbiotopen;
in afwijking van lid a. en b. is een afwijkende hoogte toegestaan als dit als zodanig in het omgevingsplan is aangeduid.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 11.1.3 voor het bouwen overeenkomstig het bepaalde in de andere bestemmingen, mits de belangen van de molen niet onevenredig worden geschaad. Hierover dient vooraf advies te worden ingewonnen van de Stichting Ommer Molens.
Omgevingsvergunning
Het is verboden zonder of in afwijking van omgevingsvergunning van het bevoegd gezag op de in artikel 11.1.1 bedoelde gronden de volgende andere-werken uit te voeren:
Beoordelingscriteria
De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, als bedoeld in dit lid onder a wordt slechts verleend indien en voor zover door de werken en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de belangen van de molen niet onevenredig worden geschaad. Hierover dient vooraf advies te worden ingewonnen van de Stichting Ommer Molens;
Uitzonderingen
Geen omgevingsvergunning is nodig voor:
Gebruiksactiviteiten die niet zijn geregeld in dit projectbesluit en gebruiksactiviteiten die in strijd zijn met de regels van dit projectbesluit zijn verboden.
Bouwactiviteiten die niet zijn geregeld in dit projectbesluit en bouwactiviteiten die in strijd zijn met de regels van dit projectbesluit zijn verboden.
Waar een enkelfunctie samenvalt met een dubbelfunctie geldt primair het bepaalde ten aanzien van de dubbelfunctie.
Vanaf het moment waarop het projectbesluit is vastgesteld tot 9 jaar na vaststelling van het projectbesluit dan wel eerder, als het project waarvoor het projectbesluit is vastgesteld eerder is gerealiseerd, worden in een omgevingsplan van de gemeente Ommen geen regels gesteld die het uitvoeren van het project belemmeren.