Plan: | Buitendijk-Land van Esseweg |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1963.BPB60LvE9STR20-VG01 |
het bestemmingsplan 'Buitendijk-Land van Esseweg' van de gemeente Hoeksche Waard.
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1963.BPB60LvE9STR20-VG01 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, op grond waarvan regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een aan een hoofdgebouw aangebouwd gebouw of deel van een gebouw dat door zijn verschijningsvorm een ondergeschikte bouwmassa vormt.
een dienstverlenend beroep, dat in of bij een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
een agrarisch verwerkingsbedrijf dat uitsluitend of overwegend gericht is op het vervoer, de opslag, de oppervlaktebewerking of de afzet van inheemse agrarisch producten, zoals bijvoorbeeld koelhuizen, grasdrogerijen en aardappelhandels.
een bedrijf, gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, nader te onderscheiden in:
een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen algemeen erkende en onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen op het gebied van landbouw en tuinbouw.
een bedrijf dat uitsluitend of overwegend gericht is op het verlenen van diensten aan agrarische bedrijven met behulp van landbouwwerktuigen en landbouwapparatuur of op het verrichten van werkzaamheden tot onderhoud of reparatie van landbouwwerktuigen of -apparatuur, waaronder tevens valt het zeven van grond (voor eigen gebruik, dan wel voor agrarische bedrijven in het plangebied) afkomstig uit het plangebied.
een onderneming die uitsluitend of overwegend gericht is op de niet-industriële bewerking, verwerking, opslag, vervoer of verhandeling van producten die van agrarische bedrijven afkomstig zijn.
antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne.
installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.
de uitvoering van de werken of werkzaamheden te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.
een door burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen inzake archeologie.
mengsel van minerale bestanddelen, organische stof en water dat vrijkomt bij het baggeren van (delen van) de waterbodem.
inrichting voor de opslag en verwerking van baggerspecie.
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
een onderneming gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan-huis-gebonden beroepen daaronder niet begrepen.
het via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon exploiteren en beheren van een verblijfsrecreatief complex, gericht op het als onderneming jaarlijks aanbieden van recreatief verblijf aan meerdere, steeds wisselende personen.
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein.
een overnachtingsaccommodatie gericht op het bieden van een mogelijkheid voor toeristisch verblijf met het serveren van ontbijt. Een bed&breakfast is gevestigd in een woonhuis of bijgebouw, wordt gerund door de eigenaren van de betreffende woning en heeft maximaal 10 gasten.
afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
bedrijven zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
in het kader van duurzaam waterbeheer, tegen betaling toestaan van het onder water laten lopen van land als calamiteitenberging of het gebruik van land als baggerdepot.
halfronde of min of meer halfronde, al dan niet verplaatsbare constructies overtrokken met lichtdoorlatend materiaal anders dan glas, bestemd voor (agrarisch) gebruik als kweekkas.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
een vrijstaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.
een horecabedrijf, niet zijnde een discotheek of bar/dancing, uitsluitend of overwegend gericht op het verstrekken van dranken voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid.
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met ouderdom en/of historische gaafheid.
rijks- en gemeentelijke monumenten.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus, kapsalons, pedicures, wasserettes, makelaarskantoren, internetwinkels en bankfilialen.
niet-gemotoriseerde recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, skaten, paardrijden, vissen, zwemmen en natuurobservatie.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder (Wgh).
bedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer, die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken.
objecten categorie I:
objecten categorie II:
objecten categorie I:
objecten categorie II:
objecten categorie III:
objecten categorie IV:
objecten categorie V:
de grens van de zone, zoals bedoeld in artikel 40 en artikel 41, leden 1 en 2, van de Wet geluidhinder.
het niet bedrijfsmatig gebruiken van gronden voor het hobbymatig houden van vee en/of telen van agrarische producten.
een gebouw, dat geheel of vrijwel geheel bestaat uit glas of ander doorzichtig materiaal en dat dient voor het hobbymatig telen van planten.
een gebouw, dat op een perceel door zijn aard, functie, constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf.
een bedrijf, gericht op de aanleg, de inrichting en het onderhoud van tuinen en groen, met gebruikmaking van de daarbij behorende materialen en gereedschappen, zonder dat detailhandel wordt uitgeoefend.
inwoning is het verblijven in een huishouden waarbij sprake is van gemeenschappelijke voorzieningen en een gezamenlijke toegang.
niet als een bouwwerk aan te merken vouwwagens, kampeerauto's, caravans of hiermee gelijk te stellen onderkomens, die bestemd zijn voor recreatief verblijf en waarbij de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.
bouwwerken van glas of ander lichtdoorlatend materiaal (ten behoeve van de agrarische bedrijfsvoering) met een hoogte van 1,5 m of meer, trek-, tunnel-, schaduw-, boog- en gaaskassen daaronder begrepen.
een voorziening waarop ter wille van kinderen dieren worden gehouden.
het in of bij de woning door de bewoner op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten, waarvoor geen melding- of vergunningplicht op grond van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer geldt en waarbij de woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt met een ruimtelijke uitstraling die daarbij past.
voorzieningen, zoals aanlegsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden en banken, ten behoeve van activiteiten, zoals wandelen, fietsen, vissen, zwemmen, kanoën en natuurobservatie.
de aan een gebied toegekende waarde met betrekking tot het waarneembare deel van het aardoppervlak, die wordt bepaald door de herkenbaarheid en de identiteit van de onderlinge samenhang tussen levende en niet-levende natuur.
een bedrijf dat gericht is op het lesgeven in paardrijden aan derden en daarvoor paarden en/of pony's houdt, zulks in combinatie met een of meer van de volgende nevenactiviteiten of voorzieningen: het in pension houden van paarden en pony's, kantinevoorziening, een verkooppunt voor paardrijartikelen en het houden van wedstrijden of andere evenementen.
het bieden van zorg aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband.
een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen algemeen erkende en onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen op het gebied van natuur en landschap.
de aan een gebied toegekende waarden in verband met de aanwezige flora en fauna.
door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm, zoals deze luidde op het moment van vaststelling van het plan.
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak.
een terrein, zonder verdere voorzieningen, waarbinnen een straal van tien meter rond de paal vrij mag worden gekampeerd en overnacht.
een agrarisch bedrijf dat uitsluitend is gericht op het fokken van paarden, de verkoop van gefokte paarden en het houden van paarden ten behoeve van de fokkerij.
een bedrijf, waarvan de activiteiten uitsluitend of in hoofdzaak bestaan uit het houden van paarden van derden; hieronder wordt verstaan de verhuur van stalling met accommodatie en/of weiland en het verzorgen van paarden.
het houden van paarden en/of pony's ten behoeve van verhuur en eigen gebruik, alsmede het bieden van gelegenheid aan derden om hun paarden en/of pony's in pension te stallen en te weiden.
voor gebouwen die onmiddellijk aan de weg grenzen: de hoogte van die weg;
in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.
een gedeelte van een terrein bestemd voor de plaatsing van een kampeermiddel, inclusief bij dat kampeermiddel behorende ondergeschikte onderkomens, zoals bijzettenten, gedurende het gehele jaar.
een permanent ter plaatse aanwezig gebouw, geen woonkeet en geen caravan of andere constructie op wielen zijnde, dat bedoeld is om uitsluitend door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar te worden gebruikt.
op rails verrijdbare kassen die met ten minste één positie gevestigd zijn in het bouwvlak.
gebouwen ten behoeve van de agrarische bedrijfsvoering met een hoogte van 3 m of meer, waarvan alleen het dak bestaat uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal.
een gedeelte van een terrein bestemd voor de plaatsing van een kampeermiddel, inclusief bij het kampeermiddel behorende ondergeschikte onderkomens, zoals bijzettenten, uitsluitend gedurende het zomerseizoen.
de Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze regels deel uitmaakt.
de Staat van Horeca-activiteiten die van deze regels deel uitmaakt.
een gedeelte van een terrein bestemd voor de plaatsing van een kampeermiddel, inclusief bij dat kampeermiddel behorende ondergeschikte onderkomens, zoals bijzettenten.
een gebouw dat in zijn geheel kan worden verplaatst en is bestemd voor recreatief verblijf, waarbij de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.
kassen, schuur-, tunnel- en boogkassen hoger dan 1,5 m.
uitgespreid afdekmateriaal, afdekmateriaal met ondersteunende constructie (lage, niet menstoegankelijke tunnels) bestemd voor vollegrondsgroente-, fruit-, bloemen-, planten- en bomenteelt die, afhankelijk van gebiedskenmerken, maximaal 3 tot 6 maanden op dezelfde locatie gebruikt mogen worden.
een gedeelte van een terrein bestemd voor de plaatsing van een kampeermiddel, inclusief bij dat kampeermiddel behorende ondergeschikte onderkomens, zoals bijzettenten, gedurende een beperkte periode van het jaar.
verankerde menstoegankelijke kassen met een tijdelijk karakter, behorende bij een vollegrondsgroente-, fruit-, bloemen-, planten- en bomenteeltbedrijf ter teeltondersteuning.
voor verblijf geschikte – al dan niet aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken – voer- en vaartuigen, arken, caravans, tenten en andere soortgelijke constructies, voor zover geen bouwwerken en geen kampeermiddelen zijnde.
gronden waarop voor particulier gebruik op recreatieve wijze voedings- en siergewassen worden geteeld.
een concentratie van bebouwing dat niet meer in gebruik is voor de uitoefening van een volwaardig agrarische bedrijf en waar geen mogelijkheden meer zijn in de toekomst een agrarisch bedrijf op te starten.
de hoogte van het water ten opzichte van NAP (Normaal Amsterdams Peil).
bedrijven, zoals bedoeld in Onderdeel D, van Bijlage 1 van het Besluit omgevingsrecht, die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken.
een complex van ruimten dat dient voor de zelfstandige huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn aan de zijkant(en) van dat hoofdgebouw tussen de denkbeeldige lijnen in het verlengde van de voor- en achtergevel.
de opvang van kinderen, volwassenen of gehandicapten, hetzij als niet-agrarische neventak, hetzij als vervolgfunctie op een agrarisch bouwperceel, waarbij het meewerken in het agrarisch bedrijf of bij het kleinschalig en/of hobbymatig uitoefenen van agrarische activiteiten een wezenlijk onderdeel is van resocialisatie of therapie.
de periode van 15 maart tot en met 31 oktober.
Bij de toepassing van deze planregels wordt als volgt gemeten:
de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstand het kleinst zijn.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidsmuren.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot/de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.
vanaf het waterpeil tot aan het hoogste punt van het woonschip, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antenne-installaties en naar de aard daarmee gelijk te stellen onderdelen.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
tussen de buitenzijde van de zijwanden, neerwaarts geprojecteerd op het niveau van het waterpeil.
de gebruiksvloeroppervlakte volgens NEN 2580.
De voor 'Agrarisch met waarden – Landschapswaarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met de daarbij behorende:
Tabel 3.1 Niet-agrarische nevenfuncties die rechtsreeks toegestaan zijn
nevenfunctie | toegestaan aantal m² | |
bebouwing | gebruik van onbebouwde gronden | |
verkoop aan huis van eigen producten (eventueel be- of verwerkt) | 200 | - |
opslag en stalling van agrarische producten in de bestaande bebouwing | 500 | - |
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten | 200 | - |
agrarisch natuur- en landschapsbeheer | - | gehele boerenland |
blauwe diensten (waterberging) | - | gehele boerenland |
wandel- fiets- of ruiterpaden over het boerenland | - | gehele boerenland |
boerengolf | 200 | 20.000 |
aan-huis-gebonden beroep | 100 | - |
natuur- en milieueducatie rondleidingen | 100 | gehele boerenland |
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
max. aantal per bouwvlak | max. oppervlak | max. inhoud | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |
bedrijfswoning (inclusief aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen) | één, tenzij middels een maatvoeringaanduiding anders is aangegeven | 750 m³ | 6 m | ||
bedrijfsgebouwen (niet zijnde kassen) ten behoeve van de agrarische bedrijfsvoering | gehele bouwvlak | 6 m | |||
silo's | 12 m | ||||
mestsilo's, mestzak of mestbassin | 2.500 m³ | 6 m | |||
erf- of terreinafscheidingen: - voor de voorgevel - buiten het bouwvlak - overige plaatsen |
1 m 1 m 2 m |
||||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde (m.u.v. erf- of terreinafscheidingen) | 3 m |
||||
Maximale bouwdiepte | Maximale verstoringsdiepte | ||||
specifieke bouwaanduiding - 1 | -1,1 m | -1,1 m | |||
specifieke bouwaanduiding - 2 | -1,4 m | -1,4 m | |||
specifieke bouwaanduiding - 3 | -1,7 m | -1,7 m |
|||
specifieke bouwaanduiding - 4 | -2,4 m | -2,4 m |
Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van volwaardige agrarische bedrijven middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2 onder a voor het overschrijden van een agrarisch bouwvlak, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders kunnen middels een omgevingsvergunning afwijken van de maximale inhoudsmaat voor de opslag van dierlijk mest binnen het bouwvlak zoals aangegeven in lid 3.2 onder e, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders kunnen middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2 onder a ten behoeve van de opslag van dierlijk mest buiten het bouwvlak, met inachtneming van het volgende:
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1 ten behoeve van een of meer van de nevenfuncties die in tabel 3.2 zijn aangegeven, met inachtneming van de tabel en het volgende:
Tabel 3.2 Niet-agrarische nevenfuncties waarvoor ontheffing kan worden verleend
nevenfuncties | toegestaan aantal m² | |
bebouwing in gebruik | gebruik van onbebouwde gronden | |
agrarisch handels- en exportbedrijf | 500 | - |
agrarisch loonbedrijf | 500 | - |
veehandelsbedrijf, foeragehandel, paardenhandel | 200 | - |
veearts met praktijkruimte | 200 | - |
hoefsmederij | 200 | - |
africhtingsbedrijf voor paarden | 200 | 800 |
opslag en stalling van niet-agrarische producten, uitgezonderd consumentenvuurwerk (bijvoorbeeld caravans) | 500 | - |
windenergie, windturbines tot 15 m totale hoogte (inclusief wieken)1, maximaal 1 per bedrijf | - | - |
duurzame energie, biomassa vergisting | 1.000 | - |
kinderboerderij | 100 | 1.500 |
paardenstalling (inclusief exploitatie paardenkoets)/paardenpension (inclusief paardenbak) | 200 | 800 |
kano-, (roei- of elektrische) boot- of fietsenverhuur. | 100 | 100 |
theetuin | 50 | 100 |
kampeerboerderij | 200 | - |
kleinschalig kamperen | 100 | max. 25 kampeereenheden met een maximum van 5.000 m² |
survivalactiviteiten, excursiebedrijf | 100 | gehele boerenland |
sociale functie (zorgboerderij, kinderopvang, resocialisatie) | 50-2002 | gehele boerenland |
museum/tentoonstellingsruimte | 200 | - |
dierenpension, hondenfokkerij | 200 | - |
Burgemeester en wethouders kunnen middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1 en artikel 6 ten behoeve van het creëren een zelfstandige woonvorm in een bijgebouw of een niet via het hoofdgebouw toegankelijke aanbouw ten behoeve van mantelzorg met inachtneming van het volgende:
Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van burgemeester en wethouders (sloopvergunning) gebouwen te slopen, met dien verstande dat een omgevingsvergunning kan worden verleend voor de sloop van de woning en overige gebouwen, zoals bedoeld in lid 3.2 onder g, indien in aanvullend onderzoek is aangetoond dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van de realisatie van een nieuw agrarisch bouwvlak op gronden met de bestemming Agrarisch met waarden – Landschapswaarden met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van het vergroten van een bouwvlak met de bestemming Agrarisch met waarden - Landschapswaarden met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van de omschakeling naar fruitteeltbedrijven met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders zijn, indien sprake is van een algehele bedrijfsbeëindiging van een ter plaatse gevestigd bedrijf, bevoegd de bestemming van het betreffende agrarische bouwvlak te wijzigen ten behoeve van de in tabel 3.3 genoemde vervolgfuncties, met inachtneming van het volgende:
Tabel 3.3 Vervolgfuncties waarvoor gebruikgemaakt kan worden van een wijzigingsbevoegdheid
vervolgfunctie |
wonen |
veehandelsbedrijf, foeragehandel, paardenhandel |
africhtingsbedrijf voor paarden |
veearts met praktijkruimte |
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten |
opslag en stalling van niet-agrarische producten, uitgezonderd consumentenvuurwerk |
categorie 3 bedrijven die naar aard en schaal gelijk te stellen zijn aan een categorie 2 bedrijf |
overige bedrijven (categorie 1 en 2 van de bedrijvenlijst uit de VNG-uitgave Bedrijven en milieuzonering) |
kinderboerderij |
paardenstalling (inclusief exploitatie paardenkoets)/paardenpension (inclusief paardenbak) |
manege/rijschool |
kampeerboerderij |
kleinschalig kamperen |
aan-huis-gebonden beroep |
sociale functies (zorgboerderij, kinderopvang, resocialisatie) |
museum/tentoonstellingsruimte |
dierenpension, hondenfokkerij |
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van het realiseren van landgoederen, voor zover deze aansluiten op en zorgen voor een versterking van de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur, de Randstadgroengebieden en de bestaande recreatiegebieden, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouder zijn bevoegd om ten behoeve van de realisatie van ecologische verbindingszones de bestemming Agrarisch met waarden – Landschapswaarden te wijzigen in de bestemming Natuur, met inachtneming van het volgende:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Contouren geluidsbelasting (4,5 m maatgevende hoogte)
wegvak | afstand 48 dB-contour 1) |
Overige wegen | 10 m |
1) Alle waarden met aftrek volgens artikel 110g Wgh.
Onverminderd hetgeen in hoofdstuk 2 is bepaald, dient ten minste de volgende afstand in acht genomen te worden tussen landbouwbedrijven en gevoelige objecten:
inrichting waar landbouwhuisdieren worden gehouden | inrichting waar geen landbouwhuisdieren worden gehouden | ||
minimumafstand tot objecten categorie I en II | 100 m | 50 m | |
minimumafstand tot objecten categorie III, IV en V | 50 m | 25 m |
Onverminderd hetgeen in hoofdstuk 2 is bepaald, dient ten minste de volgende afstand in acht genomen te worden tussen kassen en gevoelige objecten:
soort objecten | aan te houden afstand | |
indien kassen voor 1 mei 1996 zijn opgericht (met inbegrip van eventuele uitbreidingen) | indien kassen na 30 april 1996 zijn opgericht | |
categorie I | 25 m | 50 m |
categorie II | 10 m | 25 m |
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingsgrenzen, aanduidingen en bestemmingsregels worden overschreden door:
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, de volgende regels:
Het gebruik van bijgebouwen als zelfstandige of afhankelijke woonruimte is niet toegestaan.
Bed&breakfast in en bij woningen is toegestaan onder de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen – tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijkingen kan worden verleend –middels een omgevingsvergunning afwijken van de planregels voor:
Afwijking wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen ten behoeve van tijdelijke kampeerterreinen met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in hoofdstuk 2 ten behoeve van kleinschalige horeca, onder de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.4.1, lid g, indien is gebleken dat op basis van een toestemming, als bedoeld in artikel 2.7, tweede lid van de Wet natuurbescherming, er per saldo geen toename is in stikstofdepositie (mol/ha/jaar) op voor stikstof gevoelige habitats in Natura 2000 gebieden ten opzichte van de stikstofdepositie (mol/ ha/jaar) als gevolg van het bestaande planologisch legale gebruik van de gronden en bouwwerken ten tijde van de vaststelling van het plan.
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
Indien toepassing van het overgangsrecht voor bouwwerken of gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard jegens een of meer natuurlijke personen kunnen burgemeester en wethouders ten behoeve van die persoon of personen dat overgangsrecht buiten toepassing laten.
Deze regels worden aangehaald onder de naam 'Regels van het bestemmingsplan Buitendijk-Land van Esseweg'.