direct naar inhoud van 6.3 Algemene en overgangsregels
Plan: Lint Oude Leede 2de herziening Onderweg 9
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1926.he0000090007-4001

6.3 Algemene en overgangsregels

6.3.1 Anti-dubbeltelbepaling

Deze bepaling beoogt te voorkomen dat dezelfde oppervlakte aan grond meermaals wordt gebruikt als berekeningsgrondslag voor het toestaan van bouwplannen, waardoor er op een bepaald stuk grond in de praktijk meer wordt gebouwd dan in het bestemmingsplan de bedoeling is.
De formulering van de overgangsregels is letterlijk zo voorgeschreven door het Bro (Besluit ruimtelijke ordening).

6.3.2 Algemene bouwregels

Deze regels dienen om te voorkomen dat bouwwerken die qua plaats en afmetingen afwijken van de bestemmings- en andere regels, maar wel legaal totstand zijn gekomen, ten onrechte onder het overgangsrecht komen te vallen.

6.3.3 Algemene gebruiksregels

Bij de inwerkingtreding van de Wabo per 1 oktober 2010 is, ingevolge de Invoeringswet Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, artikel 7.10 Wro, waarin het gebruiksverbod en de strafbaarstelling in het bestemmingsplankader waren geregeld, komen te vervallen. Tegelijk is een nieuw artikel 7.2 Wro toegevoegd, waardoor het gebruiksverbod en de strafbaarstelling in het bestemmingsplan dienen te worden geregeld. Dientengevolge is er in de Algemene gebruiksregels een lid 'Gebruiksverbod' opgenomen. Daarin is bepaald dat het verboden is gronden en bouwwerken te gebruiken in strijd met de in het plan gegeven bestemming en met het ten aanzien van het gebruik bepaalde. Overigens betreft dat gebruiksverbod plus strafbaarstelling enkel vormen van gebruik, waarvoor geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 Wabo, is vereist. Het verbod op handelen zonder of in strijd met een omgevingsvergunning is geregeld in de Wabo.
In het op het lid 'Gebruiksverbod' volgend lid 'Strijdig gebruik' zijn voorbeelden van gebruik van de gronden dat als strijdig gebruik is aangemerkt gegeven.
In samenhang met het 'Gebruiksverbod' is aan het slot van hoofdstuk 3 Algemene regels een artikel 'Strafbepaling' opgenomen. Daarop wordt hierna nader ingegaan.

6.3.4 Algemene afwijkingsregels

Burgemeester en wethouders kunnen op de in dit artikel genoemde, relatief ondergeschikte punten een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van de bepalingen van het plan. Het gaat daarbij om het realiseren van nutsvoorzieningen van beperkte omvang, ondergeschikte afwijkingen van diverse in het plan getrokken grenzen, het in beperkte mate afwijken van de diverse maten en percentages en het onder voorwaarden bouwen van antenne- en telecommasten.

6.3.5 Algemene wijzigingsregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de geldende oppervlakte van bestemmings- en bouwvlakken en van aanduidingen met maximaal 10% te verkleinen of te vergroten. De grenzen van deze vlakken mogen met niet meer dan 10 m worden verschoven.

6.3.6 Algemene procedureregels

Ín de bestemming 'Wonen' is een nadere eisenbevoegdheid opgenomen. Artikel 3.6, lid 4 Wro bepaalt: 'Belanghebbenden worden in de gelegenheid gesteld hun zienswijzen omtrent een voorgenomen nadere eis als bedoeld in het eerste lid naar voren te brengen'. Wie belanghebbende is, is niet op voorhand te bepalen. Een voorgenomen nadere eis zal kenbaar gemaakt en gepubliceerd moeten worden met de mededeling dat belanghebbenden zienswijzen kunnen indienen. Daartoe zijn in deze regels 'procedureregels' opgenomen.

6.3.7 Strafbepaling

In samenhang met het 'Gebruiksverbod' in de Algemene gebruiksregels is er aan het slot van hoofdstuk 3 'Algemene regels' een artikel 'Strafbepaling' opgenomen. Daarin wordt het algemene verbod op gebruik in strijd met de bestemming (in de Algemene gebruiksregels) als een strafbaar feit aangemerkt. De toevoeging van 'en daarmee als een economisch delict als bedoeld in artikel 1a, onder 2° van de Wet op de economische delicten' maakt duidelijk wat 'een strafbaar feit' feitelijk inhoudt.

6.3.8 Overgangsregels

Het overgangsrecht dient om bouwwerken en gebruiksvormen, die in het verleden legaal zijn gerealiseerd maar nu afwijken van het nieuwe plan, (voorlopig) gehandhaafd respectievelijk voortgezet mogen worden. Zolang voldaan wordt aan de overgangsregels, worden deze bouwwerken en gebruiksvormen gedoogd.
De formulering van de overgangsregels is letterlijk zo voorgeschreven door het Bro (Besluit ruimtelijke ordening).