Plan: | Paraplubestemmingsplan Archeologie |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1926.bp000220141-3001 |
De gemeente Pijnacker-Nootdorp gebruikt sinds 2010 een archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart als basis voor haar archeologiebeleid. Ruim tien jaar gestructureerd archeologisch onderzoek heeft geleid tot grote kenniswinst over waar archeologische vindplaatsen voorkomen binnen de gemeente Pijnacker-Nootdorp. Er is in deze periode een ruime dataset opgebouwd die het mogelijk maakt om de verwachtingen en aannames te toetsen die de basis vormen van de huidige archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart.
Door de uitgevoerde onderzoeken is deze kaart aan verandering onderhevig en heeft een actualisatie plaatsgevonden. Door deze actualisaties is de archeologische verwachting van gebieden veranderd. Het meest recente geactualiseerde archeologiebeleid is vastgelegd in de in 2022 opgestelde notitie “Gemeentelijke archeologische beleidskaart Pijnacker-Nootdorp” Bijlage 1, dat als herziening en update van de archeologische beleidskaart gezien moet worden.
Het archeologiebeleid van de gemeente Pijnacker-Nootdorp kan op basis van de analyse van de onderzoeken die in de periode 2010-2021 zijn uitgevoerd, worden herzien en geüpdatet. Dankzij de informatie die in deze periode is verkregen, is nauwkeurig bepaald waar archeologische vindplaatsen verwacht kunnen worden. Op basis van deze verwachting kunnen nieuwe beleidszones worden aangewezen, waaraan vrijstellingsgrenzen kunnen worden gekoppeld. Ook zijn er zones bijgekomen waar geen archeologische verwachting meer geldt en die daarom kunnen worden vrijgesteld van archeologisch onderzoek.
Dankzij de gewijzigde verwachtings- en beleidszones kan er gerichter en beter archeologisch onderzoek worden uitgevoerd. Doordat de zones waarin archeologisch onderzoek nodig is, kleiner zijn dan op de beleidskaart uit 2009, is het de verwachting dat er minder vaak archeologisch onderzoek hoeft te worden vereist bij ontwikkelingen van burgers, bedrijven en overheden. Tegelijkertijd zullen de onderzoeken die wel moeten worden uitgevoerd, vaker leiden tot het aantreffen van een archeologische vindplaats en daarmee de kennis van het verleden van de gemeente Pijnacker-Nootdorp vergroten.
Afbeelding 1 | Uitsnede uit de Archeologische beleidskaart Pijnacker-Nootdorp (bron: Gemeentelijke archeologische beleidskaart Pijnacker-Nootdorp)
Het doel van dit paraplubestemmingsplan is het bieden van een eenduidige regeling met betrekking tot de bescherming van archeologische waarden in Pijnacker-Nootdorp. Dit paraplubestemmingsplan vormt de juridische vertaling van het geactualiseerde archeologiebeleid, waarbij de archeologische beleidskaart de basis vormt voor de bij deze parapluherziening behorende verbeelding.
Het plangebied van dit paraplubestemmingsplan omvat het hele grondgebied van de gemeente Pijnacker-Nootdorp. De in tabel 1 genoemde bestemmingsplannen worden door de regels van het paraplubestemmingsplan deels herzien en aangevuld met betrekking tot de regels omtrent archeologie.
Naam bestemmingsplan | Identificatienummer | Vaststelling | ||
Ruyven-Zuidpolder 2020 | NL.IMRO.1926.bp200200116-4002 | 22-07-2022 | ||
Geerweg 9, Nootdorp | NL.IMRO.1926.wp200220099-3001 | |||
Ackerswoude 2021 | NL.IMRO.1926.bp000210050-3001 | |||
Kruispunt Katwijkerlaan/Nieuwkoopseweg/ Vlielandseweg | NL.IMRO.1926.bp000220138-3001 | |||
2e partiële herziening Keijzershof 2018 | NL.IMRO.1926.he100210136-3001 | |||
Correctieve herziening Verzamelplan Pijnacker-Nootdorp 2020/2021 | NL.IMRO.1926.bp000220128-3001 | |||
Balij-Bieslandse Bos 2022 | NL.IMRO.1926.bp000170114-3002 | |||
Onderwijscluster Groen van Prinstererlaan | NL.IMRO.1926.bp000210133-4001 | 24-02-2022 | ||
Parapluplan 2022 | NL.IMRO.1926.BP000210134-3001 | |||
Hart van Nootdorp | NL.IMRO.1926.bp000210131-4001 | 17-01-2022 | ||
Kerkweg, Pijnacker | NL.IMRO.1926.bp000200129-4001 | 23-09-2021 | ||
Verzamelplan Pijnacker-Nootdorp 2021/2022 | NL.IMRO.1926.bp000210132-3001 | |||
Vrijenban II | NL.IMRO.1926.bp000210135-2001 | |||
Verzamelplan Pijnacker-Nootdorp 2020/2021 | NL.IMRO.1926.bp000200128-4001 | 24-06-2021 | ||
Ypenburg Nieuwe Veen 2020 | NL.IMRO.1926.bp000200122-3002 | 22-04-2021 | ||
Katwijkerlaan 15, Pijnacker | NL.IMRO.1926.wp100200127-4001 | 12-01-2021 | ||
Meloenstraat 9, Pijnacker | NL.IMRO.1926.wp100200053-4001 | 12-01-2021 | ||
Oude Polder - Dierenpension | NL.IMRO.1926.bp000200130-2001 | |||
De Scheg | NL.IMRO.1926.bp100190125-4001 | 17-12-2020 | ||
wijzigingsplan Keijzershof 2020 | NL.IMRO.1926.wp010190110-4001 | 01-12-2020 | ||
Reesloot 10 | NL.IMRO.1926.wp000190097-4001 | 01-12-2020 | ||
Keervoorziening Randstadrail 2020 | NL.IMRO.1926.bp100190126-4001 | 29-10-2020 | ||
1e partiële herziening Keijzershof 2018 | NL.IMRO.1926.he100190110-4001 | 24-09-2020 | ||
Delftsestraatweg 9 | NL.IMRO.1926.wp000190088-4001 | 14-07-2020 | ||
Verzamelplan Pijnacker-Nootdorp 2019/2020 | NL.IMRO.1926.bp100190124-4001 | 12-05-2020 | ||
Wijzigingsplan Hogeveenseweg 47 te Nootdorp | NL.IMRO.1926.wp200190099-4001 | 12-05-2020 | ||
's-Gravenhout, Geerweg en omgeving, naast Geerweg 36 te Nootdorp | NL.IMRO.1926.wp100200099-4001 | 06-04-2020 | ||
Paraplubestemmingsplan implementatie standaardregels | NL.IMRO.1926.bp100180119-4001 | 19-03-2020 | ||
Ypenburg-Craeyenburch | NL.IMRO.1926.bp000180120-4001 | 19-03-2020 | ||
Bedrijvenpark Ruyven 2018 | NL.IMRO.1926.bp000160106-4001 | 19-03-2020 | ||
De Drie Ster | NL.IMRO.1926.wp100190066-4001 | 28-01-2020 | ||
Monnikenweg 35a | NL.IMRO.1926.wp100190068-4001 | 28-01-2020 | ||
Tuindershof 2019 | NL.IMRO.1926.bp000180044-4001 | 19-12-2019 | ||
Partiële herziening 'Agrarische Glastuinbouwbestemmingen' | NL.IMRO.1926.bp100180123-4001 | 19-12-2019 | ||
Ypenburg-Centraal | NL.IMRO.1926.bp000180121-4001 | 19-12-2019 | ||
Ackerswoude 2019 | NL.IMRO.1926.wp010190050-4001 | 17-12-2019 | ||
Groenzoom, deelgebied Klapwijkse Knoop e.o. | NL.IMRO.1926.bp000170111-4001 | 27-06-2019 | ||
1e partiele herziening bedrijvenpark Heron | NL.IMRO.1926.he100180066-4001 | 29-05-2019 | ||
Reconstructie Kruithuisplein / Laan van Ruyven | NL.IMRO.1926.bp000140092-4001 | 18-04-2019 | ||
Ruimtelijke ontwikkelingen Glastuinbouwgebied Pijnacker-West | NL.IMRO.1926.bp000180115-4001 | 29-01-2019 | ||
Verkeerstorenplein | NL.IMRO.1926.wp0001801048-4001 | 22-01-2019 | ||
Het Gildehof | NL.IMRO.1926.bp000170112-4001 | 20-12-2018 | ||
Verzamelplan Pijnacker-Nootdorp 2018/2019 | NL.IMRO.1926.bp100180117-3001 | |||
Duurzame Glastuinbouwgebieden Rijskade 16 Pijnacker | NL.IMRO.1926.wp000180088-4001 | 06-11-2018 | ||
De Groene Wijdte | NL.IMRO.1926.bp000170113-4001 | 18-10-2018 | ||
Centrum Pijnacker 2018 | NL.IMRO.1926.bp000160105-4001 | 27-09-2018 | ||
Wijzigingsplan Hoogseweg | NL.IMRO.1926.wp0102180068-4001 | 31-07-2018 | ||
Keijzershof 2018, Pijnacker | NL.IMRO.1926.bp000170110-4001 | 28-06-2018 | ||
Burgemeester Merkusstraat, Delfgauw | NL.IMRO.1926.wp004150064-4001 | 25-06-2018 | ||
Katwijkerlaan 63 | NL.IMRO.1926.bp000200127-GU01 | 06-06-2018 | ||
Verzamelplan Pijnacker-Nootdorp 2017/2018 | NL.IMRO.1926.bp000170108-4001 | 19-04-2018 | ||
Burgemeester Merkusstraat, Delfgauw | NL.IMRO.1926.wpBurgMerkusstraat-2001 | |||
Laakweg achter nr 1 | NL.IMRO.1926.wp000170107-4001 | 02-01-2018 | ||
Oostambacht 2017 | NL.IMRO.1926.bp000150100-4001 | 28-09-2017 | ||
Katwijk en Nieuwkoop | NL.IMRO.1926.KatwijkNieuwkoop-4001 | 01-06-2017 | ||
Korteweg 2 | NL.IMRO.1926.0015101-4001 | 01-06-2017 | ||
Oude Leedeweg 187, Pijnacker | NL.IMRO.1926.bp000160104-4001 | 20-04-2017 | ||
Groene Buffer Delfgauw | NL.IMRO.1926.bp000160103-4001 | 30-03-2017 | ||
's-Gravenhout, Geerweg en omgeving | NL.IMRO.1926.bp000150099-4001 | 30-03-2017 | ||
Nieuwkoopseweg | NL.IMRO.1926.wpNieuwkoopseweg-4001 | 16-12-2016 | ||
Ackerswoude 2016 | NL.IMRO.1926.wp010150050-4001 | 07-12-2016 | ||
Nootdorp-Zuid | NL.IMRO.1926.bp000140084-4002 | 27-10-2016 | ||
1e herziening Duurzame Glastuinbouwgebieden | NL.IMRO.1926.he0150053-4001 | 27-10-2016 | ||
Boezem Oost | NL.IMRO.1926.bp000150097-4001 | 29-09-2016 | ||
Oude Leedeweg 21, Pijnacker | NL.IMRO.1926.wp000009007-4001 | 05-07-2016 | ||
Verzamelplan Pijnacker-Nootdorp 2015/2016 | NL.IMRO.1926.bp000150094-4001 | 28-04-2016 | ||
Verzamelplan Pijnacker-Nootdorp 2016/2017 | NL.IMRO.1926.bp000160102-4001 | 30-03-2016 | ||
Lint Oude Leede 2 | NL.IMRO.1926.bp000120077-4002 | 17-03-2016 | ||
Ackerswoude 2016 | NL.IMRO.1926.bp000130050-4002 | 18-02-2016 | ||
Spui Delfgauw | NL.IMRO.1926.wp003150064-4001 | 26-01-2016 | ||
Achter Noordeindseweg 10 | NL.IMRO.1926.wp002150064-4001 | 12-01-2016 | ||
Pijnackerse Poort | NL.IMRO.1926.bpPijnackersePoort-4001 | 15-12-2015 | ||
Emerald 2014 | NL.IMRO.1926.bp00011089-4003 | 26-11-2015 | ||
Katwijkerbuurt, deelgebied Berkelse Lint | NL.IMRO.1926.bp00150093-4001 | 29-10-2015 | ||
Nootdorp-Zuid | NL.IMRO.1926.bp000140084-4001 | 29-10-2015 | ||
Boezemzoom | NL.IMRO.1926.bp000140087-4001 | 29-10-2015 | ||
Nootdorp West | NL.IMRO.1926.bp000140085-4001 | 24-09-2015 | ||
Vrouwtjeslant | NL.IMRO.1926.bp000140086-4001 | 24-09-2015 | ||
Duurzame Glastuinbouwgebieden, wijzigingsplan Overgauwseweg 32 | NL.IMRO.1926.wp000140088-4001 | 02-06-2015 | ||
Verzamelplan 2014 | NL.IMRO.1926.bp000120082-4001 | 26-03-2015 | ||
Bestemmingsplan Balijrand 's-Gravenhout | NL.IMRO.1926.bp000120081-4001 | 29-01-2015 | ||
Bestemmingsplan Katwijkerbuurt | NL.IMRO.1926.bp140091-4001 | 27-11-2014 | ||
Centrum Nootdorp, verwerking uitspraak ABRvS | NL.IMRO.1926.bp00014009-4001 | 30-10-2014 | ||
Bestemmingsplan Eerste herziening Groenzone | NL.IMRO.1926.he00130042-4001 | 30-10-2014 | ||
Ackerswoude 2014 | NL.IMRO.1926.bp000130050-4001 | 25-09-2014 | ||
Duurzame Glastuinbouwgebieden, Overgauwseweg 74a | NL.IMRO.1926.wp000130053-4001 | 14-01-2014 | ||
Verzamelplan 2012 | NL.IMRO.1926.bp00120079-4001 | 12-12-2013 | ||
Historische kern Delfgauw | NL.IMRO.1926.bp000110064-4002 | 05-09-2013 | ||
Wijzigingsplan Emmastraat | NL.IMRO.1926.wp00120056-4001 | 16-07-2013 | ||
Oostland-Pijnacker | NL.IMRO.1926.bp000120068-4001 | 27-06-2013 | ||
N470 2012 | NL.IMRO.1926.bp000120037-4001 | 27-06-2013 | ||
Oranjepark | NL.IMRO.1926.bp000120075-4001 | 27-06-2013 | ||
Centrum Nootdorp | NL.IMRO.1926.bp000120071-4001 | 13-06-2013 | ||
Bestemmingsplan Katwijkerbuurt | NL.IMRO.1926.bp000120074-4001 | 13-06-2013 | ||
Emerald | NL.IMRO.1926.bp00011069-4001 | 30-05-2013 | ||
Pijnacker_Noord | NL.IMRO.1926.bp100057-4001 | 30-05-2013 | ||
Hof van Tolhek | NL.IMRO.1926.bp00120072-4001 | 16-05-2013 | ||
1e herziening Boezem en Boezemvaart, Vlielandseweg 20 | NL.IMRO.1926.bp00012014-4001 | 04-04-2013 | ||
Bestemmingsplan Balij 2013 | NL.IMRO.1926.bp000100070-4001 | 07-03-2013 | ||
Centrumzone Oost en gasleiding, Keizershof | NL.IMRO.1926.up0800120023-4001 | 05-03-2013 | ||
Vlielandseweg 2013 | NL.IMRO.1926.bp000120076-4001 | 13-02-2013 | ||
Westlaan 2012 | NL.IMRO.1926.bp000100067-4001 | 20-12-2012 | ||
Duurzame Glastuinbouwgebieden | NL.IMRO.1926.62112-4003 | 07-11-2012 | ||
Kern Pijnacker Zuid / Zuid-Oost | NL.IMRO.1926.bp10056-4003 | 18-07-2012 | ||
Bedrijvenpark Heron | NL.IMRO.1926.BP00110066-4001 | 29-03-2012 | ||
P&R-terrein Pijnacker | NL.IMRO.1926.bp100062-4001 | 24-11-2011 | ||
Verzamelplan Nootdorp | NL.IMRO.1926.bp00010063-4004 | 24-11-2011 | ||
Multifunctionele Accommodatie | NL.IMRO.1926.up0600110023-4004 | 27-09-2011 | ||
Lint Oude Leede 2de herziening Onderweg 9 | NL.IMRO.1926.he0000090007-4001 | 23-06-2011 | ||
Duurzame Glastuinbouwgebieden | NL.IMRO.1926.62112-0002 | 24-02-2011 | ||
Boezem en Boezemvaart | NL.IMRO.19260000090014- | 25-01-2011 | ||
Kern Pijnacker Zuid / Zuid-Oost | NL.IMRO.1926.bp10056-4002 | 23-09-2010 | ||
Ruyven-Zuidpolder | NL.IMRO.1926.bp000100047-4001 | 23-09-2010 | ||
AckersWoude | NL.IMRO.19260000090049- | 24-08-2010 | ||
Groot Zoetermeer | NL.IMRO.19260000090029- | 02-08-2010 | ||
Centrum-Pijnacker | NL.IMRO.19260000090021- | 24-06-2010 |
Tabel 1 | Bestemmingsplannen
Dit bestemmingsplan bestaat uit deze toelichting, regels en een verbeelding. Deze toelichting bestaat naast dit inleidende hoofdstuk uit vier hoofdstukken. In hoofdstuk 2 wordt het initiatief toegelicht en de daarbij horende juridische regeling. Hoofdstuk 3 beschrijft het geldende beleidskader. Vervolgens worden in hoofdstuk 4 de verschillende omgevingsaspecten beoordeeld. In hoofdstuk 5 wordt tot slot de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid beschreven.
Dit bestemmingsplan is ontwikkeld als een paraplubestemmingsplan waarmee voor alle bestemmingsplannen in de gemeente Pijnacker-Nootdorp dezelfde regeling voor archeologie gaat gelden. Het paraplubestemmingsplan heeft alleen betrekking op de regeling voor archeologie en brengt geen wijziging aan in de overige regels van de geldende bestemmingsplannen.
In de Wet ruimtelijke ordening met bijbehorende Besluit ruimtelijke ordening heeft het bestemmingsplan een belangrijke rol als normstellend instrument voor het ruimtelijk beleid van de gemeente, provincies en het rijk,. In de ministeriële 'Regeling standaarden ruimtelijke ordening' hierna (Rsro) is vastgelegd dat de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (hierna SVBP 2012) de norm is voor de vergelijkbaarheid van bestemmingsplannen, die tot doel heeft om te komen tot een geüniformeerde en gestandaardiseerde opzet van bestemmingsplannen in Nederland. Deze methodiek is onverkort gevolgd. Het bestemmingsplan is daarbij tevens digitaal vervaardigd en is daarom ook digitaal raadpleegbaar via internet.
Naast het feit dat de bestemmingen, aanduidingen en weergave van de verbeelding gestandaardiseerd zijn, vloeit de redactie van de regels ten aanzien van het overgangsrecht en de anti dubbeltelbepaling rechtstreeks voort uit het Besluit ruimtelijke ordening. De beleidsmatige inhoud van het bestemmingsplan is niet gestandaardiseerd. De gemeente behoudt haar vrijheid ten aanzien van de inhoud en vormgeving aangaande de toelichting.
Verbeelding
De verbeelding geeft de dubbelbestemmingen weer. Deze hebben juridische betekenis, omdat daar in de regels naar wordt verwezen. De topografische ondergrond die gebruikt is als basis voor de verbeelding heeft geen juridische status.
Regels
Algemeen
De regels bevatten bepalingen over het gebruik van de gronden, over de toegelaten bebouwing en bepalingen betreffende het gebruik van op te richten bouwwerken. De regels zijn, conform de wettelijk verplicht gestelde SVBP 2012, onderverdeeld in vier hoofdstukken:
- Hoofdstuk 1 Inleidende regels
- Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
- Hoofdstuk 3 Algemene regels
- Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels
Inleidende regels
Begripsbepalingen, Wijze van meten en Toepassing regels
De inleidende regels omvatten de begripsbepalingen, de bepalingen omtrent de wijze van meten en op welke bestemmingsplannen het paraplubestemmingsplan van toepassing is. De begripsbepalingen geven de definities over de in de regels gehanteerde begrippen met betrekking tot bouwen en functies. De wijze van meten geeft uitsluitsel over de wijze waarop de oppervlakte moet worden gemeten.
In Toepassing regels is aangegeven op welke analoge en digitale bestemmingsplannen het paraplubestemmingsplan van toepassing is. Wanneer het geldende bestemmingsplan reeds archeologische dubbelbestemmingen bevat, dan gelden de in het paraplubestemmingsplan opgenomen bestemmingen in plaats van die dubbelbestemmingen. Bevat het geldende bestemmingsplan geen archeologische dubbelbestemmingen, dan geldt het paraplubestemmingsplan aanvullend op de geldende bestemmingsplannen.
Bestemmingsregels
Waarde - Archeologie 1, 2 en 3
Voor de dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie 1', 'Waarde - Archeologie 2' en 'Waarde - Archeologie 3' is opgenomen dat de aangewezen gronden mede bestemd zijn voor het behoud, bescherming en veiligstelling van archeologische waarden en aanwezige vindplaatsen. Ter plaatse van de verschillende waardes geldt dat archeologisch onderzoek moet worden uitgevoerd vanaf een bepaalde diepte en oppervlakte van bodemwerkzaamheden.
Algemene regels
Anti-dubbeltelregel
Deze bepaling is ingevolge artikel 3.2.4 van het Besluit ruimtelijke ordening vast voorgeschreven. Doel van deze bepaling is te voorkomen, dat er meer wordt gebouwd dan het bestemmingsplan beoogd, bijv. ingeval (onderdelen van) percelen van eigenaar wisselen.
Overgangs- en slotregels
In deze regels is het overgangsrecht vastgelegd in de vorm zoals in het Besluit ruimtelijke ordening is voorgeschreven. Als laatste is de slotbepaling opgenomen, welke bepaling zowel de titel van het plan als de regels bevat.
Nationale Omgevingsvisie (NOVI)
Op 11 september 2020 is de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) vastgesteld. Met de NOVI geeft het kabinet richting aan grote opgaven waardoor Nederland de komende 30 jaar verandert. In de NOVI wordt aan de hand van een toekomstperspectief op 2050 de langetermijnvisie in beeld gebracht. Het Rijk wil sturen op de nationale belangen. De inzet van het Rijk is samengevat in vier prioriteiten:
Het versterken van de omgevingskwaliteit staat in de NOVI centraal. Dit houdt in dat alle plannen met oog voor de natuur, gezondheid, milieu en duurzaamheid gemaakt moeten worden. De NOVI maakt bij het maken van keuzes gebruik van drie afwegingsprincipes:
Het is van nationaal belang de kernkwaliteiten van stad en land te waarborgen. Dit uit zich in bescherming van waardevolle, open en kwetsbare landschappen en bebouwde gebieden, uitgaand van hun kernkwaliteiten. Bij (stedelijke) groei, verdichting, transformatie of krimp moet rekening worden gehouden met unieke landschappelijke structuren en objecten, cultuurlandschappen (of onderdelen daarvan), archeologische monumenten, gebouwde of aangelegde monumenten, beschermde stads- en dorpsgezichten en (genomineerde) werelderfgoederen en wederopbouwgebieden van nationaal belang.
Op grond van het Europees Landschapsverdrag heeft het Rijk systeemverantwoordelijkheid voor landschap. Het geeft uitvoering aan dit nationaal belang samen met de provincies, die ook verantwoordelijk zijn. De rol van het Rijk in dit belang is de (wettelijke) randvoorwaarden te creëren om cultureel erfgoed en landschappelijke en natuurlijke kwaliteiten voor de lange termijn in stand te houden.
De zorg voor het behoud van cultureel erfgoed en van werelderfgoed is het werkterrein van alle overheden. Daarbij gelden de verplichtingen die voortvloeien uit het verdrag van Granada, het verdrag van Valletta, het Europees landschapsverdrag en het Werelderfgoedverdrag. Het Rijk is verantwoordelijk voor een goed functionerend (wettelijk) systeem voor erfgoed en leefomgeving. Het beleid heeft derhalve geen directe doorwerking voor dit bestemmingsplan.
De provincie Zuid-Holland heeft haar beleid voor de fysieke leefomgeving gebundeld in het provinciale Omgevingsbeleid. Dit Omgevingsbeleid bestaat uit twee kaderstellende documenten, de Omgevingsvisie en de Omgevingsverordening, plus verschillende uitvoeringsprogramma’s. In de Omgevingsverordening Zuid-Holland zijn intructieregels opgenomen ten aanzien van Archeologie. Hierbij is artikel 6.27 'Archeologie en Romeinse Limes' van belang.
Hierin is aangegeven dat de bekende en te verwachten archeologische vindplaatsen benoemd zijn in de Cultuurhistorische Hoofdstructuur (CHS) en beschermd dienen te worden. Op basis van artikel 38a van de Monumentenwet zijn overheden gehouden om bij vaststelling van een bestemmingsplan rekening te houden met de in de grond aanwezige, dan wel te verwachten monumenten. De CHS is daarbij uitgangspunt.
Voor de in de CHS opgenomen terreinen met een redelijk tot hoge archeologische verwachtingswaarde en zeer hoge archeologische verwachtingswaarde legt de provincie de verantwoordelijkheid voor bescherming van deze waarden bij de gemeenten. Voorwaarde is wel dat de gemeente archeologiebeleid heeft vastgesteld, met een archeologische waardenkaart die is gestoeld op archeologisch onderzoek.
Een bestemmingsplan voor gronden met hoge en zeer hoge bekende archeologische waarden bevat bestemmingen die deze waarden beschermen. Dit houdt in ieder geval een verbod in op het uitvoeren van werken of werkzaamheden waarbij de grond dieper dan 30 centimeter onder het maaiveld wordt geroerd. Afwijking van dit verbod is mogelijk als door middel van archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden niet worden aangetast. Bijvoorbeeld als uit onderzoek blijkt dat de archeologische waarden dieper liggen dan 30 centimeter of geclusterd op een ander deel van het terrein. Voorts geldt dit verbod niet voor werken of werkzaamheden die de archeologische waarden niet aantasten. Dit geldt voor werken of werkzaamheden die naar hun aard de archeologische waarden niet kunnen aantasten zoals archeologisch onderzoek en het normaal gebruik, beheer en onderhoud.
Ook voor de gebieden binnen de Romeinse Limeszone met hoge en zeer hoge archeologische verwachtingswaarde geldt dat deze waarden beschermd moeten worden in het bestemmingsplan. Dit houdt in ieder geval in dat archeologisch onderzoek nodig is bij het uitvoeren van werken of werkzaamheden met een oppervlakte van meer dan 100 m² en waarbij de grond dieper wordt geroerd dan 30 centimeter onder het maaiveld. Afwijking hiervan is mogelijk in die gevallen waarbij de gemeente een strengere bescherming hanteert. Daarbij geldt de voorwaarde, dat gehandeld wordt in overeenstemming met de uitkomsten van dat onderzoek.
Met het voorliggende paraplubestemmingsplan wordt recht gedaan aan de instructieregel als genoemd in artikel 6.27 van de Omgevingsverordening Zuid-Holland.
Archeologiebeleid Pijnacker-Nootdorp
De gemeente Pijnacker-Nootdorp heeft haar archeologiebeleid verwoord in de nota 'Pijnacker-Nootdorp; Een archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart' uit 2009. Door de uitkomsten van 10 jaar onderzoek heeft een actualisatie plaatsgevonden. Door deze actualisatie is de archeologische verwachting van gebieden veranderd. Dit heeft geleid tot het recente geactualiseerde archeologiebeleid wat is vastgelegd in de in 2022 opgestelde notitie “Gemeentelijke archeologische beleidskaart Pijnacker-Nootdorp”. Deze notite werkt als herziening en update van de archeologische beleidskaart uit 2009.
Dit paraplubestemmingsplan vormt de juridische vertaling van het geactualiseerde archeologiebeleid, waarbij de archeologische beleidskaart de basis vormt voor de bij deze parapluherziening behorende verbeelding.
Er bestaat een duidelijke relatie tussen milieubeleid en ruimtelijke ordening. De laatste decennia groeien deze beleidsvelden dan ook naar elkaar toe. De milieukwaliteit vormt een belangrijke afweging bij de ontwikkelingsmogelijkheden van ruimtelijke functies. Bij de besluitvorming over het al dan niet toelaten van een bepaalde ruimtelijke ontwikkeling wordt dan ook onderzocht welke omgevingsaspecten daarbij een rol (kunnen) spelen. Het is van belang om milieubelastende functies (zoals bepaalde bedrijfsactiviteiten) ruimtelijk te scheiden ten opzichte van milieugevoelige functies zoals woningen. Andersom moet in de ruimtelijke ordening nadrukkelijk rekening gehouden worden met de gevolgen van ruimtelijke ingrepen voor het milieu. Milieubelastende situaties moeten voorkomen worden.
Het paraplubestemmingsplan maakt geen directe ontwikkelingen mogelijk als gevolg waarvan gekeken dient te worden naar diverse milieuhygiënische aspecten. Er is dan ook geen onderzoek naar omgevingsaspecten noodzakelijk
Voor bouwplannen zoals die zijn aangewezen in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening is het uitgangspunt dat de gemeenteraad een exploitatieplan vaststelt. Van de verplichting een exploitatieplan vast te stellen kan onder andere worden afgeweken als het verhaal van kosten van de grondexploitatie anderszins is verzekerd, bijvoorbeeld door een anterieure overeenkomst of doordat de verplicht te verhalen kosten zijn verdisconteerd in de grondprijs.
Dit bestemmingsplan maakt geen bouwplan als bedoeld in artikel 6.12, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening mogelijk. Hierdoor is geen exploitatieplan nodig.
Vooroverleg
Vooroverleg zoals bedoeld in artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening is voor dit plan van toepassing. In het kader van dit bestuurlijke vooroverleg is het plan in ieder geval toegezonden aan de provincie, het waterschap en de veiligheidsregio.
Ter inzage legging ontwerpbestemmingsplan
Gelet op het bepaalde in artikel 3.8 Wro in combinatie met afdeling 3.4 Awb wordt een ontwerpbestemmingsplan, na voorafgaande bekendmaking, gedurende een periode van zes weken ter inzage gelegd. Een ieder is dan in de gelegenheid zijn of haar zienswijze mondeling of schriftelijk kenbaar te maken bij de gemeenteraad. Vaststelling van het bestemmingsplan, al dan niet in gewijzigde vorm, gebeurt met inachtneming van de ingediende zienswijzen.