Voorliggend wijzigingsplan betreft de juridisch-planologische regeling die de wijziging van 'Agrarisch' naar 'Wonen' voor het perceel Molenstraat 43 mogelijk maakt. De bestaande bedrijfswoning wordt omgezet naar een reguliere woning. Er worden geen woningen op het perceel toegevoegd.
In het plangebied is er geen sprake van het toevoegen van gevaarlijke functies en er is geen sprake van de toevoeging van een kwetsbaar object. Verder zijn in de omgeving van het plangebied geen risicovolle inrichtingen aanwezig die van invloed kunnen zijn op het plangebied.
Wel ligt het plangebied binnen het invloedsgebied, maar buiten de 200 meter zone, van de Waal en is er een buisleiding gelegen ten noorden van het perceel.
Op grond van artikel 9 van het Bevt en artikel 12 van het Bevb is Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (VRGZ) in de gelegenheid gesteld om advies uit te brengen over de verantwoordingselementen bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid. Zij heeft op 17 februari 2021 laten weten dat zij akkoord gaat met het gebruik van de onderstaande uitwerking van de aspecten zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid vanwege de Waal en de buisleiding. Relevant hierbij is ook dat het ruimtelijke besluit geen betrekking heeft op het mogelijk maken van een (nog niet aanwezig) "zeer kwetsbaar gebouw", bestemd voor verminderd zelfredzame personen.
De Waal
Uit de regionale signaleringskaart externe veiligheid blijkt dat het aspect externe veiligheid relevant is vanwege het vervoer van gevaarlijke stoffen over de Waal. Het plangebied ligt namelijk binnen het invloedsgebied van deze transportroute, waarbij personen kunnen overlijden als rechtstreeks gevolg
van een zwaar ongeval met toxische stoffen. Het plangebied ligt echter buiten een veiligheidszone,
een plasbrandaandachtsgebied en de meest relevante zones voor het groepsrisico (de 200 meter zones). Op grond van artikel 7 van het Bevt moet in dergelijke gevallen worden ingegaan op de mogelijkheden voor:
- de bestrijdbaarheid van een zwaar ongeval op deze transportroute en;
- de zelfredzaamheid met betrekking tot nog niet aanwezige (beperkt) kwetsbare objecten binnen het plangebied.
Bestrijdbaarheid van de omvang van een ramp of zwaar ongeval
Bij een calamiteit, waarbij toxische stoffen (kunnen) vrijkomen, zal de brandweer inzetten op het beperken of voorkomen van effecten. Deze inzet zal voornamelijk plaatsvinden bij de bron. De brandweer richt zich dan niet direct op het bestrijden van effecten in of nabij het plangebied.
De mogelijkheden voor bestrijdbaarheid worden daarom niet verder in beschouwing genomen. De mogelijkheden voor bestrijdbaarheid wijzigen niet als gevolg van de beoogde functiewijziging.
Mogelijkheden tot zelfredzaamheid
Bij een calamiteit, waarbij toxische stoffen (kunnen) vrijkomen, is het belangrijk dat de aanwezigen in het plangebied worden geïnformeerd hoe te handelen bij dat incident. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de zogenaamde waarschuwings- en alarmeringspalen (WAS-palen) of NLalert. Bij het genoemde incidentscenario is het advies om te schuilen in een gebouw en de ramen, deuren en ventilatieopeningen te sluiten. In het plangebied zijn voldoende mogelijkheden aanwezig om dit advies tijdig op te volgen.
Buisleiding A-555
Tussen de Hermoesestraat en de Molenstraat ligt een hogedrukaardgasleiding, deze ligt op geruime afstand van het plangebied (circa 165 meter). Uit de regionale signaleringskaart blijkt dat het plangebied ligt binnen het invloedsgebied van deze buisleiding (490 meter aan beide zijden van de leiding). Het plangebied ligt ook binnen de 100% letaliteitsgrens (190 meter). Op grond van art. 12 van het Bevb moet in dat geval worden ingegaan op de mogelijkheden voor:
- de personendichtheid binnen het invloedsgebied;
- de hoogte van het groepsrisico;
- de bestrijdbaarheid van een zwaar ongeval in verband met een lekkage of breuk van de leiding; en
- de zelfredzaamheid met betrekking tot (beperkt) kwetsbare objecten binnen het plangebied.
Personendichtheid en groepsrisico
De buisleiding heeft een plaatsgebonden risico uitsluitend ter plaatse van de buisleiding. Het uitvoeren van groepsrisicoberekeningen is vooral van belang om te bevestigen dat het berekende groepsrisico lager is dan 10% van de oriënterende waarde, waardoor geen uitgebreide verantwoording van het groepsrisico nodig is. Gelet op de zeer lage personendichtheid binnen de 100% letaliteitszones (tot 190 m) van het relevante traject van de buisleiding A-555 (tot 1 km aan weerszijden van het plangebied), mag worden verwacht dat het groepsrisico verwaarloosbaar is. In ieder geval is het groepsrisico ruimschoots lager dan 10% van de oriënterende waarde. Hierdoor is het duidelijk dat geen uitgebreide verantwoording van het groepsrisico nodig is. Bovendien is er tevens geen verandering van het groepsrisico gezien het initiatief slechts een wijziging van gebruik betreft, waarmee er geen sprake is van een toename van het aantal personen ter plaatse.
Het maatgevende scenario met betrekking tot de aardgastransportleiding A-555 is een fakkelbrand door een leidingbreuk ter hoogte van het plangebied. De kans op een dergelijk ongeval is zeer
klein, maar de mogelijke gevolgen kunnen groot zijn.
Bestrijdbaarheid
Calamiteiten met hogedruk aardgastransportleidingen doen zich alleen voor als een leiding beschadigd raakt en gas ontsnapt. Een fakkelbrand is daarbij het maatgevende scenario. Bestrijding van het maatgevende scenario is in beginsel niet mogelijk. Uitgaande van een fakkelbrand ter hoogte van het plangebied, moet men er vanuit gaan dat vanwege de intense hittestraling de brandweer het plangebied pas kan betreden, nadat de fakkel gedoofd is. Op dat moment kan pas worden begonnen
met de bestrijding van de door de fakkelbrand ontstane omgevingsbranden. De fakkel zal pas doven nadat de Gasunie de leiding heeft afgesloten/ingeblokt, dit kan tot een uur na aanvang duren.
De inzet van de hulpdiensten zal gericht zijn op het voorkomen en bestrijden van secundaire branden. Gezien de omvang van het te verwachten effectgebied zal over het algemeen de inzet van een
brandweercompagnie (ongeveer honderd man brandweerpersoneel en bijbehorend materieel) noodzakelijk zijn. Volgens de landelijke richtlijn vergt het formeren van een brandweercompagnie 45 minuten. Gezien de hoeveelheid personeel, materieel en de omvang van het te verwachten effectgebied dienen de bereikbaarheid en de blus/koelwatervoorzieningen vooral op gebiedsniveau te worden beoordeeld. Het grote aantal slachtoffers dat bij incidenten met hogedruk aardgastransportleidingen kan vallen, zal de capaciteit van de geneeskundige hulpverlening in veel gevallen te boven gaan.
Zelfredzaamheid
Uitgaande van een fakkelbrand op een ongunstige locatie, dichtbij het plangebied, moet men er rekening mee houden dat het pand binnen enige tijd zal gaan branden. Gezien de intense hittestraling is het waarschijnlijk dan niet mogelijk om het plangebied te ontvluchten. Bij een fakkelbrand ter hoogte van het plangebied is het dan ook waarschijnlijk dat bewoners dit niet zullen overleven.
Indien een fakkelbrand op een grotere afstand van het plangebied optreedt, is het schuilen in een gebouw in principe de beste optie. Na verloop van tijd zal de hittebelasting afnemen en dan is ontvluchting van het pand wellicht wel mogelijk. In geval van een calamiteit met de gasleiding dient tijdig te worden gewaarschuwd. Dit gebeurt normaliter door het in werking stellen van het WAS (Waarschuwings- en alarmsysteem) of een melding via NL-alert. Een fakkelbrand is echter ook zichtbaar, hoorbaar en de hittestraling is duidelijk voelbaar voor aanwezigen, waardoor de effectieve strategie voor zelfredzaamheid door aanwezigen juist kan worden ingeschat.