Plan: | Buitengebied, Millseweg 13 Beers 2025 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1982.BPBuMillseweg13Be-VA02 |
het bestemmingsplan 'Buitengebied, Millseweg 13 Beers 2025' met IMRO codering NL.IMRO.1982.BPBuMillseweg13Be-VA02 van de gemeente Land van Cuijk.
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1982.BPBuMillseweg13Be-VA02 met de bijbehorende regels en bijlagen.
de informatie die gebruikt is om de geometrische planobjecten te bepalen als vervat in het bestand NL.IMRO.1982.BPBuMillseweg13Be-VA02.
de digitale weergave van het bestemmingsplan 'Buitengebied, Millseweg 13 Beers 2025', gewaarmerkt als NL.IMRO.1982.BPBuMillseweg13Be-VA02 en elektronisch beschikbaar gesteld op de daarvoor aangewezen landelijke voorziening.
een als afzonderlijke ruimte aan het hoofdgebouw aangebouwd bijgebouw.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolgde de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid geheel of overwegend door middel van handwerk en waarvan de omvang van de activiteiten zodanig is dat de activiteiten in een woning en de daarbij behorende gebouwen met behoud van de woonfunctie kunnen worden uitgeoefend.
een dienstverlenend beroep, dat in een woning door de bewoner(s) wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat en een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is, zoals juridische, administratieve, (para-)medische, therapeutische, kunstzinnige, ontwerptechnische of daarmee vergelijkbare beroepen.
landschapswaarden die samenhangen met (abiotische) milieukenmerken, zoals geologie, geomorfologie, reliëf, steilranden, grondwaterhuishouding (kwelgebieden), bodemtypen / bodemopbouw / bodemsamenstelling, afzonderlijk of in onderlinge samenhang.
een bijgebouw bij een (bedrijfs)woning dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met deze (bedrijfs)woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is.
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen of het houden van dieren, al dan niet met voorzieningen onder andere ten behoeve van de verwerking/vergisting van mest afkomstig van het eigen bedrijf, waarbij onderscheid wordt gemaakt in:
a (vollegronds)teeltbedrijf
een agrarisch bedrijf in de land- en tuinbouwsector dat zich richt op het telen van gewassen met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate niet in gebouwen plaatsvindt.
b glastuinbouwbedrijf
een agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate in kassen plaatsvindt.
c veehouderij
een agrarisch bedrijf gericht op het fokken, mesten en houden van runderen, varkens, schapen, geiten, pluimvee, tamme konijnen en pelsdieren.
c1 intensieve veehouderij
een agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate in gebouwen plaatsvindt en gericht is op het houden van dieren, zoals rundveemesterij, varkens-, vleeskalver-, pluimvee-, pelsdier-, geiten- of schapenhouderij of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen.
c2 grondgebonden veehouderij:
veehouderij waarvan het voer en de mest voor het overgrote deel gewonnen respectievelijk aangewend worden op gronden die in gebruik zijn van de veehouderij en die in de directe omgeving liggen van de bedrijfslocatie. Of hiervan sprake is wordt getoetst op grond van de criteria die zijn opgenomen in nadere regels die hieromtrent op basis van de Verordening ruimte door Gedeputeerde Staten zijn gesteld, zoals die regels gelden op het tijdstip van ontvangst van de ontvankelijke aanvraag.
d overig agrarisch bedrijf
een agrarisch bedrijf, niet zijnde een glastuinbouwbedrijf, veehouderij of paardenhouderij, gericht op het telen van vissen, wormen, insecten en/of gewassen met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate in gebouwen, niet zijnde kassen, plaatsvindt, zoals witlof of champignons.
e paardenhouderij
het bedrijfsmatig, niet op agrarische productie gericht houden en stallen van paarden en pony’s en de handel in paarden en pony’s, met als ondergeschikte nevenactiviteit het fokken, africhten, trainen en berijden van paarden en pony's.
f paardenfokkerij
een agrarisch bedrijf gericht op het houden van paarden waar handelingen aan/ met paarden worden verricht die primair gericht zijn op het voortbrengen, africhten en trainen en verhandelen van paarden.
gebied waar ontwikkelingsmogelijkheden zijn voor agrarische bedrijven.
potentiële waarden die bestaan uit de mogelijke aanwezigheid van een bodemarchief met sporen van vroegere menselijke bewoning en/of grondgebruik daarin, en als zodanig van wetenschappelijk belang zijn en het cultuurhistorisch erfgoed vertegenwoordigen.
actuele waarden die bestaan uit de aanwezigheid van een bodemarchief met sporen van vroegere menselijke bewoning en/of grondgebruik daarin, en als zodanig van wetenschappelijk belang zijn en het cultuurhistorisch erfgoed vertegenwoordigen.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
een kernrandzone, bebouwingslint of bebouwingscluster.
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan-huis-verbonden beroepen daaronder niet begrepen.
een bedrijf dat is gericht op het geheel of overwegend door middel van handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen en het installeren van goederen, alsmede het verkopen en/of leveren, als ondergeschikte activiteit, van ter plaatse vervaardigde goederen verband houdend met het ambacht.
projectie van een al dan niet gekoppeld agrarisch bouwvlak op een locatie die volgens dit bestemmingsplan niet is voorzien van een bouwvlak.
geheel of gedeeltelijk overstappen van de ene agrarische bedrijfsvorm naar de andere agrarische bedrijfsvorm dan wel het overstappen van een niet-agrarisch gebruik naar een agrarische bedrijfsvorm.
een agrarisch bedrijf dat jaarrond een arbeidsbehoefte of -omvang heeft van ten minste één halve volledige arbeidskracht, met een daarbij passend jaarinkomen.
een agrarisch bedrijf met de omvang van ten minste één volwaardige arbeidskracht met een daarbij passende arbeidsomvang en een daaruit te verwachten redelijk inkomen.
de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in een seksinrichting wordt uitgeoefend.
een bedrijf waarin het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding uitgeoefend wordt.
de eerste bouwlaag volledig gelegen boven het peil.
het uitoefenen van een bedrijfsmatige activiteit waarmee in het levensonderhoud wordt voorzien.
de grens van een bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning.
één gebouw, dat bestaat uit één overwegend ongelede (hoofd)bouwmassa, waarbinnen zich de (voormalige) agrarische bedrijfswoning en de (voormalige) agrarische bedrijfsruimten bevinden, zoals een langgevelboerderij of een kortgevelboerderij.
een gebouw dat bestaat uit een (voormalige) agrarische bedrijfswoning met de in hetzelfde gebouw opgenomen (voormalige) bedrijfsruimten, waarbij woon- en stalgedeelte van oudsher aan elkaar verbonden zijn (bijvoorbeeld langgevelboerderij of kortgevelboerderij).
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een bouwwerk onder het ter plaatse vastgestelde peil.
de grens van een bouwvlak.
de naar het openbaar toegankelijk gebied gerichte grens van een bouwvlak of, indien meerdere bouwgrenzen naar een openbaar toegankelijk gebied gericht zijn, de als zodanig door burgemeester en wethouders aan te wijzen bouwgrens.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat is begrensd door op gelijk of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren en balklagen/plafonds, met inbegrip van de begane grond, en met uitsluiting van kruipruimte, zolder en vliering.
een complex van aaneengebouwde bouwwerken.
aaneengesloten (virtueel) vlak waarop functioneel bij elkaar behorende bebouwing en voorzieningen worden geconcentreerd, bestaande uit een bouwvlak, waarbinnen de gebouwen zijn toegelaten, met de direct daaraan grenzende gronden waar ook bouwwerken geen gebouwen zijnde en vergunningvrije bouwwerken zijn toegestaan.
de grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
wijziging van de begrenzing van een bouwvlak zonder dat dit gepaard gaat met een vergroting van de totale oppervlakte.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct steun vindt in of op de grond.
elk bouwwerk, dat of ontoegankelijk is, of onoverdekt is, of geen wanden heeft.
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
elke bovenbeëindiging van een gebouw.
ondergeschikt bouwdeel bedoeld voor het opvangen en wegvoeren van regenwater komend vanaf het dakvlak.
hoogste punt van een schuin dakvlak.
een vlak van het dak.
laagste punt van een schuin dakvlak.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden van goederen, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, alsmede anders dan voor gebruik ter plaatse.
detailhandel van goederen vanuit het bedrijf dat die goederen vervaardigt, bewerkt en/of toepast in het productieproces, waarbij de detailhandel een ondergeschikte nevenactiviteit is van dat bedrijf.
het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden.
bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waarbij direct contact met de klant centraal staat, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio’s en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting.
een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse waarbij het doen beluisteren van overwegend mechanische muziek en het gelegenheid geven tot dansen een wezenlijk onderdeel vormen.
samenhangend netwerk van natuurgebieden van (inter)nationaal belang met als doel de veiligstelling van ecosystemen met de daarbij behorende soorten bestaande uit de meest waardevolle natuur- en bosgebieden en andere gebieden met belangrijke aanwezige en te ontwikkelen natuurwaarden.
in dit plan aangeduid langgerekt gebied waarbinnen verbindende landschapselementen zijn of worden gerealiseerd.
gebied waarbinnen een ecologische verbindingszone is of wordt gerealiseerd.
al dan niet bebouwd bouwperceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat hoofdgebouw, voor zover de regels van dit bestemmingsplan deze inrichting niet verbieden.
het erf dat achter de voorgevelrooilijn ligt.
het erf dat vóór de voorgevelrooilijn ligt.
visueel afschermende, maskerende en/of het landschapsbeeld versterkende en overwegend opgaande (rand)beplanting binnen of direct aansluitend op het bestemmingsvlak of bouwperceel van een bedrijf, een woning of een terrein met een andere functie.
plan, waarin wordt aangegeven hoe de erfbeplanting ingericht en beheerd zal gaan worden.
extensieve vormen van dagrecreatie die ondergeschikt zijn aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan, die een kortstondig karakter hebben en in de openlucht plaatsvinden, zoals wandelen, fietsen, paardrijden, kanoën, paramotorvliegen en kleinschalige recreatieve luchtvaart voor zover het starten en landen betreft.
doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan.
obstakelvrije zone rond een start- en landingsbaan voor de vliegveiligheid.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
een gebouw dat geschikt is voor bedrijfsmatige activiteiten, waaronder ook maatschappelijke- en sport gerelateerde activiteiten worden gerekend.
locatie van een ruimtelijk object, vastgelegd in een ruimtelijk referentiesysteem.
bouwkundige constructie die een ruimte in een gebouw scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen het dak.
natuurlijke gebieden met lage, aaneengesloten vegetatie, hoofdzakelijk grassen, zonder houtige gewassen of waterplanten.
de onder- en bovengrond op verschillende niveaus, alsmede water, de territoriale zee en de exclusieve economische zone daaronder begrepen.
reconstructie, wederopbouw, opnieuw bouwen van bestaande bebouwing.
een functie waarvoor het hoofdgebouw en/of gronden als zodanig mag worden gebruikt.
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
het hoofdgebouw zoals dat in eerste instantie is gerealiseerd in overeenstemming met de voor dat hoofdgebouw verleende omgevingsvergunning.
een bedrijf dat is gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van dranken of etenswaren voor gebruik ter plaatse, het bedrijfsmatig bieden van hotel- of groepsaccommodatie, het bedrijfsmatig bieden van vermaaks- of wellnessfaciliteiten of het bedrijfsmatig bieden van congres- of vergaderfaciliteiten, één en ander al dan niet in combinatie met elkaar.
er is sprake van één huishouden wanneer één of meer personen in vast verband samenleven en er sprake is van continuïteit in de samenstelling ervan en van onderlinge verbondenheid.
gronden met een betekenis binnen het watersysteem van het plangebied als infiltratiegebied, intermediair gebied en/of kwelgebied.
elke door de mens bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid die binnen een zekere begrenzing pleegt te worden verricht.
een inrichting die valt onder het regime van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
een bedrijf met een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een (raam)prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
één of een aantal bij elkaar behorende technische en/of mechanische hulpmiddelen zoals bijvoorbeeld een hijsinstallatie, antenne-installatie, waterzuiveringsinstallatie en dergelijke.
een tent, tentwagen, kampeerauto of caravan dan wel enig ander onderkomen of ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde, waarvoor ingevolge artikel 40 van de Woningwet een omgevingsvergunning vereist is; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
een dak met een helling.
agrarisch bedrijfsgebouw waarvan de wanden en het dak voornamelijk bestaan uit glas of een ander lichtdoorlatend materiaal en dienend voor de productie van gewassen onder geconditioneerde klimaatomstandigheden waaronder mede begrepen een schuurkas of een permanente tunnel- of boogkas hoger dan 1, 5 m.
kleinschalig recreatief nachtverblijf op gronden met een andere hoofdfunctie, met gebruikmaking kampeermiddelen tot een in de regels aangegeven maximum aantal kampeermiddelen.
kleinschalige recreatieve activiteiten in de vorm van logies en ontbijt, zoals logeren bij de boer, bed & breakfast en dergelijke.
ecologische en/of landschappelijke waardevolle elementen zoals bosjes, houtwallen, poelen en moerasjes, in de regel kleiner dan 2 ha zonder een agrarische productiefunctie.
inrichting als bedoeld in het Besluit omgevingsrecht, bijlage 1;
voorziening ten behoeve van logies voor één persoon.
een afdak met een diepte van meer dan 0,50 m, bevestigd aan de gevel van een gebouw zonder directe verbinding met de grond.
het grensvlak tussen de ondergrond en de lucht.
de grens van een maatvoeringsvlak.
een geometrisch bepaald vlak waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels voor bepaalde bouwwerken eenzelfde maatvoering geldt.
langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt.
de toepassing van basistechnieken of combinaties daarvan met als doel de aard, samenstelling of hoedanigheid van dierlijke mest te wijzigen, zoals droging, bezinking, (co)vergisting, scheiding, hygiënisatie of indamping van mest.
het bewerken van mest ten behoeve van het exportwaardig maken daarvan.
elke boom die is opgenomen in de gemeentelijke 'monumentale bomenlijst', behorende bij de gemeentelijke 'monumentale bomennota'.
ter waarborging en ter voorkoming van een ruimtelijke situatie die uit een oogpunt van milieuaspecten c.q. belasting van het milieu, zoals hinder voor omwonenden en verkeersaantrekkende werking, niet gewenst is, dient rekening te worden gehouden met:
Nieuw Amsterdams Peil.
een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder d van de Wet ruimtelijke ordening.
activiteit, die gezien de relationele aard en geringe omvang, slechts een aanvulling is op de hoofdactiviteit.
'Nota Parkeernormen auto en fiets Gemeente Cuijk 2016-2023', vastgesteld op 6 juni 2016 en werking getreden op 3 augustus 2019. Indien deze nota gedurende de planperiode wijzigt of wordt vervangen, geldt de gewijzigde c.q. de vervangende nota.
het in zodanige conditie houden of brengen van objecten dat het voortbestaan van deze objecten op ten minste het bestaande kwaliteitsniveau wordt bereikt en de detaillering, profilering en vormgeving gelijk blijft.
omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 of 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).
geheel of gedeeltelijk overstappen van de ene agrarische bedrijfsvorm naar de andere agrarische bedrijfsvorm dan wel het overstappen van een niet-agrarisch gebruik naar een agrarische bedrijfsvorm.
een geheel of grotendeels onder peil gelegen deel van een gebouw.
bouwdeel van beperkte afmetingen, dat buiten de gevel of het dakvlak van een bouwwerk uitsteekt en niet gericht is op vergroting van het oppervlakte, zoals dakgoten, dakoverstekken, regenafvoerpijpen, rookgasafvoeren, schoorstenen, plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, gevel- en kroonlijsten, luifels en balkons.
voor verblijf geschikte, al dan niet aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken voer- en vaartuigen, waaronder begrepen woonwagens, woonschepen, caravans, kampeerauto's, als ook tenten, schuilhutten en keten, al dan niet ingericht ten behoeve van recreatief buitenverblijf voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken.
de situatie dat een ruimtelijke ontwikkeling leidt tot een afbreuk van bestaande ruimtelijke belangen en waarden, die redelijkerwijs niet in verhouding staat tot de ruimtelijke belangen en waarden van de ontwikkeling.
een woonruimte waarbij de wezenlijke voorzieningen zich buiten die woonruimte bevinden.
weg, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar water en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van bouwpercelen door langzaam verkeer.
een onoverdekte voorziening bedoeld voor het berijden, africhten en laten bewegen van paarden.
het bedrijfsmatig, niet op agrarische productie gericht houden en stallen van paarden en pony’s en de handel in paarden en pony’s, met als ondergeschikte nevenactiviteit het fokken, africhten, trainen en berijden van paarden en pony's.
een denkbeeldig horizontaal vlak dat gebruikt wordt om de verticale maatvoering mee te bepalen.
alle gronden gelegen binnen de aanduiding 'plangebied' op de plankaart.
degene (v/m) die zich beschikbaar stelt tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen betaling.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen betaling.
een seksinrichting met één of meer ramen van waarachter de prostituee door handelingen, houding, woord, gebaar of op andere wijze, passanten tot prostitutie bewegen, uitnodigen dan wel aanlokken.
het in openbaar toegankelijk gebied door handelingen, houding, woord, gebaar of op andere wijze, passanten tot prostitutie bewegen, uitnodigen dan wel aanlokken.
gebied waar beperkingen gelden ten aanzien van het bouwen ten behoeve van een goede werking van de radar op een radarstation.
alle activiteiten die in de vrije tijd plaatsvinden en ontspanning als doel hebben.
recreatie met weinig dynamiek die nauwelijks druk uitoefent op de omgeving, gezien het beperkte aantal recreanten per tijdseenheid en oppervlakte-eenheid. Het gaat om bijvoorbeeld wandelen, fietsen, vissen en skeeleren.
het verblijf voor recreatieve doeleinden buiten het hoofdverblijf, waarbij ten minste één nacht wordt doorgebracht, met uitzondering van overnachtingen bij familie en kennissen, in de vorm van:
gebied dat noodzakelijk is om wateroverlast uit regionale watersystemen tegen te gaan.
complex van bij elkaar behorende bouwwerken.
de kwaliteit van de ruimte (woon-, werk- en leefomgeving) als bepaald door de gebruikswaarde, de belevingswaarde en de toekomstwaarde van die ruimte, deze kwaliteit wordt bepaald door expliciete aandacht voor de ruimtelijk-functionele kwaliteit, de stedenbouwkundige kwaliteit, de beeldkwaliteit, de architectonische kwaliteit, de landschappelijke kwaliteit en de cultuurhistorische kwaliteit van objecten en terreinen, mede in relatie tot het streekeigen karakter van de directe omgeving.
een (gedeelte van een) gebouw dat gebruikt wordt voor of is ingericht om het publiek de gelegenheid te geven een spel te beoefenen, als bedoeld in artikel 30 c, eerste lid, onder c, van de Wet op de kansspelen.
een bouwperceel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten.
opslag van goederen die geen regelmatige verplaatsing behoeven, niet bestemd zijn voor handel en niet worden opgeslagen voor een elders gevestigd niet-agrarisch bedrijf, zoals (seizoens)stalling van (antieke) auto’s, boten, caravans, campers en dergelijke.
vogels die voor zoeken van voedsel of voor beschutting en nestelen afhankelijk van struikgewas.
het in stand houden c.q. tot stand brengen van een, in stedenbouwkundig opzicht, samenhangend straat- en bebouwingsbeeld, waarbij gelet wordt op de volgende aspecten:
(teelt)ondersteunende voorzieningen, die onderdeel zijn van de totale agrarische bedrijfsvoering van een (grondgebonden) open- of vollegronds tuinbouwbedrijf(stak), boom- of vaste plantenteeltbedrijf(stak) en die gebruikt worden om de bedrijfsvoering te optimaliseren; hierdoor vindt (een deel van) de productie onder meer gecontroleerde omstandigheden plaats, waardoor gezorgd kan worden voor een verbetering van de productiekwaliteit en/of arbeidsomstandigheden, teeltvervroeging of –verlating en het terugdringen van gewasbeschermingsmiddelen en meststoffengebruik.
teeltondersteunende voorzieningen die op een locatie voor onbepaalde tijd worden gebruikt. Deze permanente voorzieningen hebben een directe relatie met het grondgebruik, zoals containervelden en dergelijke.
teeltondersteunende voorzieningen die op dezelfde locatie gebruikt kunnen worden zo lang de teelt dit vereist, voor aaneengesloten periode van maximum van 6 maanden. Deze tijdelijke voorzieningen hebben een directe relatie met het grondgebruik, zoals folies, insectengaas, acryldoek, wandelkappen, schaduwhallen, hagelnetten en dergelijke.
een permanente (teelt)ondersteunende voorziening c.q. een bouwwerk in de vorm van een hek met afrastering, met een hoogte van niet meer dan 1,5 m, op boomteelt percelen waarmee dieren van die percelen geweerd kunnen worden (boomteelthek en regenkappen).
er is sprake van een toename van stikstofemissie (kg/jaar) wanneer de stikstofemissie per jaar meer bedraagt dan:
gebied waar beperkingen ten aanzien van gebruik en/of bouwen gelden ter bescherming van personen tegen een aanwezig plaatsgebonden risico.
bestaande vrijstaande schuur in het veld.
specifieke vorm van een nevenfunctie. De activiteit hangt samen met de agrarische bedrijfsvoering of staat ten dienste van het bedrijf, zoals agrotoerisme met bijbehorende ondergeschikte horeca, agrarisch natuurbeheer, bewerking en waardevermeerdering van ter plaats geproduceerde producten, productiegebonden/ondergeschikte detailhandel en zorgboerderijen.
het in stand houden c.q. tot stand brengen van een goede verkeersveilige situatie, in het bijzonder het benodigde uitzicht op hoeken van wegen.
de gezamenlijke oppervlakte van alle vloeren gelegen tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten dienste van de detailhandel, inclusief de etalageruimte en de ruimte achter de toonbank.
de naar het openbaar toegankelijk gebied gekeerde gevel van een gebouw of, indien meerdere gevels naar het openbaar toegankelijk gebied gericht zijn, de als zodanig door het bevoegd gezag aan te wijzen gevel.
de denkbeeldige lijn waarin de oorspronkelijke voorgevel van een bouwwerk is gelegen, alsmede het verlengde daarvan voor zover gelegen binnen het bouwperceel.
de denkbeeldige lijn waarin de oorspronkelijke voorgevel van het hoofdgebouw is gelegen, alsmede het verlengde daarvan voor zover gelegen binnen het bouwperceel.
voorzieningen, die horen bij de betreffende bedrijfsvoering op gronden (onder andere weg- en waterbouwkundige voorzieningen) en/of bouwvlakken (onder andere opslag en energievoorziening).
voorziening voor de inrichting, het onderhoud en het beheer van flora en fauna, zoals boomgeleiders, wortelkratten, bloembakken, drainage- en sproeisystemen, faunatunnels, nestkastjes en dergelijke.
voorziening voor de distributie en ontsluiting van producten en diensten van openbaar nut, zoals bushokjes, kleine pompgemalen, verkeersregelinstallaties, verdeelstations voor stroom, water en gas, telefooncellen en dergelijke.
voorziening ter stimulering van het klim-, klauter- en balanceergedrag van kinderen, al dan niet functionerend met behulp van de zwaartekracht of de fysieke kracht van de mens, zoals hangnetten, schommels, glijbanen, speelforten en dergelijke.
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede waterkering, wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, waterinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan onder meer gedacht worden aan infiltratievoorzieningen (zoals infiltratiekratten, wadi's, infiltratiegreppels, doorlatende bestrating en infiltratie- en transportriolen), dijken, dammen, grondwallen, duikers, stuwen, gemalen, inlaten en dergelijke.
bouwwerk dat geheel los staat van andere bouwwerken.
landschapswaarden die samenhangen met (abiotische) milieukenmerken, zoals geologie, geomorfologie, reliëf, steilranden, grondwaterhuishouding (kwelgebieden), bodemtypen/ bodemopbouw/ bodemsamenstelling, afzonderlijk of in onderlinge samenhang.
actuele waarden die bestaan uit de aanwezigheid van een bodemarchief met sporen van vroegere menselijke bewoning en/of grondgebruik daarin, en als zodanig van wetenschappelijk belang zijn en het cultuurhistorisch erfgoed vertegenwoordigen.
potentiële waarden die bestaan uit de mogelijke aanwezigheid van een bodemarchief met sporen van vroegere menselijke bewoning en/of grondgebruik daarin, en als zodanig van wetenschappelijk belang zijn en het cultuurhistorisch erfgoed vertegenwoordigen.
waarden en kenmerken van een gebied of daar aanwezige zaken, verband houdend met het bouwkundig erfgoed, het stedenbouwkundig erfgoed, de historische groenwaarden, het historisch-geografisch erfgoed en de bekende en verwachte archeologische waarden.
het geheel van waarden in verband met bijzonder landschappelijke kenmerken van een gebied of object, in de zin van karakteristieke verschijningsvorm, herkenbaarheid/ identiteit en diversiteit, dat bestaat uit aardkundige, cultuurhistorische en visueel-ruimtelijke waarden, afzonderlijk of in onderlinge samenhang.
waarden in verband met de aanwezigheid van bijzondere planten, dieren en leefgemeenschappen in onderlinge samenhang en in samenhang met hun leefomgeving (biotoop) en welke verband houden met zaken als verscheidenheid/zeldzaamheid, natuurlijkheid/ongestoordheid en kenmerkend voor het gebied.
alle water dat zichtbaar (oppervlaktewater) aanwezig is in bijvoorbeeld waterlopen, poelen, vijvers, meren en zeeën, of onzichtbaar (grondwater) aanwezig is zoals freatisch grondwater direct beneden het maaiveld.
alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de wegen liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen.
een constructie geen bouwwerk zijnde, zoals bestrating, drainage, kabels en leidingen en dergelijke.
op zich staande activiteiten al dan niet ter uitvoering van een werk, zoals bestraten, beplanten, dempen van sloten, ploegen, heien en dergelijke.
het gehuisvest zijn in (een) woning(en).
een voor het wonen bestemd complex van woonruimten, uitsluitend voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
een voor het wonen bestemd (gedeelte van een) bedrijfsgebouw, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens verblijf daar gelet op de bedrijfsactiviteiten noodzakelijk wordt geacht.
een voor het tijdelijk recreatief verblijf bestemd (gedeelte van een) gebouw, slechts bedoeld voor een huishouden dat elders haar hoofdverblijf heeft.
een te verplaatsen/verwijderen bouwwerk, bestaande uit één bouwlaag, geschikt en ingericht ten dienste van het woon-, dag-, of nachtverblijf van één of meer personen.
gebied naast een waterloop waar maatregelen op het gebied van morfologie en inrichting nodig zijn om de doelstellingen uit het Provinciaal Waterplan 2010-2015 op het gebied van de ecologische kwaliteit van oppervlaktewateren te behalen.
veehouderij die door het treffen van maatregelen, onder andere gericht op landschap, het verder sluiten van kringlopen op lokaal niveau, emissiebeperking en gezondheid voor mens en dier, ruimtelijk en maatschappelijk optimaal is ingepast in zijn omgeving.
Bij de toepassing van deze regels wordt loodrecht gemeten tot of vanuit het hart van de lijn, tenzij anders aangegeven.
Alle maten zijn, tenzij anders aangegeven:
de bepaling van het peil
De hoogte van de weg
de hoogte van de weg zoals die door of namens burgemeester en wethouders is vastgesteld.
De goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee te vergelijken constructiedeel.
De bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
De hoogte van een windturbine
vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.
De bouwdiepte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het laagste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals rioleringen, kabels, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
De oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
De inhoud van een bouwwerk
tussen de bovenzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
De dakhelling
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
De afstand tot de bouwperceelsgrens
vanaf de bouwperceelgrens tot aan het gevelvlak van een bouwwerk.
Het bebouwingspercentage
het oppervlak dat met bouwwerken is bebouwd, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van het bouwperceel, voor zover dat is gelegen binnen de bestemming, of binnen een in de regels nader aan te duiden gedeelte van die bestemming.
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1,5 m bedraagt en de hoogte niet meer dan 3 m bedraagt.
De voor 'Agrarisch met waarden - Landschaps- en natuurwaarden’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Binnen het bouwvlak
Voor het bouwen van bouwwerken gelden in het algemeen de volgende regels:
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen ten behoeve van veehouderijen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen ten behoeve van agrarische bedrijven, niet zijnde veehouderijen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Buiten het bouwvlak
Voor het bouwen van kazematten gelden volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van het bepaalde in:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 3.2.2 onder c voor de uitbreiding van de oppervlakte gebouwen binnen het bouwvlak ter plaatse van de aanduiding 'sa-veehouderij', buiten de aanduiding 'beperkingen veehouderij', waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van het bepaalde in:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van het bepaalde in:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van het bepaalde in:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van het bepaalde in lid 5.2 voor het plaatsen van stacaravans en woonunits ten behoeve van de huisvesting van seizoenarbeiders, waarbij voldaan moet worden aan de volgende voorwaarden:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan:
Binnen deze bestemming is statische opslag toegestaan, hierbij geldt dat de oppervlakte ten behoeve van statische opslag binnen bedrijfsgebouwen mag niet meer bedragen dan 500 m².
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van het bepaalde in lid 3.4.1 onder a voor nevenfuncties en/of verbrede landbouw, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van het bepaalde in lid 3.4.1 onder c voor het gebruik van de gronden buiten het bouwvlak voor tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen voor zover deze geen bouwwerken zijn, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 3.4.1 onder d voor het gebruik van bebouwing binnen het bouwvlak ten behoeve van een veehouderij, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het in lid 3.6.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werkzaamheden welke:
De in lid 3.6.1 bedoelde vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de in de bestemmingsomschrijving genoemde waarden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen ten behoeve van de vormverandering van het bouwvlak van agrarische bedrijven, niet zijnde veehouderijen, waarbij voldaan moet worden aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen door de aanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch met waarden – permanente teeltondersteunende voorzieningen’ te wijzigen en/of een aanduiding toe te voegen en/of het bouwvlak te vergroten, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen in die zin dat de aangegeven aanduiding 'sa-veehouderij' worden verwijderd indien de betreffende veehouderij is beëindigd en is omgeschakeld naar agrarische bedrijfsvoering, niet zijnde veehouderij.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen in die zin dat aan de bouwvlakken zonder de aanduiding ‘Paardenhouderij’ en ‘specifieke vorm van agrarisch met waarden – overig agrarisch bedrijf’ deze aanduiding wordt toegevoegd, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen in de bestemming ‘Gemengd’, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen in de bestemming 'Wonen' voor zover het de voormalige agrarische bedrijfswoning betreft, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen in de bestemming ‘Water’ of ‘Water - Natuurwaarden’ of 'Natuur' ten behoeve van behoud en/of ontwikkeling van water en/of waternatuur en/of natuur, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen ten behoeve van de realisatie van ruwvoeropslag. Hiervoor mag het bouwvlak worden vergroot en de aanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch – ruwvoeropslag’ worden toegevoegd, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en bouwwerken worden gebouwd, behoudens:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van het bepaalde in lid 4.2.1 voor het realiseren van eenvoudige voorzieningen voor extensief recreatief medegebruik, in de vorm van bouwwerken, geen gebouwen zijnde met een hogere bouwhoogte tot 4 m, waarbij de in de bestemmingsomschrijving aangegeven waarden niet onevenredig mogen worden aangetast.
Binnen deze bestemming is een omgevingsvergunning vereist om de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 4.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De in lid 4.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van het natuurgebied, de landschappelijke en natuurwaarden van de gronden.
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden in het algemeen de volgende regels:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van nieuwe woningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van het bepaalde in:
Het bevoegd gezag kan - uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 3u' - een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van het bepaalde in lid 5.2.4 onder b voor het herbouwen van de woning op een andere locatie, waarbij voldaan moet worden aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van het bepaalde in:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van het bepaalde in:
Het bevoegd gezag kan - uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 3u' - een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van het bepaalde in lid 5.2.1 onder c voor het uitbreiden van de oppervlakte aan bedrijfsbebouwing waarbij voldaan moet worden aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van het bepaalde in de lid 5.2.1 onder d, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
Andere recreatieve voorzieningen, waaronder overkappingen, dan genoemd in de 'Tabel Recreatie' (bijlage bij dit artikel) zijn niet toegestaan.
Het is alleen toegestaan om de in artikel 5.1 bedoelde gronden ten behoeve van recreatieve doeleinden in gebruik te hebben indien binnen 18 maanden na ingebruikname de maatregelen als omschreven in hoofdstuk 4 en 5 van Bijlage 1 Landschappelijk inpassingsplan uitgevoerd zijn. De gronden met bijbehorende maatregelen dienen duurzaam in stand te worden gehouden.
Code | Adres | Soort Voorziening | Maximum aantal bedrijfs- woningen | Maxi- mum opper- vlakte bebouwing (m2) | Oppervlakte horeca/ detail- handel binnen bedrijfs- bebouwing | Goothoogte gebouwen (m) | Bouwhoogte gebouwen (m) |
Sr-3 (Specifieke vorm van recreatie - 3) | Millseweg 9 - 13 | Recreatieterrein met dag- en verblijfsrecreatieve voorzieningen waaronder 2 recreatiewoningen met een inhoud van 600 m3 (Millseweg 9 en 13, waarbij nr. 13 tevens de bedrijfswoning is welke ook als gastenverblijf mag worden gebruikt) en 10 trekkershutten. Ondergeschikt agrarisch bedrijf met in hoofdzaak veeteelt. Natuurkampeerterrein, uitsluitend binnen het bouwvlak | 1 | t.b.v. recreatie: 850 m2 * t.b.v. agrarisch 200 m2 * |
4 m 4 m |
8 m 8 m |
|
Sr-3u (Specifieke vorm van recreatie - 3 uitbreiding | Millseweg 9 -13 | Uitbreiding Recreatieterrein in de vorm van een natuurkampeerterrein en verblijfsrecreatieve voorzieningen waaronder maximaal 15 (maximale omvang van 80m² per lodge) lodges uitsluitend binnen het bouwvlak met daarbij behorende ontsluiting en voorzieningen waaronder een vlonderpad en verlichting. | 1200 m2 | 3 meter | 7 meter |
* oppervlakte goothoogte en bouwhoogte van de bedrijfsbebouwing welke op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan met de daarvoor benodigde vergunning(en) is gerealiseerd.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van het bepaalde in 5.1 voor het vestigen van een ander soort bedrijf dan dat op basis van artikel 5.1 onder a en de Tabel recreatie is toegestaan, hierbij dient voldaan te worden aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde onder 5.4.2 ten behoeve van een andere wijze van inrichting, waarbij geldt dat de nieuw te treffen maatregelen minimaal gelijkwaardig dienen te zijn aan het plan zoals beschreven in Bijlage 1 bij de toelichting bij dit bestemmingsplan.
Ter plaatse van de aanduiding ‘monumentale boom’ is een omgevingsvergunning vereist om de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 5.6.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De in lid 5.6.1 genoemde vergunning wordt geweigerd, indien het werk of de werkzaamheden de conditie en/of vitaliteit van de te beschermen boom negatief kunnen beïnvloeden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om deze bestemming te wijzigen in die zin dat de aanduiding 'monumentale boom' voor één of meerdere locaties wordt verwijderd, in het geval dat:
De voor ‘Waarde - Archeologie 5’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.
Binnen deze bestemming is een omgevingsvergunning vereist om de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 6.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door:
De voor ‘Waterstaat – Regionaal waterbergingsgebied’ aangegeven gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor tijdelijke opvang van water.
Op deze gronden is het bouwen van gebouwen niet toegestaan. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 4 m. Het bouwen van overkappingen is uitgesloten.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van het bepaalde in lid 7.2 voor het bouwen ten behoeve van de overige bestemmingen van deze gronden, waarbij moet worden voldaan aan de volgende regels:
Binnen deze bestemming is een omgevingsvergunning vereist om de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 7.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor het bouwen van onoverdekte zwembaden bij (bedrijfs)woningen gelden de volgende regels:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan:
In de bestemmingen waarin een (bedrijfs)woning is toegestaan of na een omgevingsvergunning mogelijk kan worden gemaakt, is ondergeschikt aan deze bestemmingen de uitoefening van een beroep-aan-huis of een bedrijf-aan-huis toegestaan als medegebruik, waarbij de volgende voorwaarden gelden:
Als grenswaarde voor een aanvaardbare geluidbelasting vanwege een locatiegebonden milieubelastende activiteit binnen het plangebied 40 dB(A) LAeq, 24 uur, op 1,5 meter hoogte, op een afstand van 50 meter vanaf de grens van de locatie van de activiteit. Middels een omgevingsvergunning kan het college afwijken van deze norm en een hogere geluidbelasting toestaan. Hiervoor is vereist dat:
Al dan niet in afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2, geldt ter plaatse van de aanduiding 'Funnel' ten behoeve van het obstakelvrije (start- en landings)vlak met zijkanten een bouwverbod voor gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor een hogere bebouwing dan:
Al dan niet in afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2, geldt ter plaatse van de aanduiding 'Radarverstoringsgebied' een bouwverbod voor gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor een hogere bebouwing dan 65 m boven NAP.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - ‘boom- en vaste planteelt categorie 1’ mag, ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, geen boom- en vaste plantenteelt plaatsvinden.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van de bestemmingsregels voor het toestaan van kleinschalig logeren bij agrarische bedrijven en woningen, waarbij voldaan moet worden aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van de bestemmingsregels voor het toestaan van kleinschalig kamperen bij agrarische bedrijven, gemengd, en woningen, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van de bestemmingsregels ten aanzien van het bouwen van (bedrijfs)woningen en bijbehorende bouwwerken, waarbij geldt dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van de bestemmingsregels ten behoeve van paardenbakken, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van de bestemmingsregels en toestaan dat bestemmingsgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft en voldaan wordt aan het bepaalde in lid 12.1.8.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van de bestemmingsregels en toestaan dat openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes, en naar aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes worden gebouwd, mits:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot:
De onder lid 12.1.1 tot en met lid 12.1.7 genoemde omgevingsvergunningen kunnen uitsluitend verleend worden mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijken het bepaalde in lid 10.2 en toestaan dat:
Waar in dit plan wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, wordt geduid op de regelingen zoals die luidden op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het bestemmingsplan.
Het is verboden te bouwen dan wel het gebruik van gronden en/of bouwwerken te wijzigen indien er niet wordt voldaan aan de op grond van dit artikel gestelde parkeernormen
Een bouwplan dient te voorzien in voldoende parkeermogelijkheden. De parkeerbehoefte wordt bepaald op de wijze zoals beschreven in de nota parkeernormen. Indien deze nota gedurende de planperiode wijzigt of wordt vervangen, geldt de gewijzigde c.q. de vervangende nota.
Indien het geheel of gedeeltelijk veranderen van het gebruik van gronden en/of bouwwerken daartoe aanleiding geeft, moet voor wat betreft de toename in de parkeerbehoefte worden voorzien in voldoende parkeermogelijkheden. De parkeerbehoefte wordt bepaald op de wijze zoals beschreven in de nota parkeernormen. Indien deze nota gedurende de planperiode wijzigt of wordt vervangen, geldt de gewijzigde c.q. de vervangende nota.
Ruimte(n) voor het parkeren van voertuigen, voor zover de aanwezigheid van deze ruimte(n) krachtens deze parkeerregels is geëist, dient te allen tijde voor dit doel beschikbaar te blijven. Ander gebruik wordt aangemerkt als strijdig gebruik.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied, Millseweg 13 Beers 2025'.