Plan: | Dijkstreek 6 te Niekerk |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1969.WZBG20HERS2-VA01 |
het wijzigingsplan Dijkstreek 6 te Niekerk met identificatienummer NL.IMRO.1969.WZBG20HERS2-VA01 van de gemeente Westerkwartier;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
de uitoefening van een beroep of het bedrijfsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch, consumentverzorgend, ambachtelijk of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende aan- en uitbouwen kan worden uitgeoefend, waarbij de woonfunctie in overwegende mate gehandhaafd blijft en waaronder in ieder geval niet wordt begrepen prostitutie en waarbij detailhandel slechts is toegestaan voor zover dit direct verband houdt met het aan huis verbonden beroep of bedrijf;
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw; functionele ondergeschiktheid is niet vereist;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen (boom- en sierkwekerijen en fruit- en houtteelt daaronder begrepen) en/of door middel van het houden van dieren, niet zijnde: een glastuinbouwbedrijf, een champignonkwekerij, een gebruiksgerichte paardenhouderij, een bollenteeltbedrijf of een vis- of wormenkwekerij;
het telen van gewassen, niet in een volkstuin(complex), en/of het weiden van dieren;
de bestemming '.Agrarisch - Agrarisch bedrijf 4';
locatiegericht bureauonderzoek, booronderzoek, geofysisch prospectieonderzoek, het graven van proefsleuven of een combinatie daarvan, verricht door een erkende partij of namens de gemeente, door een dienst, bedrijf of instelling erkend door het Centraal College van Deskundigen (CCvD) en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA);
de aan een gebied toegekende verwachting in verband met de kans op het voorkomen van archeologische sporen en relicten;
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied aanwezige archeologische sporen en relicten;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
het bieden van de, ten opzichte van het hoofdgebruik ondergeschikte mogelijkheid tot recreatief nachtverblijf en ontbijt aan personen die hun hoofdverblijf elders hebben, welk verblijf en ontbijt moeten plaatsvinden in de woning;
een bedrijfseconomische eenheid, gericht op het behalen van winst; onder eenheid worden ook verstaan rechtspersonen die ruimtelijk als één bedrijf optreden;
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
gericht op het behalen van winst, waarbij voor een agrarisch bedrijf geldt dat activiteiten met een omvang van minder dan 20 nge in elk geval niet als bedrijfsmatig worden aangemerkt;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
een aanwezig bijgebouw dat is vergund of alsnog te vergunnen is of vergunningsvrij gebouwd kon worden;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming; indien en voor zover twee bestemmingsvlakken door middel van de aanduiding 'relatie' met elkaar zijn verbonden worden deze aangemerkt als één bestemmingsvlak;
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw; voor vrijstaande bijgebouwen is ook functionele ondergeschiktheid vereist;
werken en werkzaamheden, genoemd in de archeologische dubbelbestemmingen, waarvan mag worden aangenomen dat zij het bodemarchief kunnen aantasten;
een of meerdere ruimtes in een (voormalig) agrarisch bedrijfsgebouw, die is/zijn ingericht voor recreatieve bewoning, inclusief daarbij behorende voorzieningen;
een terras bij een agrarisch bedrijf, waar in hoofdzaak eigen of door agrariërs uit de regio geproduceerde producten worden verkocht voor consumptie ter plaatse;
een winkel bij een agrarisch bedrijf, waarin hoofdzaak eigen of door agrariërs uit de regio geproduceerde agrarische producten worden verkocht;
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van beplantingsgewassen zoals bos- en haagplantsoen, laan- en parkbomen, vruchtbomen, rozenstruiken, sierconiferen, sierheesters en overige sierbeplanting, een en ander in de vorm van vollegrondteelt dan wel containerteelt;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten; indien en voorzover twee bouwpercelen door middel van de aanduiding relatie met elkaar zijn verbonden worden deze aangemerkt als één bouwperceel;
een grens van een bouwperceel;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
organische materialen/producten, die mogen worden toegevoegd aan een mestvergistingsproces, waarbij het eindproduct nog steeds onder de definitie meststof valt als bedoeld in de milieuwetgeving;
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt;
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen ambtenaar;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen, geen motorbrandstoffen zijnde, aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
punt waar een gevaarlijke stof bedoeld of onbedoeld uit een gesloten systeem treedt;
een dienst, bedrijf of instelling erkend door het Centraal College van Deskundigen (CCvD) en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA);
een bedrijf dat is gericht op het telen van fruit;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
gevaarlijke stoffen, gevaarlijke afvalstoffen en/of bestrijdingsmiddelen als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen, zoals dit luidde op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerpplan;
een gebouw dat periodiek dient voor recreatief verblijf, waarbij wordt overnacht in gemeenschappelijke slaapzalen en/of kamers;
een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;
de plaats die fungeert als het centrum van de sociale en maatschappelijke activiteiten van betrokkene en die een voor permanente bewoning geschikte verblijfplaats is;
de bedrijfsmatige uitoefening van uitsluitend de functie houtproductie op gronden die in principe hiervoor tijdelijk worden gebruikt en waarvoor daartoe ontheffing is verleend van de melding en herplantplicht ex artikel 2 en 3 van de Boswet;
niet-grondgebonden agrarische bedrijven die zelfstandig of als neventak (nagenoeg) geheel in gebouwen varkens, pluimvee, vleeskalveren en pelsdieren houden. Het biologisch houden van dieren conform de Landbouwkwaliteitswet en het houden van melkrundvee, schapen of paarden wordt niet aangemerkt als intensieve veehouderij;
een tent, een vouwwagen, een camper, een caravan of een huifkar;
een kampeerterrein met een oppervlakte van niet meer dan 5.000 m2 voor kampeermiddelen gedurende de periode van 15 maart tot en met 31 oktober;
de aan een gebied toegekende waarde, in verband met de waarneembare verschijningsvorm van dat gebied;
een bedrijf met een publieksgericht karakter, dat is gericht op het bieden van gelegenheid tot het stallen van paarden/pony's en/of het berijden van paarden/pony's, waaronder begrepen lesgeven, verhuur en het houden van wedstrijden en/of andere hippische evenementen;
geïndiceerde zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt gegeven aan een hulpbehoevende door één of meerdere leden van diens directe omgeving, waarbij de zorgverlening direct voortvloeit uit de sociale relatie;
de aan een gebied toegekende waarde, in verband met de geologische, bodemkundige en/of biologische elementen, voorkomend in dat gebied;
werkzaamheden die regelmatig noodzakelijk zijn voor een goed beheer van de gronden, waaronder begrepen de handhaving dan wel de realisering van de bestemming;
de ontsluiting van een archeologische vindplaats met als doel de informatie te verzamelen en vast te leggen die nodig is voor het beantwoorden van de in het Programma van Eisen verwoorde onderzoeksvra(a)g(en) en het behalen van de onderzoeksinstellingen. Opgravingen worden verricht door een erkende partij, beschikkend over een opgravingsvergunning op grond van artikel 45 van de Monumentenwet en uitgevoerd volgens de desbetreffende specificatie in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA);
een door middel van een afscheiding afgezonderd stuk terrein met een andere ondergrond dan gras, kennelijk ingericht voor het africhten en/of trainen en berijden van paarden en pony's en/of het anderszins beoefenen van de paardensport, met of zonder de daarbij behorende voorzieningen;
bewoning van een ruimte als feitelijk hoofdverblijf waarbij het hoofdverblijf fungeert als het centrum van het sociaal en maatschappelijk functioneren van de bewoner.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander persoon tegen vergoeding;
een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan;
de bewoning die plaatsvindt in het kader van de weekend-en/of verblijfsrecreatie;
een gebouw dat periodiek dient voor recreatief (nacht)verblijf voor recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben;
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
een caravan die als bouwwerk is aan te merken, die gedurende langere tijd op een kampeerterrein op dezelfde plaats blijft staan en die als één geheel te verplaatsen is;
voorzieningen in, op of boven de grond die door agrarische bedrijven met plantaardige teelten worden gebruikt om de volgende doelen na te streven:
verbetering van de productie, onder meer door teeltvervroeging en -verlating, terugdringing van onkruidgroei en beperking van vraatschade;
verbetering van de arbeidsomstandigheden, onder meer door gewassen verhoogd te telen;
het bereiken van positieve effecten op milieu en water (bodembescherming, terugdringing onkruidbestrijding, effectief omgaan met water) of
het voorkomen van schade door vorst;
een kleinschalig gebouw, bestaande uit een lichte constructie, dat naar de aard en inrichting is bedoeld voor kortdurend recreatief nachtverblijf;
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, zulk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. Functionele ondergeschiktheid is niet vereist;
de naar de weg gekeerde gevel van een woning of, bij onduidelijkheid daarover, de als zodanig door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel;
een complex van ruimten dat dient voor de zelfstandige huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
een gebouw, hetzij vrijstaand, hetzij aaneengebouwd, dat slechts één woning omvat;
het bieden van de mogelijkheid tot zorg aan personen, door middel van een aan het agrarisch gebruik verbonden werkgemeenschap van sociaaltherapeutische aard en in de vorm van dagopvang.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de harten van de scheidingsmuren;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine;
vanaf het middelpunt van de as van de wieken tot aan het aansluitende afgewerkte terrein, met dien verstande dat in geaccidenteerd terrein gemeten wordt vanaf het niveau van het afgewerkte terrein dat direct aansluit op de dichtstbijzijnde weg als bedoeld in de Wegenverkeerswet 1994;
Bij het meten worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwvlak- of bestemmingsgrenzen niet meer dan 1,00 m bedraagt.
Alle maten zijn tenzij anders aangegeven:
Bij de toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van de lijn.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde - geen windturbines zijnde - en andere werken;
Op de voor 'Agrarisch' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Op deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met dien verstande dat:
Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Bij de gebruikmaking van de bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen is de procedure als genoemd in 15.1 van toepassing.
Het college van burgemeester en wethouders kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Bij toepassing van de afwijkingsbevoegdheid vindt een evenredige belangenafweging plaats als bedoeld in 13.2 Afwegingskader.
Voor een besluit tot afwijking van de bouwregels geldt de in 15.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
Tot een met het bestemmingsplan strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruiken of laten gebruiken van de voor 'Agrarisch aangewezen gronden ten behoeve van een (kleinschalig) kampeerterrein.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunningvergunning van het college van burgemeester en wethouders de in Bijlage 3 (Tabel omgevingsvergunning) genoemde werken of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren, indien en voor zover bij de bestemming 'Agrarisch' en de betreffende werken of werkzaamheden een 'A' is vermeld.
Het in 3.6.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die normale onderhouds- of exploitatiewerkzaamheden betreffen.
Het college van burgemeester en wethouders kan de bestemming 'Agrarisch' wijzigen in:
Bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid vindt een evenredige belangenafweging plaats als bedoeld in 13.2 Afwegingskader wijziging.
Bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid vindt een evenredige belangenafweging plaats als bedoeld in 13.2 Afwegingskader.
De voor 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor de uitoefening van het agrarisch bedrijf - met uitzondering van een boom- en/of sierkwekerij, houtteelt- of fruitteeltbedrijf- met daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde, tuinen, erven en agrarische gronden, met dien verstande dat:
Op de voor 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf 4' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Voor een bouwwerk geldt dat dit uitsluitend mag worden gebouwd ten behoeve van een reëel agrarisch bedrijf.
Voor een gebouw gelden de volgende regels:
Voor een bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing en van een kleinschalig kampeerterrein ten behoeve van:
Bij de gebruikmaking van de bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen is de procedure als genoemd in 15.1 van toepassing.
Het college van burgemeester en wethouders kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Bij toepassing van de afwijkingsbevoegdheid vindt een evenredige belangenafweging plaats als bedoeld in 13.2 Afwegingskader.
Voor een besluit tot afwijking van de bouwregels geldt de in 15.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
Tot een met het bestemmingsplan strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:
Het college van burgemeester en wethouders kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Bij toepassing van 4.6.1 vindt een evenredige belangenafweging plaats als bedoeld in 13.2 Afwegingskader.
Voor een omgevingsvergunning voor het afwijken van de specifieke gebruiksregels geldt de in 15.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunningvergunning van het college van burgemeester en wethouders de in Bijlage 3 (Tabel omgevingsvergunning) genoemde werken of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren, indien en voor zover bij de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf 4' en de betreffende werken of werkzaamheden een 'A' is vermeld.
Het in 4.7.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die normale onderhouds- of exploitatiewerkzaamheden betreffen.
Het college van burgemeester en wethouders kan de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf 4' wijzigen:
Toepassing van de in 4.8.1, onder e, f en g, genoemde bevoegdheden vindt plaats met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid vindt een evenredige belangenafweging plaats als bedoeld in 13.2 Afwegingskader.
De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is in het belang van de archeologische monumentenzorg en ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige of verwachte archeologische waarden, een omgevingsvergunning vereist:
Het bepaalde in 5.4.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
De genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien:
Voor zover de in 5.4.1 genoemde werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden kunnen leiden tot een onevenredige verstoring van behoudenswaardige archeologische waarden, kan het college van burgemeester en wethouders afwijken van het bepaalde in 5.4.1, indien aan de vergunning één, of een combinatie, van de volgende voorschriften worden verbonden:
Het in 5.4.1 gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden:
De in 5.4.2 genoemde uitzonderingsregels gelden niet indien in de periode van 24 maanden voor de datum van voorgenomen werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden een uitzonderingsregel van toepassing is geweest op aangrenzende terreinen of terreinen op een afstand van minder dan 25,00 m van het onderhavige terrein.
Alvorens een omgevingsvergunning te verlenen als bedoeld in 5.4.1 wint het college van burgemeester en wethouders advies in van een door hen aan te wijzen ter zake deskundige.
Het college van burgemeester en wethouders kan het plan wijzigen in die zin dat:
De voor 'Waarde - Archeologie 6' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Het college van burgemeester en wethouders kan het plan wijzigen in die zin dat de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 6' wordt verwijderd, indien uit deskundig archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse geen sprake is van behoudenswaardige archeologische waarden.
De voor 'Waarde - Open gebied' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van de landschappelijke en natuurlijke waarden zoals deze tot uitdrukking komen in de vorm van grootschalige open weidegebieden met een dicht slotenstelsel met (potentieel) waardevolle vegetaties en/of leefgebied voor weidevogels.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het college van burgemeester en wethouders de in de Bijlage 3 (Tabel omgevingsvergunning) genoemde werken of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren, indien en voor zover bij de bestemming 'Waarde - Open gebied' en de betreffende werken of werkzaamheden een 'A' is vermeld.
Het in 7.2.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die het normale onderhoud en/of de normale exploitatie betreffen.
De voor 'Waarde - Reliëf' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van de landschappelijke en cultuurhistorische waarden zoals deze tot uitdrukking komen in:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het college van burgemeester en wethouders de in de Bijlage 3 (Tabel omgevingsvergunning) genoemde werken of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren, indien en voor zover bij de bestemming 'Waarde - Reliëf' en de betreffende werken of werkzaamheden een 'A' is vermeld.
Het in 8.2.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die het normale onderhoud en/of de normale exploitatie betreffen.
De voor 'Waarde - Wierde' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van de landschappelijke en cultuurhistorische waarden zoals deze tot uitdrukking komen in de aanwezigheid van wierden en de daarmee samenhangende hoogteverschillen en bebouwings- en beplantingskarakteristiek: bebouwing op de wierde, met voor zover nog aanwezig de windsingel, gracht en grote siertuin voor het voorhuis.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het college van burgemeester en wethouders de in de Bijlage 3 (Tabel omgevingsvergunning) genoemde werken of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren, indien en voor zover bij de bestemming 'Waarde - Wierde' en de betreffende werken of werkzaamheden een 'A' is vermeld.
Het in 9.2.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die het normale onderhoud en/of de normale exploitatie betreffen.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Indien en voor zover gronden zijn gelegen binnen een zone van 250 m ter weerszijden van een weg met een of twee rijstroken mogen toegelaten geluidgevoelige functies uitsluitend worden gerealiseerd of vervangen met inachtneming van de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting als bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder of een vastgestelde hogere grenswaarde, behoudens voor zover artikel 76, derde lid, van de Wet geluidhinder van toepassing is.
Onverminderd het bepaalde in de overige artikelen geldt dat de bouwhoogte van reclamemasten niet meer dan 6,00 m bedraagt.
Onverminderd het bepaalde in de overige artikelen geldt dat lichtmasten een bouwhoogte mogen hebben van niet meer dan 6,00 m.
Onverminderd het bepaalde in de overige artikelen geldt dat:
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval niet gerekend:
Tot een met het bestemmingsplan strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 12.2, onder h, in die zin dat bestaande vrijstaande bijgebouwen bij woonhuizen en bij bedrijfswoningen worden gebruikt voor bed & breakfast, met dien verstande dat:
Indien in de Bijlage 3 (Tabel omgevingsvergunning) voor bepaalde gronden een 'A' en/of een 'T' zijn vermeld, geldt dat het meeste belang wordt toegekend aan respectievelijk de 'A' en de 'T'.
De uitvoering van de in Bijlage 3 (Tabel omgevingsvergunning) genoemde omgevingsvergunningplichtige werken en werkzaamheden is in strijd met de bestemming, indien daardoor dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen de waarden van deze gronden onevenredig (kunnen) worden geschaad, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden onevenredig (kunnen) worden verkleind.
Het college van burgemeester en wethouders kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van:
Bij toepassing van de afwijkingsbevoegdheid vindt een evenredige belangenafweging plaats als bedoeld in 13.2 Afwegingskader.
Voor een besluit tot afwijking geldt de in 15.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
Bij toepassing van de afwijkingsbevoegdheden in dit plan vindt een evenredige belangenafweging plaats waarbij betrokken worden:
Afwijkingsbevoegdheden die per saldo leiden tot een significante aantasting van de in bijlage 16 van de Omgevingsverordening provincie Groningen van 24 september 2014 beschreven wezenlijke kenmerken en waarden van de ecologische hoofdstructuur deel uitmakende gronden worden niet toegepast, tenzij:
Indien de waarden en/of belangen als genoemd in 13.2.1, onder a en b, onevenredig worden geschaad en/of de 13.2.1, onder c en d, genoemde uitvoerbaarheid/inpasbaarheid niet is aangetoond en/of de 13.2.1, onder e, genoemde verkeerssituatie onevenredig wordt beïnvloed, vindt de afwijkingsbevoegdheid geen toepassing.
Het college van burgemeester en wethouders kan:
Bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid vindt een evenredige belangenafweging plaats als bedoeld in 14.2 Afwegingskader wijziging.
Voor een besluit tot wijziging geldt de procedure als genoemd in artikel 3.9a, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening.
Bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheden in dit plan vindt een evenredige belangenafweging plaats waarbij betrokken worden:
Bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheden waarbij sprake is van vergroting of verandering van het bestemmingsvlak van de agrarische bedrijfsbestemming, van wijziging van een agrarische bedrijfsbestemming ten behoeve van een groter bouwperceel wordt gemotiveerd aangegeven:
Afwijkingsbevoegdheden die per saldo leiden tot een significante aantasting van de in bijlage 16 van de Omgevingsverordening provincie Groningen van 24 september 2014 beschreven wezenlijke kenmerken en waarden van de ecologische hoofdstructuur deel uitmakende gronden worden niet toegepast, tenzij:
Indien de waarden en/of belangen als genoemd in 14.2.1, onder a en b, onevenredig worden geschaad en/of de in 14.2.1, onder c en d, genoemde uitvoerbaarheid/inpasbaarheid niet is aangetoond en/of de in 14.2.1, onder e, genoemde verkeerssituatie onevenredig wordt beïnvloed, vindt de wijzigingsbevoegdheid geen toepassing.
Bij de gebruikmaking van de afwijkingsbevoegdheid en de bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen is de volgende procedure van toepassing:
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels van dit plan wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
Deze regels worden aangehaald als:
'Regels van het wijzigingsplan Dijkstreek 6 te Niekerk van de gemeente Westerkwartier.'