direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Vlagtwedde Dorp - Wensenkampsweg 9
Status: vastgesteld
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.1950.PB1002-vs01

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven tot en met categorie 3 zoals genoemd in de in Bijlage 1 opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • b. kantoren als onderdeel van bedrijven;
  • c. groothandelsdoeleinden met uitzondering van detailhandelsdoeleinden;
  • d. één bedrijfswoning;

met de daarbij behorende:

  • e. bebouwing;
  • f. andere-werken;
  • g. verhardingen;
  • h. parkeervoorzieningen;
  • i. erven, tuinen en terreinen.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Bedrijfswoning en bijgebouwen
  • a. een bedrijfswoning is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • b. de goothoogte van een bedrijfswoning bedraagt maximaal 5,5 meter;
  • c. de bouwhoogte van een bedrijfswoning bedraagt maximaal 9 meter;
  • d. bij een bedrijfswoning mogen bijgebouwen worden gebouwd tot een gezamenlijke bebouwd oppervlakte van maximaal 50 m² met dien verstande dat:
    • 1. niet meer dan 30 m² mag worden gebruikt voor een voor bewoning bestemde aanbouw;
    • 2. niet meer dan 35% van het erf met bijgebouwen mag worden bebouwd.
  • e. de afstand van een bijgebouw tot de perceelsgrens mag niet minder dan 1 meter bedragen, tenzij het bijgebouw in de perceelsgrens wordt gebouwd;
  • f. de goothoogte van een bijgebouw mag niet meer dan 3 meter bedragen;
  • g. de bouwhoogte van een bijgebouw mag niet meer dan 6 meter bedragen;
  • h. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 5,5 m bedragen.
3.2.2 Bedrijfsgebouwen
  • a. bedrijfsgebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de goothoogte van bedrijfsgebouwen bedraagt maximaal 7 meter;
  • c. de bouwhoogte van bedrijfsgebouwen bedraagt maximaal 10 meter;
  • d. de oppervlakte van de binnen het bestemmingsvlak gebouwde bedrijfsgebouwen bedraagt maximaal 550 m²;
  • e. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 5,5 m bedragen.
3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en/of indien zulks noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, nadere eisen te stellen ten aanzien van:

  • a. de situering, afmetingen, goothoogte en dakhelling van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • b. aantal en situering van parkeervoorzieningen;
  • c. de situering van in- en uitritten;
  • d. de afstand van bebouwing tot de bouwperceelgrenzen.
  • e. de representatieve zijde van bedrijfsgebouwen met dien verstande dat:
    • 1. deze dient te worden gericht op de Wedderstraat
    • 2. de afstand van een representatief bedrijfsgebouw tot de as van de weg dient ten minste 40 meter te bedragen;
    • 3. voor overige bedrijfsgebouwen bedraagt de afstand ten minste 60 meter.
3.4 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 3.1 en toestaan dat tevens bedrijven worden toegelaten die niet zijn genoemd in de Staat van Bedrijfsactiviteiten of die volgens de Staat van Bedrijfsactiviteiten van een hogere categorie zijn, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren of tot de reeds toegelaten categorie, met dien verstande dat:

  • a. Bevi-inrichtingen niet zijn toegestaan;
  • b. Vuurwerkbedrijven niet zijn toegestaan;
  • c. Wgh-inrichtingen niet zijn toegestaan;
  • d. inrichtingen die zijn genoemd in bijlage C en D van het besluit M.E.R. 1994 niet zijn toegestaan.
3.4.1 Afwegingskader

De in artikel 3.4 genoemde ontheffingen mogen slechts worden verleend indien hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

3.4.2 Procedure

Voor een besluit tot ontheffing geldt de in Artikel 7 vermelde voorbereidingsprocedure.