direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Paraplubestemmingsplan Archeologie
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1954.BPArcheologie-VA01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding en doel

In 2007 heeft RAAP een archeologische verwachtings- en cultuurhistorische advieskaart opgesteld voor Parkstad Limburg gemeenten (Heerlen, Kerkrade, Brunssum, Landgraaf, Onderbanken, Nuth, Voerendaal en Simpelveld). In 2013 zijn de kaarten voor Onderbanken en Nuth geactualiseerd. In 2012 is door BAAC een archeologische inventarisatie, verwachtings- en beleidsadvieskaart voor de gemeente Schinnen vervaardigd. Ondertussen zijn de gemeente Onderbanken, Nuth en Schinnen samengevoegd tot de gemeente Beekdaelen (1 januari 2019). Daarom is er in opdracht van de gemeente Beekdaelen in september 2022 een (nieuwe) archeologische verwachtings- en beleidskaart voor de gemeente Beekdaelen opgesteld. Deze (nieuwe) archeologische verwachtings- en beleidskaart is door de gemeenteraad vastgesteld op 31 oktober 2023.

Het doel om te komen tot deze (nieuwe) archeologische verwachtings- en beleidskaart was:

  • Het samenvoegen van de verwachtingskaart van de oude gemeenten Onderbanken, Nuth en Schinnen.
  • Het actualiseren van de gegevens omtrent archeologische vindplaatsen, monumenten en onderzoeken.
  • Het 'opschonen' van de gegevens over archeologische vindplaatsen.
  • Het toevoegen van historische bebouwing zoals aangeduid op de gedetailleerde minuutplannen uit de periode 1815 -1832
  • Het formuleren van aanbevelingen ten aanzien van de verschillende verwachtingszones.

Deze (nieuwe) archeologische verwachtings- en beleidskaart geeft inzicht in de aanwezige en verwachte aanwezigheid van archeologische resten in de gronden van het gemeentelijk grondgebied van Beekdaelen. In zijn algemeenheid wordt door de gemeente Beekdaelen gestreefd naar het behoud en beheer van archeologische waarden als bron van kennis en cultuurbeleving.

In de huidige ruimtelijke plannen (bestemmingsplannen, wijzigingsplannen, uitwerkingsplannen) van de gemeente Beekdalen is het archeologische beleid verankerd door middel van diverse dubbelbestemmingen Waarde - Archeologie (afhankelijk van de archeologische waarden) met een daarbij behorende regeling. Echter deze dubbelbestemmingen zijn gebaseerd op de 'oude' archeologische verwachtings- en beleidskaarten van de betreffende voormalige gemeenten (Onderbanken, Nuth en Schinnen). Om de (nieuwe) archeologische verwachtings- en beleidskaart, zoals vastgesteld voor het grondgebied van de gemeente Beekdaelen, van 'kracht' te laten zijn wordt door middel van een paraplubestemmingsplan 'Archeologie' voorzien in een actuele regeling voor de geldende ruimtelijke plannen. Het voorliggende bestemmingsplan betreft dit paraplubestemmingsplan.

1.2 Begrenzing plangebied

Het plangebied van voorliggend bestemmingsplan wordt gevormd door de plangebieden van de afzonderlijke ruimtelijke plannen (bestemmingsplannen, wijzigingsplannen, uitwerkingsplannen) die ten tijde van de vaststelling van dit bestemmingsplan gelden (zie de tabel in paragraaf 1.3).

Hieronder is een kaartuitsnede het grondgebied van de gemeente Beekdaelen opgenomen, waarop de contouren van onderhavig plangebied zijn weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.1954.BPArcheologie-VA01_0001.png"

Kaartuitsnede met aanduiding plangebied (rode contour)

1.3 Geldende bestemmingsplannen

Zoals hiervoor reeds vermeld (in paragraaf 1.2) is onderhavig bestemmingsplan van toepassing op (de plangebieden van) de navolgende bestemmingsplannen (en uitwerkings- en wijzigingsplannen).

Identificatienummer   Plannaam
 
Vaststelling  
NL.IMRO.08810000BPLBUI01000-   Bestemmingsplan buitengebied   13/07/2006  
NL.IMRO.09510100BPWijnandsrade-   Wijnandsrade   12/02/2008  
NL.IMRO.0951.BPHulsberg-VA07   kern hulsberg   15/12/2009  
NL.IMRO.0951.BPkernnuth-VA06   Kern Nuth   15/12/2009  
NL.IMRO.0951.BPkleinekernen-VA08   Kleine kernen   15/12/2009  
NL.IMRO.0951.NUbpDeHorsel-VA01   bedrijventerrein De Horsel   15/06/2010  
NL.IMRO.0951.bpKERNVAESRADE-VA07   Kern Vaesrade   15/06/2010  
NL.IMRO.0881.BPLBUI01001-VG01   Heringsbosch 11-12   30/09/2010  
NL.IMRO.0951.BPschimmertIII-OH15   Centrum III, 1e herziening Schimmert   03/08/2011  
NL.IMRO.0951.BPKAMPWEG-VA01   Kampweg Schimmert   08/09/2011  
NL.IMRO.08810000BPVOGELSGEW-   Wijzigingsplan "Vogelsgewande te Merkelbeek"   24/02/2012  
NL.IMRO.0951.BPEntCenNuth2012-VG01   ECN Nuth   22/05/2012  
NL.IMRO.0951.BPgrgrubben2-VA01   1e partiële herziening bestemmingsplan Kleine Kernen, Grijzegrubben 2   18/09/2012  
NL.IMRO.0962.BPBuitengebied-VA01   Buitengebied Schinnen   14/03/2013  
NL.IMRO.0962.BP11002-VA01   Kernen Schinnen   14/03/2013  
NL.IMRO.0951.bpdesteeg2012-VA01   Bedrijventerrein De Steeg   18/06/2013  
NL.IMRO.0951.BPkernschimmert-VA25   Kern Schimmert   18/06/2013  
NL.IMRO.0881.BPwoonkernen2013-VG01   Woonkernen 2013   20/06/2013  
NL.IMRO.0962.BPL1ewijzBPKernen-VA01   Eerste wijziging bestemmingsplan Kernen   27/06/2013  
NL.IMRO.0951.BPOpdenToren2013-VA01   Op den Toren   10/09/2013  
NL.IMRO.0881.BPAngenInj-VG01   Zorgproject "An gen Inj"   10/06/2014  
NL.IMRO.0881.BPwoonkernenherz14-VG01   Woonkernen, herziening 2014   26/06/2014  
NL.IMRO.0962.BPpastalbertsstr-VA01   Pastoor Albertsstraat ong. te Puth   10/07/2014  
NL.IMRO.0962.BPL1ewijzBPBui-VA01   1e wijziging bp Buitengebied   30/10/2014  
NL.IMRO.0881.BPCAMPING01-VG01   PH Bestemmingsplan Buitengebied -Parc camping de Schinveldse Bossen   26/02/2015  
NL.IMRO.0951.Buitengebied2013-VA03   Buitengebied Nuth   24/03/2015  
NL.IMRO.0962.BPL2ewijzBPKernen-VA01   2e wijziging bp Kernen   28/05/2015  
NL.IMRO.0951.UPHoofdstraat2012-VA01   Hoofdstraat ong. te Schimmert   12/01/2016  
NL.IMRO.0951.WPOranjeplein-VG01   Oranjeplein Schimmert   26/01/2016  
NL.IMRO.0951.BPLogistiekstr5-VA01   Logistiekstraat 5 te Nuth   19/07/2016  
NL.IMRO.0881.BPN274-VG02   Reconstructie N274   10/11/2016  
NL.IMRO.0951.BP80449-VA01   Stationstraat 143 Nuth   29/11/2016  
NL.IMRO.0951.BPbillich1-VA01   Billich 1 te Schimmert   21/02/2017  
NL.IMRO.0951.BPswierderkw-VA01   Woning Swierderkerkweg Wijnandsrade van de gemeente Nuth   23/05/2017  
NL.IMRO.0962.BP2ewijzBtg-VA01   2e wijziging bp Buitengebied Schinnen   10/07/2017  
NL.IMRO.0962.BPVonderstraat-VA01   Vonderstraat   10/07/2017  
NL.IMRO.0951.BPSC2017herzBkrprk-VA01   Beekerpark, Herziening 2017   26/09/2017  
NL.IMRO.0962.BPmoutheuvellaan6-VA01   Moutheuvellaan 6 te Schinnen   09/11/2017  
NL.IMRO.0881.BPHoeveCultura-VG01   Hoeve Cultura   16/11/2017  
NL.IMRO.0951.BPsportpark-VG01   Sportpark Hulsberg   19/12/2017  
NL.IMRO.0951.WPNIEUWENHUYSSTR57-VG01   Nieuwenhuysstraat 57 te Aalbeek   24/05/2018  
NL.IMRO.0951.BPHulsbergPanhuys-VA01   Panhuys, Hulsberg   03/07/2018  
NL.IMRO.0951.BP20316-VA01   Hoek Hunnecum Putgats, Nuth   25/09/2018  
NL.IMRO.0962.BPAltaarstraat-VA01   8 woningen Altaarstraat   27/09/2018  
NL.IMRO.0951.BPNTHStationstr30-VG01   Stationstraat 30   27/11/2018  
NL.IMRO.0951.BPWatertoren-VA01   Watertoren Schimmert   27/11/2018  
NL.IMRO.0951.BPHERZKERNNUTH2018-VA01   Kern Nuth, Voorsterstraat 13 en 15, Valkenburgerweg 17   08/10/2019  
NL.IMRO.0951.WPHoofdstraat12-VA01   Hoofdstraat 12 Schimmert   03/12/2019  
NL.IMRO.0951.WPdekling49-VG01   De Kling 49 te Oensel   30/03/2020  
NL.IMRO.0881.BPBTRodebeek-VG02   Bedrijventerrein Rode Beek   14/04/2020  
NL.IMRO.0951.WPVaesradeong-VA01   Vaesrade ong. Nuth   02/07/2020  
NL.IMRO.1954.WPtrichterstraat21-VA01   Trichterstraat 21 te Schimmert   17/11/2020  
NL.IMRO.0951.Kleverstraat10-VA01   Kleverstraat 10/10A Schimmert   09/02/2021  
NL.IMRO.1954.BPvaesrade14-VA01   Vaesrade ong. te Vaesrade   09/02/2021  
NL.IMRO.0951.BPZandbergweg1en2-VA01   Zandbergweg 1 en 2 Vaesrade   09/02/2021  
NL.IMRO.1954.WPWaterbufferAalbe-VA01   Waterbuffer Aalbeek   12/10/2021  
NL.IMRO.1954.WPwissengrachtwg38-VA01   Wissengrachtweg 38 te Hulsberg   09/11/2021  
NL.IMRO.1954.BPWolfhagen155-VA01   Wolfhagen 155 Schinnen   01/02/2022  
NL.IMRO.1954.BPDeGijselaar10-VA01   De Gijselaar 10   08/03/2022  
NL.IMRO.1954.BPDeGijselaar2tm8-VA01   De Gijselaar 2 t/m 8   08/03/2022  
NL.IMRO.1954.BPGijselaar80-VA01   De Gijselaar 80 Amstenrade   08/03/2022  
NL.IMRO.1954.BPburgbeckstr2tm8-VA01   Burgemeester Beckersstraat 2 t/m 8, Nuth   20/12/2022  
NL.IMRO.1954.BP80631-VA01   Maarweg 15-21   20/12/2022  
NL.IMRO.1954.BPparallelstr56a-VA01   Parallelstraat 56a te Amstenrade   20/12/2022  
NL.IMRO.1954.WPopdebies6466a-VA01   Tiny houses Op de Bies Schimmert   11/04/2023  
NL.IMRO.1954.BPValkenburgerwg69-VA01   Woonzorgcomplex Valkenburgerweg 69 Nuth   18/04/2023  
NL.IMRO.1954.WPHegge143-VA01   Hegge 143 Schinnen   12/06/2023  
NL.IMRO.0962.BPTHULL-VA02   Thull   26/09/2023  
NL.IMRO.1954.BPGroeveparkSilt-VA01   Bestemmingsplan GroeveparkSilt   26/09/2023  
NL.IMRO.1954.BPProvwegNoord8587-VA01   Provincialeweg Noord 84, 85 en 87 (De Uiver)   19/12/2023  
NL.IMRO.1954.WonspliKamerbew-VA01   Paraplubestemmingsplan Woningsplitsing, Kamerbewoning en Parkeren   19/12/2023  

De in bovenstaande tabel genoemde plannen blijven van kracht, en worden met onderhavig bestemmingsplan partieel herzien ten aanzien van het aspect archeologie.

1.4 Leeswijzer

Na dit inleidende hoofdstuk, wordt in hoofdstuk 2 ingegaan op de relevante beleidskaders van het Rijk, de provincie en de gemeente met betrekking tot archeologie voor de gemeente Beekdaelen. In hoofdstuk 3 is een korte planbeschrijving opgenomen. Daarna wordt in hoofdstuk 4 in het kader van een goede ruimtelijk ordening, voor zover relevant, getoetst aan diverse sectorale aspecten, waaronder milieuaspecten. In hoofdstuk 5 wordt vervolgens nader toegelicht hoe de geldende bestemmingsplannen (zoals genoemd in paragraaf 1.3) en voorliggende bestemmingsplan zich tot elkaar verhouden en hoe die bestemmingsplannen in samenhang met elkaar moeten worden gelezen. Voorts wordt in hoofdstuk 6 ingegaan op de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van dit bestemmingsplan. Tot slot wordt in hoofdstuk 7 op de procedure die dit bestemmingsplan doorlopen heeft tot het moment van vaststelling.

Hoofdstuk 2 Beleidskader

2.1 Inleiding

Gemeenten zijn niet geheel vrij in het voeren van hun eigen beleid. Rijk en provincies geven met het door hen gevoerde en vastgestelde beleid de kaders aan waarbinnen gemeenten kunnen opereren. Hierna worden in het kort de voornaamste zaken uit het relevante (inter)nationale, provinciale, regionale en gemeentelijk beleid weergeven, voor zover relevant voor onderhavig paraplubestemmingsplan.

2.2 Europees beleid

2.2.1 Verdrag van Valletta (Malta)

Op 16 april 1992 hebben twintig Europese staten, waaronder Nederland, het 'Europees Verdrag inzake de bescherming van het archeologische erfgoed' ondertekend, kortweg het Verdrag van Malta. Het verdrag is in 1998 middels een goedkeuringswet bekrachtigd en is op 1 september 2007 geïmplementeerd in de Nederlandse wetgeving (door middel van de Wet op de archeologische monumentenzorg).

  • Het in Valletta ondertekende verdrag beoogt het cultureel erfgoed dat zich in de bodem bevindt beter te beschermen. Hierbij gelden de volgende uitgangspunten:
  • De archeologische waarden dienen zoveel mogelijk in de boden te worden bewaard.
  • Bij ruimtelijke ontwikkelingen dient in een vroeg stadium rekening gehouden te worden met de archeologische waarden.
  • Initiatiefnemers tot verstoring van bodemarchief betalen de kosten van het archeologisch onderzoek.

Uitgangspunt van het verdrag is dat het archeologisch erfgoed integrale bescherming nodig heeft en krijgt. Hieraan wordt met het voorliggende paraplubestemmingsplan invulling gegeven.

2.3 Rijksbeleid

2.3.1 Nationale Omgevingsvisie

Sinds 2020 is het Nederlandse leefomgevingsbeleid gebaseerd op de Nationale Omgevingsvisie (NOVI). Met de NOVI geeft het Rijk een lange termijn visie op de toekomst en de ontwikkeling van de leefomgeving in Nederland. De NOVI gaat uit van vier prioritaire opgaven:

  • Duurzaam economisch groeipotentieel voor Nederland.
  • Ruimte voor de klimaatverandering en energietransitie.
  • Sterke, leefbare en klimaatbestendige steden en regio's met voldoende ruimte om te wonen, werken en bewegen.
  • Toekomstbestendige ontwikkeling van het landelijk gebied.

In de NOVI worden de nationale belangen genoemd die gewaarborgd moeten worden in het beleid voor de fysieke leefomgeving. Één van deze belangen luidt 'Behouden en versterken van cultureel erfgoed en landschappelijke en natuurlijke kwaliteiten van (inter)nationaal belang'.

Het is van nationaal belang de kernkwaliteiten van stad en land te waarborgen. Dit uit zich in bescherming van waardevolle, open en kwetsbare landschappen en bebouwde gebieden, uitgaand van hun kernkwaliteiten. Bij (stedelijke) groei, verdichting, transformatie of krimp moet rekening worden gehouden met unieke landschappelijke structuren en objecten, cultuurlandschappen (of onderdelen daarvan), archeologische monumenten, gebouwde of aangelegde monumenten, beschermde stad- en dorpsgezichten en (genomineerde) werelderfgoederen en wederopbouwgebieden van nationaal belang.

Op grond van het Europees Landschapsverdrag heeft het Rijk systeemverantwoordelijkheid voor landschap. Het geeft uitvoering aan dit nationaal belang samen met de provincies, die ook verantwoordelijk zijn. De rol van het Rijk in dit belang is de (wettelijke) randvoorwaarden te creëren om cultureel erfgoed en landschappelijke en natuurlijke kwaliteiten voor de lange termijn in stand te houden. Het Rijk ondersteunt medeoverheden en maatschappelijke partijen en zal invulling geven aan dit belang bij zijn eigen activiteiten en bezit. Het Rijk is resultaatverantwoordelijk voor de grote wateren en cultureel erfgoed in de Noordzee. Het Rijk is medeverantwoordelijk voor het beschermen van waardevolle landschappen, zoals het Groene Hart, de Waddenzee, de Veluwe, werelderfgoedgebieden en de nationale parken. Dit vraagt van alle actoren, zowel overheden, maatschappelijke partijen als burgers, om de veranderingen in het landschap met zorg voor de kwaliteit van dat landschap vorm te geven en te monitoren.

De zorg voor het behoud van cultureel erfgoed en van werelderfgoed is het werkterrein van alle overheden. Daarbij gelden de verplichtingen die voortvloeien uit het verdrag van Granada, het verdrag van Valletta, het Europees landschapsverdrag en het Werelderfgoedverdrag. Het Rijk is verantwoordelijk voor een goed functionerend (wettelijk) systeem voor erfgoed en leefomgeving.

Het voorliggende paraplubestemmingsplan is in lijn met bovengenoemde algemene uitgangspunten voor zover deze betrekking hebben op archeologische waarden.

2.3.2 Erfgoedwet

De Nederlandse wetgeving ten aanzien van archeologische waarden is aan veranderingen onderhevig. De monumentenwet 1988 is vanaf 1 juli 2016 deels overgegaan in de Erfgoedwet. De onderdelen over omgevingsrecht uit de Monumentenwet gaan per 1 januari 2024 over naar de Omgevingswet. Voor deze onderdelen is een overgangsregeling in de Erfgoedwet opgenomen.

De Erfgoedwet en de Omgevingswet regelen de omgang met het archeologisch erfgoed. Uitgangspunt van de wetgeving is om het archeologisch erfgoed zoveel mogelijk ter plekke te bewaren en beheersmaatregelen te nemen om dit te bewerkstelligen. Op grond van deze wetten worden gemeente zelf verantwoordelijk geacht voor de bescherming van archeologische waarden.

Artikel 9.1 (overgangsrecht omgevingswet) van de Erfgoedwet zegt het volgende:

'Voormalig artikel 38a: De gemeenteraad houdt bij de vaststelling van een bestemmingsplan of een beheersverordening als bedoeld in artikel 3.1, onderscheidenlijk artikel 3.38, van de Wet ruimtelijke ordening en bij de bestemming van de in het plan begrepen grond, rekening met de in de grond aanwezige dan wel te verwachten monumenten (lees "archeologische resten").

Voormalig artikel 41: De aanvrager van een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (o.a. gebruiken van gronden in strijd met een bestemmingsplan) kan in het belang van de archeologische monumentenzorg worden verplicht een rapport te overleggen, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van het bevoegd gezag als bedoeld in artikel 1.1 van die wet in voldoend mate is vastgesteld'.

In de lijn met de uitgangspunten van de Erfgoedwet, is het voorliggende paraplubestemmingsplan bedoeld om de mogelijk aanwezige archeologische waardevolle elementen binnen het grondgebied van de gemeente Beekdaelen afdoende planologisch-juridische bescherming te bieden. Dit door hiervoor dubbelbestemmingen op te nemen die corresponderen met de mate waarin op grond van de gemeentelijke archeologische verwachtings- en beleidskaart archeologische waardevolle elementen te verwachten zijn.

2.4 Provinciaal beleid

2.4.1 Omgevingsvisie Limburg (POVI)

Op 1 oktober 2021 hebben Provinciale Staten van de provincie Limburg de Omgevingsvisie Limburg vastgesteld. Deze omgevingsvisie is per 25 oktober 2021 in werking getreden. De omgevingsvisie is de opvolger van het Provinciaal Omgevingsplan Limburg 2014. In deze visie wordt ten aanzien van archeologie in zijn algemeenheid gesteld dat een zorgvuldige omgang met en behoud van archeologische waarden van provinciaal belang is.

In de omgevingsvisie van de provincie Limburg wordt gesteld dat, hoewel er een juridische basis is voor de bescherming van archeologische waarden, het beleid en de uitvoering ervan versnipperd is tussen Rijk, provincie, gemeenten en waterschap. De provincie Limburg wil, aansluitende op de ambitie van het Rijk, een verbindende rol hebben op het gebied van beleid en inhoud. De uitvoering van de juridische borging van archeologie is vooral gericht op het behoud van wetenschappelijke waarden in de bodem, in een depot en in wetenschappelijke rapporten. De toegevoegde waarde van het archeologisch verhaal voor een locatie of geplande ontwikkeling is onderbelicht. Het is wenselijk om de archeologische verhalen dichter bij de samenleving te brengen zodat deze verhalen gebruikt kunnen worden bij ontwikkelingen en vice versa.

Archeologie wordt door de provincie genoemd als een interessante kwaliteit voor gebruik en ontwikkeling van de leefomgeving. De provincie hanteert daarbij de volgende uitgangspunten:

  • De provincie stimuleert en ondersteunt initiatieven die de vertaalslag maken van wetenschappelijke onderzoeksrapporten naar publieksvriendelijke vertalingen of ruimtelijke ontwerpen.
  • Door middel van bruikleenovereenkomsten en subsidieregelingen stimuleert en ondersteunt de provincie het exposeren van vondsten uit het provinciaal depot voor bodemvondsten.
  • Initiatieven die bijdragen aan doelgericht en efficiënt archeologisch onderzoek worden ondersteunt en de provincie draagt hieraan zelf bij door in overleg te gaan met betrokken marktpartijen.
  • Archeologische aandachtsgebieden zijn belangrijke gebieden met representatieve en relatief gave delen van verschillende Limburgse cultuurlandschappen. Ze hebben een groot potentieel aan archeologische waarden die het verhaal van Limburg vertegenwoordigen. Onderzoek naar en behoud van deze archeologische waarden in deze aandachtsgebieden is van provinciaal belang.

In lijn met voorgaande uitgangspunten, zoals opgenomen in de Omgevingsvisie Limburg, is het voorliggende paraplubestemmingsplan bedoeld om de mogelijk aanwezige archeologische waardevolle elementen afdoende planologisch-juridische bescherming te bieden. Dit door hiervoor dubbelbestemmingen op te nemen die corresponderen met de mate waarin op grond van de gemeentelijke archeologische verwachtings- en beleidskaart archeologische elementen te verwachten zijn.

2.4.2 Omgevingsverordening Limburg

In de Omgevingsverordening Limburg 2014 staan de regels die nodig zijn om het omgevingsbeleid van de provincie juridische binding te geven. Die verordening is nog gebaseerd op het Provinciale Omgevingsplan 2014 (POL2014), maar de opgenomen instructieregels sluiten ook aan op de huidige Omgevingsvisie Limburg, of zijn daar ondertussen op aangepast. Een nieuwe Omgevingsverordening Limburg (2021) is reeds vastgesteld, maar zal pas worden gepubliceerd en in werking treden gelijktijdig met de inwerkingtreding van de Omgevingswet (vooralsnog 1 januari 2024). Aangezien de invoering van de Omgevingswet ondertussen meermaals is uitgesteld, zijn de daarin voorziene nieuwe instructieregels middels wijzigingsverordeningen ook toegevoegd aan de huidige Omgevingsverordening Limburg 2014.

De huidige verordening voorziet in de borging van provinciale belangen die voortvloeien uit het POL en in de juridische borging van de eerder met de Limburgse gemeenten gemaakte bestuursafspraken over c.q. de regionale structuurvisies voor de thema's wonen, detailhandel, kantoren, bedrijventerreinen en vrijetijdseconomie in de Omgevingsverordening Limburg 2014. Recent is de verordening aangevuld met nieuwe regels over huisvesting van internationale werknemers, na-ijlende gevolgen van steenkolenwinning, zonne-energie, intensieve veehouderij, het voorkomen van eventuele verstoringen binnen het zoekgebied voor de Einstein-telescoop en klimaatadaptatie.

Specifiek voor de doorwerking van het ruimtelijk beleid is in de huidige Omgevingsverordening Limburg 2014 een hoofdstuk Ruimte (hoofdstuk 2) opgenomen. Dit hoofdstuk bevat uitsluitend instructiebepalingen die zijn gericht tot gemeentebesturen. Zij moeten deze regels in acht nemen bij het vaststellen van bestemmingsplannen en beheersverordeningen en bij het verlenen van omgevingsvergunningen.

In het hoofdstuk Ruimte zijn voor een beperkt aantal onderdelen van het provinciale omgevingsbeleid regels opgenomen. Daarnaast zijn regelingen opgenomen die naar de mening van het Rijk door de provincies nader moeten, dan wel kunnen worden uitgewerkt in een provinciale omgevingsverordening. Met name gaat het dan om de regels voor de ecologische hoofdstructuur, die zijn ondergebracht in het onderdeel Goudgroene natuurzone. Voor onderhavig bestemmingsplan en het plangebied waarop het bestemmingsplan betrekking heeft zijn de navolgende bepalingen uit de verordening (in beginsel) van belang.

Artikel 2.8.2 Beschermingsgebied Nationaal landschap Zuid-Limburg

  • 1. De toelichting bij een ruimtelijk plan dat betrekking heeft op een gebied gelegen in het beschermingsgebied Nationaal Landschap Zuid-Limburg, bevat een beschrijving van de in het plangebied voorkomende kernkwaliteiten, de wijze waarop met de bescherming en versterking van de kernkwaliteiten is omgegaan en hoe de negatieve effecten zijn gecompenseerd. Bij de compensatie van de negatieve effecten op natuurwaarden ( kernkwaliteit “Groene karakter”) wordt de beleidsregel als bedoeld in artikel 2.6.7, tweede lid, gevolgd.
  • 2. De kernkwaliteiten in het Beschermingsgebied Nationaal landschap Zuid-Limburg zijn: het reliëf, het open-besloten karakter, het groene karakter en het cultuurhistorisch erfgoed.
  • 3. De kernkwaliteiten in het Beschermingsgebied Nationaal landschap Zuid-Limburg zijn nader uitgewerkt in de bijlage bij dit artikel.

Met name de kernkwaliteit cultuurhistorisch erfgoed is relevant in het kader van dit paraplubestemmingsplan omdat dit plan juist de nodige planologisch-juridische bescherming biedt voor de verwachte en reeds bekend archeologische waarden overeenkomstig de gemeentelijke archeologische verwachtings- en beleidskaart. Hiermee wordt gewaarborgd dat aanwezige archeologische waarden worden beschermd en bij eventuele bodemingrepen vooraf archeologisch onderzoek plaats vindt.

2.5 Gemeentelijke beleid

2.5.1 Gemeentelijk archeologisch beleid

Het gemeentelijke archeologisch beleid is vastgesteld in de nota 'Een archeologisch verwachtings- en beleidskaart voor de gemeente Beekdaelen'. Hierin streeft de gemeente Beekdaelen naar het behoud en beheer van archeologische waarden in de bodem als bron van kennis en cultuurbeleving. Dit heeft geresulteerd in een gezamenlijke gemeentelijke archeologische verwachtings- en beleidskaart voor het totale grond gebied van de gemeente Beekdaelen. Zo zijn er in totaal 7 archeologische beleidscategorieën met een bijbehorende verwachting/waarde, ondergrens diepte en ondergrens omvang ontstaan, zoals weergegeven in de navolgende tabel. afbeelding "i_NL.IMRO.1954.BPArcheologie-VA01_0002.png"

Bij de ondergrenzen geldt als algemene richtlijn: hoe hoger de archeologische waarde of verwachting van een gebied, hoe kleiner de ondergrens. In gebieden met een hoge archeologische waarde of verwachting bevinden zich namelijk naar verwachting meer vindplaatsen dan in gebieden met een middelhoge en een lage archeologische verwachting. Voor dergelijke gebieden geldt dan ook dat bij relatief kleine ingrepen vindplaatsen kunnen worden verstoord.

Of vindplaatsen ook daadwerkelijk worden verstoord wordt sterk bepaald door de aard, omvang en diepteligging van de geplande bodemingrepen. Naast archeologisch relevant, dienen de ondergrenzen ook maatschappelijk haalbaar en praktisch uitvoerbaar te zijn. Derhalve zijn de zogenaamde planologische 'kruimelgevallen' vrijgesteld van archeologisch onderzoek (met uitzondering van beschermende monumenten). Daarnaast is het van belang om toevalsvondsten zoveel mogelijk uit te sluiten, aangezien het (financieel) risico hiervan vaak bij de gemeente ligt.

Diepte van de ingreep

Alle bodemingrepen die niet dieper reiken dan 40 cm -mv (maaiveld) zijn vrijgesteld van archeologisch onderzoek. Deze ondergrens van 40 cm is gebaseerd op de gemiddelde diepte van de verstoorde bovengrond (veelal de bouwvoor, dit is de A-horizont: antropogeen bewerkte bovengrond). Hoewel in de verstoorde bovengrond archeologische resten kunnen voorkomen, bevinden deze zicht niet meer in hun oorspronkelijk context. De waarde van deze resten is daardoor relatief gering.

Oppervlakte bodemingrepen

Categorie 1: de wettelijke beschermde archeologische monumenten. Voor werkzaamheden is hier altijd een vergunning volgens de Erfgoedwetgeving vereist (aanvraag via gemeente; beoordeling door Rijk). Op deze gronden niet mag worden gebouwd of een bodemingreep plaatsvinden zonder of in afwijking van een vergunning van het bevoegd gezag op grond van de Monumentenwet 1988.

Voor de andere hieronder beschreven categorieën worden in de voorschriften bij het bestemmingsplan richtlijnen vastgelegd waaraan bij de aanvraag voor een omgevingsvergunning, projectafwijkingsbesluit of ontheffing getoetst wordt of er wel of geen onderzoeksplicht bestaat.

Categorie 2: archeologische monumenten van zeer hoge en hoge archeologische waarde (AMK-terreinen). Bij ingrepen op deze terreinen geldt een ondergrens van 10 m²; het gaat hier om zeer waardevolle terreinen waar voorzichtig mee omgesprongen dient te worden. Alleen bodemingrepen dieper dan 40 cm beneden het maaiveld of vloer en met een verstoringsoppervlak groter dan 10 m² zijn onderzoeksplichtig.

Categorie 3: overige archeologische monumenten (AMK-terreinen) van archeologische waarde, vindplaatsen en historische bebouwing (zoals op de minuutplannen uit 1815-1832). Bij ingrepen op deze terreinen geldt een ondergrens van 100 m²; er is hier immers een grote kans op het aantreffen van archeologische resten. Alleen bodemingrepen dieper dan 40 cm beneden het maaiveld of vloer en met een verstoringsoppervlak groter dan 100 m² zijn onderzoeksplichtig.

Categorie 4 en 5: de gebieden met respectievelijk een hoge en middelhoge verwachtingswaarde, met ondergrenzen van 250 m² en 1000 m². Hierdoor zijn alleen de grotere projecten onderzoeksplichtig en geldt voor de meeste (particuliere) vergunningaanvragen geen onderzoeksplicht. Voor de archeologie geldt de afweging dat in deze categorieën alleen grotere onderzoeken tot meerwaarde leiden. “Postzegelonderzoekjes” vormen een te grote belasting voor alle betrokkenen en hebben buiten de gebieden met een zeer hoge waarde weinig informatierendement.

Categorie 6: in gebieden met een lage verwachtingswaarde geldt alleen voor grotere projecten (10.000 m²) een onderzoeksplicht.

Categorie 7: gebieden zonder verwachtingswaarde (verstoorde of reeds onderzochte terreinen). Alle bodemingrepen zijn vrijgesteld van onderzoeksplicht.

Deze verschillende categorieën zijn concreet door vertaald in de volgende dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie'.

Categorie   Dubbelbestemming  
Categorie 1   Waarde - Archeologie 1  
Categorie 2   Waarde - Archeologie 2  
Categorie 3   Waarde - Archeologie 3  
Categorie 4   Waarde - Archeologie 4  
Categorie 5   Waarde - Archeologie 5  
Categorie 6   Waarde - Archeologie 6  
Categorie 7   geen dubbelbestemming  

Zie tevens paragraaf 5.4.2

Hoofdstuk 3 Planbeschrijving

Het voorliggende bestemmingsplan betreft een paraplubestemmingsplan waarmee de geldende bestemmingsplan voor zien worden van passende planologische-juridische regeling ten aanzien van archeologie op basis van de gemeentelijke archeologische verwachtings- en beleidskaart met de daarbij behorende aanbevelingen en onderverdeling. Dit wordt gedaan voor het totale gemeentelijke grondgebied door de gebieden met een archeologische verwachtingwaarde te voorzien van een passende archeologische dubbelbestemming waarin een omgevingsvergunningstelsel is opgenomen. Het omgevingsvergunningstelsel is opgezet ter bescherming van de (mogelijk) aanwezige archeologische waarden en is niet bedoeld als een verbodsregeling. Het is toegestaan om bodemingrepen te verrichten en (ver)bouwingen uit te voeren, maar alleen als in voldoende mate rekening wordt gehouden met de betrokken c.q. aanwezige archeologische waarden.

Het paraplubestemmingsplan heeft dan ook uitsluitend betrekking op het verankeren van een regeling voor het aspect archeologie en brengt geen enkele andere wijziging aan in de overige regels van de vigerende bestemmingsplannen. Het paraplubestemmingsplan wordt feitelijk als een 'nieuwe laag' (paraplu) over de in paragraaf 1.3 genoemde bestemmingsplannen gelegd en in de regels van onderhavig bestemmingsplan is bepaald dat de regels ten aanzien van archeologie die zijn opgenomen in de vigerende bestemmingsplan komen te vervallen door de regels die zijn opgenomen in dit paraplubestemmingsplan in de vorm van (nieuwe) dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie 1 t/m 6'. Voor de bestemmingsplannen waarin archeologie (nog) niet geregeld was, gelden deze regels ten aanzien van archeologie als aanvulling. Het paraplubestemmingsplan heeft dan ook uitsluitend betrekking op de bescherming van de archeologische waarden voor het totale grondgebied van de gemeente Beekdaelen.

Voor het toekennen van de dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie 1 t/m 6 geldt de gemeentelijke archeologische verwachtings- en beleidskaart van de gemeente Beekdaelen met de bijbehorende nota 'Een archeologisch verwachtings- en beleidskaart voor de gemeente Beekdaelen' als uitgangspunt. Voor meer informatie hierover wordt verwezen naar paragraaf 2.5.1.

Hoofdstuk 4 Sectorale aspecten

4.1 Milieuaspecten

Voorliggend paraplubestemmingsplan heeft slechts tot doel het reeds vastgestelde gemeentelijke archeologische beleid in de vorm van de gemeentelijke archeologische verwachtings- en beleidskaart op een juiste wijze planologisch-juridisch te verankeren in de vigerende bestemmingsplannen binnen het totale grondgebied van de gemeente Beekdaelen. Het paraplubestemmingsplan is verder conserverend van aard. Er worden immers geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Dientengevolgde is het niet noodzakelijk om nader in te gaan op de diverse onderzoeksaspecten. De diverse milieuaspecten die moeten worden beoordeeld in het kader van een goede ruimtelijke ordening vormen daarom geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van voorliggend bestemmingsplan.

Gelet op het voorgaande is er ook geen sprake van een m.e.r.-plicht. Evenmin is een (vormvrije) m.e.r.-beoordeling aan de orde.

4.2 Water

In het kader van de zogenoemde watertoets is het van belang dat (tijdig) voldoende rekening wordt gehouden met eventuele gevolgen van het bestemmingsplan voor de waterhuishouding in (en rondom) het plangebied. Belangrijke thema's die in dit kader een rol kunnen spelen zijn: het vasthouden van hemelwater (in plaats van het direct afvoeren daarvan), het hergebruiken van water, het zuinig omgaan met drinkwater en het beperken van de onttrekking van grondwater.

Onderhavig paraplubestemmingsplan voorziet niet in een uitbreiding van het bebouwd/verhard oppervlak en heeft ook voor het overige geen gevolgen voor de waterhuishouding binnen het plangebied. Het paraplubestemmingsplan voorziet enkel in de planologisch-juridische bescherming van het aspect archeologie. Het aspect water vormt daarom geen belemmering voor (de uitvoerbaarheid van) voorliggend paraplubestemmingsplan.

4.3 Archeologie en cultuurhistorie

Ook de eventuele gevolgen van een bestemmingsplan voor de aanwezige archeologische en cultuurhistorische waarden in het plangebied dienen , in het kader van een goede ruimtelijke ordening, nader te worden beschouwd.

Met voorliggend paraplubestemmingsplan worden geen nieuwe bodemingrepen voorzien die van negatieve invloed zouden kunnen zijn op eventueel aanwezige archeologische waarden in de bodem. Onderhavig paraplubestemmingsplan voorziet juist in een (nieuwe) planologisch-juridische bescherming van het aspect archeologie. Het totale grondgebied van de gemeente Beekdaelen wordt hiermee voorzien van een adequate archeologische regeling in de vorm van de dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie 1 t/m 6' op basis van de meest actuele gemeentelijke verwachtings- en beleidskaart van de gemeente Beekdaelen.

Deze nieuwe dubbelbestemmingen ten aanzien van archeologie hebben geen invloed en consequenties ten aanzien van het aspect cultuurhistorie. Er zijn hiermee geen cultuurhistorische waarden in het geding.

Gelet op het voorgaande vormen deze aspecten dan ook geen belemmering voor (de uitvoerbaarheid van) voorliggend paraplubestemmingsplan.

4.4 Natuurwaarden

Bij ruimtelijke planvorming dient eveneens rekening te worden gehouden met beschermende natuurwaarden welke eventueel binnen het plangebied dan wel in de directe omgeving van onderhavig plangebied (totale gemeentelijke grondgebied gemeente Beekdaelen) zouden kunnen voorkomen. Daarbij gaat het niet alleen om de (mogelijke) aanwezigheid van beschermde diersoorten en hun verblijfplaatsen, maar ook om beschermde natuurgebieden, waaronder Natura 2000-gebieden (in de gemeente Beekdaelen is het Natura 2000-gebied Geleenbeekdal gelegen).

Echter, onderhavig paraplubestemmingsplan voorziet enkel in een (nieuwe) planologisch-juridische bescherming van het aspect archeologie. Het totale grondgebied van de gemeente Beekdaelen wordt hiermee voorzien van een adequate archeologische regeling in de vorm van de dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie 1 t/m 6' op basis van de meest actuele gemeentelijke verwachtings- en beleidskaart van de gemeente Beekdaelen. Dit paraplubestemmingsplan bevat derhalve geen regels die voorzien in nieuwe bouwmogelijkheden of een intensivering van het gebruik, waardoor het bestemmingsplan niet van invloed is op beschermende diersoorten en hun verblijfplaatsen en beschermde natuurgebieden.

Het aspect natuurwaarden levert daarom ook geen belemmering op voor (de uitvoerbaarheid van) voorliggend paraplubestemmingsplan.

Hoofdstuk 5 Juridische opzet

5.1 Inleiding

Het voorliggende paraplubestemmingsplan bestaat uit een verbeelding met de (nieuwe) dubbelbestemmingen Waarde - Archeologie 1 t/m 6, regels en een toelichting. De verbeelding en regels tezamen vormen het juridisch bindende deel van het bestemmingsplan. De verbeelding en regels dienen te alle tijde in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast.

5.2 Wettelijk kader

Het wettelijk kader wordt sinds 1 juli 2008 gevormd door de Wet ruimtelijke (Wro). De wettelijke regeling voor bestemmingsplannen is vervolgens verder ingevuld door het Besluit ruimtelijke ordening ( Bro) en de Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2012. Het bestemmingsplan dient te voldoend aan de als bijlage bij de voornoemde Regeling opgenomen Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplan (SVBP2012). Dit betekent dat bestemmingsplannen kwalitatief gelijkwaardig zijn en uniform in aanpak, uitvoering, uitwisseling en raadpleging daarvan.

5.3 Verhouding tot geldende ruimtelijke plannen (bestemmingsplannen, wijzigingsplannen, uitwerkingsplannen)

Onderhavig paraplubestemmingsplan voorziet in een gedeeltelijke herziening, op het gebied van archeologie, van alle ruimtelijke plannen (bestemmingsplannen, wijzigingsplannen, uitwerkingsplannen) binnen de gemeente Beekdaelen. Het plangebied wordt begrensd door de hiervoor bedoelde plancontour, waarvan de afbakening reeds is toegelicht in paragraaf 1.2 van deze toelichting. De geldende ruimtelijke plannen (bestemmingsplannen, wijzigingsplannen, uitwerkingsplannen) als genoemd in paragraaf 1.3 van deze toelichting blijven van kracht. Enkel ten aanzien van het aspect archeologie worden wijzigingen aangebracht. De regels van de geldende dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie' komen te vervallen in de geldende ruimtelijke plannen en worden vervangen door de regels van de dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie' zoals opgenomen in dit paraplubestemmingsplan. De regels worden daarmee slechts aangepast voor zover de regels van voorliggen paraplubestemmingsplan dat bepalen. Op de verbeelding wordt de begrenzing van de nieuwe dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie' aangegeven.

Voor het overige blijven de geldende ruimtelijke plannen (bestemmingsplannen, wijzigingsplannen, uitwerkingsplannen) onverkort van kracht. Dit paraplubestemmingsplan dient daarom altijd te worden gelezen in samenhang met het geldende 'moederplan' en vice versa.

5.4 De regels

5.4.1 Hoofdstukindeling regels

De regels van het voorliggende paraplubestemmingsplan zijn opgebouwd conform de door de SVBP2012 voorgeschreven systematiek en omvatten inleidende regels, bestemmingsregels, algemene regels, en ten slotte de overgangs- en slotregels.

In hoofdstuk 1 Inleidende regels worden alle geldende digitale ruimtelijke plannen (bestemmingsplannen, wijzigingsplannen, uitwerkingsplannen) binnen het gehele grondgebied van de gemeente Beekdaelen, zoals genoemd in paragraaf 1.3 van deze toelichting, van overeenkomstige toepassing verklaard, waarbij tevens wordt bepaald hoe de geldende plannen zich verhouden tot hetgeen is bepaald in onderhavig paraplubestemmingsplan.

Daarnaast worden de in de regels van voorliggend paraplubestemmingsplan voorkomende begrippen beschreven c.q. gedefinieerd, die voor de leesbaarheid en uitleg van het paraplubestemmingsplan van belang zijn. Bij de toetsing aan onderhavig paraplubestemmingsplan ( en de reeds vigerende ruimtelijke plannen) wordt uitgegaan van de in artikel 2 aan de betreffende begrippen toegekende betekenis.

Om op een eenduidige manier afstanden en oppervlakten te bepalen, wordt in de ‘wijze van meten’ uitleg gegeven wat onder de diverse begrippen wordt verstaan. Ten aanzien van de wijze van meten op de verbeelding geldt steeds dat het hart van een lijn moet worden aangehouden. Ook voor de ‘wijze van meten’ worden in de SVBP2012 richtlijnen gegeven.

In hoofdstuk 2 Bestemmingsregels zijn de regels met betrekking tot de dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie 1 t/m 6' opgenomen. De regels van deze dubbelbestemmingen zijn identiek behoudens het oppervlak en de diepte van de toegestane bodemingrepen, op basis waarvan gesteld wordt dat archeologisch onderzoek noodzakelijk is. Het oppervlak en de diepte sluit aan bij c.q. is overeenkomstig de aanbevelingen ten aanzien van de archeologische verwachtings- en beleidskaart.

In hoofdstuk 3 Algemene regels is alleen voorzien in de voorgeschreven anti-dubbeltelregel. Voor het overige blijven de algemene regels uit de vigerende ruimtelijke plannen (bestemmingsplannen, wijzigingsplannen, uitwerkingsplannen) van toepassing.

In hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels is tot slot voorzien in de voorgeschreven overgangs- en slotregels.

5.4.2 Inhoudelijke toelichting dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie'

Voor het plangebied (grondgebied gemeente Beekdaelen zijn de onderstaande dubbelbestemmingen opgenomen.

Waarde - Archeologie 1 (Rijksmonumenten, terreinen van zeer hoge waarde, wettelijk beschermd)

Voor de gronden die zijn voorzien van de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 1' is in de regels bepaald dat op deze aangewezen gronden niet mag worden gebouwd of een bodemingreep plaatsvinden zonder of in afwijking van een vergunning van het bevoegd gezag op grond van de Monumentenwet 1988.

Waarde - Archeologie 2 (terrein van zeer hoge en hoge archeologische waarde

Voor de gronden die zijn voorzien van de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' is in de regels een onderzoeksplicht opgenomen voor bouwwerkzaamheden met een diepteverstoring van meer dan 40 centimeter in combinatie met een oppervlakte verstoring van 10 m2.

Waarde - Archeologie 3 (terrein van archeologische waarde)

Voor de gronden die zijn voorzien van de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3' is in de regels een onderzoeksplicht opgenomen voor bouwwerkzaamheden met een diepteverstoring van meer dan 40 centimeter in combinatie met een oppervlakte verstoring van 100 m2.

Waarde - Archeologie 4 (gebied met hoge archeologische verwachting)

Voor de gronden die zijn voorzien van de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 4' is in de regels een onderzoeksplicht opgenomen voor bouwwerkzaamheden met een diepteverstoring van meer dan 40 centimeter in combinatie met een oppervlakte verstoring van 250 m2.

Waarde - Archeologie 5 ( gebied met middelhoge archeologische verwachting)

Voor de gronden die zijn voorzien van de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 5' is in de regels een onderzoeksplicht opgenomen voor bouwwerkzaamheden met een diepteverstoring van meer dan 40 centimeter in combinatie met een oppervlakte verstoring van 1.000 m2.

Waarde - Archeologie 6 (gebied met lage archeologische verwachting)

Voor de gronden die zijn voorzien van de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 6' is in de regels een onderzoeksplicht opgenomen voor bouwwerkzaamheden met een diepteverstoring van meer dan 40 centimeter in combinatie met een oppervlakte verstoring van 10.000 m2.

Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

6.1 Economische uitvoerbaarheid

Voorliggend paraplubestemmingsplan voorziet niet in bouwplannen zoals genoemd in artikel 6.2.1 Besluit ruimtelijke ordening, waardoor het opstellen van een exploitatieplan niet noodzakelijk is. Aan dit paraplubestemmingsplan zijn, behoudens de beperkte kosten die zijn gemoeid met het (laten) opstellen van voorliggend bestemmingsplan, tevens geen voor verhaal in aanmerking komende kosten verbonden. Gezien het voorgaande is de economische uitvoerbaarheid van onderhavig paraplubestemmingsplan niet in het geding.

6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Gelet op hoofdstuk 2 volgen de regels behorende bij onderhavig paraplubestemmingsplan rechtstreeks uit reeds vastgesteld beleid. Voorliggen bestemmingsplan wordt verder conform de gebruikelijke procedure gedurende zes weken ter inzage gelegd (zie ook hoofdstuk 7). Gedurende deze termijn wordt een ieder in de gelegenheid gesteld om zijn of haar zienswijze naar voren te brengen ten aanzien van het (ontwerp)bestemmingsplan, welke zienswijzen dan worden beoordeeld en worden meegenomen in de belangenafweging in het kader van het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan.

Hoofdstuk 7 Procedure

7.1 De te volgen procedure

Voorliggend bestemmingsplan doorloopt de volgende procedure:

Ontwerp

  • Publicatie en terinzagelegging overeenkomstig afdeling 3.4 Awb en Wro.
  • Een ieder kan gedurende de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan een zienswijze indienen bij de gemeenteraad.

Vaststelling

  • Vaststelling van het bestemmingsplan door de gemeenteraad.
  • Mogelijkheid tot het geven van een reactieve aanwijzing door de provincie.
  • Publicatie en terinzagelegging van het vastgestelde bestemmingsplan.
  • Gedurende de terinzagelegging kan beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Inwerkingtreding

Het bestemmingsplan treedt in werking na afloop van de beroepstermijn (tenzij binnen de beroepstermijn een verzoek om voorlopige voorziening wordt gedaan).

Beroep

Beroepsprocedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

In het kader van de bestemmingsplanprocedure is het voor een ieder mogelijk om gedurende de termijn dat het bestemmingsplan ter inzage wordt gelegd (bij de gemeenteraad) een zienswijze in te dienen. Deze mogelijkheid wordt (tevens) in de publicaties van de gemeente kenbaar gemaakt.

Wanneer beroep wordt ingesteld besluit uiteindelijk c.q. in hoogste instantie de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State over het bestemmingsplan.

7.2 Vooroverleg

Volgens artikel 3.1.1 van het Bro dient de gemeente bij de voorbereiding van een bestemmingsplan overleg te plegen met een aantal instanties. Gezien de relatief beperkte impact van de paraplubestemmingsplan, het betreft enkel een actualisatie van de regeling ten aanzien van archeologie, zijn er geen rijks-, waterschaps- of provinciale belangen in het geding. Het is dan ook de verwachting dat instanties geen opmerkingen zullen maken op dit bestemmingsplan.

Desondanks is het paraplubestemmingsplan in november 2023 voorgelegd aan de provincie Limburg. In het kader van het vooroverleg (artikel 3.1.1 Bro) is het paraplubestemmingsplan door de provincie beoordeeld (d.d. 13 december 2023) op de adequate doorwerking van provinciale belangen. Deze beoordeling geeft vanuit de provincie geen aanleiding tot het maken van opmerkingen. Indien het plan op deze wijze wordt voortgezet is er voor de provincie geen aanleiding om in de verdere procedure van het bestemmingsplan een zienswijze in te dienen.

7.3 Vaststelling

Het ontwerpbestemmingsplan heeft met ingang van 19 december 2023, gedurende zes weken, dat wil zeggen tot en met 29 januari 2024, ter inzage gelegen. Gedurende deze periode zijn twee zienswijzen tegen het paraplubestemmingsplan ingediend. De zienswijzen zijn samengevat en van een gemeentelijk standpunt voorzien in een Nota van Zienswijzen die als bijlage bij het vaststellingsbesluit (Vaststellingsbesluit) is opgenomen. De zienswijzen hebben geen aanleiding gegeven om het ontwerpbestemmingsplan aan te passen ten behoeve van de vaststelling.

Er hebben echter wel een aantal ambtshalve aanpassingen plaatsgevonden. Dit betreffen de volgende wijzigingen:

  • De dubbelbestemmingen Waarde - Archeologie 1 t/m 6 zijn hernummerd zodat deze nummering in overeenstemming is met de waardecategorieën uit het RAAP-Rapport 6031 'Een archeologische verwachtings- en beleidskaart voor de gemeente Beekdaelen'. Dit betekent dat:
    • 1. de dubbelbestemming Waarde - Archeologie 6 de dubbelbestemming Waarde - Archeologie 1 is geworden (artikel 4, was artikel 9);
    • 2. de dubbelbestemming Waarde - Archeologie 1 de dubbelbestemming Waarde - Archeologie 2 is geworden (artikel 5, was artikel 4);
    • 3. de dubbelbestemming Waarde - Archeologie 2 de dubbelbestemming Waarde - Archeologie 3 is geworden (artikel 6, was artikel 5);
    • 4. de dubbelbestemming Waarde - Archeologie 3 de dubbelbestemming Waarde - Archeologie 4 is geworden (artikel 7, was artikel 6);
    • 5. de dubbelbestemming Waarde - Archeologie 4 de dubbelbestemming Waarde - Archeologie 5 is geworden (artikel 8 was artikel 7;
    • 6. de dubbelbestemming Waarde -A rcheologie 5 de dubbelbestemming Waarde - Archeologie 6 is geworden (artikel 9, was artikel 8);

Inhoudelijk zijn de regels van de betreffende dubbelbestemmingen niet gewijzigd.De consequenties van deze hernummering zijn tevens in de toelichting verwerkt.

  • Het toekennen van de dubbelbestemming Waarde - Archeologie 5 (in het ontwerp 4) aan 'eilandjes' binnen de dubbelbestemming Waarde - Archeologie 4 (in het ontwerp 3) overeenkomstig de gemeentelijke archeologische verwachtings- en beleidskaart Beekdaelen.
  • De tabel in paragraaf 1.3 van de toelichting en artikel 1.1 van de regels is aangevuld met bestemmingsplannen die tussen ontwerpbestemmingsplan en vaststelling van het bestemmingsplan zijn vastgesteld en vigerend zijn geworden. Hierop is dit paraplubestemmingsplan ook van toepassing. Het betreffen de volgende bestemmingsplannen:

NL.IMRO.1954.BPGroeveparkSilt-VA01   Bestemmingsplan GroeveparkSilt   26/09/2023  
NL.IMRO.1954.BPProvwegNoord8587-VA01   Provincialeweg Noord 84, 85 en 87 (De Uiver)   19/12/2023  
NL.IMRO.1954.WonspliKamerbew-VA01   Paraplubestemmingsplan Woningsplitsing, Kamerbewoning en Parkeren   19/12/2023  

Daarnaast wordt onderkend dat in het verleden diverse archeologische onderzoeken voor locaties binnen het gemeentelijk grondgebied zijn uitgevoerd op basis waarvan deze locaties niet, deels of volledig vrijgegeven zijn. De onderzochte locaties zijn middels een grijsraster op de gemeentelijke archeologische verwachtings- en beleidskaart Beekdalen raster aangegeven. Deze onderzoekslocaties hebben in onderhavig paraplubestemmingsplan een dubbelbestemming Waarde - Archeologie gekregen. Bij concrete ontwikkelingen dan wel aanvragen waarbij bodemingrepen zullen plaatsvinden zal altijd vooraf advies worden aangevraagd bij de regio archeoloog. De regio archeoloog zal dan op basis van het reeds uitgevoerde archeologisch onderzoek beoordelen of nader archeologisch onderzoek al dan niet aan de orde is.

Het paraplubestemmingsplan is ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan dan ook gewijzigd vastgesteld in de raadsvergadering van 23 april 2024.