Plan: | Provinciaal Inpassingsplan Landgoederen Oldenzaal |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | inpassingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.9923.ipLandgOldenzaal-va01 |
het provinciaal inpassingsplan "Provinciaal Inpassingsplan Landgoederen Oldenzaal" met identificatienummer NL.IMRO.9923.ipLandgOldenzaal-va01 van de provincie Overijssel;
de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels en bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
het gebruik van gronden voor het telen van gewassen en het houden van dieren;
de waarde die van belang is voor de archeologie en voor de kennis van de beschavingsgeschiedenis;
een of meer gebouwen en/of andere bouwwerken zijnde;
een door het bevoegd gezag vastgesteld plan op basis van de Wet
natuurbescherming waarin is vastgelegd wat er wordt gedaan om de
instandhoudingsdoelstellingen van het Natura 2000-gebied te realiseren;
het op of in de bodem brengen van meststoffen;
uitrijperiode voor meststoffen van 1 april tot 1 september;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
begrazing met (pluim)vee;
een houtachtig, opgaand gewas, zowel levend als afgestorven;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
de aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt;
uitwerpselen van voor gebruiks- of winstdoeleinden gehouden dieren, daaronder inbegrepen de geheel of gedeeltelijk verteerde maag- of darminhoud van deze dieren en mengsels van strooisel met de uitwerpselen, alsook de producten daarvan;
een civieltechnisch kunstwerk, gelegen in een weg of toegangsdam, die is bedoeld om wateren met elkaar te verbinden;
velling, welke uitsluitend als een verzorgingsmaatregel ter bevordering van de groei van de overblijvende houtopstand moet worden beschouwd;
de aan een gebied toegekende waarden die verband houden met de samenhang van dieren en planten en hun leefomgeving en/of tussen dieren en planten onderling;
medegebruik gericht op de overdracht van informatie en kennis;
die vormen van recreatie die in hoofdzaak zijn gericht op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen en fietsen en die in principe plaatsvinden tussen zonsopgang en zonsondergang en niet gericht zijn op het verstrekken van nachtverblijf;
een tijdelijke gewasteelt met een bemesting zonder fosfaat, met als doel om met het gewas jaarlijks zoveel mogelijk fosfaat af te voeren dat zich in de bodem heeft opgehoopt tot aan het moment dat de fosfaatverzadigingsgraad (FVG) van de bodem kleiner is dan 25% over een dieptetraject van 0-30 cm onder maaiveld;
de waarden van een gebied die uitdrukking geven aan de vormen van het aardoppervlak in verband met de wijze van hun ontstaan;
gronden waarop gras wordt geteeld;
lichte grondbewerking, waarbij de ondergrond vrijwel onberoerd blijft en altijd een dekkende vegetatie zichtbaar blijft;
een geul in de grond voor de afvoer van water;
staat van instandhouding van een natuurlijke habitat waarvoor geldt dat:
staat van instandhouding van een soort waarvoor geldt dat:
bomen of boomvormers, die na het afzetten tot op de stobbe weer uitlopen en waarbij periodiek afzetten voor de instandhouding ervan noodzakelijk is;
gronden met een bijzondere betekenis voor het watersysteem van het plansysteem in het Natura 2000 gebied" " Landgoederen Oldenzaal" vanwege beekherstel, verdrogingsbestrijding, waterretentie en/of waterkering;
het geheel aan maatregelen die nodig zijn voor de gunstige staat van instandhouding van natuurlijke habitats of soorten;
doelstelling opgenomen in een aanwijzingsbesluit van een Natura 2000-gebied, ten aanzien van de gunstige staat van instandhouding van de leefgebieden, vereist op grond van de Vogelrichtlijn of ten aanzien van de instandhouding van de natuurlijke habitats of populaties van in het wild levende dieren en plantensoorten, vereist op grond van de Habitatrichtlijn;
een onderkomen dat naar aard en inrichting is bedoeld voor recreatieve bewoning, maar zonder een met de grond verbonden constructie en zonder plaatsgebonden karakter;
het geheel of grotendeels verwijderen van het bovengrondse deel van de houtopstand;
en voorziening die gericht is op het gedoseerd afvoeren van water, waardoor het water langer kan worden vastgehouden;
kunstmatig of chemisch verkregen meststoffen;
akkerbouw, veehouderij - daaronder begrepen elke bedrijfsmatige vorm van het houden van dieren voor gebruiks- of winstdoeleinden- , tuinbouw - daaronder begrepen fruitteelt en het kweken van bomen, planten, bloemen en bloembollen - en bosbouw;
grond waarop daadwerkelijk enige vorm van landbouw wordt uitgeoefend;
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door de waarneembare verschijningsvorm van dat gebied;
dierlijke meststoffen, ongeacht hun bestemming, en producten die bestemd zijn om:
Europees ecologisch netwerk dat bestaat uit de speciale beschermingszones, bedoeld in artikel 4, eerste en tweede lid van de Vogelrichtlijn en artikel 1 onderdeel l van de Habitatrichtlijn;
het gebied aangewezen door de Staatssecretaris van Economische Zaken bij besluit van 4 juli 2013, kenmerk PDN/2013-050;
de aan een gebied toegekende waarden in verband met de geologische, bodemkundige en biologische elementen voorkomende in dat gebied;
Nederlands netwerk van bestaande en nieuw aan te leggen natuurgebieden (voorheen: Ecologische Hoofdstructuur), met als doel deze gebieden met elkaar en met het omringende agrarische gebied beter te verbinden;
het afvoeren van grond- en/of oppervlaktewater met kunstmatige en/of natuurlijke middelen, bijvoorbeeld in de vorm van drainagebuizen, het graven van nieuwe of het verdiepen van bestaande sloten, greppels en beken en vergelijkbare maatregelen;
een bouwwerk van één bouwlaag dat dient ter overdekking en niet of slechts gedeeltelijk met wanden is omgeven;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen voor of met een ander tegen vergoeding;
het met wortel en al verwijderen van een houtopstand;
De temperatuursom (ook wel agrarische temperatuur of cumulatieve temperatuur) is de optelling vanaf 1 januari van alle daggemiddelde temperaturen boven nul.
het regulier gebruik dat, gelet op de bestemming, regelmatig noodzakelijk is voor het agrarisch gebruik van de gronden;
het onderhoud dat, gelet op de bestemming regelmatig noodzakelijk is voor een goed beheer, behoud en gebruik van de gronden en gebouwen die tot de betreffende bestemming behoren;
het kappen of rooien van een houtopstand of verrichten van andere handelingen die de dood of ernstige beschadiging van een houtopstand tot gevolg kunnen hebben;
een vorm van recreatie gericht op ontspanning of vrijetijdsbesteding van recreanten die elders hun hoofdverblijf hebben, en voor een bepaalde periode waarbij ten minste één overnachting plaatsvindt.
een doorwaadbare plaats in een beek of rivier.
een gebied waar tijdelijk, bij hevige regenval of hoge rivierafvoer, water kan worden geborgen zodat stroomafwaarts gelegen gebieden niet overstromen;
tussen de grenzen van een bouwperceel en een bepaald punt van het op dat bouwperceel voorkomend (hoofd)gebouw, waar die afstand het kortst is;
vanaf enig punt van een bouwwerk tot de as van de bestemming 'Verkeer' dan wel waar geen bestemming geldt, de as van de weg;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen, zoals antennes en daarmee naar de aard gelijk te stellen bouwonderdelen.
De voor Agrarisch met waarden - Grasland aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met daarbij behorende:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen of overkappingen worden gebouwd, met uitzondering van veldschuren ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - grasland - veldschuur' tot ten hoogste de bestaande oppervlakte en inhoud.
Op of in deze gronden mogen de volgende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming wordt in aanvulling op artikel 15.1 in ieder geval gerekend:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het verbod in:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod in 3.5.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend als geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan in 3.1, onder b. en c. bedoelde waarden en bestaande sloten, greppels enz. behouden blijven.
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Agrarisch met waarden - Grasland' wordt gewijzigd in de bestemming 'Natuur' mits:
De voor Natuur aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt;
met de daarbij horende andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen of overkappingen worden gebouwd.
Op deze gronden mogen de volgende bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming wordt in aanvulling op artikel 15.1 in ieder geval gerekend:
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheen uit te voeren:
Het in artikel 4.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op of in deze gronden zijn uitsluitende de bestaande gebouwen en overkappingen toegestaan.
Op of in deze gronden mogen de volgende bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming wordt in aanvulling op artikel 15.1 in ieder geval gerekend:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 6.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, die:
De in 6.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
Indien de vergunning gevolgen kan hebben voor de waterhuishouding, wordt de aanvraag voor de omgevingsvergunning voorgelegd aan het betreffende waterschap met het verzoek de aanvraag te voorzien van een deskundigenadvies.
De voor 'Leiding - Water’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd.
Binnen deze bestemming mogen alleen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd, met inachtneming van de volgende regel:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in de bouwregels en worden toegestaan dat de in de basisbestemming genoemde gebouwen en andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren, zulks ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemmingen:
Het bepaalde in 7.4.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, die:
De in 7.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder en geen afbreuk wordt gedaan aan een doelmatig en veilig functioneren van de drinkwaterhoofdtransportleidingen en de instandhoudingsdoelstellingen van het Natura 2000-gebied.
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de gebieden met een hoge verwachtingswaarde.
In het belang van de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden en onder de voorwaarde dat de oppervlakte waarop de aanvraag betrekking heeft groter is dan of gelijk is aan 2.000 m² en de activiteit op een grotere diepte dan 0,3 m wordt uitgevoerd:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van de verplichting in lid 8.2 sub a een archeologische rapport te overleggen, als naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie voldoende is vastgesteld.
Daarbij maakt de gemeente gebruik van de archeologische advieskaart van RAAP (RAAP-rapport 264: Herinrichting Losser Noord, een archeologische inventarisatie, kartering en advieskaart; juni 1997 en RAAP-rapport 640: Herinrichting Losser-Zuid, provincie Overijssel; een archeologische inventarisatie, kartering en advieskaart; maart 2001). De woorden 'het rapport als bedoeld onder a' in lid 8.2, sub b, onder 3 dienen in dat geval te worden gelezen als 'andere beschikbare informatie'.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in lid 8.1 omschreven gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De in lid 8.4.1 bedoelde vergunning is niet vereist voor werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
De in lid 8.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien de plaats waar werken en/of werkzaamheden zullen worden uitgevoerd voldoende archeologisch is onderzocht en vaststaat dat er geen onevenredige afbreuk aan de archeologische en/of cultuurhistorische waarden wordt gedaan, dan wel dat afdoende maatregelen zijn getroffen tot behoud of bescherming van die waarden of de eventuele bodemvondsten naar elders zijn overgebracht.
Bij de beslissing over de omgevingsvergunning zal worden betrokken de oppervlakte die aantoonbaar al eerder door een van de in 8.4.1 genoemde werkzaamheden is verstoord.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming ‘Waarde - Archeologie 2‘ wordt verwijderd, mits na voldoende onderzoek van de vindplaats en het inwinnen van deskundigenadvies blijkt dat voor de archeologisch waardevolle gebieden de waardebepalende elementen niet zijn te handhaven in relatie tot de functie van de gronden en de gebouwen en de aanwezige bodemvondsten naar elders zijn overgebracht.
De voor 'Waarde - Landgoed' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de cultuurhistorische en andere waarden en elementen, die tezamen de ruimtelijke beheerseenheid van een landgoed vormen. De waarden daarvan bestaan onder meer uit:
Op of in deze gronden mogen uitsluitend gebouwen worden gebouwd ten behoeve van mede op deze gronden liggende bestemming(en). Hiervoor zijn de regels van toepassing van de mede op deze gronden liggende bestemming(en).
Op of in deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten behoeve van mede op deze gronden liggende bestemming(en). Hiervoor zijn de regels van toepassing van de mede op deze gronden liggende bestemming(en).
Het bevoegd gezag is bevoegd het plan en de bestemming(en) zodanig te wijzigen dat de woning(en) en andere gebouwen op het landgoed en de gronden als bedoeld in lid 9.1 kunnen worden ge- of verbouwd en gebruikt voor :
mits:
De voor Waterstaat - Waterberging aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de retentie van water, zoals door middel van ontgraving.
Daar waar de dubbelbestemming Waterstaat - Waterberging samenvalt met de bestemming Natuur prevaleert de dubbelbestemming.
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen:
Indien en voor zover deze gronden samenvallen met gronden, waarvoor in een andere bestemming een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden is benodigd, geldt dat de daarin genoemde werken en werkzaamheden, voor zover deze althans niet worden uitgevoerd ter realisering of instandhouding van de dubbelbestemming Waterstaat - Waterberging, uitsluitend toelaatbaar zijn mits door die werken of werkzaamheden geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de geschiktheid van de gronden voor waterretentie.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Ter plaatse van de aanduiding 'Overige zone - bronnen' dienen de hydrologische waarden, in het bijzonder de kwel, het watersysteem en de waterkwaliteit, te worden hersteld, behouden en ontwikkeld. De natuurlijke waarden rondom deze gebieden dienen, voor zover het (agrarisch) gebruik dit toelaat, in stand te worden gehouden en ontwikkeld.
Ter plaatse van de aanduiding 'Overige zone - essen' dienen de karakteristieke openheid, bodemkwaliteit en reliëf van de essen en steilranden met bijbehorende beplanting te worden hersteld, behouden en ontwikkeld.
De beperkingen die aan het bouwen en het gebruik van de essen zijn verbonden, zijn opgenomen in de bestemmingsregels.
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' geldt dat deze gronden zijn aangewezen voor de bescherming en veiligstelling van de kwaliteit van het grondwater.
Er mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd. In afwijking van het vorenstaande mogen er bouwwerken ten dienste van de onderliggende bestemmingen en ten dienste van de grondwaterwinning worden gebouwd, mits de kwaliteit van het grondwater daardoor niet wordt geschaad.
Het is niet toegestaan –door middel van de in dit plan opgenomen flexibiliteitsbepalingen– wijzigingen aan te brengen in het toegestane gebruik van de gronden, uitgezonderd indien het vormen van gebruik betreffen die harmoniëren met de functie voor de drinkwatervoorziening, zoals:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 12.3.2, mits vooraf advies wordt ingewonnen bij de provincie Overijssel, voor een verruiming van het toegestane gebruik ten behoeve van grote en grootschalige risicovolle activiteiten/functies als vermeld in bijlage 4, Functies en waterwinning, behorende bij de regels, mits:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in de regels van dit Provinciaal inpassingsplan ten aanzien van het strijdig gebruik en het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden, onder de voorwaarde dat door middel van een deskundigenrapport is aangetoond dat:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend:
De gemeenteraad van Losser is bevoegd bestemmingsplannen vast te stellen voor gronden of delen van gronden van dit plan onder de voorwaarden dat:
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het Provinciaal Inpassingsplan Landgoederen Oldenzaal.