Plan: | Groot-Ammers Zuidoost |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1927.BPGrootAmmersZOLSV-OH01 |
Waterbeheer en watertoets
De initiatiefnemer dient in een vroeg stadium overleg te voeren met de waterbeheerder over een ruimtelijke planvoornemen. Hiermee wordt voorkomen dat ruimtelijke ontwikkelingen in strijd zijn met duurzaam waterbeheer. Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van het Waterschap Rivierenland, verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer. Bij het tot stand komen van dit bestemmingsplan is overleg gevoerd met de waterbeheerder over deze waterparagraaf. De opmerkingen van de waterbeheerder zijn vervolgens verwerkt in deze waterparagraaf.
Beleid duurzaam stedelijk waterbeheer
Op verschillende bestuursniveaus zijn de afgelopen jaren beleidsnota's verschenen aangaande de waterhuishouding, allen met als doel een duurzaam waterbeheer (kwalitatief en kwantitatief). Deze paragraaf geeft een overzicht van de voor het plangebied relevante nota's, waarbij het beleid van het waterschap en de gemeente nader wordt behandeld.
Europa:
Nationaal:
Provinciaal:
Waterschapsbeleid
Het Waterbeheerplan 2010-2015 (2009) heeft een integraal en strategisch karakter. De koers voor de komende zes jaren wordt hierin vastgelegd. In de planperiode staan de volgende aspecten centraal:
Het Waterbeheerplan 2010-2015 borduurt voort op de verschillende beleidsplannen die in de afgelopen jaren zijn vastgesteld. Er is dus geen sprake van een breuk in het waterbeleid maar wel van een verdere intensivering. Het is het eerste volledig integrale waterbeheerplan van het waterschap. Alle beleidsaspecten van waterkeringen, watersysteem en afvalwaterketen zijn in dit plan verwoord. Ook zijn voor het eerst de nationale, de provinciale en waterschapsplannen tegelijkertijd opgesteld. Omdat deze verschillende plannen elkaar beïnvloeden is er veel geïnvesteerd in een goede afstemming tussen de verschillende overheden.
Gemeentelijk beleid
Het geactualiseerde Waterplan Liesveld en Graafstroom is door het gemeentelijke en waterschapsbestuur vastgesteld in 2009. De maatregelen zijn budgettair en planmatig uitgelegd tot 2015. Hiervoor is een totaalbudget van circa € 500.000,- beschikbaar. Met deze maatregelen is voorzien dat de waterhuishouding tot 2025 veilig, robuust en duurzaam is ingericht. Per gemeentekern zijn op basis van de inventarisatie en analyse maatregelen voorgesteld. Deze variëren van het creëren van extra waterberging en afkoppelen, tot het plaatsen van een terugslagklep in een overstort. Voor de gemeente Liesveld is baggeren van het stedelijk gebied een van de belangrijkste maatregelen. Daarnaast zijn algemene maatregelen gepland zoals het opstellen van goede beheer- en onderhoudsplannen en het nader uitwerken van de overdracht van stedelijk water. Het waterschap gaat de komende jaren intensief monitoren welke effecten de geplande maatregelen hebben en zo nodig kan op basis hiervan bijgestuurd worden.
Huidige situatie
Algemeen
Het plangebied is gelegen ten zuidoosten van de kern Groot-Ammers. Het plangebied is in de huidige situatie braakliggend.
Bodem en grondwater
Volgens de Bodemkaart van Nederland bestaat de bodem ter plaatse uit klei op veen. Er is sprake van grondwatertrap III*. Dat wil zeggen dat de gemiddeld hoogste grondwaterstand varieert tussen de 0,25 m en de 0,4 m beneden maaiveld en dat de gemiddeld laagste grondwaterstand varieert tussen de 0,8 m en de 1,2 m beneden maaiveld. De maaiveldhoogte ter plaatse bedraagt circa NAP -1,15 m.
Waterkwantiteit
Binnen het plangebied is een viertal C-watergangen aanwezig. De watergang ten oosten van het plangebied is aangemerkt als A-watergang, net als de ten zuiden van het plangebied gelegen Middelwetering.
Watersysteemkwaliteit en ecologie
Binnen het plangebied of in de invloedssfeer van het plangebied zijn geen KRW-waterlichamen aanwezig. Het plangebied is niet gelegen in een grondwaterbeschermingsgebied.
Veiligheid en waterkeringen
Het plangebied is niet gelegen binnen de kern- of beschermingszone van een waterkering.
Afvalwaterketen en riolering
Binnen het plangebied is geen riolering aanwezig. In de omgeving ligt een gescheiden rioleringsstelsel.
Toekomstige situatie
Algemeen
Het bestemmingsplan maakt de realisatie van 24 woningen met bijbehorende infrastructuur mogelijk.
Waterkwantiteit
Ten behoeve van de woningen worden de aanwezig C-watergangen gedempt. Daarnaast neemt de verharding binnen het plangebied toe. Er kan circa 2.770 m² aan bebouwing gerealiseerd worden en circa 1.645 m² aan overige verharding.
Ter compensatie wordt een nieuwe B-watergang gerealiseerd tussen de beide A-watergangen. Deze heeft een oppervlakte van circa 570 m². Het te realiseren profiel zal in overleg tussen het waterschap en de gemeente worden afgesproken.
Watersysteemkwaliteit en ecologie
De in het plangebied aanwezig oevers dienen zoveel mogelijk natuurvriendelijk ingericht te worden. In overleg met het waterschap wordt vorm gegeven aan de natuurvriendelijke oevers. Langs alle watergangen geldt een beschermingszone van 3 m. In verband met het onderhoud van die strook mag hierbinnen niet worden gebouwd. De beschermingszone wordt gemeten vanaf de insteek van de watergang. Ter voorkoming van diffuse verontreinigingen van water en bodem geldt een verbod op het toepassen van zink, lood, koper en PAK's-houdende bouwmaterialen.
Veiligheid en waterkeringen
De ontwikkelingen hebben geen invloed op de waterveiligheid in de omgeving.
Afvalwaterketen en riolering
Conform de Leidraad Riolering en vigerend waterschapsbeleid is het voor nieuwbouw verplicht een gescheiden rioleringsstelsel aan te leggen zodat schoon hemelwater niet bij een rioolzuiveringsinstallatie terecht komt. Afvalwater wordt aangesloten op de bestaande gemeentelijke riolering. Voor hemelwater wordt de volgende voorkeursvolgorde aangehouden:
Binnen het plangebied worden alle woningen voorzien van een gescheiden rioleringsstelsel. Woningen direct aan een watergang kunnen het hemelwater, indien dit niet hergebruikt wordt, direct lozen op de watergang. Overige woningen sluiten aan op het reeds bestaande gescheiden rioleringsstelsel.
Voor aanpassingen aan het bestaande watersysteem dient bij het waterschap vergunning te worden aangevraagd op grond van de 'Keur'. Dit geldt dus bijvoorbeeld voor het graven van nieuwe watergangen, het aanbrengen van een stuw of het afvoeren van hemelwater naar het oppervlaktewater. In de Keur is ook geregeld dat een beschermingszone voor watergangen en waterkeringen in acht dient te worden genomen. Dit betekent dat binnen de beschermingszone niet zonder ontheffing van het waterschap gebouwd, geplant of opgeslagen mag worden. De genoemde bepaling beoogt te voorkomen dat de stabiliteit, het profiel en/of de veiligheid wordt aangetast, de aan- of afvoer en/of berging van water wordt gehinderd dan wel het onderhoud wordt gehinderd. Ook voor het onderhoud gelden bepalingen uit de 'Keur'. Het onderhoud en de toestand van de (hoofd)watergangen worden tijdens de jaarlijkse schouw gecontroleerd en gehandhaafd.
Water in het bestemmingsplan
In het bestemmingsplan wordt het oppervlaktewater in het plangebied bestemd als 'Water'.
Conclusie
De ontwikkeling heeft geen negatieve gevolgen voor het waterhuishoudkundige systeem ter plaatse.