Plan: | Geluidszone Industrieterrein Hollandsche IJssel |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1931.BP1422MI006-VG01 |
In de gemeente Gouda ligt het industrieterrein Hollandsche IJssel. Op grond van de Wet geluidhinder ligt rond het industrieterrein een geluidszone. Deze is vastgesteld bij Koninklijk Besluit van 8 mei 1991, nr. 91.004227.
Bij besluit van de minister van VROM en I&M zijn voor een aantal woningen geluidswaarden vastgesteld als ten hoogste Toelaatbare Geluidsbelasting vanwege het industrieterrein (d.d. 12 januari 2000, nr. MBG 200001564/585 en d.d. 24 november 2011, kenmerk IENM/BSK-2011/156381).
De geluidszone en de woningen binnen de geluidszone liggen deels op het grondgebied van de gemeente Ouderkerk.
Voor het industrieterrein is een zonebewakingsmodel opgesteld. Dit zonebewakingsmodel is een hulpmiddel bij vergunningverlening krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Bij vergunningverlening in het kader van de Wabo moet getoetst worden of er binnen de zone voldoende geluidsruimte voor het betreffende bedrijf aanwezig is.
Gebleken is dat van dit gezoneerde industrieterrein de zonegrens wordt overschreden. Volgens de Wet geluidhinder en de Wabo mag een geluidszone niet worden overschreden. Dit is meerdere malen bevestigd in uitspraken van de Raad van State. Het verlenen van nieuwe milieuvergunningen is daardoor niet mogelijk.
In verband hiermee is door de omgevingdienst Midden-Holland een geluidreductieplan opgesteld (Omgevingsdienst Midden-Holland, 13 september 2011). In dit plan staat beschreven hoe de overschrijding van de geluidszone kan worden opgeheven. De conclusie van dit plan is dat een nieuwe geluidszone moet worden vastgesteld. Het geluidreductieplan is als Bijlage 1 van deze toelichting opgenomen.
Ingevolge artikel 41 van de Wet geluidhinder kan een bestaande zone uitsluitend worden gewijzigd door middel van een bestemmingsplanwijziging. Voor de gronden gelegen binnen de gemeente Gouda is dit reeds gedaan. Met dit bestemmingsplan wordt de nieuwe ligging van de zone vastgesteld, voor zover gelegen op de gronden van de gemeente Ouderkerk.
Het voorliggend bestemmingsplan voorziet in een planologisch-juridische regeling voor het wijzigen van de geldende geluidszone voor het industrieterrein Hollandsche IJssel. De geluidszone valt zowel binnen de gemeente Gouda als de gemeente Ouderkerk. Dit bestemmingsplan wijzigt de geluidszone op de gronden binnen de gemeente Ouderkerk. Hierbij wordt ook een deel van de geldende geluidszone opgeheven (gedezoneerd).
Voorliggend bestemmingsplan betreft een partiële herziening van de bestemmingsplannen die binnen de bestaande geluidszone liggen. Met dit bestemmingsplan wordt alleen de geluidszone gewijzigd, waarbij de onderliggende bestemmingen niet wijzigen.
Het plangebied ligt in het noodoosten van de gemeente Ouderkerk. Aan de noordoostzijde wordt het plangebied begrensd door de grens met de gemeente Gouda. Verder wordt het plangebied begrensd door de grens van de geluidszone die is vastgesteld bij Koninklijk Besluit van 8 mei 1991. In afbeelding 1.1 is de ligging van het plangebied weergegeven.
Afbeelding 1.1: ligging van het plangebied
Dit bestemmingsplan voorziet in een aanpassing van de volgende bestemmingsplannen:
De geluidszone is het gebied tussen de grens van het industrieterrein (zie ook paragraaf 2.2) en de zonegrens. Buiten de zonegrens mag de door alle bedrijven die op het industrieterrein zijn gevestigd gezamenlijk veroorzaakte geluidsbelasting niet hoger zijn dan 50 dB(A) etmaalwaarde. De zone is dus het gebied, behalve het industrieterrein zelf, waarbinnen vanwege dat industrieterrein een geluidsbelasting mag heersen van 50 dB(A) etmaalwaarde of meer. Deze eis is vastgelegd in de Wet geluidhinder (Wgh) en gekoppeld aan de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Gevolg hiervan is, dat zowel bij ruimtelijke plannen, als bij het verlenen van omgevingsvergunningen rekening wordt gehouden met de geluidszone die om het industrieterrein is gelegen.
Het doel van de zone is het vormen van een buffer, een ruimtelijke scheiding tussen industriële activiteiten en woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen, zoals ziekenhuizen en onderwijsgebouwen. De keuze van de ligging van de zone is gebaseerd op een afweging tussen de ruimte voor de industrie en de ruimte voor geluidsgevoelige objecten. De geluidszone zelf vormt hierbij een aandachtsgebied voor geluid, waar niet zonder meer woningen (en andere geluidsgevoelige objecten) mogen worden gebouwd. De geluidszone voorkomt enerzijds dat woonbebouwing oprukt in de richting van bedrijven. Anderzijds geven de geluidszone en de daarbinnen vastgestelde grenswaarden de akoestische grenzen aan waaraan bedrijven op het industrieterrein zich dienen te houden.
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor een bedrijf op een gezoneerd industrieterrein moet het bevoegd gezag de grenswaarden binnen de geluidszone in acht nemen. Dit wordt ook wel het toetsen aan een geluidszone genoemd. Deze toets is verplicht voor alle bedrijven op het industrieterrein die vallen binnen het toepassingsgebied van de Wabo. Dus ook de geluidbelasting vanwege niet-vergunningplichtige bedrijven (zogenaamde AMvB-bedrijven: bedrijven die sinds 1 januari 2008 onder het Activiteitenbesluit vallen) wordt betrokken bij de toets aan de grenswaarden binnen de geluidszone.
Het gezoneerde industrieterrein Hollandsche IJssel is gesitueerd in de gemeente Gouda en wordt gescheiden in een binnen- en buitendijks gedeelte door de Schielands Hoge Zeedijk. De rivier de Hollandsche IJssel gaat door het industrieterrein heen. Aan de oostzijde grenst het industrieterrein aan de Gouderaksedijk met lintbebouwing met daar achter weilanden. Aan de noord-, noordoost- en noordwestzijde grenst het industrieterrein aan de woonbebouwing van de gemeente Gouda.
Afbeelding 2.1: ligging industrieterrein Hollandsche IJssel
Op 8 mei 1991 is rond het industrieterrein Hollandsche IJssel een geluidszone vastgesteld onder de naam: Zone Industrieterrein Uniqema, Koudasfalt, Van Vlaardingen. Deze is vastgesteld bij Koninklijk Besluit van 8 mei 1991, nr. 91.004227. Op 12 januari 2000 en op 24 november 2011 zijn ten hoogste toelaatbare waarden van de geluidsbelasting (hogere waarden) vastgesteld op een aantal woningen binnen de geluidszone. De geluidszone en hogere waarden zijn vastgesteld op basis van het toenmalige rekenmodel en de invoergegevens van de destijds aanwezige bedrijven.
Afbeelding 3.1: geluidszone Industrieterrein Uniqema, Koudasfalt
In de periode 2005 - 2006 is onderbouwd vastgesteld dat de inrichting Croda meer geluid maakt dan in het saneringsprogramma is aangenomen. De saneringsmaatregelen waren toen wel uitgevoerd. In het saneringsprogramma is gekeken naar de kosten en de baten van de maatregelen. Voor het verlangen van nieuwe aanvullende maatregelen op basis van de afweging van de kosten en baten volgens de systematiek van de sanering was geen basis. Daarom hebben de Provincie Zuid-Holland en de gemeente Gouda besloten om geen aanvullende maatregelen te eisen, maar om de zone opnieuw vast te stellen met een bestemmingsplanprocedure.
Zonebewakingsmodel
Medio 2009 is het zonebewakingsmodel geactualiseerd, waarbij het computerprogramma Geomilieu V1.80 aanmerkelijk geavanceerdere invoermogelijkheden van de geluidbronnen en van relevante omgevingskenmerken biedt. Met dit computerprogramma zijn de geluidsbelastingen vanwege het industrieterrein opnieuw berekend. De vigerende rechten van de inrichtingen op het industrieterrein zijn hierbij ongewijzigd gebleven. Het zonebewakingsmodel is in beheer bij de gemeente Gouda.
Met het geactualiseerde zonebewakingsmodel worden andere geluiduitkomsten verkregen dan met het vorige zonebewakingsmodel. Deze geluiduitkomsten zijn meer in overeenstemming met de werkelijkheid, met de situatie zoals deze nu wordt waargenomen.
Deze nieuwe geluiduitkomsten betekenen wel dat de zonegrens op meerdere plaatsen wordt overschreden. Ook worden de vastgestelde hogere waarden op diverse woningen overschreden.
Dit is niet uniek. Het gebeurt de laatste jaren bij een aanzienlijk aantal andere bestaande gezoneerde industrieterreinen, dat bij de actualisatie van het zonebewakingsmodel blijkt dat de zonegrens wordt overschreden. Nadrukkelijk dient te worden gesteld, dat de huidige overschrijdingen niet worden veroorzaakt doordat de bedrijven meer geluid zijn gaan maken. In een uitgebreide studie ("Geluid Uniqema, industrielawaaisituatie Uniqema 2005" dossier W2092.63.002 versie 3 van maart 2006) is aangetoond dat na het vaststellen van de zone geen uitbreiding van het geproduceerde geluid heeft plaats gevonden.
In het vastgestelde geluidreductieplan (Omgevingsdienst Midden-Holland, 13 september 2011) is geconcludeerd dat voor de bestaande geluidszone een reparatie noodzakelijk is. Bij de reparatie dient rekening te worden gehouden met het in gebruik nemen van de braakliggende kavels van het industrieterrein Schielands Hoge Zeedijk, door Croda of een ander bedrijf.
PlanMER
In het kader van de actualisering van het bestemmingsplan voor het industrieterrein Schielands Hoge Zeedijk is een planMER opgesteld. In het planMER zijn enkele varianten onderzocht en met elkaar vergeleken. De variant 'voornemen BBT' (Best Beschikbare Technieken) en de variant 'alternatief' onderscheiden zich met name op het thema geluid van de referentiesituatie. Bij het toepassen van variant 'alternatief' is sprake van een beperkte verslechtering ten opzichte van de referentiesituatie. Hoewel de effecten van variant 'alternatief' beperkter zijn dan de effecten van variant 'voornemen BBT+' en die weer beperkter dan de effecten van variant 'voornemen BBT', zijn de onderlinge verschillen niet zodanig dat dit leidt tot een andere effectbeoordeling op dit aspect. Wel scoort de variant 'alternatief' de laagste toename van het aantal woningen in hogere geluidsbelastingsklassen en is daarom de minst slechte keuze voor het toestaan van nieuwe ontwikkelingen. In dit bestemmingsplan is de variant 'alternatief' gekozen voor het onderdeel geluid. Op de overige aspecten scoren variant 'voornemen BBT' en variant 'alternatief' neutraal of licht negatief ten opzichte van de referentiesituatie, doch niet onderscheidend ten opzichte van elkaar. Op basis van de variant 'alternatief' is de nieuwe geluidszone bepaald. De PlanMER is als Bijlage 2 van deze toelichting opgenomen.
Uitgangspunten
Bij het bepalen van de nieuwe geluidszone is uitgegaan van de actualisering van het geldende bestemmingsplan waarin een standaard zonering van het industrieterrein met categorie 3 en 4 bedrijven is opgenomen. Indien een chemisch bedrijf zich wil vestigen of wil uitbreiden (Croda), dient dit voor geluid binnen de grenzen van een categorie 3 en 4 bedrijf plaatsvinden. De exacte situering van de categorie 3 en 4 bedrijven is opgenomen middels een zonering op de verbeelding van dat bestemmingsplan en blijft ongewijzigd.
Op basis van de uitgangspunten uit het PlanMER is voor de variant 'alternatief' een gridberekening uitgevoerd. Op basis van deze berekening is de 50 dB(A) contourlijn bepaald. De geluidsbelasting van het industrieterrein is berekend op 5 meter hoogte, rekening houdend met een zogenaamde vrije veld situatie, dat wil zeggen zonder bebouwing. De nieuwe geluidszone is vastgesteld op basis van de berekende 50 dB(A) contourlijn voor de variant 'alternatief'. De nieuwe zonegrens volgt deze 50 dB(A) contourlijn waarbij voor de gronden in het stedelijke gebied van Gouda zo veel mogelijk aangesloten is bij de bestaande stedenbouwkundige structuur van wateren, wegen en erfafscheidingen. Voor alle woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen binnen deze zone is de geluidsbelasting berekend. In afbeelding 3.2 is zowel de oude als nieuwe geluidszone weergegeven.
Afbeelding 3.2: oude en nieuwe geluidszone
Akoestisch onderzoek
Voor de voorgestelde zonewijziging is een akoestisch onderzoek uitgevoerd (productnummer 201132962 van september 2013). Dit onderzoek is als Bijlage 3 van deze toelichting opgenomen. Het doel van dit onderzoek is tweedelig, namelijk:
Dit bestemmingsplan wijzigt de geluidszone op de gronden binnen de gemeente Ouderkerk. De nieuwe geluidszone is kleiner geworden waardoor een deel van de oude zone wordt opgeheven (gedezoneerd).
In het bestemmingsplan 'Middelblok' en het Inpassingsplan 'Zuidwestelijke Randweg-N207' is op basis van het Koninklijk Besluit van 8 mei 1991 de aanduiding geluidszone - industrie(lawaai) opgenomen. Doordat de geluidszone kleiner is geworden vervalt een gedeelte van deze aanduiding. In afbeelding 3.3 is in rood aangegeven waar de aanduiding geluidszone - industrie(lawaai) vervalt binnen het bestemmingsplan 'Middelblok' en het Inpassingsplan 'Zuidwestelijke Randweg-N207'.
Omdat het bestemmingsplan 'Buitengebied' ouder is dan het Koninklijk Besluit van 8 mei 1991 is de geluidszone hier niet in opgenomen. Hierdoor geldt op deze gronden de geluidszone die is vastgesteld bij Koninklijk Besluit van 8 mei 1991.
De nieuwe geluidszone is kleiner geworden en valt niet meer over de gronden van het bestemmingsplan 'Buitengebied'. De geluidszone wordt hierdoor op deze gronden opgeheven. In afbeelding 3.3 is in groen aangeven waar de geluidszone ter plaatse van het bestemmingsplan 'Buitengebied' vervalt.
Afbeelding 3.3: situatie plangebied
Voor de woningen binnen de geluidszone is de geluidsbelasting bepaald. Woningen binnen Ouderkerk die in de bestaande zone lagen en een geluidsbelasting ondervinden van maximaal 55 dB(A), kennen reeds een wettelijke hogere waarde van 55 dB(A). Binnen de gemeente Ouderkerk betreft dit de woningen Veerstalblok 21 tot en met 45.
Vier woningen in Ouderkerk die al in de bestaande zone lagen, hebben nu een hogere berekende etmaalwaarde (respectievelijk 55, 2 en 55,3 dB) dan de reeds vastgestelde hogere waarden van 55 dB. Voor deze woningen is een hogere waarde vastgesteld van 56 dB(A). Het gaat om de volgende woningen:
In tabel 1 en afbeelding 3.4 is een overzicht opgenomen van de in de geluidszone gelegen woningen. Door het wijzigen van de geluidszone zijn geen nieuwe woningen in de zone terecht gekomen.
waarneempunten | vastgestelde hogere waarden | berekende etmaalwaarde | benodigde hogere waarden |
Veerstalblok 21-23 | 55 | 53,7 | 54 |
Veerstalblok 25 | 55 | 50,3 | 51 |
Veerstalblok 27 | 55 | 53,3 | 54 |
Veerstalblok 29 | 55 | 53,6 | 54 |
Veerstalblok 31 | 55 | 51,0 | 51 |
Veerstalblok 35 | 55 | 53,3 | 54 |
Veerstalblok 37 | 55 | 54,4 | 55 |
Veerstalblok 39 | 55 | 54,5 | 55 |
Veerstalblok 41, 43, 45 | 55 | 54,7 | 55 |
Veerstalblok 47 | 55 | 55,2 | 56 |
Veerstalblok 49, 51, 53 | 55 | 55,3 | 56 |
Tabel 1: overzicht woningen binnen nieuwe geluidszone
Afbeelding 3.4: ligging woningen binnen nieuwe geluidszone
De hogere grenswaarden voor deze woningen zijn al eerder door de gemeente Gouda vastgesteld in een separaat hogere waarden besluit (nr. 2012029258, 18 september 2013). Doordat het bedrijventerrein is gelegen binnen de gemeente Gouda, is deze gemeente bevoegd gezag voor het vaststellen van hogere grenswaarden. Het hogere waarden besluit is als is als Bijlage 4 van deze toelichting opgenomen.
Geluidsbelasting in de woning
Volgens artikel 111b van de Wet geluidhinder mag de geluidsbelasting in de woningen in de gemeente Ouderkerk niet hoger zijn dan 35 dB(A). Voor de woningen waar een lagere hogere waarde is vastgesteld of gelijke hogere waarde geldt, wordt nog steeds voldaan aan de geluidsbelasting in de woning als gevolg van het oude hogere waarde besluit uit het jaar 2000. Bij het vaststellen van een hogere waarde die hoger is dan de thans geldende waarde is tevens onderzoek naar de geluidsbelasting in de woningen uitgevoerd. Dit geldt voor de woningen Veerstalblok 47, 49, 51 en 53.
Uit dit onderzoek blijkt dat Veerstalblok 47 voldoet aan de norm voor geluidsbelasting in de woning. Bij de woningen Veerstalblok 49 en 53 is dit niet het geval en zijn maatregelen nodig aan de gevel van de woning. Deze twee woningen komen in aanmerking voor nader onderzoek naar voorzieningen aan de gevel. Als het bestemmingsplan onherroepelijk en van kracht is, zal dit onderzoek worden uitgevoerd in opdracht van de gemeente Gouda. De voorzieningen dienen hierna nog aangebracht te worden. Veerstalblok 51 heeft geen medewerking verleend aan een onderzoek naar de geluidsbelasting in de woning.
Cumulatie geluid bij woningen
Uit de Wet geluidhinder volgt dat bij vaststellen van hogere waarden de cumulatieve geluidsbelasting in de belangenafweging moet worden betrokken. Er is geen wettelijke norm waaraan voldaan moet worden na cumulatie, echter moet er geen sprake zijn van een onaanvaardbare geluidsbelasting. In het kader van een goede ruimtelijke ordening dient hiermee in een bestemmingsplan wel rekening te worden gehouden. In tabel 2 zijn de berekende, afgeronde gecumuleerde geluidbelastingen (wegverkeers- en industrielawaai) weergegeven op de noordgevel van de 4 woningen waarvoor een hogere waarde is vastgesteld. Deze gegevens zijn ontleend aan het PlanMER.
Geluidbelasting industrielawaai Letmaal in dB(A) | Geluidbelasting wegverkeer Lden in dB | Gecumuleerde geluidbelasting Lden in dB | ||||
huidig | toekomst | huidig | toekomst | huidig | toekomst | |
Veerstalblok 47 | 50 | 55 | 54 | 54 | 56 | 58 |
Veerstalblok 49, 51 en 53 | 51 | 55 | 54 | 54 | 56 | 58 |
Tabel 2: geluidsbelasting industrie en wegverkeer, alsmede gecumuleerde geluidsbelasting.
Bij de woningen Veerstalblok 47, 49, 51 en 53 neemt de gecumuleerde geluidsbelasting (wegverkeers- en industrielawaai) op de hoogst belaste gevel (de noordgevel) met 2 dB toe ten opzichte van de huidige situatie. Deze gecumuleerde geluidsbelasting van 58 dB blijft nog onder de hoogste norm van 68 dB voor wegverkeerslawaai of 65 dB(A) voor industrielawaai, waardoor er geen sprake is van een onaanvaardbare geluidsbelasting. Bovendien is de geluidsbelasting nog altijd fors lager dan de geluidsbelasting zoals die was in 2012. Tot die tijd was de Gouderaksedijk/Veerstalblok een doorgaande weg met een relatief hoge verkeersintensiteit. In die situatie was de gecumuleerde geluidsbelasting op de noordgevels nog circa 8 dB hoger dan in de huidige situatie (64 á 65 dB).
Bij de woningen Veerstalblok 21, 23, 25, 27, 29, 31, 35, 37, 39, 41, 43 en 45 neemt de gecumuleerde geluidsbelasting af.
In deze paragraaf volgt een toelichting op de juridische regeling. Het bestemmingsplan bestaat uit drie onderdelen: de juridisch bindende planregels en verbeelding, met daarbij een toelichting.
Standaard
Dit bestemmingsplan is opgesteld en ingericht conform de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 (SVBP2012).
Plansystematiek
In dit bestemmingsplan worden de volgende zaken vastgelegd die te maken hebben met het aspect geluid:
Deze paragraaf bevat een beschrijving van de bestemmingen, waarbij per bestemming het doel of de doeleinden worden aangegeven. Daarnaast wordt in deze paragraaf ingegaan op de overige regels uit het bestemmingsplan. Conform SVBP2012 zijn de regels onderverdeeld in vier hoofdstukken.
Inleidende regels
Artikel 1: Reikwijdte regels
In dit artikel is aangegeven op welke bestemmingsplannen deze herziening betrekking heeft en op welke onderdelen hiervan.
Artikel 2: Begrippen
In dit artikel is een aantal begrippen verklaard die genoemd wordt in de planregels. Dit artikel voorkomt dat er bij de uitvoering van het plan onduidelijkheden ontstaan over de uitleg van bepaalde regelingen.
Artikel 3: Wijze van meten
In dit artikel is bepaald hoe de voorgeschreven maatvoering in het plan gemeten moeten worden. Evenals de begripsbepalingen voorkomen de bepalingen inzake de wijze van meten interpretatieverschillen bij de toepassing van de planregels.
Bestemmingsregels
Vanwege de specifieke aard van dit bestemmingsplan bevat dit plan geen bestemmingsregels.
Algemene regels
Artikel 4: Algemene gebruiksregels
De algemene gebruiksregels regelen welke vormen van gebruik van onbebouwde gronden respectievelijk bouwwerken in ieder geval moeten worden aangemerkt als een verboden gebruik, zoals bedoeld in de Wet ruimtelijke ordening respectievelijk de Woningwet.
Artikel 5: Algemene aanduidingsregels
Dit artikel bevat regels ten aanzien van de geluidszone. Ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - industrie' is het realiseren van woningen, andere geluidgevoelige gebouwen en geluidgevoelige terreinen als bedoeld in artikel 1 Wet geluidhinder niet toegestaan. Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie te verwijderen' vervalt de aanduiding 'geluidzone - industrie' zoals bedoeld in artikel 24 van bestemmingsplan 'Middelblok' en artikel 16 van inpassingsplan Zuidwestelijke Randweg-N207. Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie volgens Koninklijk besluit te verwijderen' vervalt de geluidszone zoals deze is vastgesteld bij Koninklijk Besluit van 8 mei 1991, nr. 91.004227.
Artikel 6: Algemene wijzigingsregels
Deze bevoegdheid heeft betrekking op het wijzigingen van de grens van de geluidszone.
Artikel 7: Algemene procedureregels
De algemene procedureregels regelen de toepassing van de wijzigingsbevoegdheid. In Artikel 6 wordt hiernaar verwezen.
Overgangs- en slotregels
In het laatste hoofdstuk zijn respectievelijk het overgangsrecht en een slotregel opgenomen. Hoewel het hier in wezen ook algemene regels betreft, zijn deze vanwege hun meer bijzondere karakter in een apart hoofdstuk opgenomen.
Gelet op het bepaalde in artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening dient in het kader van een bestemmingsplan onder andere inzicht te worden geboden in de economische uitvoerbaarheid van het plan binnen de wettelijke planperiode van tien jaar. Op de gemeente rust de verplichting tot kostenverhaal bij grondexploitatie. Dit kan door het vaststellen van een exploitatieplan. De gemeente kan hiervan afzien indien kostenverhaal anderszins is verzekerd, bijvoorbeeld door het sluiten van een overeenkomst. Om tot kostenverhaal te kunnen overgaan, moet er wel sprake zijn van een bouwplan, zoals bedoeld in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening. Het voorliggend bestemmingsplan voorziet niet in de realisatie van een dergelijk bouwplan, maar betreft slechts een herziening van de bestemmingsplannen betreffende één facet, namelijk 'geluid'. Er is derhalve geen exploitatieplan of overeenkomst zoals bedoeld in de Wro noodzakelijk.
Bij het vaststellen van hogere waarden dient ook aandacht te worden besteed aan de gevelisolatie van de betreffende woningen in relatie tot het vereiste binnenniveau alsmede aan de (financiering van de) kosten van die maatregelen. De gemeente draagt zorg voor de isolatie van de woningen. De kosten hiervan worden krachtens artikel 125 lid 1 onder c van de Wet geluidhinder gedragen door degene waarvan de 'ten hoogste toelaatbare geluidbelasting' is verhoogd.
Overleg artikel 3.1.1 Bro
In artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is bepaald dat het bestuursorgaan dat is belast met de voorbereiding van een bestemmingsplan daarbij overleg pleegt met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn. In het kader van het overleg als bedoeld in artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening is het voorontwerpbestemmingsplan kenbaar gemaakt bij:
Rijkswaterstaat, Provincie Zuid-Holland, Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard en de gemeente Gouda hebben te kennen gegeven geen opmerkingen te hebben op het bestemmingsplan. Van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu is geen reactie ontvangen.
Zienswijzen
Het plan heeft gedurende zes weken ter inzage gelegen. Tijdens de terinzagelegging zijn geen zienswijzen ingediend.