direct naar inhoud van Regels
Plan: Parapluherziening Kamerverhuur Voorne aan Zee
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1992.parapluplanwonen-0130

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan

het bestemmingsplan Parapluherziening Kamerverhuur Voorne aan Zee als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1992.parapluplanwonen-0130 van de gemeente Voorne aan Zee.

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 bestaand (m.b.t. bouwwerken)

de bouwwerken die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan zijn of kunnen worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.4 gebouw

elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.5 huishouden

één of meer personen die een gezamenlijke huishouding voeren, waarbij sprake is van continuïteit in samenstelling en onderlinge verbondenheid.

1.6 kamerverhuur

de (gedeeltelijke) verhuur van een woning via kameruitgifte, waarbij kamers geen zelfstandige woonruimte vormen door het ontbreken van wezenlijke voorzieningen zoals een eigen kook- en/of wasgelegenheid en/of toilet.

1.7 mantelzorgwoning

een woning, op het perceel van een woning van iemand die zorg nodig heeft. De mantelzorgwoning is bedoeld voor de zorgverlener (vriend, familielid). Het is ook mogelijk dat de persoon die zorg nodig heeft in de mantelzorgwoning woont. In dat geval woont de zorgverlener in het hoofdgebouw.

1.8 wonen

het gebruik van een woning voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden.

1.9 woning

Een complex van besloten ruimte die, al dan niet tezamen met een of meer andere ruimten, bestemd of geschikt is voor bewoning door een huishouden.

1.10 woningsplitsing

Het bouwkundig en/of functioneel splitsen van één woning in twee of meer woningen.

1.11 zelfstandige woonruimte

Onder zelfstandige bewoning wordt verstaan de woning welke een eigen toegang heeft en welke de bewoner kan bewonen zonder daarbij afhankelijk te zijn van wezenlijke voorzieningen buiten de woning.

Artikel 2 Reikwijdte en toepassing

2.1 Van toepassing verklaring
  • a. het voorliggende bestemmingsplan is van toepassing op de bestemmingen die het wonen, inclusief het wonen in bedrijfswoningen, plattelandswoningen en recreatiewoningen, toestaan in de bestemmingsplannen, (partiële) herzieningen van alle bestemmingsplannen, wijzigings- en uitwerkingsplannen en beheersverordeningen binnen de gemeente Voorne aan Zee geldend op het moment van vaststelling van dit bestemmingsplan.
  • b. de regels in het voorliggende bestemmingsplan gelden in aanvulling op en voor zover van toepassing ter gedeeltelijke vervanging van de regels (waaronder de begrippen) in de onder a bedoelde plannen.

Hoofdstuk 2 ALGEMENE REGELS

Artikel 3 Algemene bouw- en gebruiksregels

3.1 Bestemmingsomschrijving
  • a. In de bestemmingsomschrijving van de artikelen wordt het begrip 'het wonen' vervangen door 'het wonen in een woning'.
  • b. In aanvulling op artikel 4.2.a worden ook met 'wonen' of 'het wonen' vergelijkbare termen, zoals ' één woning ', 'wonen in appartementen op de verdieping' of 'bedrijfswoning', geacht betrekking te hebben op 'het wonen in een woning door een huishouden.
3.2 Regels voor woningen

Aan de gebruiksregels van de in lid 3.1 genoemde bestemmingen worden de onderstaande regels toegevoegd:

  • a. Tot een gebruik in strijd met de genoemde bestemmingen wordt in iedergeval gerekend:
    • 1. het gebruik van een woning door meer dan één huishouden;
    • 2. kamerverhuur;
    • 3. woningsplitsing.
  • b. het verbod als bedoeld in artikel 3.2 sub a onder 2 is niet van toepassing, indien het gaat om kamerverhuur via het gemeentelijk woonbedrijf of toegelaten instelling als bedoeld in de Woningwet;
  • c. het verbod als bedoeld in artikel 3.2 sub a onder 3 is niet van toepassing, indien het gaat om een splitsing in een mantelzorgwoning, Indien de mantelzorg beëindigd wordt, mag de mantelzorgwoning niet langer als zelfstandige woonruimte worden gebruikt.
3.3 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in artikel 3.2 sub a onder 3 met inachtneming van de onderstaande regels:

  • a. het betreffende hoofdgebouw dient binnen bestaand stads- en dorpsgebied gelegen te zijn van de provinciale omgevingsverordening of diens opvolger;
  • b. indien door de woningsplitsing twee of meer woningen worden gevormd waarvan de kleinste een gebruiksoppervlak van ten minste 50 vierkante meter heeft.
  • c. er wordt in voldoende parkeerruimte voorzien, volgens de geldende parkeernormen van de gemeente;
  • d. het gebruik mag geen onevenredige belemmeringen opleveren voor het bestaande woon- en leefklimaat en gebruiksfuncties van omliggende percelen.

Artikel 4 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Hoofdstuk 3 Overige regels

Artikel 5 Overgangsrecht

5.1 Overgangsrecht bouwwerken

Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:

  • a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan;
  • b. het bevoegd gezag kan in afwijking van het eerste lid eenmalig een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%;
  • c. het onder lid a bepaalde is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

5.2 Overgangsrecht gebruik

Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:

  • a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  • b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  • c. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  • d. dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 6 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Parapluherziening Kamerverhuur Voorne aan Zee'.