Plan: | Bestemmingsplan buitengebied Westerkwartier t.b.v. waterberging Dijkweg |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1969.WZBG19HERG2-VA01 |
Op 17 maart 2010 is het bestemmingsplan Buitengebied Leek vastgesteld. Dit bestemmingsplan is deels onherroepelijk geworden. Na een reactieve aanwijzing door de provincie Groningen, beroep bij de Raad van State (onder andere door de gemeente tegen die aanwijzing) en een gedeeltelijke intrekking van de reactieve aanwijzing, moest het bestemmingsplan op een aantal punten correctief worden aangepast.
Op 8 november 2018 is het bestemmingsplan Buitengebied Leek, partiële en correctieve herziening 2016 vastgesteld waarmee de aanpassingen zijn doorgevoerd.
In het bestemmingsplan uit 2018 is wat betreft begrenzing rekening gehouden met het provinciaal inpassingsplan Waterberging en Natuur Zuidelijk Westerkwartier dat toendertijd in procedure was. De gronden waarop het inpassingsplan van toepassing is, zijn buiten het bestemmingsplan uit 2018 gelaten. Het provinciaal inpassingsplan is op 19 december 2018 vastgesteld door Provinciale Staten van de provincie Groningen.
Ter plaatse van de Dijkweg zijn een aantal maatregelen nodig om de inrichtingsplannen voor waterberging en natuur in het Zuidelijk Westerkwartier te kunnen realiseren. De Dijkweg valt echter binnen het plangebied van het bestemmingsplan Buitengebied Leek, partiële en correctieve herziening 2016. Bij de uitvoering van de inrichtingplannen blijkt dat het toch nodig is de Dijkweg bij het plan te betrekken. Om de maatregelen te kunnen realiseren is het nodig om de bestemming van deze weg alsnog te wijzigen. Daarom is voorliggend bestemmingsplan opgesteld.
Het plangebied is gelegen nabij het dorpje Boerakker in het buitengebied van de gemeente Westerkwartier. Tot 1 januari 2019 was Boerakker onderdeel van de gemeente Leek die op die datum fuseerde met Grootegast, Marum en Zuidhorn. De locatie ligt één kilometer ten noorden van Boerakker en betreft een oost-west georiënteerde weg tussen de provinciale weg N388 en de Mensumaweg. In de omgeving liggen verscheidene dorpen en gehuchten zoals Het Kret, De Jammer, Boerakker, Bakkerom en Kuzemer. De omgeving wordt verder bepaald door grootschalig open gebied. De onderstaande afbeeldingen betreffen een topografische kaart en een luchtfoto met daarin een ruime weergave van het plangebied.
Figuur 1. Topografische kaart, de Dijkweg bevindt zich in het rode kader (bron: topotijdreis.nl).
Figuur 2. Luchtfoto, de Dijkweg bevindt zich in het rode kader (bron: Google Maps.
Voor het plangebied gelden op dit moment de 'bestemmingsplan Buitengebied Leek' en het 'Buitengebied Leek, partiële en correctieve herziening 2016'. De onderstaande figuur bevat een uitsnede van de verbeelding van het 'bestemmingsplan Buitengebied Leek'. De navolgende tekst bespreekt wat de geldende regels zijn van deze bestemmingsplannen en in hoeverre zij een conflict opleveren met het voorgenomen project.
Figuur 3. Uitsnede 'bestemmingsplan Buitengebied Leek' met in het rode kader de Dijkweg (bron: ruimtelijkeplannen.nl).
'bestemmingsplan Buitengebied Leek'
Op grond van dit bestemmingsplan geldt voor het plangebied de enkelbestemming 'Verkeer - 4' en de dubbelbestemming 'Waarde - Reliëf'. Gronden met de bestemming 'Verkeer - 4' zijn bestemd voor het vervoer over de weg, waterlopen en onder andere de daarbij behorende gebouwen, paden, bermen, taluds en andere voorzieningen. De voorgenomen ontwikkeling voorziet in het vernieuwen van de weg en de het aanpassen van de bijbehorende taluds naar kaden. Deze voorgenomen ontwikkeling conflicteert wat betreft dit onderdeel niet.
Ten tweede heeft de Dijkweg voor een deel de dubbelbestemming 'Waarde - Reliëf'. Gronden die deze dubbel bestemming hebben zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van de landschappelijke en cultuurhistorische waarden zoals deze tot uitdrukking komen in de al dan niet zichtbare hoogtes of laagtes in het landschap en daarmee samenhangende geomorfologische en cultuurhistorische waarden. Om de betreffende waarden te behouden bepalen de bouwregels van deze bestemming dat afgraven, ophogen, vergraven, diepploegen en -woelen en egaliseren niet is toegestaan. Ook is een omgevingsvergunning nodig voor het aanleggen van grondwallen en andere grondbewerkingen dieper dan 0,40 meter. Het aanleggen van de kaden is niet mogelijk deze bestemming.
'Buitengebied Leek, partiële en correctieve herziening 2016'
Behalve het eerder genoemde plan, geldt ook het bestemmingsplan 'Buitengebied Leek, partiële en correctieve herziening 2016'. Dit bestemmingsplan wijzigt op een aantal onderdelen het eerder genoemde 'bestemmingsplan Buitengebied Leek'. De bestemmingen 'Verkeer - 4' en 'Waarde - Reliëf', die voor de gronden van dit planvoornemen gelden, worden inhoudelijk niet gewijzigd en in zoverre is het bestemmingsplan 'Buitengebied Leek, partiële en correctieve herziening 2016' niet relevant. Wel voegt het bestemmingsplan de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 5' toe aan het plangebied. Gronden die deze bestemming hebben zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van de in de grond aanwezige archeologische waarden. Om die archeologische waarden te beschermen is het in een aantal gevallen noodzakelijk om een omgevingsvergunning aan te vragen. Als de activiteiten binnen een vastgesteld inrichtingsplan passen is een dergelijke omgevingsvergunning niet nodig.
Omdat het aanleggen van de kaden ten behoeve van waterberging niet mogelijk is binnen de geldende plannen, is het noodzakelijk om de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterberging' toe te voegen en de dubbelbestemming 'Waarde - Reliëf' te verwijderen. Dit onderhavige bestemmingsplan voorziet daarin.
Voorliggende toelichting kent zes hoofdstukken. Na dit inleidende hoofdstuk komt in hoofdstuk 2 de beschrijving van de ontwikkeling aan de orde. Hoofdstuk 3 bevat het beleidskader. Het daarop volgende hoofdstuk behandelt de toetsing aan de omgevingsaspecten (hoofdstuk 4). Hoofdstuk 5 bevat de juridische vormgeving en hoofdstuk 6 gaat ten slotte in op de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan.
In de huidige situatie betreft de Dijkweg -zoals de naam het al zegt- een weg met daaraan een kleine tiental huizen. De weg is oost-westelijk georiënteerd en vormt een verbinding tussen de provinciale weg N288 en de Mensumaweg. De Dijkweg is een smalle weg die licht verhoogd in het landschap ligt. Het is een afwisselend besloten en open weg. In het algemeen is het westelijk deel besloten tot half open, het oostelijk deel tussen de scherpe knik in het tracé en de Mensumaweg is open. De verhoogde ligging, smalle breedte en de afwisseling tussen besloten en open weggedeelten geeft de Dijkweg een eigen karakter. Het landschap aan weerszijden van de weg is goed te beleven. De omgeving van de Dijkweg betreft op dit moment nog natuurgronden waar ook agrarisch gebruik is toegestaan. Dit geeft de omgeving een groen karakter.
De Dijkweg in De Dijken Bakkerom is feitelijk de 'opvolger' van de Hooiweg. De Hooiweg lag- net als het grootste deel van de huidige Dijkweg – op de klei-inversierug die is achtergebleven na een zee-inbraak in lang vervlogen tijden. De weg volgde de hoogtelijnen en kronkelde daarom behoorlijk. De Dijkweg is in de periode van de ruilverkavelingen aangelegd. Het meest westelijke en oostelijke deel zijn in die periode geheel nieuw aangelegd. Het zuidwest-noordoost georiënteerde middendeel volgt op hoofdlijnen nog steeds het oude tracé van de Hooiweg maar de oude route is wel 'rechtgetrokken'. Het reliëf van de inversierug onder de Dijkweg is overigens tijdens de ruilverkaveling aangetast/genivelleerd. Dat blijkt uit diepe bodemboringen die uitgevoerd zijn in het kader van de huidige natuur- en waterbergingsopgave. Uit deze boringen is gebleken dat de opgebrachte fundering laag gemiddeld tussen de 70 en 90 centimeter dik is. Als de dikte van de fundering laag wordt afgezet tegen de hoogteligging van het maaiveld kan worden geconcludeerd dat er geen reliëf meer aanwezig is omdat de fundering laag onder het maaiveld aanwezig is. Het 'Verhardings- en funderingsonderzoek Dijkweg' waaruit dit blijkt is bijgevoegd als Bijlage 2.
Zoals aangegeven in paragraaf 1.1 (Aanleiding) is het dit bestemmingsplan onderdeel van een groter plan. Het plan voor de omgeving van de Dijkweg en de Dijkweg zelf is als bijlage 1 (Ontwerp Dijkweg) bij dit bestemmingsplan gevoegd. Voor de omgeving van de Dijkweg geldt dat diverse kaden aangelegd worden in het gebied. Bovendien wordt in het noordoostelijke deel van het gebied klei gewonnen voor de afwerking van de kaden. De tracering van de kade langs de zuidoostelijke begrenzing van de waterberging in de Bevervallei is gedeeltelijk geïnspireerd op het oude tracé van de Hooiweg. De overige kaden volgen het verkavelingspatroon en/of zijn op basis van gesprekken met bewoners als maatwerk vastgesteld. Een nieuwe ontwikkeling is dat het oostelijk deel van de Dijkweg als kade ingericht kan gaan worden, waardoor geen extra kaden nodig zijn naast de weg. Deze ruimtebesparing levert extra kubieke meters waterberging op en is landschappelijk fraaier. Het ontwerp voor de Dijkweg volgt een relatief simpel concept: de bestaande beplanting wordt gehandhaafd daar waar de Dijkweg onveranderd blijft. Het deel van de kade dat geïnspireerd is op het oude tracé van de voormalige Hooiweg wordt in los verband met bomen beplant; niet op de kade maar naast de kade met gemiddelde afstand van vijf meter tussen teen en hartlijn stam. Bij bomen groter dan acht meter kan de afstand af en toe ook iets kleiner zijn. Het sortiment en de groepsgewijze, losse aanplant zijn gebaseerd op de bestaande beplanting langs de Dijkweg. Daarmee wordt het min of meer historische tracé van de Dijkweg/Hooiweg gemarkeerd. Het een en ander zoals weergegeven op de onderstaande afbeelding.
Figuur 4. Ontwerpvoorstel omgeving Dijkweg (bron: Gebiedscommissie Zuidelijk Westerkwartier).
Het deel van de Dijkweg tussen Dijkweg nr. 2 en de scherpe knik waar de Dijkweg afwijkt van het oude tracé, wordt beplant met meidoornstruiken in los verband, gelijk aan de plantwijze van de rest van de Dijkweg (dwarsprofiel DP02, zie pagina 7 van bijlage 1). Deze struiken staan op het flauwe talud aan de zuidzijde van de Dijkweg. Oorspronkelijk stond in het bestek dat dit flauwe talud in één lange lijn van berm tot maaiveld doorloopt. Het voorstel is om in dit flauwe talud een knik aan te brengen, zodat het smalle dijkkarakter van de Dijkweg zoveel mogelijk gereconstrueerd wordt in de nieuwe situatie. Het flauwe talud vanaf de knik tot maaiveld ligt buiten de waterkerende kern van de kade/Dijkweg. Het oostelijke, te vernieuwen deel van de Dijkweg, op de grens van klei en veen blijft grotendeels onbeplant (dwarsprofiel DP04, zie pagina 7 van bijlage 1). De beplanting die gekapt moet worden voor de verhoging in verband met de kadewerking, komt niet terug langs dit deel van de Dijkweg maar wordt in zijn geheel elders in De Dijken Bakkerom gecompenseerd. Alleen bij de woningen worden aan de noordzijde pluksgewijs enkele meidoornstruiken aangeplant ter markering van de woonplaatsen. De struiken worden zo geplant dat uitzicht vanuit de woningen op het natuurgebied mogelijk is. De precieze positie en het aantal struiken kan in verder overleg met de bewoners vastgesteld worden (maatwerk). De verbinding tussen Otter- en Bevervallei wordt ook open en onbeplant: de bestaande beplanting wordt gekapt. Ook hiervoor geldt de compensatieverplichting. Bij de verbinding komen de nieuwe brug en de duiker/stuw in het zicht, zodat de functie van het watersysteem zichtbaar en beleefbaar is.
In het op 19 december 2018 vastgestelde Provinciale inpassingsplan Waterberging en Natuur Zuidelijk Westerkwartier zijn de beleidskaders voor de ontwikkeling van de NNN en waterberging uitgebreid uiteengezet. Die kaders zijn onverkort van toepassing op dit bestemmingsplan gezien het een kleine aanpassing betreft.
Als toevoeging daarop is in de Omgevingsverordening van de provincie Groningen in artikel 2.57.1 'Glaciale ruggen' opgenomen dat een bestemmingsplan dat betrekking heeft op de op kaart 7, aangegeven glaciale ruggen, regels stelt gericht op bescherming van het reliëf en de herkenbaarheid daarvan.
Artikel 2.57.1 Glaciale ruggen
a. een verbod op het afgraven, diepploegen, egaliseren en afschuiven van de glaciale ruggen;
b. regels voor houtteelt, aanleg van bos en boomgaarden.
De Dijkweg is opgenomen op kaart 7 als glaciale rug. Om die reden is de dubbelbestemming in het bestemmingsplan voor het buitengebied opgenomen. Voor de Dijkweg geldt echter dat uit onderzoek is gebleken dat het reliëf in de praktijk niet meer aanwezig is en dus onterecht als waarde in de POV is opgenomen. De Provincie Groningen heeft aangegeven akkoord te zijn met deze onderbouwde afwijking op de omgevingsverordening en zal bij de volgende herziening van de omgevingsverordening de begrenzing op kaart 7 van de verordening hierop aanpassen.
Voor deze ontwikkeling wordt verwezen naar Bijlage 1 (Ontwerp Dijkweg) van dit wijzigingsplan en naar hoofdstuk 4 van het Provinciaal inpassingsplan Waterberging en Natuur Zuidelijk Westerkwartier. Hier wordt ingegaan op de milieu en ruimtelijke aandachtspunten die gelden voor de realisatie van de inrichtingsplannen. Voor dit bestemmingsplan is het uitvoeren van nader onderzoek niet nodig.
De regels behorende bij dit wijzigingsplan zijn vormgegeven conform de Standaard Vergelijkbare Plannen (SVBP 2012) die deel uitmaakt van de regeling Standaarden ruimtelijke ordening. Dit uit zich onder meer in de indeling van de regels, de benamingen van de bestemmingen en ook in het gebruik van aanduidingen die voorkomen in deze Standaard.
De bestemmingen die in dit bestemmingsplan zijn opgenomen zijn gelijk aan de bestemmingen van het provinciaal inpassingsplan Waterberging en Natuur Zuidelijk Westerkwartier. De verkeersbestemming sluit aan bij het bestemmingsplan Buitengebied Leek.
Ten eerste bevat het bestemmingsplan de bestemming 'Verkeer - 4'. Gronden met deze bestemming zijn bestemd voor vervoer over de weg en waterlopen. De bestemming bepaalt dat als gebouwen alleen bushalten (en andere wachtruimtes) zijn toegestaan en dat deze niet hoger mogen zijn dan drie meter en niet groter mogen zijn dan vijftig vierkante meter. Tot slot geldt dat andere bouwwerken, zolang het geen gebouwen zijn, niet hoger mogen zijn dan tien meter.
Deze dubbelbestemming is opgenomen om de in het plangebied aanwezige archeologische waarden te beschermen. De regeling sluit aan bij de regels opgenomen in het bestemmingsplan Buitengebied Leek, partiële en correctieve herziening 2016.
Aangezien bij de uitvoering van het inrichtingsplan rekening zal worden gehouden met de uitkomsten van het bureauonderzoek en de daarin opgenomen aanbevelingen, geldt de verplichting voor een omgevingsvergunning niet voor werkzaamheden op basis van het inrichtingsplan.
Ten tweede bevat dit bestemmingsplan de bestemming Waterstaat - Waterberging. Deze bestemming betreft een dubbelbestemming, hetgeen inhoudt dat deze bestemming geldt op plaatsen waar ook andere bestemmingen, zoals 'Verkeer - 4' gelden. In zulke gevallen heeft een dubbelbestemming altijd voorrang. De bestemming 'Waterstaat - Waterberging' bepaalt dat gronden behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen mede bestemd voor waterberging. Een waterberging (waarvoor een begrip is opgenomen in Artikel 1 Begrippen) is een op grond van de Wet ruimtelijke ordening voor waterstaatkundige doeleinden bestemd gebied, niet zijnde een oppervlaktewaterlichaam of onderdeel daarvan, dat als functie heeft verruiming van de bergingscapaciteit van een of meer watersystemen en ook als bergingsgebied op de legger is opgenomen. De bouwregels van deze bestemming bepalen dat alleen gebouwen en bouwwerken die geen gebouwen betreffen, zijn toegestaan die ten dienste van deze dubbelbestemming worden gebouwd.
Het voorliggende bestemmingsplan is opgesteld naar aanleiding van een verzoek van de initiatiefnemer. De uit het plan voortkomende kosten zullen door de initiatiefnemer worden gedragen. Met initiatiefnemer wordt een anterieure overeenkomst (planschade is een onderdeel van deze overeenkomst) worden afgesloten.
De gemeente Westerkwartier heeft het ontwerpplan vanaf 4 juni 2019 gedurende zes weken ter inzage gelegd. Er zijn geen zienswijzen ingediend.
"De ontwikkeling hiervan vindt plaats door de provincie Groningen en waterschap Noorderzijlvest in het kader van de Gebiedsontwikkeling Zuidelijk Westerkwartier. De Gemeente heeft geen financiële bemoeienis met het realiseren van de waterberging. Eventuele planschade komt voor rekening van de initiatiefnemer. Hiermee is de economische haalbaarheid voldoende gewaarborgd en wordt het plan uitvoerbaar geacht."