Plan: | Walsland 44, Vianen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1961.bpVIwalsland44-VA01 |
het bestemmingsplan Walsland 44, Vianen met identificatienummer NL.IMRO.1961.bpVIwalsland44-VA01 van de gemeente Vijfheerenlanden;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een gebouw dat aangebouwd is aan een woning of woongebouw en rechtstreeks van daaruit toegankelijk is;
de gemeentelijke (beleids)archeoloog of een andere door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige op het gebied van de archeologie;
terrein dat van algemeen belang is wegens de daar aanwezige zaken die ten minste 50 jaar geleden zijn vervaardigd en die van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarde;
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het belang voor de archeologie en de kennis van de beschavingsgeschiedenis;
het verrichten van werkzaamheden met als doel het verzamelen van kennis en wetenschap van bekende of verwachte overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit het verleden;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
het percentage dat aangeeft tot welke oppervlakte het bouwperceel of een ander in deze regels bepaald vlak, mag worden bebouwd;
een bedrijf dat vanwege zijn kleinschalige omvang en geringe invloed op de omgeving kan worden uitgeoefend in of bij een woning, door de gebruik(st)er van die woning, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is, waaronder bed&breakfast niet is begrepen;
een dienstverlenend of kunstzinnig beroep, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend, door de gebruik(st)er van die woning, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
het gebied dat bij ministeriële beschikking nr. 179.814 I, d.d. 23 juni 1975 is aangewezen als beschermd stadsgezicht in de zin van de Monumentenwet 1988;
een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan legaal is, wordt of mag worden gebouwd;
een gebruik dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan legaal wordt of mag worden uitgeoefend;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
bevoegd gezag als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
een gebouw dat architectonisch ondergeschikt is aan het op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en ten dienste staat van dat hoofdgebouw;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren en leveren van goederen voor gebruik, verbruik of aanwending overwegend anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
een commissie als bedoeld in artikel 15 van de Monumentenwet 1988;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
de beleidsregels parkeren van de gemeente Vijfheerenlanden, zoals vastgelegd in de 'Nota Parkeerbeleid gemeente Zederik’ vastgesteld d.d. 24 november 2014, de ‘Nota Parkeernormen Vianen’ vastgesteld d.d. 23 april 2013 en de ‘Beleidsnota parkeernormen Leerdam’ vastgesteld d.d. 13 november 2009, dan wel de opvolger daarvan;
aangeduide lijn die aangeeft welk deel van het erf met gebouwen mag worden bebouwd, waarbij de plaatsaanduiding 'achter de gevellijn' ziet op die zijde van de gevellijn waar ook het bouwvlak is geprojecteerd;
een of meer panden of gebouwen, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
een huishouden bestaat uit één of meer personen die op hetzelfde adres wonen en een economisch-consumptieve eenheid vormen. Van een huishouden is slechts sprake indien er bloedverwantschap, huwelijksbinding of een daaraan in intensiteit en continuïteit gelijk te stellen mate van binding tussen de bewoners is;
het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en etenswaren voor gebruik ter plaatse, en van logies en het bedrijfsmatig exploiteren van zalen, een en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;
woonvorm waarbij een pand door meerdere personen die geen gezamenlijke huishouden vormen wordt bewoond, en waarbij sprake is van woonruimtes waarbij afzonderlijke huishoudens afhankelijk zijn van één of meer gedeelde wezenlijke voorzieningen (keuken, douche en/of toilet) buiten de woonruimte;
woonruimte, welke geen eigen toegang heeft en welke niet door een huishouden zelfstandig kan worden bewoond, zonder dat dit huishouden daarbij afhankelijk is van wezenlijke voorzieningen (keuken, douche en/of toilet) buiten die woonruimte;
een overdekt bouwwerk zonder eigen wanden;
het historische beeld van zone C van het beschermde stadsgezicht Vianen dat bepaald wordt door de hoofdstructuur van straten en wegen, benevens de hoogte van de bebouwing;
de totale vloeroppervlakte van ruimten -met een binnenwerkse hoogte van meer dan 1,5 m- binnen gebouwen;
fietsen, bromfietsen, gehandicaptenvoertuigen, motorvoertuigen en wagens;
de naar de weg en/of fiets- en voetpad gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig dient te worden aangemerkt;
ruimte waar detailhandel via internet plaatsvindt, waarbij:
het gehuisvest zijn in een woning of wooneenheid conform het begrip 'woning' of 'wooneenheid';
een complex van ruimten, dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
in geval van dakkapellen of dakopbouwen, waarvan de gezamenlijke breedte meer bedraagt dan 1/3 van de voorgevelbreedte respectievelijk 1/2 van de achtergevelbreedte van het betreffende gebouw, is de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel van de dakkapellen of dakopbouwen maatgevend voor het meten van de goothoogte;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk, inclusief de maat van de verticale projectie van dakoverstekken in het geval dat die maat meer dan 1 m bedraagt.
Bij onduidelijkheid betreffende de wijze van meten in een bepaald geval beslissen burgemeester en wethouders.
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend met de bestemming verband houdende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan hierna is aangegeven:
Bouwwerken | max. bouwhoogte |
licht- en andere masten | 6 m |
speeltoestellen en beeldende kunstwerken | 5 m |
overige bouwwerken | 3 m |
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in de in lid 4.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd met de bestemming verband houdende gebouwen, waaronder begrepen woningen, aan- of uitbouwen, bijgebouwen en gebouwen ten dienste van de in lid 4.1, bedoelde functies, en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Voor het bouwen binnen het bouwvlak gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in sublid 4.2.2, onder c:
mits het advies van de Erfgoedcommissie is ingewonnen.
Het is verboden de in lid 4.1 bedoelde gronden te gebruiken voor:
Een woning en daarbij behorende aan- of uitbouwen en bijgebouwen mogen worden gebruikt voor de uitoefening van een beroep of bedrijf aan huis, mits:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' dient een erfafscheiding te worden gerealiseerd en in stand te worden gehouden met een minimale hoogte van 0,8 meter en een maximale hoogte van 1,2 meter.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het toegestane gebruik van een woning en/of wooneenheid door kamergewijze verhuur en / of woon (zorg) initiatieven met meerdere huishoudens toe te staan mits het:
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud en bescherming van aanwezige en beschermde archeologische monumenten.
Voor het bouwen op of in de in lid 5.1 bedoelde gronden gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 5.2, onder b, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden geschaad.
Burgemeester en wethouders kunnen de volgende voorschriften aan de in sublid 5.3.1 bedoelde omgevingsvergunning verbinden:
Alvorens burgemeester en wethouders beslissen over een in sublid 5.3.1 bedoelde omgevingsvergunning winnen zij bij de archeologisch deskundige schriftelijk advies in omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning archeologische waarden onevenredig worden of kunnen worden aangetast, en welke regels aan de vergunning zouden moeten worden verbonden.
Het is verboden zonder een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op of in de in lid 5.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het in sublid 5.4.1 bedoelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden:
De omgevingsvergunning wordt slechts verleend, indien de in sublid 5.4.1 bedoelde werken of werkzaamheden niet zullen leiden tot een verstoring van de archeologische waarden, of indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
Burgemeester en wethouders kunnen aan een in sublid 5.4.1 bedoelde omgevingsvergunning de volgende voorschriften verbinden:
Alvorens burgemeester en wethouders beslissen over een in sublid 5.4.1 bedoelde omgevingsvergunning winnen zij bij de archeologisch deskundige schriftelijk advies in omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning archeologische waarden onevenredig worden of kunnen worden aangetast, en welke regels aan de vergunning zouden moeten worden verbonden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen zodanig dat de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 1' naar ligging wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleind en in voorkomend geval wordt verwijderd, voorzover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.
De voor 'Waarde - Beschermd stadsgezicht' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
Voor het bouwen op of in de in lid 6.1 bedoelde gronden gelden de volgende regels:
Algemeen
Daken en dakhelling
Situering gevels
Voorgevelbreedte
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 6.2:
mits het advies van de Erfgoedcommissie is ingewonnen.
Het is verboden zonder een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op of in de in lid 6.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het in sublid 6.4.1 bedoelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in sublid 6.4.1 wordt slechts verleend, indien:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud, afstand tot enige grens van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de ter zake geldende wet- en regelgeving tot stand zijn gekomen, minder dan wel meer bedraagt dan in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud, afstand of plaats in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan.
Dakkapellen en gevelopbouwen mogen voor zover gebouwd aan de naar de weg gekeerde zijde van een gebouw een breedte hebben van ten hoogste een derde van de breedte van deze zijde van dat gebouw en voor zover gebouwd aan de achtergevel van een gebouw een breedte hebben van ten hoogste de helft van de breedte van de achtergevel van dat gebouw en mits de hoogte van de dakkapel of gevelopbouw, gemeten ten opzichte van de goothoogte van de onderliggende gevel niet meer bedraagt dan 3 m.
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in sublid 8.2.1 voor dakkapellen tot over de volle breedte van een gebouw, mits advies wordt ingewonnen bij de Erfgoedcommissie.
Ondergeschikte delen van een bouwwerk mogen de bouwgrens als volgt overschrijden:
Een gebruik in strijd met het bestemmingsplan is in ieder geval het gebruik:
Indien de ligging, de omvang of de bestemming van een gebouw daartoe aanleiding geeft, moet volgens CROW-publicatie 381 'Toekomstbestendig parkeren, van parkeerkencijfers naar parkeernormen', parkeerruimte zijn aangebracht en in stand gehouden in, op of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein bij dat gebouw. Indien de beleidsregels gedurende de planperiode wijzigen, gelden de gewijzigde regels.
Het college van burgemeester en wethouders kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 9.2.1 mits dit geen onevenredige afbreuk doet aan de parkeersituatie en;
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning nadere eisen stellen ten aanzien van maatvoering van de parkeervoorzieningen indien dit, gelet op de feitelijke omstandigheden, noodzakelijk is.
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone - dijk 2 ' zijn de gronden naast de voor die gronden aangewezen bestemmingen, aangeduid als buitenbeschermingszone van de primaire waterkering.
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het plan:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, voorzover daaraan behoefte bestaat en zulks het belang van een goede ruimtelijke ontwikkeling van het in het plan begrepen gebied niet schaadt, de ligging van grenzen van bestemmings- en bouwvlakken en aanduidingen te wijzigen zodanig, dat:
mits, naar gelang de ligging van de bedoelde grenzen ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - C', het Stadsbeeld C, door de wijziging niet onevenredig wordt aangetast.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Walsland 44, Vianen'.