Plan: | Parapluherziening Kamerverhuur Voorne aan Zee |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1992.parapluplanwonen-0130 |
De aanleiding voor deze parapluherziening is de vragen die gesteld zijn over de mogelijkheden voor kamersgewijze verhuur. Naar aanleiding hiervan is onderzocht hoe dit in de bestemmingsplannen in de gemeente Voorne aan Zee geregeld is. Sommige bestemmingsplannen blijken kamersgewijze verhuur toe te staan, mede als gevolg van recente jurisprudentie rondom het thema wonen, die bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is ontstaan. Uit meerdere, uiteenlopende uitspraken volgt dat zonder goede, sluitende definities van begrippen als 'wonen', 'woning' en 'huishouden', vele uiteenlopende woonvormen mogelijk kunnen zijn in veel bestaande bestemmingsplannen.
Uit een inventarisatie van de verschillende bestemmingsplannen in de gemeente Voorne aan Zee is gebleken dat enkele regelingen en begrippen niet in alle bestemmingsplannen goed en/of sluitend zijn opgenomen. Dit houdt in dat met de bestemming 'Wonen', zonder de gewenste begripsbepalingen, bijvoorbeeld woningen gesplitst kunnen worden in meerdere eenheden zonder dat de gemeente daar een ruimtelijke of stedenbouwkundige overweging bij kan maken. Dit is over het algemeen niet gewenst. Dit kan bijvoorbeeld tot een hogere parkeerdruk leiden. Of in het geval van opsplitsing ten behoeve van kamerverhuur kan dit tot overlast voor de omgeving zorgen. Daarnaast kan dit ook leiden tot situaties waarbij weinig of geen onderhoud wordt gepleegd aan het erf of de woning.
Voorafgaand aan voorliggend paraplubestemmingsplan is reeds een voorbereidingsbesluit genomen om te voorkomen dat ongewenste situaties zich voordoen gedurende de procedure van voorliggend plan.
Door met deze parapluherziening te voorzien in een uniforme en actuele regeling die in alle bestemmingsplannen van toepassing wordt, worden ongewenste mogelijkheden uitgesloten.
Dit plan betreft een zogenaamde parapluherziening. Een parapluherziening is een partiële herziening van meerdere bestemmingsplannen rondom één of meerdere specifieke thema's. In dit geval betreft dat de begripsbepalingen en gebruiksmogelijkheden die samenhangen met het gebruik van (bedrijfs)woningen. Het paraplubestemmingsplan legt de nieuwe regeling rondom dit onderwerp vast voor de bestemmingsplannen waar het paraplubestemmingsplan betrekking op heeft. Voor het overige blijven die onderliggende bestemmingsplannen ongewijzigd en zelfstandig van kracht. Dit maakt het dus mogelijk om met één bestemmingsplan alle bestemmingsplannen aan te vullen of aan te passen waarvoor dit noodzakelijk is.
Deze parapluherziening heeft betrekking op de gronden en gebouwen van alle bestemmingsplannen binnen de gemeente Voorne aan Zee.
Hoofdstuk 2 beschrijft het doel dat met deze parapluherziening wordt beoogd. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de uitvoerbaarheid van het plan. Ten slotte wordt in hoofdstuk 4 uitgelegd hoe de juridische regeling in elkaar zit.
Zoals in hoofdstuk 1 al is aangegeven, zijn er diverse uitspraken van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) met betrekking tot begrippen zoals ‘wonen’ en ‘huishouden’.
De uitspraak van de ABRvS (ECLI:NL:RVS:2018:1882) houdt, kort samengevat, het volgende in: binnen de bestemmingen waar wonen mogelijk wordt gemaakt wordt het begrip wonen niet altijd omschreven in de begrippen van het bestemmingsplan. Dit heeft tot gevolg dat het toestaan van kamerverhuur c.q. splitsing van een woning in meerdere wooneenheden niet verboden is. Dit kon worden toegestaan ondanks dat het begrip woning wél was opgenomen. In de bestemmingsregels ontbrak een verwijzing naar dit begrip. Dit is ook het geval bij de meeste bestemmingsplannen in de voormalige gemeente Hellevoetsluis.
Als het begrip 'wonen' niet nader is gedefinieerd, dient aansluiting te worden gezocht bij het algemeen spraakgebruik. Volgens de ABRvS dienen in het algemeen spraakgebruik onder 'wonen' diverse uiteenlopende vormen van huisvesting te worden begrepen. Daaronder valt ook het verhuren van kamers aan personen die niet tot het huishouden van de verhuurder behoren.
Een inventarisatie van de bestemmingsplannen in de gemeente Voorne aan Zee wijst uit dat niet alle bestemmingsplannen zijn ingericht overeenkomstig het planologisch-juridisch gewenste regime. Daardoor kunnen woningen gesplitst worden in meerdere eenheden zonder dat de gemeente daar een ruimtelijke of stedenbouwkundige overweging bij kan maken. Dit is over het algemeen niet gewenst. Zo kan het zijn dat wanneer planologisch meerdere woningen mogelijk zijn, er ook een hogere parkeerdruk op het openbaar gebied komt te liggen.
Tevens kan opsplitsen leiden tot ongewenste vormen van kamerverhuur hetgeen tot overlast kan leiden voor de omgeving of tot situaties waarbij weinig of geen onderhoud wordt gepleegd aan het erf/de woning. Deze ongewenste situatie wordt met deze parapluherziening aangepast
Omdat het begrip ‘wonen’ samenhangt met het begrip ‘woning’, is ook geïnventariseerd hoe dit begrip wordt gedefinieerd. Hieruit blijkt dat dit begrip vaak wordt gedefinieerd als ‘een complex van ruimten, dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van één huishouden.’ Geconstateerd wordt dat het om die reden relevant is om ook het begrip 'huishouden' met een duidelijke 'begripsbepaling' in de planregels vast te leggen.
Bij de vraag of sprake is van één huishouden, zijn in de jurisprudentie twee factoren van belang. Er moet sprake zijn van ‘onderlinge verbondenheid’ en ‘continuïteit van samenstelling’. Dit blijkt onder meer uit de uitspraak 8 november 2017 (ECLI:NL:RVS:2017:3018).
Door deze begrippen met dit paraplubestemmingsplan vast te leggen en van toepassing te verklaren op de geldende ruimtelijke plannen van de gemeente Voorne aan Zee, wordt in de eerste plaats aansluiting gezocht bij recente jurisprudentie en wordt dit in de tweede plaats voor alle gemeentelijke plannen op identieke wijze vastgelegd.
De begrippen die met deze parapluherziening worden opgenomen, zijn de volgende:
gebouw:
elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
huishouden:
één of meer personen die een gezamenlijke huishouding voeren, waarbij sprake is van continuïteit in samenstelling en onderlinge verbondenheid.
kamerverhuur:
de (gedeeltelijke) verhuur van een woning via kameruitgifte, waarbij kamers geen zelfstandige woonruimte vormen door het ontbreken van wezenlijke voorzieningen zoals een eigen kook- en/of wasgelegenheid en/of toilet.
mantelzorgwoning:
een woning, op het perceel van een woning van iemand die zorg nodig heeft. De mantelzorgwoning is bedoeld voor de zorgverlener (vriend, familielid). Het is ook mogelijk dat de persoon die zorg nodig heeft in de mantelzorgwoning woont. In dat geval woont de zorgverlener in het hoofdgebouw.
Wonen:
het gebruik van een woning voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden.
woning:
Een complex van besloten ruimte die, al dan niet tezamen met een of meer andere ruimten, bestemd of geschikt is voor bewoning door een huishouden.
woningsplitsing:
Het bouwkundig en/of functioneel splitsen van één woning in twee of meer woningen.
zelfstandige woonruimte:
Onder zelfstandige bewoning wordt verstaan de woning welke een eigen toegang heeft en welke de bewoner kan bewonen zonder daarbij afhankelijk te zijn van wezenlijke voorzieningen buiten de woning.
Dit bestemmingsplan bestaat uit enkele aanvullingen en aanpassingen van de bestaande regels die geen toetsing aan de diverse omgevingsaspecten zoals water, milieu en natuur vragen. De omgevingsaspecten staan uitvoering van deze parapluherziening niet in de weg.
Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan dient op grond van artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) in de plantoelichting minimaal inzicht te worden gegeven in de economische uitvoerbaarheid van het plan. Als er sprake is van ontwikkelingen waarvoor de gemeente redelijkerwijs kosten moet maken, moeten deze kosten worden verhaald op de initiatiefnemer c.q. ontwikkelaar.
Gelet op de aard van het plan is er geen sprake van ontwikkelingen waarvoor kostenverhaal aan de orde is.
Inspraak en overleg
Aangezien het gaat om slechts beperkte aanpassingen aan de geldende bestemmingsplannen, wordt voor dit plan geen inspraakmogelijkheid geboden. Omdat daarnaast geen belangen van andere overheden/overheidsorganen geraakt wordt met dit paraplubestemmingsplan, zijn ook overlegpartners (in het kader van het overleg ex artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening) niet vooraf geconsulteerd.
Zienswijzen
Het ontwerpbestemmingsplan heeft gedurende 6 weken ter inzage gelegen, in deze periode kon door eenieder zienswijzen worden ingediend. Op het ontwerpbestemmingsplan zijn geen zienswijze ingediend, wel is er één ambtshalve reactie verwerkt in de regels. Aan artikel 3.2 is onder vernummering van de overige artikelen een nieuw sub b. toegevoegd luidende:
b. het verbod als bedoeld in artikel 3.2 sub a onder 2 is niet van toepassing, indien het gaat om kamerverhuur via het gemeentelijk woonbedrijf of toegelaten instelling als bedoeld in de Woningwet;.
Het juridische deel van dit paraplubestemmingsplan bestaat uit een verbeelding en de regels. Op de verbeelding is het plangebied weergegeven. Dit plangebied geeft de begrenzing aan van het gebied waarbinnen de regels van dit bestemmingsplan gelden.
De regels in dit plan bestaan uit de volgende onderdelen:
Begrippen die in de regels worden gebruikt en die uitleg nodig hebben, worden in dit artikel uitgelegd.
Artikel 2 Reikwijdte en toepassing
In dit artikel wordt aangegeven op welke onderdelen van de bestemmingsplannen deze parapluherziening van toepassing is. Daarnaast is opgenomen dat de regelingen alleen ter aanvulling zijn op de reeds bestaande regels uit de vigerende ruimtelijke plannen. Daar waar in de bestaande ruimtelijke plannen al een regeling is opgenomen waarvoor in deze parapluherziening in een regeling wordt voorzien, strekt de regeling uit de parapluherziening ter vervanging van de bestaande regeling.
Artikel 3 Algemene bouw- en gebruiksregels
De regels in dit artikel hebben betrekking op de plannen die voorzien in een woonbestemming. Het gaat hierbij zowel om reguliere woningen als om bedrijfswoningen. In deze bestemmingen wordt opgenomen dat het niet toegestaan is om woningen anders te gebruiken dan voor huisvesting van huishoudens.
Deze regel volgt uit het Besluit ruimtelijke ordening en wordt opgenomen in alle bestemmingsplannen. Om te voorkomen dat grond dubbel wordt meegeteld, is hier geregeld dat grond die eenmaal bij een bouwplan is meegenomen, bij andere aanvragen buiten beschouwing moet blijven.
Hier is het wettelijk vastgestelde overgangsrecht geregeld. De regeling is alleen van toepassing op het paraplubestemmingsplan.
In de slotregel wordt aangegeven op welke wijze de regels van het bestemmingsplan kunnen worden aangehaald