direct naar inhoud van Regels
Plan: Sintjohannesga - Kerkhoflaan 28
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1940.BWSJO22KERKHOFLA28-VA01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 het plan

het Sintjohannesga - Kerkhoflaan 28 met identificatienummer NL.IMRO.1940.BWSJO22KERKHOFLA28-VA01 van de gemeente De Fryske Marren, onderdeel uitmakende van het bestemmingsplan 'Buitengebied Noord - 2017' als bedoeld in begrip 1.3;

1.2 wijzigingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en bijlagen;

1.3 bestemmingsplan 'Buitengebied Noord - 2017'

het bestemmingsplan 'Buitengebied Noord - 2017' van de gemeente De Fryske Marren, met identificatienummer NL.IMRO.1940.BPBUI16BUITENGEB-VA01, vastgesteld d.d. 28 juni 2017;

De begrippen, zoals opgenomen in artikel 1 van het bestemmingsplan 'Buitengebied Noord - 2017' met identificatienummer NL.IMRO.1940.BPBUI16BUITENGEB-VA01, vastgesteld op 28 juni 2017, blijven onverkort van toepassing.

Artikel 2 Wijze van meten

De wijze van meten, zoals opgenomen in artikel 2 van het bestemmingsplan 'Buitengebied Noord - 2017' met identificatienummer NL.IMRO.1940.BPBUI16BUITENGEB-VA01, vastgesteld op 28 juni 2017, blijven onverkort van toepassing.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Wonen

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen, al dan niet in combinatie met:
    • 1. een aan huis verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteit zoals genoemd in Bijlage 1 Lijst met toelaatbare beroepen en bedrijvigheid;
    • 2. mantelzorg;

met daaraan ondergeschikt

  • b. waterkering;

met de daarbij behorende:

  • c. gebouwen;
  • d. tuinen en erven, parkeervoorzieningen, wegen en paden, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, groenvoorzieningen, nutsvoorzieningen en andere bouwwerken.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Algemeen

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. het aantal woningen bedraagt niet meer dan één per bestemmingsvlak;
  • b. de oppervlakte van een woning, inclusief bijbehorende bouwwerken, bedraagt niet meer dan 300 m2, dan wel niet meer dan de bestaande oppervlakte indien deze meer bedraagt.

3.2.2 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. voor zover er geen bouwvlak aanwezig is, is herbouw uitsluitend op dezelfde locatie toegestaan;
  • b. de afstand van een hoofdgebouw tot de zijdelingse bouwperceelgrens bedraagt ten minste 5 m, dan wel de bestaande afstand indien deze minder is;
  • c. het hoofdgebouw wordt gebouwd in één bouwlaag met kap, waarbij de goot- en bouwhoogte niet meer bedragen dan respectievelijk 4,5 m en 9 m, dan wel niet meer dan de bestaande goot- en bouwhoogte indien deze meer bedragen.

3.2.3 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. bijbehorende bouwwerken worden ten minste 1 m achter de naar de weg gekeerde gevel van het hoofdgebouw c.q. het verlengde daarvan gebouwd;
  • b. de afstand van een bijbehorend bouwwerk tot de bouwperceelgrens bedraagt ten minste 0,5 m;
  • c. de goothoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk mag ten hoogste gelijk zijn aan de bouwhoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw waaraan wordt gebouwd plus 0,25 m, met dien verstande dat de goothoogte van aangebouwd bijbehorend bouwwerk niet meer dan 4 m mag bedragen;
  • d. de bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk is ten minste 1 m lager dan de bouwhoogte van het hoofdgebouw;
  • e. de goot- en bouwhoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken bedragen niet meer dan respectievelijk 3 m en 6 m;
  • f. de bouwhoogte van gebouwen die binnen een afstand van 3 m van de bouwperceelgrens worden gebouwd, bedraagt niet meer dan 5 m, dan wel niet meer dan de bestaande bouwhoogte indien deze meer bedraagt;
  • g. de bouwhoogte van overkappingen bedraagt niet meer dan 3 m.

3.2.4 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de naar de weg gekeerde gevel(s) van de gebouwen bedraagt niet meer dan 1 m;
  • b. de bouwhoogte van de overige erf- en terreinafscheidingen bedraagt niet meer dan 2 m, met dien verstande dat de bouwhoogte op zijerven, die grenzen aan het openbaar toegankelijk gebied, op een afstand van 1 m of minder uit de bouwperceelgrens ten hoogste 1 m bedraagt;
  • c. op een bouwperceel is ten hoogste één vlaggenmast toegestaan, waarvan de hoogte niet meer bedraagt dan 8 m;
  • d. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken bedraagt niet meer dan 3 m.
3.3 Nadere eisen

Het college van burgemeester en wethouders kan met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:

  • de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • het bebouwings- en straatbeeld;
  • de woonsituatie;
  • de verkeersveiligheid;

nadere eisen stellen aan de plaats, de goot- en bouwhoogte en de dakvorm van de bebouwing.

3.4 Afwijken van de bouwregels

Het college van burgemeester en wethouders, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • het bebouwingsbeeld;
  • de verkeersveiligheid,

bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 3.2.2, sub a voor de herbouw van het hoofdgebouw op een andere locatie binnen het bestemmingsvlak tot maximaal de bestaande oppervlakte, mits uit een akoestisch onderzoek blijkt dat de geluidsbelasting aan de gevel niet meer bedraagt dan 48 dB of in geval van een geluidsbelasting hoger dan 48 dB hiervoor door het college van burgemeester en wethouders hogere grenswaarden zijn verleend;
  • b. lid 3.2.3, sub b voor het verkleinen van de afstand van een bijbehorend bouwwerk tot de bouwperceelgrens.
3.5 Specifieke gebruiksregels

3.5.1 Toegestaan gebruik

a Aan huis verbonden beroep of bedrijf

Het gebruik van de gronden en bouwwerken voor een aan huis verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in Bijlage 1 Lijst met toelaatbare beroepen en bedrijvigheid, is toegestaan, mits:

  • 1. de bedrijfsvloeroppervlakte niet meer bedraagt dan:
      • 30% van de begane grondoppervlakte van de aanwezige bebouwing op het bouwperceel;
      • 50 m2;
  • 2. de woonfunctie niet onevenredig wordt aangetast;
  • 3. het uiterlijk van de woning niet wordt aangetast; uitsluitend niet-uitstekende, niet verlichte reclame-uitingen van beperkte omvang zijn toegestaan;
  • 4. er voldoende bergruimte in of bij de woning overblijft;
  • 5. er geen opslag en/of stalling als gevolg van de bedrijfsactiviteiten buiten de gebouwen plaatsvindt;
  • 6. het bedrijf wordt uitgeoefend door in ieder geval één van de bewoners van de woning. Het totale aantal werkenden mag hierbij niet meer bedragen dan twee;
  • 7. er geen detailhandel en/of horeca plaatsvindt, met uitzondering van productiegebonden detailhandel en/of de detailhandel zoals genoemd in Bijlage 1 Lijst met toelaatbare beroepen en bedrijvigheid;
  • 8. van de actviteiten geen onevenredige publieksaantrekkende werking uitgaat;
  • 9. de parkeer- of verkeerdruk niet toeneemt in een mate waardoor het woonklimaat in onevenredige mate kan worden aangetast.

b Bêd & Brochje

Het gebruik van bestaande bebouwing voor het bieden van overnachtingsmogelijkheden in de vorm van bêd & brochje is toegestaan, mits:

  • 1. de woonfunctie behouden blijft;
  • 2. de bêd & brochje in het hoofdgebouw of een karakteristiek bijbehorend bouwwerk wordt gerealiseerd;
  • 3. het aantal beschikbare kamers per bedrijf niet meer dan drie bedraagt
  • 4. de totale oppervlakte niet meer bedraagt dan 75 m2;
  • 5. er geen sprake is van een grote verkeersaantrekkende werking;
  • 6. het parkeren op eigen erf plaatsvindt.

c Kleinschalig kamperen

Het gebruik van de gronden voor kleinschalig kamperen ter plaatse is toegestaan, mits:

  • 1. de woonfunctie behouden blijft;
  • 2. het aantal standplaatsen niet meer dan 15 bedraagt;
  • 3. de gronden op of aansluitend aan het erf zijn gelegen en de oppervlakte minimaal 5.000 m2 bedraagt;
  • 4. er sprake is van een goede landschappelijke inpassing;
  • 5. de voorzieningen uitsluitend binnen de bestaande gebouwen worden gerealiseerd, met uitzondering van een sanitair gebouw met een maximum oppervlakte van 50 m2 en een gooothoogte van maximaal 3,5 m;
  • 6. het gebruik van het kampeerterrein zich beperkt tot de periode van 15 maart tot en met 31 oktober;
  • 7. op de betreffende gronden alleen mobiele kampeermiddelen, zoals tenten en toercaravans, worden geplaatst.

d Paardrijbak

Het gebruik van de gronden voor een paardrijbak voor hobbymatig gebruik is toegestaan, mits:

  • 1. de afstand tussen de paardrijbak en een bestaande woning van derden ten minste 30 m bedraagt;
  • 2. de oppervlakte van de paardrijbak niet meer dan 800 m² bedraagt;
  • 3. een open omheining wordt toegepast met een maximale hoogte van 1,4 m;
  • 4. de paardrijbak niet wordt voorzien van bestrating of andere verharding;
  • 5. er geen lichtmasten worden geplaatst.

3.5.2 Strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:

  • a. splitsing van een woning in meerdere woningen;
  • b. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken bij een woning als zelfstandige woning;
  • c. het gebruik van gronden en gebouwen voor (verblijfs)recreatie met uitzondering van de in lid 3.5.1, sub b en c genoemde bêd & brochje en kleinschalige kampeerterreinen.
3.6 Afwijken van de gebruiksregels

3.6.1 Erfvergroting

Het college van burgemeester en wethouders kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1, ten behoeve van erfvergroting voor een bestaande woning, mits:

  • a. deze afwijking uitsluitend wordt toegepast voorzover de bestaande diepte van het achtererf van de woning ten hoogste 10 m bedraagt;
  • b. de vergroting maximaal 5.000 m2 bedraagt;
  • c. de erfvergroting geen onevenredige afbreuk doet aan de waarden en kwaliteiten van het landschaps- en bebouwingsbeeld ter plaatse.

3.6.2 Kleinschalig kamperen

Het college van burgemeester en wethouders kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.5.1, sub c, voor het gebruik van gronden en bouwwerken voor kleinschalig kamperen, waarbij het aantal standplaatsen per kleinschalig kampeerterrein meer dan 15 maar ten hoogste 25 bedraagt en waarbij het totaal aantal kampeerterreinen in het plangebied niet meer dan 25 bedraagt, mits:

  • a. de afstand van de betreffende gronden ten opzichte van het dichtstbijzijnde kampeerterrein ten minste 100 m bedraagt, gemeten vanaf de bouwperceelgrenzen;
  • b. de afstand van de betreffende gronden tot de erfgrens van een naastgelegen woning ten minste 50 m bedraagt;
  • c. de gronden op of aansluitend aan het erf zijn gelegen en de oppervlakte minimaal 5.000 m2 bedraagt;
  • d. het gebruik van het kampeerterrein zich beperkt tot de periode van 15 maart tot en met 31 oktober;
  • e. op de betreffende gronden alleen kampeermiddelen, zoals tenten en toercaravans, worden geplaatst;
  • f. er bij de verlening van de omgevingsvergunning overeenstemming is over de landschappelijke inpassing van de bedrijfsgebouwen en de uitvoering en instandhouding van de landschappelijke inpassing is gewaarborgd;
  • g. het aantal verkeersbewegingen, in relatie met de bestaande verkeersstructuur, niet onevenredig toeneemt;
  • h. is aangetoond dat er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de lichtuitstoot, de woonsituatie, de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en de ontwikkelingsmogelijkheden van nabijgelegen bedrijven.

3.6.3 Recreatieappartementen

Het college van burgemeester en wethouders kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.5.2, sub c voor het bieden van overnachtingsmogelijkheden in de vorm van recreatieappartementen, mits:

  • 1. de activiteiten ondergeschikt zijn aan de woonfunctie;
  • 2. de recreatieappartementen in het hoofdgebouw of een karakteristiek bijbehorend bouwwerk worden gerealiseerd;
  • 3. het aantal recreatieappartementen per bedrijf niet meer dan vijf bedraagt;
  • 4. de totale oppervlakte niet meer bedraagt dan 250 m2;
  • 5. er geen sprake is van een grote verkeersaantrekkende werking;
  • 6. het parkeren op eigen erf plaatsvindt.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

De algemene regels, zoals opgenomen in Hoofdstuk 3 van het bestemmingsplan 'Buitengebied Noord - 2017' met identificatienummer NL.IMRO.1940.BPBUI16BUITENGEB-VA01, vastgesteld op 28 juni 2017, blijven onverkort van toepassing.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 4 Overgangsrecht

4.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • b. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan.
  • 2. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10 %.
  • 3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
4.2 Overgangsrecht gebruik
  • 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdige gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • 3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerset lid., na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • 4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 5 Slotregel

Deze regels kunnen worden aangehaald als:

Regels van het wijzigingsplan  Sintjohannesga - Kerkhoflaan 28

van de gemeente De Fryske Marren

Aldus vastgesteld door het College van Burgemeester en Wethouders op 31 augustus 2022.