direct naar inhoud van 4.11 Luchtkwaliteit
Plan: Botjeszandgat
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1987.01BuBOTBP0012011-0401

4.11 Luchtkwaliteit

Sinds 15 november 2007 is er nieuwe regelgeving voor luchtkwaliteit van kracht. In de Wet Milieubeheer is een nieuw hoofdstuk opgenomen over luchtkwaliteit ('Wet luchtkwaliteit'). Deze vervangt het Besluit Luchtkwaliteit uit 2005. In dit besluit zijn Europese richtlijnen voor de luchtkwaliteit geïmplementeerd. Daarin is onder meer bepaald dat gemeenten de lokale luchtkwaliteit in kaart moeten brengen.

De luchtkwaliteit wordt beïnvloed door de verkeersintensiteit en door de aanwezigheid van industrie. Het gaat om luchtverontreiniging door zwaveldioxide, lood, stikstofdioxide, zwevende deeltjes (fijn stof/PM10), koolmonoxide en benzeen. De concentraties hiervan worden getoetst aan grenswaarden. Het besluit verplicht gemeentes bij het vaststellen en herzien van bestemmingsplannen de gevolgen voor de luchtkwaliteit mee te wegen, met name op plaatsen waar mensen langdurig verblijven en aan luchtverontreiniging worden blootgesteld. In elk geval moet bekeken worden of aan de grenswaarden wordt voldaan. Met name de waarden van fijn stof (PM10) en stikstofdioxide (NO2) vormen daarbij een aandachtspunt. Uit onderzoek is gebleken dat slechts bij hoge verkeersintensiteiten in grotere stedelijke gebieden overschrijdingen van grenswaarden voorkomen.

Op basis van artikel 5.16 Wm kan een bestemmingsplan worden vastgesteld indien aannemelijk is gemaakt dat de planologische mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt “niet in betekenende mate” bijdragen aan de concentratie in de buitenlucht van een stof. In het plangebied is in de huidige situatie geen sprake van een stedelijke omgeving of hoge verkeersintensiteiten. Gelet op de type installaties die worden gebruikt ten behoeve van de zandwinning worden er in het plangebied naar verwachting geen grenswaarden overschreden. Met de uitbreiding van de zandwinning zal geen verandering plaatsvinden van het huidige vergunde wintempo (200.000 ton industriezand per jaar). Ook zal de representatieve bedrijfssituatie (voor wat betreft de winmethode, locatie en type installaties) niet wijzigen ten opzichte van de huidige situatie. Er zal dus geen sprake zijn van een verslechterende milieusituatie.

In de milieuvergunning is beschreven dat het zand van de vrachtwagens en de zanddepots stofoverlast kan veroorzaken. Om dit te voorkomen/verminderen zijn in de milieuvergunning voorschriften opgenomen met betrekking tot de instandhouding dan wel het aanbrengen van de beplantingsstroken rondom de zanddepots en de klasseerinstallatie.

Door middel van een quickscan (NIBM tool, versie 12 mei 2010) is onderzocht of aan het bepaalde omtrent luchtkwaliteit kan worden voldaan voor wat betreft de verkeersaantrekkende werking. In onderstaande afbeelding is de ingevulde rekensheet weergegeven. Hieruit blijkt dat de bijdrage van het extra verkeer vanwege de zwembaai "niet in betekende mate" is en nader onderzoek niet nodig is. In de berekening zijn de transportbewegingen ten behoeve van de zandwinning niet meegenomen omdat de uitbreiding geen extra verkeersbewegingen oplevert (geen wijziging in jaarlijkse wintempo).

afbeelding "i_NL.IMRO.1987.01BuBOTBP0012011-0401_0023.jpg"