direct naar inhoud van Regels
Plan: De Haven - Veerweg
Status: vastgesteld
Plantype: uitwerkingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1930.UPHavenVeerweg-3001

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

Het uitwerkingsplan 'De Haven - Veerweg' met identificatienummer NL.IMRO.1930.UPHavenVeerweg-3001 van de gemeente Nissewaard.

1.2 bestemmingsplan

De geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 moederplan

Het bestemmingsplan De Haven, bestaande uit geometrisch bepaalde planobjecten vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1930.BPDELDEHAVEN-4001, met de bijbehorende regels, verbeelding en bijlagen, zoals vastgesteld door de gemeenteraad van Nissewaard op 21 december 2015.

1.4 geluidluwe gevel

Een gevel, specifiek behorende bij de betreffende woning of ander geluidgevoelig object, dan wel, voor zover sprake is van een bijzondere vormgeving van die gevel een gedeelte van die gevel waar sprake is van een geluidluw karakter. Deze gevels of geveldelen zijn geluidluw indien de geluidbelasting niet meer bedraagt dan:

  • 1. 53 dB vanwege het totale wegverkeer op wegen met een wettelijk toegestane rijsnelheid van 50 km/uur of hoger (exclusief de aftrek volgens artikel 110g van de Wet geluidhinder)
  • 2. 53 dB vanwege het totale wegverkeer op wegen met een wettelijk toegestane rijsnelheid lager dan 50 km/uur (exclusief de aftrek volgens artikel 110g van de Wet geluidhinder)
  • 3. 50 dB(A) vanwege een volgens de Wet geluidhinder gezoneerd industrieterrein.
  • 4. 50 dB(A) vanwege bedrijven niet gelegen op een gezoneerd industrieterrein.
  • 5. 55 dB vanwege het totaal van wegverkeer + gezoneerd industrieterrein + bedrijven niet gelegen op gezoneerd industrieterrein

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 2 Werking

De regels van Hoofdstuk 1 en Hoofdstuk 3 van het moederplan zijn op dit plan van toepassing, met inachtneming van het bepaalde in de volgende artikelen.

Artikel 3 Tuin

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen (hoofd)gebouwen.

3.2 Bouwregels

Behoudens vergunningsvrije bouwwerken als bedoeld in artikel 2 bijlage II Besluit omgevingsrecht, zijn geen bijbehorende bouwwerken en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan.

3.3 Specifieke gebruiksregels

Voor het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. het is toegestaan deze gronden te gebruiken ten behoeve van het parkeren op eigen terrein.

Artikel 4 Verkeer - 2

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. straten, voet- en rijwielpaden;
  • b. groenvoorzieningen, bermen en watergangen;
  • c. parkeervoorzieningen;
  • d. nutsvoorzieningen;
  • e. fietsenstallingen, abri's, telefooncellen, straatmeubilair en dergelijke;
  • f. speel- en verblijfsvoorzieningen.
4.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. er mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan ten behoeve van de verkeersregeling, de verkeers- of wegaanduiding of de verlichting, bedraagt ten hoogste 3 m.
4.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1 om de bouw van erkers, luifels, balkons en andere ondergeschikte bouwdelen van een aangrenzend hoofdgebouw toe te staan, waarbij geldt dat:

  • a. de diepte ten hoogste 2 m bedraagt;
  • b. de oppervlakte ten hoogste 15 m² bedraagt;

 

Artikel 5 Woongebied

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. bedrijven;
  • c. dienstverlening;
  • d. maatschappelijke voorzieningen;
  • e. kantoren;
  • f. horeca, categorie 1;
  • g. onder- en bovengrondse parkeervoorzieningen;
  • h. bij deze doeleinden behorende voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen, groen- en speelvoorzieningen.

een en ander met inachtneming van het bepaalde in lid 5.5.

5.2 Bouwregels
5.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. er mag alleen worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. er mogen niet meer dan 160 woningen worden gebouwd;
  • c. van de in lid 5.1 onder b t/m f genoemde functies mag de totale brutovloeroppervlakte niet meer bedragen dan 2500 m² ; deze functies zijn uitsluitend op de begane grond toegestaan;
  • d. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan in de verbeelding is ingeschreven; indien een minimum bouwhoogte is ingeschreven, mag de bouwhoogte niet lager zijn dan die maat.
  • e. woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen dienen te zijn voorzien van een dove gevel, tenzij:
    • 1. de woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen voldoen aan het door het bevoegd gezag vastgestelde en bij dit uitwerkingsplan behorende Besluit hogere waarde Wet geluidhinder, en de woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen voldoen aan de etmaalwaarde van het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau voor geluid ten gevolge van inrichtingen, in de zin van artikel 1.1 van de Wet milieubeheer jo. artikel 1 Wet geluidhinder, vanwege het geluid als gevolg van vergunde activiteiten behorende tot de representatieve bedrijfssituatie van de in het gebied Groene Kruisweg - Veerweg gelegen inrichtingen, danwel voldoen aan het maatwerk van die inrichtingen, mits de woningen binnenwaarde hebben van maximaal 35 dB(A) etmaalwaarde; of,
    • 2. de woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen voldoen aan de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting;
  • f. Bij iedere woning is sprake van minimaal één geluidsluw geveldeel.

5.2.2 Bijbehorende bouwwerken

Behoudens vergunningsvrije bouwwerken als bedoeld in artikel 2 bijlage II Besluit omgevingsrecht, zijn geen bijbehorende bouwwerken toegestaan.

5.2.3 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Behoudens vergunningsvrije bouwwerken, geen gebouwen zijnde als bedoeld in artikel 2 bijlage II Besluit omgevingsrecht, zijn geen bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan.

5.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag is bevoegd nadere eisen te stellen met betrekking tot de plaats en de afmetingen van bebouwing indien dit naar hun oordeel noodzakelijk is in verband met het straat- en bebouwingsbeeld -zoals hoogtedifferentiatie van naast of nabij elkaar gelegen panden binnen de op de kaart aangegeven doorsnede-, de verkeersveiligheid, het voorkomen van een onevenredige aantasting van de privacy van bewoners en van gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken en in verband met het beperken van schaduw- en windhinder.

5.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 5.2.1 onder c voor het toestaan van de functies op de verdieping (en) onder voorwaarden dat:
    • 1. dit bijdraagt aan het goed functioneren van deze functies in dit plangebied;
    • 2. er geen onevenredige hinder ontstaat.
  • b. lid 5.2.1 onder d ten behoeve van kapconstructies op grondgebonden woningen onder de voorwaarden dat:
    • 1. een kap bijdraagt aan het gewenste gevarieerde en veelkleurige gevelwand  langs de haven;
    • 2. de bouwhoogte maximaal 15 m mag bedragen;
    • 3. de westgevel van de kap wordt uitgevoerd met een 'dove gevel' als bedoeld in artikel 1b Wet geluidhinder.
5.5 Specifieke gebruiksregels
5.5.1 Voorwaardelijke verplichting

Het gebruik van de gronden langs de Veerkade met de maatvoeringsaanduiding 'maximale bouwhoogte 10 m' ten behoeve van wonen is uitsluitend toegestaan indien op de gronden langs de Veerweg ter plaatse van de maatvoeringsaanduiding 'minimale bouwhoogte 3 m, maximale bouwhoogte 6 m' (afschermende) in die gehele zone aaneengesloten bebouwing is opgericht.

5.5.2 Overige specifieke gebruiksregels
  • a. Het in gebruik nemen van de woning of delen van de woning als een kamerverhuurbedrijf is niet toegestaan;
  • b. Op de in lid 5.1 bedoelde gronden is- in samenhang daarmee- ook het gebruik toegestaan van gedeelten van hoofdgebouwen, inclusief bijbehorende bouwwerken, voor aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten zoals genoemd in milieucategorie 1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in Bijlage 1 bij de regels van het moederplan, voor zover:
    • 1. het vloeroppervlak ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en de kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten niet groter is dan 30% van het vloeroppervlak van de woning, met een maximum van 25 m2 ;
    • 2. de woning mag hierdoor niet, c.q. niet in betekenende mate het karakter van een woning verliezen;
    • 3. degene die de activiteiten in de woning uitvoert, dient tevens de bewoner van de woning te zijn;
    • 4. de activiteit mag geen onevenredige afbreuk doen aan het woonklimaat in de directe omgeving en mag niet gepaard gaan met horeca en detailhandel, uitgezonderd beperkte verkoop, die ondergeschikt is aan de uitoefening van de betrokken kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten.
  • c. Bedrijven als genoemd in lid 5.1 onder b zijn uitsluitend toegestaan voorzover deze behoren tot de categorie 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in Bijlage 1 bij de regels van het moederplan;
  • d. Van de in lid 5.2.1 onder c genoemde maximum brutovloeroppervlakte mag deze per functie maximaal 500 m2 bedragen;
  • e. Per vestiging mag de brutovloeroppervlakte niet meer bedragen dan 150 m² ;
  • f. horeca-categorie-1 is alleen toegestaan op de hoeken van de bouwvlakken langs de havenkade;
  • g. Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt mede verstaan:
    • 1. het gebruik van bijgebouwen als zelfstandige woning;
    • 2. enige vorm van seksinrichting.
5.6 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 5.5.2 onder a om een kamerverhuurbedrijf toe te staan, mits:
    • 1. de belangen van direct omwonenden niet onevenredig worden geschaad;
    • 2. er voldoende parkeergelegenheid is.
      Het bevoegd gezag kan voorwaarden stellen aan het gebruik van de woning als kamerverhuurbedrijf.
  • b. lid 5.5.2 onder c voor het toestaan van bedrijfsactiviteiten genoemd in milieucategorie 3 van de Staat van Bedrijfsacticiteiten zoals opgenomen in Bijlage 1 bij de regels van het moederplan, worden toegestaan, voor zover deze bedrijfsactiviteiten naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijfsactiviteiten zoals genoemd in milieucategorie 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in Bijlage 1 bij de regels van het moederplan, mits vooraf een milieudeskundige hierover is gehoord;
  • c. lid 5.5.2 onder f voor het toestaan van horeca, categorie-1 op andere locaties indien dat bijdraagt aan de gewenste verlevendiging/aantrekkelijkheid van het gebied, met dien verstande dat het woon- en leefklimaat niet op ontoelaatbare wijze mag worden aangetast.

Artikel 6 Waarde - Archeologie - 1

Op de voor 'Waarde - Archeologie - 1' bestemde gronden zijn de regels vermeld in artikel 9 en de in samenhang daarmee van toepassing zijnde overige regels van het bestemmingsplan 'De Haven' (GML-bestand NL.IMRO.1930.BPDELDEHAVEN-4001) van overeenkomstige toepassing, een en ander met uitzondering van de regels waarin dit plan zelf voorziet.

Artikel 7 Waterstaat - Waterkering

Op de voor 'Waterstaat - Waterkering' bestemde gronden zijn de regels vermeld in artikel 13 en de in samenhang daarmee van toepassing zijnde overige regels van het bestemmingsplan 'De Haven' (GML-bestand NL.IMRO.1930.BPDELDEHAVEN-4001) van overeenkomstige toepassing, een en ander met uitzondering van de regels waarin dit plan zelf voorziet.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 8 Antidubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 9 Algemene bouwregels

9.1 Vrijwaringszone - Molenbiotoop

Op de voor 'Vrijwaringszone - Molenbiotoop' aangeduide gronden zijn de regels zoals vermeld in artikel 15.6 en de in samenhang daarmee van toepassing zijnde overige regels van het bestemmingsplan 'De Haven' (GML-bestand NL.IMRO.1930.BPDELDEHAVEN-4001) van overeenkomstige toepassing, een en ander met uitzondering van de regels waarin dit plan zelf voorziet.

9.2 Veiligheidszone - Vervoer gevaarlijke stoffen

Op de voor 'Veiligheidszone - Vervoer gevaarlijke stoffen' aangeduide gronden zijn de regels zoals vermeld in artikel 15.7 en de in samenhang daarmee van toepassing zijnde overige regels van het bestemmingsplan 'De Haven' (GML-bestand NL.IMRO.1930.BPDELDEHAVEN-4001) van overeenkomstige toepassing, een en ander met uitzondering van de regels waarin dit plan zelf voorziet.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 10 Overgangsrecht

10.1 Overgangsrecht bouwwerken
10.1.1 Afwijking

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:

  • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
10.1.2 Omgevingsvergunning

Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van lid 10.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10 %.

10.1.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwen

Lid 10.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

10.2 Overgangsrecht gebruik
10.2.1 Voortzetten strijdig gebruik

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

10.2.2 Strijdig gebruik

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 10.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

10.2.3 Verboden gebruik

Indien het gebruik, bedoeld in het lid 10.2.1, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

10.2.4 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik

Lid 10.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 11 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het uitwerkingsplan De Haven - Veerweg.