Plan: | Nieuwe Tuinen/Wijmerspad Loppersum |
---|---|
Status: | voorontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1979.100BP-VO01 |
het bestemmingsplan Nieuwe Tuinen/Wijmerspad Loppersum met identificatienummer NL.IMRO.1979.100BP-VO01 van de gemeente Eemsdelta;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
het verlenen van diensten, waaronder mede wordt begrepen een kapper, schoonheidsspecialist, hondentrimmer en naar de aard daarmee gelijk te stellen beroepen c.q. het uitoefenen van ambachtelijke – geheel of overwegend door middel van handwerk uit te oefenen – bedrijvigheid, door de bewoner en enkele andere personen waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende bedrijfsactiviteiten een ruimtelijke uitstraling hebben die in overeenstemming is met de woonfunctie;
Een dienstverlenend beroep, welke op kleine schaal in een woning en/of bijbehorende bouwwerken wordt uitgeoefend door de bewoner van de woning, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende beroepsuitoefening een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie. Onder een beroep aan huis wordt in ieder geval verstaan een beroep dat is genoemd in het overzicht ‘Aan huis verbonden beroepen’ dat als bijlage aan de regels is toegevoegd;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
een in het plan aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een terrein aangeeft, dat maximaal mag worden bebouwd;
een kleinschalige, aan de woonfunctie ondergeschikte, recreatieve verblijfsvoorziening voor uitsluitend logies en ontbijt;
inrichting voor de bedrijfsmatige uitoefening van industrie, ambacht, handel, vervoer of nijverheid;
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een aan huis verbonden beroep of bedrijf c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
grond bedoeld voor het kweken van gewassen ten behoeve van de landbouw of veeteelt;
het bedrijfsmatig verlenen van commerciële en niet-commerciële diensten;
een bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het bedrijfsmatig verlenen van diensten aan derden, al dan niet met een publieksgericht karakter, waaronder zijn begrepen administratieve en medische dienstverlening, schoonmaakbedrijven, wassalons, kappersbedrijven, schoonheidsinstituten, fotoateliers en daarmee naar de aard gelijk te stellen bedrijven, evenwel met uitzondering van een seksinrichting;
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw;
elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidzone moet worden vastgesteld;
een (deel van een) buitenmuur van een gebouw;
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
bedrijfsmatige uitoefening van uitsluitend het kweken van bomen ten behoeve van de houtproductie op gronden die hier in principe tijdelijk voor worden gebruikt en waarvoor ontheffing is verleend op grond van de wet natuurbescherming;
een alleenstaande, dan wel twee of meer personen, die een duurzame (gemeenschappelijke) huishoudingen voer(t)(en) of wil(len) voeren, waar bij een gemeenschappelijke huishouding sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan (kamerverhuur wordt daaronder niet begrepen);
woonvorm waarbij sprake is van woonruimte die geen eigen toegang heeft en waarbij de bewoner afhankelijk is van één of meer gedeelde wezenlijke voorzieningen (keuken, douche en/of toilet) buiten die woonruimte;
het bieden van langdurige en onbetaalde zorg aan een chronisch zieke, een persoon met een lichamelijke en/of geestelijke beperking of hulpbehoevende partner, ouder, kind of ander familielid, vriend of kennis;
bomen, struiken en andere gewassen die vanaf het maaiveld normaal geproken geen grotere hoogte dan 1,5 m bereiken, zoals laagstambomen en bessenstruiken;
weg als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder b van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar water en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer;
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
grond die niet tot het erf behoort, maar wel deel uitmaakt van de woonomgeving en is ingericht als sier- of gebruikstuin, inclusief de op deze grond aanwezige afscheidingen;
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw, niet zijnde een uitbouw, of, indien een gebouw met meerdere zijden aan de weg grenst, de als zodanig door burgemeester en wethouders aan te wijzen buitenmuur die het meest in het oog springt als voorzijde van een gebouw;
het huisvesten in een woning van één afzonderlijk huishouden;
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
een gebouw dat meerdere naast elkaar gelegen en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat met één of meer gemeenschappelijke toegangen en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid kan worden beschouwd;
een gebouw dat één woning omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid kan worden beschouwd;
de meest naar de perceelsgrens gerichte buitengevel van een gebouw die haaks of in een andere forse hoek staat op de voorgevel van een gebouw.
Bij de toepassing van deze regels wordt gemeten vanuit het hart van de lijn.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
Bij het meten worden ondergschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, antennes, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons, overstekende daken en naar aard en omvang daarmee gelijk te stellen bouwdelen buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van de bouwhoogte, dan wel de bouwvlak- of bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.
Alle maten zijn, tenzij anders aangegeven:
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
In de bestemming zijn niet begrepen:
Voor het bouwen van gebouwen geldt de volgende regel:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan de plaats van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een grotere horizontale oppervlakte dan 6 m2 en/of een grotere bouwhoogte dan 1 m.
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in elk geval wordt begrepen:
De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
In de bestemming zijn geluidzoneringsplichtige inrichtingen en risicovolle inrichtingen niet begrepen.
Het bestaande systeem van ontsluiting door middel van wegen en paden, behoudens verbetering met het oog op de verkeersveiligheid en/of vermindering van geluidsoverlast, blijft gehandhaafd; aanvullende voorzieningen blijven beperkt tot de eventuele aanleg van fiets- en voetpaden en parkeerstroken, met dien verstande dat van wegen het aantal rijstroken niet meer dan twee mag bedragen.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen ten behoeve van wonen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van overige gebouwen geldt de volgende regel: de inhoud van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen en verkeers- en verblijfsvoorzieningen bedraagt per gebouw niet meer dan 50 m3.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan:
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
met dien verstande dat de afwijkingsmogelijkheden zoals genoemd onder b, d en f niet gelden voor de gronden ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - welstandsluw bouwen'.
De uitoefening van een aan huis verbonden beroep is uitsluitend toegestaan voor zover de woonfunctie in overwegende mate blijft gehandhaafd en er geen ernstige hinder of afbreuk aan het woonmilieu wordt gedaan. Dit betekent dat:
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in elk geval wordt begrepen:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
1. voor een aan huis verbonden bedrijf, mits:
2. het gebruik geen ernstige hinder voor het woonmilieu oplevert, dan wel afbreuk doet aan het woonkarakter van de wijk of de buurt. Dit betekent dat:
3. het gebruik geen nadelige invloed mag hebben op de verkeersafwikkeling en de parkeersituatie ter plaatse; ten aanzien van het laatste geldt als uitgangspunt dat dient te worden geparkeerd op eigen terrein.
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van de archeologische waarden.
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge de andere bestemmingen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
Op deze gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd, waarbij de bodem dieper dan 0,4 m beneden het maaiveld wordt geroerd, met uitzondering van bouwwerken met een oppervlakte kleiner dan 50 m² ten behoeve van andere voor deze gronden geldende bestemmingen.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2, mits:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Een vergunning als bedoeld in sublid 5.4.1 wordt alleen verleend als:
Indien het voornemen bestaat om aan de omgevingsvergunning voorwaarden te verbinden, wordt een archeologisch deskundige om advies gevraagd.
Indien het voornemen bestaat om een omgevingsvergunning te verlenen voor het permanent verlagen van het waterpeil, zoals bedoeld in sublid 5.4.1, aanhef en onder e, wordt de waterbeheerder vooraf om advies gevraagd.
Het verbod, als bedoeld in sublid 5.4.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden die:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door:
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van archeologische (verwachtings)waarden.
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge van andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
Op of in deze gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd waarbij de bodem dieper dan 0,40 m -mv wordt geroerd, met uitzondering van:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 6.2, mits:
Indien er voornemens zijn om aan de afwijking voorwaarden te verbinden, wordt een archeologisch deskundige om advies gevraagd.
Het gebruik waarbij sprake is van een permanente verlaging van het waterpeil, is alleen mogelijk indien rekening is gehouden met het belang van de archeologische waarden. Dit is het geval indien:
Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien:
Indien er voornemens zijn om aan de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden voorwaarden te verbinden, wordt een archeologisch deskundige om advies gevraagd.
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:
Het bepaalde in lid 6.5.3 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden welke:
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van archeologische waarden.
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge van andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
Op deze gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd, waarbij de bodem dieper dan 0,5 m beneden het maaiveld wordt geroerd, met uitzondering van:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2, mits:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod, als bedoeld in sublid 7.4.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden die:
Het verbod, als bedoeld in sublid 7.4.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door:
De voor 'Waarde - Beschermd dorpsgezicht' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en zo mogelijk herstel van de ruimtelijke structuur en de cultuurhistorische waarden - dat met name is gericht op het handhaven van de samenhang tussen bebouwing, wegenpatroon, water en beplanting - van het beschermde dorpsgezicht, zoals dat is beschreven in:
en toelichting bij het besluit tot aanwijzing van Loppersum (uitbreiding) als beschermd dorpsgezicht en dat met name is gericht op het handhaven van de ruimtelijke structuur en het bebouwingsbeeld van het stationsgebied, alsmede de voor de periode 1850-1940 kenmerkende architectuur.
Voor zover er wegen binnen deze bestemming voorkomen, dient het profiel en de verschijningsvorm van de weg inclusief bermen en beplanting te worden gehandhaafd.
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge van andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van het behoud en herstel van de ruimtelijke structuur en de cultuurhistorische waarden zoals beschreven in de toelichting bij de aanwijzing als beschermd dorpsgezicht nadere eisen stellen aan:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden, voor zover niet betrekking hebbend op normaal onderhoud, uit te voeren:
Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien door de werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, de dorpskarakteristiek van het dorp, waarvan de kenmerkende elementen zijn beschreven in de bij deze regels behorende toelichting bij de aanwijzing tot beschermd dorpsgezicht niet onevenredig worden aangetast in verhouding tot de mate waarin andere belangen door de werken of werkzaamheden worden gediend.
De voor 'Waarde - Ruimtelijke kwaliteit' bestemde gebieden zijn mede bestemd voor het behoud van de bestaande ruimtelijke kwaliteiten waaronder wordt begrepen:
In afwijking van het bepaalde in de andere daar voorkomende bestemming(en) gelden voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - karakteristiek pand' dat de bestaande goot- en bouwhoogten, de kapvorm en oppervlakte van het gebouw, alsmede de bestaande gevelindeling en de bestaande ligging dienen te worden gehandhaafd, tenzij het gebouwen betreft waarvoor reeds een sloopvergunning voor het slopen van het gehele gebouw is verleend en de sloop is uitgevoerd.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.2 en toestaan dat de goot- of bouwhoogte, kapvorm of oppervlakte, de gevelindeling en/of de ligging wordt gewijzigd, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de karakteristieke verschijningsvorm van het gebouw en er rekening wordt gehouden met ligging en context van het bestaande gebouw.
Het gestelde onder 9.4.1 is niet van toepassing voor zover het sloopt betreft:
Burgemeester en wethouders kunnen de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - karakteristiek pand' wijzigen indien naar het oordeel van een deskundige op het gebied van stedenbouw en/of landschap voldoende duidelijk is dat:
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangwezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
met de daarbij behorende:
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de waterkering.
Alvorens te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder van de betreffende waterkering.
Het is verboden op de in lid 10.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod, als bedoeld in sublid 10.4.1 is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning kan worden verleend indien de betreffende werken en/of werkzaamheden de belangen van de waterkering niet schaden.
Alvorens te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in sublid 10.4.1, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder van de waterkering omtrent de vraag of door de voorgenomen werken of werkzaamheden de belangen in verband met de waterkering niet worden geschaad en welke voorwaarden dienen te worden gesteld ter voorkoming van eventuele schade.
Grond welke eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend:
Ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen' gelden de volgende aanvullende regels.
Het is verboden gebouwen te gebruiken als object ten behoeve van minder zelfredzame personen binnen een afstand van 30 m uit de buitenste rand van de rijbaan van de N996.
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Vrijwaringszone - molenbiotoop 2' gelden, naast de in de voorgaande bestemmingen gegeven regels, regels ter bescherming van openheid met het oog op een vrije windvang voor de molen.
Om voor de molen vrije windvang te garanderen en het zicht op de molen veilig te stellen, mag geen nieuwe bebouwing met een grotere hoogte dan 1/50 van de afstand gemeten tussen het bouwwerk en de voet van de molen vermeerderd met de stellinghoogte, verminderd met 2 m, worden opgericht.
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en hoogte van de bebouwing voor zover de gronden zijn gelegen binnen de aanduiding ‘vrijwaringszone – molenbiotoop 2’, teneinde aantasting van de vrije windvang voor de molen te voorkomen.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning, afwijken van het bepaalde in 13.2.1 en toestaan dat hogere bouwwerken worden gebouwd, mits vooraf advies wordt ingewonnen van de vereniging 'De Hollandsche Molen', of haar rechtsopvolgers.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door:
Het bevoegd gezag verleent pas een omgevingsvergunning voor de activiteiten bouwen en/of gebruiken van gronden, onder voorwaarde dat:
Indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan laad- en losvoorzieningen wordt een omgevingsvergunning voor het bouwen of voor een gebruiksverandering slechts verleend indien;
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in de leden 15.1.1 en 15.1.2:
De afwijking, als bedoeld in sublid 15.1.3 wordt alleen toegepast als:
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Nieuwe Tuinen/Wijmerspad Loppersum van de gemeente Eemsdelta.