Plan: | Het Spiegel-Graaf Florislaan 2 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1942.BP2015B002009-va04 |
het bestemmingsplan Het Spiegel-Graaf Florislaan 2 met identificatienummer NL.IMRO.1942.BP2015B002009-va04 van de gemeente Gooise Meren.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels.
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge deze planregels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
een aan een hoofdgebouw aangebouwd gebouw dat in directe verbinding staat met het hoofdgebouw en dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn achter de achtergevellijn van het hoofdgebouw.
elk bouwwerk, geen gebouw en geen overkapping zijnde.
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
het gebied dat door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap bij besluit van 30 juni 2007 is aangewezen tot beschermd dorpsgezicht in de zin van artikel 35 van de monumentenwet 1988.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
een opzichzelfstaand, al dan niet vrijstaand, gebouw dat niet in directe verbinding staat met het hoofdgebouw en dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
de grens van een bouwvlak.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit zoals ingesteld bij raadsbesluit van 9 december 1993.
een constructie ter vergroting van een gebouw, welke zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst.
een constructie ter vergroting van een gebouw, welke zich boven de dakgoot bevindt, waarbij deze constructie deels boven de oorspronkelijke nok uitkomt en de onderzijden van de constructie in beide dakvlakken van het dak zijn geplaatst.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn aard, functie, constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
een constructie van dakvlakken waarbij sprake is van ten minste twee hellende dakvlakken met een helling van minimaal 35 en maximaal 65 graden.
hoogte van het aansluitende terrein gemeten ter plaatse van de toegang van het gebouw.
de georganiseerde opvang van kinderen na de officiële lesuren en tijdens schoolvakanties.
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak en met aan ten hoogste één zijde een gesloten wand.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
de georganiseerde opvang van kinderen tussen de middag.
de georganiseerde opvang van kinderen voor de officiële lesuren.
de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn tussen de voorgevel- en de achtergevellijn van het hoofdgebouw.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidsmuren.
tussen (de buitenste verticale projecties van) de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de
scheidsmuren.
tussen de bovenzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels en/of het hart
van de scheidsmuren en de buitenzijde van de daken en dakkapellen.
de hoogte gemeten vanaf het peil tot de hoogst gelegen horizontale snijlijn van het gevelvlak en het dakvlak; indien zich aan enige zijde van een gebouw één of meer dakkapellen of dakopbouwen bevinden waarvan de gezamenlijke breedte meer bedraagt dan 50% van de gevelbreedte (op de achterzijde van een gebouw meer dan 70%), wordt de goot- of boeibord van de dakkapel of dakopbouw als hoogte aangemerkt.
tussen de bovenkant van het gebouw, met uitzondering van antennes, kleine liftkokers, schoorstenen
en andere ondergeschikte bouwdelen, en het peil.
tussen het hoogste punt van het bouwwerk en het peil; bij constructies worden de werken in
verticale stand meegerekend.
de hoogte tussen de voet van de antennedrager en het hoogste punt van de antenne-installatie;
indien de antennedrager aan de gevel van een gebouw wordt bevestigd, wordt gemeten tussen
het punt waarop de antenne, met antennedrager het dakvlak kruist en het hoogste punt van de
antenne-installatie.
afstanden tussen bouwwerken onderling alsmede afstanden van bouwwerken tot perceelsgrenzen
worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
tussen de bovenzijde van de vloer van de bouwlaag en onderzijde van het daarboven gelegen
plafond.
De gronden op de kaart aangewezen voor 'Maatschappelijk' zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.3 onder 'f' ten behoeve van erfafscheidingen hoger dan 1 m, met dien verstande dat:
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Bedrijfswoningen
Geluidmaatregelen
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens bestemd voor het behoud en herstel van de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd dorpsgezicht van Het Spiegel.
In afwijking van het bepaalde in de aangegeven andere bestemmingen gelden voor het bouwen van gebouwen de volgende regels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om nadere eisen te stellen, teneinde:
Bij de toepassing van de afwijking van de bouwregels bij een omgevingsvergunning worden de regels als gesteld in artikel 4.7 in acht genomen, voor zover van toepassing.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in het bepaalde in artikel 4.2 met dien verstande dat de waarden die samenhangen met het beschermde dorpsgezicht hierdoor niet mogen worden aangetast.
Een besluit tot afwijken bij een omgevingsvergunning of een besluit tot wijziging, kan uitsluitend worden verleend of toegepast, na advies van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit en de groendeskundige over de met het beschermde dorpsgezicht samenhangende waarden. De waarden die samenhangen met het beschermde dorpsgezicht en die bij het advies van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit en de groendeskundige worden betrokken zijn:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingen, aanduidingsgrenzen en regels worden overschreden door:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de regels voor:
Voor het bouwen van geheel of gedeeltelijk beneden het maaiveld gelegen gebouwen gelden de volgende regels:
Tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijking mogelijk is, kan bij een omgevingsvergunning worden afgeweken van de regels voor:
7.1.1 Tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijking mogelijk is, kan bij een omgevingsvergunning worden afgeweken van de regels voor overschrijding van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen ten hoogste 3 m bedragen en het bouwvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
7.1.2 Een omgevingsvergunning voor het afwijken zoals bedoeld in lid 7.1.1 wordt uitsluitend verleend indien het bepaalde in artikel 4.7 in acht wordt genomen. De omgevingsvergunning wordt niet verleend indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan Het Spiegel-Graaf Florislaan 2'.