Plan: | Groot-Ammers Zuidoost |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1927.BPGrootAmmersZOLSV-OH01 |
Normstelling en beleid
Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door de Wet milieubeheer luchtkwaliteitseisen (ook wel Wet luchtkwaliteit genoemd, Wlk). De Wlk bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen vooral de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang. De grenswaarden van de laatstgenoemde stoffen zijn in onderstaande tabel weergegeven.
Tabel 4.5 Grenswaarden maatgevende stoffen Wlk
In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij het opstellen van ruimtelijke plannen uit oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens tevens rekening gehouden met de luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied.
Besluit niet in betekenende mate (nibm)
In het Besluit nibm en de bijbehorende regeling is bepaald in welke gevallen een plan of project vanwege de beperkte gevolgen voor de luchtkwaliteit niet aan de grenswaarden hoeft te worden getoetst. Dit kan het geval zijn wanneer een plan of project een effect heeft van minder dan 3% van de jaargemiddelde grenswaarde NO2 en PM10.
Onderzoek
De ontwikkeling van 24 woningen heeft slechts een beperkte verkeersaantrekkende werking. Het effect op de luchtkwaliteit bedraagt in geen geval meer dan 3% van de grenswaarden voor NO2 en PM10. Daarom is op het voorliggende plan het Besluit nibm van toepassing waardoor toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit achterwege kan blijven.
Wel dient in het kader van een goede ruimtelijke ordening inzicht te worden gegeven in de luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied. Met behulp van de saneringstool (www.saneringstool.nl) die behoort bij het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) kan voor diverse prognosejaren inzicht worden gegeven in de achtergrondconcentraties NO2 en PM10 en in de jaargemiddelde concentraties langs relevante wegen. Omdat er in en om het plangebied geen maatgevende wegen voor luchtkwaliteit zijn gelegen, wordt inzicht gegeven in de achtergrondconcentraties ter plaatse van het plangebied. Uit de saneringstool blijkt dat in 2011 de jaargemiddelde achtergrondconcentratie NO2 ter plaatse van het plangebied 18,2 µg/m³ bedraagt. Voor PM10 bedraagt de jaargemiddelde achtergrondconcentratie in 2011 23,9 µg/m³. Geconcludeerd wordt dat ter hoogte van het plangebied ruimschoots aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit wordt voldaan.
Conclusie
De Wet luchtkwaliteit staat de uitvoering van het plan niet in de weg. Ter plaatse van de beoogde woningen is vanuit het oogpunt van luchtkwaliteit sprake van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.