Plan: | Paraplubestemmingsplan Geluidzone industrieterrein 'Lekdijk' Lekkerkerk |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1931.BP2307DK034-VG01 |
In de gemeente Molenlanden bevindt zich het industieterrein 'Lekdijk' tegenover de kern Lekkerkerk. Het industrieterrein is vanuit de Wet geluidhinder (Wgh) aangemerkt als gezoneerd industrieterrein voor de vestiging van geluidzoneringsplichtige inrichtingen zogenaamde grote lawaaimakers. Op basis van hoofdstuk V van de Wgh dient rondom een industrieterrein, waarop bepaalde typen geluidzoneringsplichtige inrichtingen kunnen worden gevestigd, een geluidzone te worden vastgesteld. Deze bedrijven zijn aangewezen in bijlage 1, onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht (Bor). De geluidzone vormt een bufferzone tussen de bedrijven op het industrieterrein en de geluidgevoelige bestemmingen in de omgeving. Buiten deze zone mag de geluidbelasting vanwege alle bedrijven op het industrieterrein tezamen niet hoger zijn dan 50 dB(A). Binnen de zone gelden beperkingen voor geluidgevoelige bestemmingen.
Bij Koninklijk Besluit van 12 oktober 1990, nummer 90.020926, is het industrieterrein op de totale geluidbelasting gezoneerd. De geluidzone van het industrieterrein ligt deels op het grondgebied van de gemeente Krimpenerwaard en deels op het grondgebied van de gemeente Molenlanden.
In de Wgh is vastgelegd dat een geluidzone in een bestemmingsplan vastgelegd moet worden. Een herziening van de vigerende bestemmingsplanen 'Bestemmingsplan Dorpskernen' en 'Voorstraat 12, Lekkerkerk' is nodig, omdat de gebiedsaanduiding 'geluidzone - industrie' niet is opgenomen.
Dit plan in de vorm van een partiële herziening van het bestemmingsplan heeft tot doel om de ontbrekende gebiedsaanduiding 'geluidzone - industrie' vast te leggen in het geldende bestemmingsplan. De geluidzone wordt overeenkomstig het Koninklijk Besluit hersteld.
Het industrieterrein 'Lekdijk' ligt tegenover de kern Lekkerkerk. Rondom het industrieterrein ligt een geluidzone. In figuur 1 is de gehele geluidzone weergegeven. Het plangebied betreft de gebieden waar in het geldende bestemmingsplan de aanduiding 'geluidzone - industrie' ontbreekt. In figuur 2 is het plangebied weergegeven.
Figuur 1: ligging geluidzone industrieterrein 'Lekdijk'
Figuur 2: ligging plangebied
Voor het plangebied geldt de volgende door de gemeenteraad van de voormalige gemeente Nederlek vastgesteld bestemmingsplan 'Bestemmingsplan Dorpskernen' vastgesteld op 25 juni 2013 en het bestemmingsplan 'Voorstraat 12, Lekkerkerk' vastgesteld op 14 mei 2019 door de gemeente Krimpenerwaard.
In het volgende hoofdstuk wordt beschreven op welke wijze de geluidzone tot stand is gekomen. In hoofdstuk 3 wordt het planbeschreven. In hoofdstuk 4 wordt kort ingegaan op het beleidskader en de milieu- en omgevingsaspecten. Hoofdstuk 5 bevat een toelichting op het juridische systeem. Tot slot is in hoofdstuk 6 en hoofdstuk 7 in gegaan op de economische en maatschappelijke betrokkenheid.
De zonering van industrielawaai is vastgelegd in hoofdstuk V "Zones rond industrieterreinen" van de Wet geluidhinder (Wgh) en hoofdstuk 2 van het Besluit geluidhinder. De grootte van de zone is niet vastgelegd in de Wgh of een daaraan gekoppeld besluit. Een zone wordt in een bestemmingsplan gelegd rond een industrieterrein, waar volgens dat bestemmingsplan de vestiging van inrichtingen als bedoeld in artikel 2.1 derde lid van het Besluit omgevingsrecht (Bor) en bijlage I onderdeel D van het Bor mogelijk is. De grootte van de zone is afhankelijk van de benodigde of gewenste geluidruimte van het gezoneerde industrieterrein. In het bestemmingsplan moet de zone (die niet kleiner mag zijn dan de 50 dB(A)-contour) worden vastgelegd.
Binnen de zone rond een industrieterrein kunnen echter wel geluidgevoelige bestemmingen liggen. De hoogte van de maximaal toelaatbare geluidbelasting op deze bestemmingen is onder andere afhankelijk van de aard van de geluidgevoelige bestemming en of het gaat om nieuwbouw dan wel bestaande bouw.
Bij omgevingsvergunningverlening aan bedrijven op het industrieterrein in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) wordt de aangevraagde geluidbelasting van de desbetreffende inrichting en de al bestaande geluidbelasting van de andere bedrijven, getoetst aan de zone (zoals in het bestemmingsplan vastgelegd) en aan de vastgestelde hogere waarden bij geluidgevoelige objecten, zoals woningen.
De geluidzone is het gebied tussen de grens van het industrieterrein en de zonegrens. Buiten de zonegrens mag de door alle bedrijven die op het industrieterrein zijn gevestigd gezamenlijk veroorzaakte geluidbelasting niet hoger zijn dan 50dB(A) etmaalwaarde. De zone is dus het gebied, behalve het industrieterrein zelf, waarbinnen vanwege dat industrieterrein een geluidbelasting mag heersen van 50 dB(A) etmaalwaarde of meer. Deze eis is vastgelegd in de Wgh en gekoppeld aan de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en de Wabo. Gevolg hiervan is, dat zowel bij het toetsen van een iniatief aan het vigerend bestemmingsplan, als bij het verlenen van omgevingsvergunningen rekening wordt gehouden met de geluidzone die om het industrieterrein is gelegen.
Het doel van de zone is het vormen van een buffer, een ruimtelijke scheiding tussen industriële activiteiten en woningen en andere geluidgevoelige bestemmingen, zoals ziekenhuizen en onderwijsgebouwen. De keuze van de ligging van de zone is gebaseerd op een afweging tussen de ruimte voor de industrie en de ruimte voor geluidgevoelige objecten. De geluidzone zelf vormt hierbij een aandachtsgebied voor geluid, waar niet zondermeer woningen (en andere geluidgevoelige objecten) mogen worden gebouwd. De geluidzone voorkomt enerzijds dat woonbebouwing oprukt in de richting van bedrijven. Anderzijds geven de geluidzone en de daarbinnen vastgestelde grenswaarden de akoestische grenzen aan waaraan bedrijven op het industrieterrein zich dienen te houden.
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor een bedrijf op een gezoneerd industrieterrein moet het bevoegd gezag de grenswaarden binnen de geluidzone in acht nemen. Dit wordt ook wel het toetsen aan een geluidzone genoemd. Deze toets is verplicht voor alle bedrijven op het industrieterrein die vallen binnen het toepassingsgebied van de Wabo. Dus ook de geluidbelasting vanwege niet- vergunningplichtige bedrijven (zogenaamde AMvB-bedrijven: bedrijven die sinds 1 januari 2008 onder het Activiteitenbesluit vallen) wordt betrokken bij de toets aan de grenswaarden binnen de geluidzone.
Het industrieterrein 'Lekdijk' is vanuit de Wgh aangemerkt als gezoneerd industrieterrein voor de vestiging van geluidzoneringsplichtige inrichtingen. Rondom het industrieterrein bevindt zich een geluidzone, zoals bij Koninklijk Besluit van 12 oktober 1990, nummer 90.020926, is vastgesteld. Op het industrieterrein liggen enkele (vergunningen voor) geluidzoneringsplichtige inrichtingen.
Op 6 mei 1996 heeft de Minister van Volkshuisvesting een saneringsbesluit genomen waarbij een toelaatbare geluidsbelasting van 55dB(A) is vastgesteld voor een aantal woningen in de geluidzone. Voor de bedrijven op het gezoneerde industrieterrein geldt dat nieuwe of extra geluidruimte alleen kan worden vergund als de wettelijke grenswaarden niet overschreden worden. Dit is ook het geval voor het onderhavige industrieterrein.
De directe noodzaak voor actualisatie is dat de aanduiding 'geluidzone - industrie' niet is opgenomen op de verbeelding in het bestemmingsplan 'Bestemmingsplan Dorpskernen'. Woningen binnen dit bestemmingsplan kunnen planologisch een knelpunt vormen voor het functioneren van de aanwezige bedrijvigheid op het industrietrrein, omdat de geluidbelasting van de woningen niet hoger mag zijn dan 50 dB, tenzij hiervoor ontheffing is verleend tot maximaal 55 dB.
Ingevolge artikel 54 juncto artikel 41 Wgh kan een bestaande zone uitsluitend worden gewijzigd door middel van een bestemmingsplanwijziging. Met dit parapluplan wordt de ligging van de zone, in de gemeente Krimpenerwaard, voor het industrieterrein 'Lekdijk' vastgelegd. Het plangebied is aangeduid in figuur 2.
Met dit parapluplan wordt de geluidzone, zoals vastgesteld bij Koninklijk Besluit, hersteld.
De geluidzone rondom het gezoneerde industrieterrein wordt hersteld overeenkomstig de zone van het Koninklijk Besluit van 12 oktober 1990, nummer 90.020926., Hiervoor wordt op de verbeelding de 'geluidzone - industrie' opgenomen.
Voor het overige blijven de geldende bestemmingen van de onderliggende bestemmingsplannen gelden. De planregeling wordt alleen aangevuld met de regels die gelden ter plaatse van de aanduidingen voor geluidzone industrielawaai.
Dit plan betreft een partiële herziening van de geldende bestemmingsplannen 'Bestemmingsplan Dorpskernen' en 'Voorstraat 12, Lekkerkerk'. Hierin wordt de geluidzone toegevoegd. Voor het relevante beleidskader wordt verwezen naar het geldend bestemmingsplan. De wijziging betreft slechts toevoeging van de aanduiding 'geluidzone - industrie'. Deze toevoeging past binnen het bestaande beleidskader van het geldend bestemmingsplan.
De partiële herziening van het geldend bestemmingsplan voorziet in het toepassen van een geluidzone op de verbeelding van de bestemmingsplannen 'Bestemmingsplan Dorpskernen' en 'Voorstraat 12, Lekkerkerk'.
Met het planvoornemen worden geen nieuwe bouw- of gebruiksmogelijkheden mogelijk gemaakt. De gebiedsaanduiding heeft als doel te voldoen aan de Wet geluidhinder en heeft mede een signaleringsfunctie voor toekomstige ontwikkelingen.
Voor het bestemmingsplan is gebruik gemaakt van de in de Wet ruimtelijke ordening opgenomen standaardvorm van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP2012). Dit bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, planregels en een toelichting. De verbeelding en de planregels vormen samen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Beide planonderdelen dienen in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast. Op de verbeelding zijn de bestemmingen aangewezen. Aan deze bestemmingen zijn bouwregels en regels betreffende het gebruik gekoppeld.
De toelichting heeft geen rechtskracht, maar vormt niettemin een belangrijk onderdeel van het plan. De toelichting van dit bestemmingsplan geeft een weergave van de beweegredenen en de beleidsuitgangspunten die aan het bestemmingsplan ten grondslag liggen. Ook is de toelichting van wezenlijk belang voor een juiste interpretatie en toepassing van het bestemmingsplan.
Op de verbeelding is de omvang van het plangebied aangeduid. In dit geval gaat het om de gronden waarop de gebiedsaanduiding 'geluidzone - industrie' ontbreekt. Voor de analoge verbeelding is gebruik gemaakt van de digitale ondergrond (Grootschalige Basiskaart).
De regels zijn onderverdeeld in drie hoofdstukken:
In hoofdstuk 1 zijn enkele begrippen opgenomen. De begripsbepalingen zijn in alfabetische volgorde opgesomd en dienen als referentiekader voor de overige regels.
De begrippen ‘plan’ en ‘bestemmingsplan’ zijn begrippen die verplicht moeten worden verklaard en geven de naamgeving van het bestemmingsplan aan. Daarnaast worden de begrippen; geluidbelasting vanwege industrieterrein, geluidgevoelige objecten, geluidzone - industrie, hogere (grens)waarde en voorkeurgrenswaarde toegevoegd.
Hoofdstuk 2 bevat de feitelijke inhoud van het bestemmingsplan. In artikel 2 is de van toepassing verklaring opgenomen. Artikel 3 gaat in op de antidubbeltelregel uit het Besluit ruimtelijke ordening. In artikel 4 is de algemene aanduidingsregel voor 'geluidzone - industrie' opgenomen welke toegevoegd wordt in de van toepassing verklaarde bestemmingsplannen.
Hoofdstuk 3 omvat de 'Overgangs- en slotregels', zoals deze twee artikelen zijn opgenomen in het Besluit ruimtelijke ordening met de verplichting deze over te nemen in het bestemmingsplan. In de slotregel is de officiële naam van het plan bepaald. Onder deze naam kan deze parapluherziening worden aangehaald.
Onderzoek naar de economische uitvoerbaarheid van bestemmingsplannen heeft in het algemeen betrekking op nieuwe ontwikkelingen waarvoor bestemmingswijzigingen nodig zijn en die door de gemeente worden gerealiseerd. De financiële uitvoerbaarheid van dit bestemmingsplan wordt gewaarborgd doordat de ambtelijke kosten die nodig zijn voor de vervaardiging van het bestemmingsplan worden gedekt uit de algemene middelen van de gemeente Krimpenerwaard en Molenlanden.
Het bestemmingsplan bevat geen bouwtitel die voldoet aan de genoemde criteria in artikel 6.2.1. van het Besluit ruimtelijke ordening. Om deze reden is er geen sprake van wettelijk verplicht kostenverhaal en is het niet nodig een exploitatieplan vast te stellen als bedoeld in artikel 6.12, eerste lid, Wro.
In het kader van het overleg ingevolge artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening wordt het ontwerpbestemmingsplan toegezonden aan een aantal personen en/of instanties. Hierna volgt een bespreking van de inhoudelijke reacties.
De partiële herziening van de bestemmingsplannen heeft gedurende zes weken als ontwerp ter inzage gelegen. Tijdens deze periode heeft een ieder de mogelijkheid gehad om zienswijzen naar voren te brengen. Er zijn geen zienswijzen ingebracht.