Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Natuurbegraafplaats Laude
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1950.BP1902-vs01
1 Inleidende regels
 
Artikel 1 Begrippen
 
In deze regels wordt verstaan onder:
 
1. plan:
het bestemmingsplan Natuurbegraafplaats Laude met identificatienummer NL.IMRO.1950.BP1902-vs01 van de gemeente Westerwolde.;
 
2. bestemmingsplan:
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
 
3. aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
 
4. aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
 
5. bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
 
6. bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
 
7. bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
 
8. bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten;
 
9. bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
 
10. bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
 
11. bouwperceelgrens:
een grens van een bouwperceel;
 
12. bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
 
13. bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
 
14. dagrecreatie
een vorm van recreëren die zich beperkt tot één dag (zonder overnachting), dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld kamperen en dergelijke waarbij men zich voor meerdere dagen van huis begeeft;
 
15. gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
 
16. natuurbegraafplaats
terrein dat deel uitmaakt van een natuur- en/of bosgebied, waar lichamen worden begraven en/of urnen worden bewaard. Er wordt zo veel mogelijk gebruik wordt gemaakt van onbehandelde en/of onbewerkte natuurlijke materialen. Grafmonumenten zoals grafstenen, zerken of grafbeplanting zijn niet toegestaan, enkel een gedenkteken van vergankelijk natuurlijk materiaal;
 
17. overkapping:
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder wanden dan wel met ten hoogste één wand;
 
18. peil:
  1. indien op het land wordt gebouwd:
    1. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hooftoegang direct aan de weg grenst:
      de hoogte van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
    2. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst:
      de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
  2. indien op of in het water wordt gebouwd:
    1. de hoogte van het terrein ter plaatse van het meest nabijgelegen punt waar het water grenst aan het vaste land;
19. seksinrichting:
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens is begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
 
Artikel 2 Wijze van meten
 
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
 
a. de afstand tot de (zijdelingse) perceelgrens:
vanaf enig punt van een bouwwerk tot de (zijdelingse) perceelgrens;
 
b. de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
 
c. de breedte / diepte van een gebouw:
tussen (de lijnen, getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren);
 
d. de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
 
e. de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
 
f. de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
 
g. de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
 
2 Bestemmingsregels
 
Artikel 3 Natuur
 
3.1 Bestemmingsomschrijving
 
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden;
  2. waterhuishoudkundige doeleinden, waaronder waterberging;
  3. sloten, poelen, beken, en daarmee gelijk te stellen water;
met daaraan ondergeschikt:
  1. het gebruik van gronden ten behoeve van een natuurbegraafplaats, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bos - natuurbegraafplaats', waarbij verder geldt dat ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van natuur - alleen urnen toegestaan' uitsluitend urnen mogen worden begraven tot een maximale diepte van 40 cm;
  2. het extensief dagrecreatief medegebruik en educatief medegebruik;
  3. infrastructurele voorzieningen;
  4. openbare nutsvoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
  1. gebouwen ten behoeve van de natuurbegraafplaats;
  2. parkeerterrein ten behoeve van de natuurbegraafplaats ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein';
  3. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3.2 Bouwregels
 
3.2.1 Gebouwen
Voor het bouwen van de in lid 3.1. onder h en j genoemde gebouwen en bouwwerken gelden de volgende regels:
  1. de oppervlakte van een gebouw zoals bedoeld onder h zal ten hoogste 150,00 m2 bedragen;
  2. een gebouw wordt gebouwd binnen het bouwvlak;
  3. de hoogte van een gebouw zal ten hoogste 6,00 m bedragen.
  4. Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:
    1. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.
3.3 Specifieke gebruiksregels
 
3.3.1 Strijdig gebruik
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met de bestemming wordt in ieder geval gerekend:
  1. het opslaan van mest en/of andere landbouwproducten;
  2. het egaliseren en/of diepploegen van gronden;
  3. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden;
  4. het gebruik van gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bos - natuurbegraafplaats' waarbij:
    1. sprake is van een grafdichtheid van gemiddeld meer dan 400 graven per hectare;
    2. per graf meer dan 2,0 m2 aan grondoppervlakte gebruikt wordt.
  5. het verstrooien van crematie-as.
3.3.2 Voorwaardelijke verplichting
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruik van en het in gebruik laten nemen van het plangebied en gebouw en bouwwerken als en ten dienste van een natuurbegraafplaats overeenkomstig de doeleindenomschrijving in 3.1, zonder binnen 24 maanden na het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan te beginnen met de uitvoering van de inrichtings- en beheersmaatregelen conform het als bijlage 1 van de regels opgenomen 'Ontwerp- en beheerplan natuurbegraafplaats te Laude' en uitgevoerd te hebben en in stand te houden binnen 60 maanden na start van de werkzaamheden. De uitvoering hiervan is om te komen tot een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit en verhoging van de natuur- en landschapswaarden.
 
3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
 
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
  1. het verwijderen van bomen en/of houtgewas, voor zover de gemeentelijke kap- of bomenverordening en de Wet natuurbescherming niet van toepassing is;
  2. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
  3. het dempen, graven, baggeren en/of verbreden van sloten, poelen, beken en/of andere watergangen en/of -partijen;
  4. het verbreden van bestaande en/of het aanleggen van nieuwe halfverharde en/of verharde wegen en paden;
  5. het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van het extensief dagrecreatief medegebruik en/of het educatief medegebruik;
  6. het afgraven en/of ophogen van de gronden.
3.4.1 Uitzonderingen
Het in lid 3.4 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
  1. het normale onderhoud en/of het normale bos- en natuurbeheer betreffen;
  2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
  3. voor zover deze werkzaamheden en activiteiten onderdeel vormen van de inrichtings- en beheermaatregelen zoals gesteld in het als bijlage 1 van de regels opgenomen 'Inrichtings- en beheerplan natuurbegraafplaats Laude'.
  4. het delven van graven betreffen.
3.4.2 Voorwaarden
De in lid 3.4.1. genoemde vergunning kan slechts worden verleend met inachtneming van het gestelde in bijlage 2 van de regels - Toetsingsbijlage onder 1.6.1., 1.6.5., 1.9.1. en 1.24.
 
Artikel 4 Water
 
4.1 Bestemmingsomschrijving
 
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. kanalen, beken, sloten, vaarten, plassen, en daarmee gelijk te stellen waterlopen en -partijen ten behoeve van de wateraanvoer en -afvoer, de waterberging, het behoud van de natuurlijke en landschappelijke waarden;
  2. kaden, dijken en oeverstroken en het behoud van de landschappelijke en natuurlijke waarden daarvan;
  3. dammen en duikers;
  4. paden;
  5. recreatief medegebruik van het water en de oevers;
met de daarbijbehorende:
  1. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
4.2 Bouwregels
 
4.2.1 Gebouwen en overkappingen
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd.
 
4.2.2 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:
  1. er zullen geen windmolens worden gebouwd;
  2. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.
4.3 Afwijken van de bouwregels
 
Burgemeester en Wethouders kunnen, met inachtneming van het gestelde in bijlage 2, ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 4.2.2. en toestaan dat tevens bouwwerken, geen gebouwen zijnde, op de wijze van bruggen, dammen en/of duikers worden gebouwd ten behoeve van een landbouwkundige noodzaak, mits rekening wordt gehouden met het gestelde in bijlage 2 (Toetsingsbijlage) onder 1.24.
 
4.4 Specifieke gebruiksregels
 
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden als (permanente) ligplaats voor vaartuigen en/of woonschepen.
 
Artikel 5 Waarde - Archeologie 1
 
5.1 Bestemmingsomschrijving
 
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het herstel en behoud van de archeologische waarden.
 
5.2 Bouwregels
 
In afwijking van het bepaalde bij de andere ter plaatse voorkomende bestemmingen mogen op of in deze gronden geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
 
5.3 Afwijken van de bouwregels
 
Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van:
  1. het bepaalde in lid 5.2. en toestaan dat de in de andere daar voorkomende bestemmingen genoemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits:
    1. door een daartoe bevoegde instantie op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden geschaad;
    2. de volgende voorwaarden in acht worden genomen, indien door een daartoe bevoegde instantie op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden door bouwactiviteiten kunnen worden verstoord:
      1. een verplichting tot het treffen van technische maatregels, waardoor de archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
      2. een verplichting tot het doen van opgravingen, of;
      3. een verplichting de bouw van het bouwwerk te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg.
5.4 Specifieke gebruiksregels
 
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden en bouwwerken voor kleinschalig kamperen.
 
5.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
 
5.5.1 Vergunningplichtige werkzaamheden
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren, zulks ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen:
  1. het ontgronden (voorzover niet geregeld bij of krachtens de Ontgrondingenwet), afgraven, egaliseren, mengen, diepploegen, ontginnen van gronden, met dien verstande dat het werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden betreft dieper dan 40 cm;
  2. het graven en dempen van watergangen;
  3. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en drainage en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur dieper dan 40 cm;
  4. het rooien van bomen en het slechten van houtwallen;
  5. het verlagen van het waterpeil.
5.5.2 Uitzondering
Het in lid 5.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op:
  1. werken en werkzaamheden, die het normale onderhoud betreffen;
  2. werken en werkzaamheden, die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
  3. het delven van graven tot een maximale diepte van 150 cm mv.
5.5.3 Voorwaarden
De in lid 5.5.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend met inachtneming van het gestelde in bijlage 2 van de regels - Toetsingsbijlage onder 1.6.1. en 1.6.6.
 
5.6 Wijzigingsbevoegdheid
 
Burgemeester en Wethouders kunnen, met inachtneming van het gestelde in bijlage 2 van de regels - Toetsingsbijlage, het plan wijzigen in die zin dat:
  1. de bestemming 'Waarde - Archeologie' ter plaatse wordt aangebracht, mits:
    1. met name rekening zal worden gehouden met het gestelde in bijlage 2 van de regels - Toetsingsbijlage onder 1.15.;
  2. de bestemming 'Waarde - Archeologie' wordt verwijderd, mits:
    1. met name rekening zal worden gehouden met het gestelde in bijlage 2 van de regels - Toetsingsbijlage onder 1.15.
Artikel 6 Waarde - Archeologie 2
 
6.1 Bestemmingsomschrijving
 
De voor 'Waarde Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het herstel en behoud van de archeologische waarden.
 
6.2 Bouwregels
 
In afwijking van het bepaalde bij de andere ter plaatse voorkomende bestemmingen mogen op of in deze gronden geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
 
6.3 Afwijken van de bouwregels
 
Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van:
  1. het bepaalde in lid 6.2. en toestaan dat de in de andere daar voorkomende bestemmingen genoemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits:
    1. door een daartoe bevoegde instantie op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden geschaad;
    2. de volgende voorwaarden in acht worden genomen, indien door een daartoe bevoegde instantie op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden door bouwactiviteiten kunnen worden verstoord:
      1. een verplichting tot het treffen van technische maatregels, waardoor de archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
      2. een verplichting tot het doen van opgravingen, of;
      3. een verplichting de bouw van het bouwwerk te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg.
6.4 Specifieke gebruiksregels
 
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden en bouwwerken voor kleinschalig kamperen.
 
6.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
 
6.5.1 Vergunningplichtige werkzaamheden
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren, zulks ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen:
  1. het ontgronden (voorzover niet geregeld bij of krachtens de Ontgrondingenwet), afgraven, egaliseren, mengen, diepploegen, ontginnen van gronden, met dien verstande dat het werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden betreft dieper dan 40 cm;
  2. het graven en dempen van watergangen;
  3. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en drainage en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur dieper dan 40 cm;
  4. het rooien van bomen en het slechten van houtwallen;
  5. het verlagen van het waterpeil.
6.5.2 Uitzondering
Het in lid 6.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op:
  1. werken en werkzaamheden, die het normale onderhoud betreffen;
  2. werken en werkzaamheden, die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
  3. werken en werkzaamheden tot maximaal 50 cm mv
6.5.3 Voorwaarden
De in lid 6.5.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend met inachtneming van het gestelde in bijlage 2 van de regels - Toetsingsbijlage onder 1.6.1. en 1.6.6.
 
6.6 Wijzigingsbevoegdheid
 
Burgemeester en Wethouders kunnen, met inachtneming van het gestelde in bijlage 2 van de regels - Toetsingsbijlage, het plan wijzigen in die zin dat:
  1. de bestemming 'Waarde - Archeologie' ter plaatse wordt aangebracht, mits:
    1. met name rekening zal worden gehouden met het gestelde in bijlage 2 van de regels - Toetsingsbijlage onder 1.15.;
  2. de bestemming 'Waarde - Archeologie' wordt verwijderd, mits:
    1. met name rekening zal worden gehouden met het gestelde in bijlage 2 van de regels - Toetsingsbijlage onder 1.15.
3 Algemene regels
 
Artikel 7 Anti-dubbeltelregel
 
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
  
Artikel 8 Algemene bouwregels
 
8.1 Bouwregels
  1. Er mogen geen windmolens worden gebouwd;
  2. De bouwgrenzen mogen, in afwijking van deze regels, uitsluitend worden overschreden door:
    1. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, erkers, serres, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1,50 m;
    2. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1,00 m.
Artikel 9 Algemene gebruiksregels
 
9.1 Algemene gebruiksregels
 
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met de bestemmingen, wordt in ieder geval gerekend:
  1. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
  2. het gebruik van de gronden voor de opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen, anders dan ten behoeve van de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden;
  3. het storten van puin en afvalstoffen;
  4. de stalling en opslag van aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken voer-, vaar- of vliegtuigen;
  5. de stalling en opslag van caravans, boten, oldtimers en dergelijk anders dan in bouwwerken;
9.2 Afwijken van algemene gebruiksregels
 
Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de in dit plan opgenomen gebruiksregels indien strikte toepassing van die regels zou leiden tot een beperking van het meest doelmatig gebruik dat niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
 
Artikel 10 Algemene aanduidingsregels
 
10.1 Karakteristieke laagte
 
De voor 'karakteristieke laagte' aangeduide gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van de laagten die vanuit de natuurlijke oorsprong met een waterloop samenhangen of hebben samengehangen.
 
10.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
 
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren, zulks ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen:
  1. het dempen, graven, baggeren en/of verbreden van sloten, poelen, beken en/of andere watergangen en/of -partijen;
  2. het afgraven en/of ophogen van de gronden;
  3. het afschuiven van laagten;
  4. het diepploegen van gronden.
10.3 Uitzonderingen
 
Het in lid 10.2 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
  1. voor zover deze werkzaamheden en activiteiten onderdeel vormen van de inrichtings- en beheermaatregelen zoals gesteld in het als bijlage 1 van de regels opgenomen 'Inrichtings- en beheerplan natuurbegraafplaats Laude'.
  2. het delven van graven betreffen.
Artikel 11 Algemene afwijkingsregels
 
11.1 Bevoegdheid
 
Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen en percentages, tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages.
 
4 Overgangs- en slotregels
Artikel 12 Overgangsrecht
 
12.1 Overgangsrecht bouwwerken
  1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in sublid a. een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het sublid a. met maximaal 10 %.
  3. Sublid a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
12.2 Overgangsrecht gebruik
  1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sublid a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. Indien het gebruik, bedoeld in sublid a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. Sublid a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 13 Slotregel
 
Deze regels worden aangehaald als: ‘Regels van het bestemmingsplan natuurbegraafplaats Laude’.