Plan: | Oostplaat, 1e herziening (Edison 28 en Huygens 8) |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1924.MDHOostplaat1H-BP30 |
Het bedrijf M. van Zanten (initatiefnemer) was tot voor kort gevestigd aan de Huygens 8 op het bedrijventerrein Oostplaat te Middelharnis. Het bedrijf betreft een zand- en grindhandel en verzorgt transport- en overslagdiensten. De locatie aan de Huygens 8 bood het bedrijf onvoldoende mogelijkheden voor groei. Om die reden is op hetzelfde bedrijventerrein de locatie Edison 28 aangekocht en zijn de bedrijfsactiviteiten in 2022 verplaatst van Huygens 8 naar Edison 28.
Op de locatie Huygens 8 is een inpandige bedrijfswoning aanwezig. De wens van de initiatiefnemer is om op de nieuwe locatie Edison 28 een vergelijkbare inpandige bedrijfswoning te realiseren. De bedrijfswoning aan Huygens 8 komt dan te vervallen. De gemeente Goeree-Overflakkee wenst deze verplaatsing te faciliteren. Dit bestemmingsplan voorziet in een planologische regeling hiervoor.
Het plangebied bestaat uit 2 deelgebieden:
De plangrens is bepaald door de bestaande functie-aanduiding op het adres Huygens 8 en de locatie van de nieuwe inpandige bedrijfswoning aan de Edison 28.
Afbeelding 1 | Luchtfoto met plangrens, links: Edison 28, rechts: Huygens 8 (bron: geoloket Zeeland, bew. Juust BV)
Het doel van dit bestemmingsplan is het voorgenomen plan planologisch mogelijk te maken. Het vaststellen van dit bestemmingsplan vormt de basis om met een omgevingsvergunning de uitvoering van het plan mogelijk te maken.
Dit bestemmingsplan bestaat uit deze toelichting, regels en een verbeelding. Deze toelichting bestaat naast dit inleidende hoofdstuk uit vier hoofdstukken. In hoofdstuk 2 wordt het initiatief toegelicht en de daarbij horende juridische regeling. Hoofdstuk 3 beschrijft het geldende beleidskader. Vervolgens worden in hoofdstuk 4 de verschillende omgevingsaspecten beoordeeld. In hoofdstuk 5 wordt tot slot de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid beschreven.
Het plangebied bestaat uit enerzijds de bedrijfswoning aan de locatie Huygens 8. Dit betreft de bovenwoning en de daaronder gesitueerde bedrijfsruimte. Anderzijds betreft dit de nieuwe locatie van de bedrijfswoning waar momenteel een kantoor- en opslagruimte aanwezig is op het perceel Edison 28.
Afbeelding 2 | Huidige situatie plangebied, links Huygens 8, rechs Edison 28 (bron: Google Maps)
In de nieuwe situatie zal de bestaande bedrijfswoning Huygens 8 ontmanteld zijn en de ruimten in gebruik zijn ten behoeve van bedrijfsvoering van een nieuwe eigenaar. Op de locatie Edison 28 zal een nieuwe bedrijfswoning worden gerealiseerd. Hiervoor is een inpandige verbouwing nodig, waarvoor ook een omgevingsvergunning dient te worden aangevraagd. Er wordt een nieuw brandcompartiment gemaakt. Er zijn op dit moment nog geen inrichtingstekeningen beschikbaar.
Ter plaatse van het plangebied geldt het bestemmingsplan 'Oostplaat' van de gemeente Goeree-Overflakkee. Dit bestemmingsplan is op 1 oktober 2015 door de gemeenteraad vastgesteld. De gronden zijn in dit bestemmingsplan bestemd voor:
Afbeelding 3 | Uitsnede geldend bestemmingsplan, links: Edison 28, rechts: Huygens 8 (bron: ruimtelijkeplannen.nl, bew. Juust BV)
Daarnaast is voor de beide locaties het paraplubestemmingsplan 'Wonen en Parkeren' in voorbereiding (ontwerp 28-06-2022). Hierin zijn regels opgenomen over voldoende parkeergelegenheid, het voorkomen van ongewenste overbewoning door meerdere huishoudens en het ongewenst toevoegen van extra woningen.
De hoofdbestemming van beide locaties en de bouwmogelijkheden wijzigen niet. Er vindt uitsluitend een wijziging op de verbeelding plaats door de functie-aanduiding 'bedrijfswoning' van de ene naar de andere locatie ter verplaatsen. Om die reden is er gekozen voor een partiële herziening van het bestemmingsplan Oostplaat, waarin de regels van het bestemmingsplan 'Oostplaat' onverkort van kracht blijven. In de regels staat dat de goothoogte van een bedrijfswoning maximaal 6 meter mag bedragen. Omdat het in deze gaat om een inpandige woning op de verdieping van een bedrijfsgebouw met plat dak wordt deze regel niet van toepassing verklaard. De verdieping geeft ruimte aan een grotere woning dan 700m³ zonder dat dit invloed heeft op de ruimtelijke kwaliteit. De regeling is daarom herschreven waarbij het moet gaan om een inpandige bedrijfswoning. De nieuwe woning op de locatie Edison 28 mag pas worden gebruikt als het gebruik van de bedrijfswoning op Huygens 8 wordt gestaakt. Hiervoor is een voorwaardelijke verplichting opgenomen.
De verwachting is dat het in voorbereiding zijnde paraplubestemmingsplan eerder wordt vastgesteld dan deze 1e herziening. Om die reden worden relevante regels uit dat paraplubestemmingsplan toegevoegd in deze herziening. Dit betreffen regels over het beschikbaar hebben van voldoende parkeergelegenheid en het toestaan van maximaal 1 huishouden per woning. De regel dat het aantal woningen niet meer mag bedragen dan het bestaand aantal woningen wordt niet overgenomen omdat die de realisatie van de woning op Edison 28 onmogelijk maakt.
In de Wet ruimtelijke ordening met bijbehorende Besluit ruimtelijke ordening heeft het bestemmingsplan een belangrijke rol als normstellend instrument voor het ruimtelijk beleid van de gemeente, provincies en het rijk,. In de ministeriële 'Regeling standaarden ruimtelijke ordening' hierna (Rsro) is vastgelegd dat de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (hierna SVBP 2012) de norm is voor de vergelijkbaarheid van bestemmingsplannen, die tot doel heeft om te komen tot een geüniformeerde en gestandaardiseerde opzet van bestemmingsplannen in Nederland. Deze methodiek is onverkort gevolgd. Het bestemmingsplan is daarbij tevens digitaal vervaardigd en is daarom ook digitaal raadpleegbaar via internet.
Naast het feit dat de bestemmingen, aanduidingen en weergave van de verbeelding gestandaardiseerd zijn, vloeit de redactie van de regels ten aanzien van het overgangsrecht en de anti dubbeltelbepaling rechtstreeks voort uit het Besluit ruimtelijke ordening. De beleidsmatige inhoud van het bestemmingsplan is niet gestandaardiseerd. De gemeente behoudt haar vrijheid ten aanzien van de inhoud en vormgeving aangaande de toelichting.
Verbeelding
De verbeelding geeft de bestemmingen weer. Binnen de bestemmingsvlakken kunnen bouwvlakken, bouw-, gebieds-, functie-, en maatvoeringsaanduidingen aangegeven worden, waarbinnen een aantal specifieke bouwregels en functies kunnen worden aangegeven. Deze hebben juridische betekenis, omdat daar in de regels naar wordt verwezen. De topografische ondergrond die gebruikt is als basis voor de verbeelding heeft geen juridische status.
Regels
Algemeen
De regels bevatten bepalingen over het gebruik van de gronden, over de toegelaten bebouwing en bepalingen betreffende het gebruik van op te richten bouwwerken. De regels zijn, conform de wettelijk verplicht gestelde SVBP2012, onderverdeeld in vier hoofdstukken:
- Hoofdstuk 1 Inleidende regels
- Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
- Hoofdstuk 3 Algemene regels
- Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels
Inleidende regels
In dit geval betreft dit een verwijzing naar bestaande regels waarin begrippen en wijze van meten zijn opgenomen. Hierin worden begrippen verklaard en nadere uitleg gegeven hoe zaken gemeten moeten worden, ter voorkoming van interpretatieverschillen in de uitvoering.
Bestemmingsregels
Ook in deze regeling is er sprake van een van toepassingsverklaring. De bestemming 'Bedrijf' wordt aangevuld met een voorwaardelijke verplichting om te voorkomen dat, op basis van overgangsrecht, de bewoning op Huygens 8 wordt voortgezet.
Algemene regels
De regels uit het moederplan 'Oostplaat' worden van toepassing verklaard. Aanvullend is een parkeerregeling opgenomen conform de in voorbereiding zijnde parapluherziening 'Wonen' en 'Parkeren'. Deze houdt in dat bij iedere aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen getoetst moet worden of er sprake is van genoeg parkeergelegenheid, ter voorkoming van ongewenste parkeeroverlast in de openbare ruimte. Ook is conform het genoemde paraplubestemmingsplan een regel opgenomen dat per woning bewoning door maximaal één huishouden is toegestaan.
Overgangs- en slotregels
In deze regels is het overgangsrecht vastgelegd in de vorm zoals in het Besluit ruimtelijke ordening is voorgeschreven. Als laatste is de slotbepaling opgenomen, welke bepaling zowel de titel van het plan als de regels bevat.
Nationale Omgevingsvisie (NOVI)
Op 11 september 2020 is de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) vastgesteld. Met de NOVI geeft het kabinet richting aan grote opgaven waardoor Nederland de komende 30 jaar verandert. In de NOVI wordt aan de hand van een toekomstperspectief op 2050 de langetermijnvisie in beeld gebracht. Het Rijk wil sturen op de nationale belangen. De inzet van het Rijk is samengevat in vier prioriteiten:
Het versterken van de omgevingskwaliteit staat in de NOVI centraal. Dit houdt in dat alle plannen met oog voor de natuur, gezondheid, milieu en duurzaamheid gemaakt moeten worden. De NOVI maakt bij het maken van keuzes gebruik van drie afwegingsprincipes:
De beleidsdoorwerking van de NOVI vindt plaats door middel van wet- en regelgeving, NOVI-gebieden, Gebiedsagenda's Grote Wateren en de Omgevingsagenda's. Het beleid heeft derhalve geen directe doorwerking voor dit bestemmingsplan.
Besluit ruimtelijke ordening (Bro)
Bij alle ruimtelijke plannen streeft het Rijk naar zorgvuldige afwegingen en heldere besluitvorming. Dit doet het Rijk via het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). In het Bro is de Ladder voor duurzame verstedelijking opgenomen (artikel 3.1.6). De Ladder voor duurzame verstedelijking is ingericht voor een zorgvuldige afweging en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke en infrastructurele besluiten waardoor de ruimte in stedelijke gebieden optimaal benut wordt. De Ladder luidt als volgt:
De toelichting bij een bestemmingsplan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, bevat een beschrijving van de behoefte aan die ontwikkeling, en, indien het bestemmingsplan die ontwikkeling mogelijk maakt buiten het bestaand stedelijk gebied, een motivering waarom niet binnen het bestaand stedelijk gebied in die behoefte kan worden voorzien.
In welke gevallen er sprake is van een nieuwe stedelijke ontwikkeling is niet concreet vastgelegd. De jurisprudentie geeft op het gebied van woningbouw wel een constante lijn aan. Bouwplannen met minder dan 12 woningen zijn geen stedelijke ontwikkeling. In dit geval is er sprake van de verplaatsing van één woning en daarmee is het dus niet aan te merken als een stedelijke ontwikkeling. Een toetsing aan de ladder kan derhalve achterwege blijven. Voor het overige zijn geen regels opgenomen die specifiek op deze situatie van toepassing zijn. Het project is lokaal en kleinschalig. Het rijksbeleid verzet zich niet tegen de ontwikkeling.
Omgevingsvisie Zuid-Holland (15 maart 2022)
In de 'Omgevingsvisie Zuid-Holland' en 'Omgevingsverordening Zuid-Holland' beschrijft de provincie Zuid-Holland haar doelstellingen en provinciale belangen. Met het omgevingsbeleid van Zuid-Holland streeft de provincie naar een optimale wisselwerking tussen gewenste ruimtelijke ontwikkeling en een goede leefomgevingskwaliteit. De provincie zet in de Omgevingsvisie in op veel thema`s welke niet allemaal relevant zijn in het kader van dit bestemmingsplan.
De provincie zet in op drie beleidslijnen:
Om bedrijventerreinen nu en in de toekomst optimaal te kunnen benutten, zijn onderstaande aspecten essentieel. De provincie draagt hier aan bij door het inzetten op de drie beleidslijnen en primair in te zetten op beter benutten en herstructureren en daarna pas op uitbreiding of nieuwbouw.
De ontwikkeling sluit aan bij een goed vestigingsklimaat voor ondernemers en voorzien in een conrete behoefte. Er is daarbij tevens sprake van zorgvuldig ruimtegebruik omdat de ontwikkeling plaatsvinden binnen de bestaande bebouwing.
Omgevingsverordening Zuid-Holland (15 maart 2022)
In artikel 6.12 van het de omgevingsverordening zijn regels opgenomen voor bedrijven. Een bestemmingsplan dat voor een bedrijventerrein wordt opgesteld kan in beperkte mate voorzien in nieuwe woningen, bedrijfswoningen en andere functies op delen van een bedrijventerrein, voor zover dit niet in strijd is met - vrij vertaald - de kenmerken van het bedrijventerrein. Er is in dit geval geen sprake van het toevoegen van een bedrijfswoning, maar van verplaatsing binnen hetzelfde bedrijventerrein. In Hoofdstuk 4 Kwaliteit van de leefomgeving wordt nader gemotiveerd op welke wijze de werking van het bedrijventerrein en het woon- en leefklimaat in de bedrijfswoning in dit geval is gewaarborgd.
Provinciaal beleid staat de vaststelling van het plan niet in de weg.
Regionale structuurvisie Goeree - Overflakkee
Op 26 oktober 2017 heeft de gemeente Goeree-Overflakkee de herziening op de regionale structuurvisie Goeree-Overflakkee vastgesteld met als titel 'Vitaal belevingseiland in de Delta'. In deze structuurvisie is beleid opgenomen voor het thema werken. De gemeente heeft als doel om de bestaande economische dragers en clusters te behouden en eventueel te versterken. Een belangrijke strategie hierbij is het aanbieden van voldoende vestigingsmogelijkheden voor het regionale bedrijfsleven. Specifiek over bedrijfswoningen op het bedrijventerrein is niets opgenomen.
Eilandvisie Goeree-Overflakkee
Op 12 februari 2015 heeft de gemeenteraad van Goeree-Overflakkee de toekomstvisie voor de gemeente vastgesteld. Centraal in de visie staan behoud en versterking van de leefbaarheid en van de identiteit van het eiland, de eilanditeit. De visie schetst Goeree-Overflakkee als eiland van rust en ruimte waar mensen naar volle tevredenheid wonen werken en recreëren. Vanuit de visie zijn zes strategische kernthema's geformuleerd als de leidraad voor de toekomst. Deze thema's hebben elk een toetsvraag. Deze kernthema's fungeren als zeef voor alle beleidsplannen, beleidsvoornemens en initiatieven, zodat toekomstige plannen altijd binnen de Eilandvisie vallen.
Met het plan wordt de identiteit van het bedrijventerrein in Middelharnis behouden. Het plangebied draagt niet bij aan de sociale structuur van Middelharnis. Door de bedrijfsverplaatsing in het geheel vindt een kwaliteitsverbetering van het bedrijfsperceel plaats en wordt de ruimtelijke uitstraling van de entree van het bedrijventerrein versterkt. Het plan levert geen bijdrage aan de ambities van Energy Island en is niet innovatief, maar doet hieraan ook geen afbreuk.
Onderhavig plan past daarmee binnen het gemeentelijk beleid.
Er bestaat een duidelijke relatie tussen milieubeleid en ruimtelijke ordening. De laatste decennia groeien deze beleidsvelden dan ook naar elkaar toe. De milieukwaliteit vormt een belangrijke afweging bij de ontwikkelingsmogelijkheden van ruimtelijke functies. Bij de besluitvorming over het al dan niet toelaten van een bepaalde ruimtelijke ontwikkeling wordt dan ook onderzocht welke omgevingsaspecten daarbij een rol (kunnen) spelen. Het is van belang om milieubelastende functies (zoals bepaalde bedrijfsactiviteiten) ruimtelijk te scheiden ten opzichte van milieugevoelige functies zoals woningen. Andersom moet in de ruimtelijke ordening nadrukkelijk rekening gehouden worden met de gevolgen van ruimtelijke ingrepen voor het milieu. Milieubelastende situaties moeten voorkomen worden.
Archeologie
In Europees verband is het zogenaamde 'Verdrag van Malta' tot stand gekomen. Uitgangspunt van dit
verdrag is het archeologisch erfgoed zo veel mogelijk te behouden. Waar dit niet mogelijk is, dient het
bodemarchief met zorg ontsloten te worden. In juli 2016 is de Erfgoedwet in werking getreden. Deze wet
vervangt diverse wetten en regels voor behoud en beheer van cultureel erfgoed in Nederland. In de
Erfgoedwet staat wat cultureel erfgoed is, hoe Nederland omgaat met roerend cultureel erfgoed, wie
welke verantwoordelijkheden heeft en hoe Nederland daar toezicht op houdt.
Voor het plangebied geldt geen archeologische dubbelbestemming. Er is geen sprake van bouwwerkzaamheden. Een nadere beoordeling door middel van onderzoek is niet nodig.
Cultuurhistorie
Met de Erfgoedwet beschermt de overheid het cultureel erfgoed in Nederland. De Erfgoedwet heeft zes
wetten en regelingen op het gebied van cultureel erfgoed vervangen waaronder de Monumentenwet
1988. Op basis van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is het wettelijk verplicht om in de toelichting van
een bestemmingsplan een beschrijving op te nemen van de wijze waarop met in het gebied aanwezige
cultuurhistorische waarden of monumenten rekening is gehouden.
Cultuurhistorisch waardevolle objecten in of in de directe omgeving van het plangebied, waarmee in het plan rekening moet of kan worden gehouden, zijn niet aanwezig. De ingrepen zijn beperkt van aard en hebben uitsluitend betrekking op een interne verbouwing.
Een goede ruimtelijke ordening voorziet in het voorkomen van voorzienbare hinder en gevaar door milieubelastende activiteiten. Sommige activiteiten die planologisch mogelijk worden gemaakt, veroorzaken milieubelasting voor de omgeving. Andere (gevoelige) functies moeten juist beschermd worden tegen milieubelastende activiteiten. Door bij nieuwe ontwikkelingen voldoende afstand in acht te nemen tussen milieubelastende activiteiten (zoals bedrijven) en gevoelige functies (zoals woningen) worden hinder en gevaar voorkomen en wordt het bedrijven mogelijk gemaakt zich binnen aanvaardbare voorwaarden te vestigen. Het doel van milieuzonering is om te komen tot een optimale kwaliteit van de leefomgeving.
Woon- en leefklimaat
De nieuwe bedrijfswoning is gelegen in een gebied waar categorie 3.2-bedrijven zijn toegestaan. Ook op de huidige locatie aan de Huygens 8 zijn categorie 3.2-bedrijven toegestaan. Aan de overzijde van de Huygens zijn zelfs categorie 4.2- bedrijven toegestaan. In die zin is de nieuwe locatie 'gunstiger' voor het woon- en leefklimaat. Langs de Edison zullen echter meer verkeersbewegingen aanwezig zijn. In verband daarmee is een akoestisch onderzoek naar wegverkeerslawaai uitgevoerd (zie paragraaf 4.6) Aan de zuidzijde grenst de nieuwe locatie aan het toekomstig nieuwe woongebied Hernesseroord, waardoor aan die zijde geen hinder vanuit andere bedrijven aanwezig is. Huygens 8 is daarentegen omsloten door bedrijfspercelen. Het woon- en leefklimaat op de nieuwe locatie is gelet op de bedrijvigheid rondom het perceel beter dan op de huidige situatie. De geluidbelasting van het verkeer is hoger, echter dit zal niet leiden tot een onaanvaardbaar woon- en leefklimaat.
Belemmering voor andere bedrijven
Los van het woon- en leeklimaat in de nieuwe bedrijfswoning is het belangrijk dat andere bedrijven niet in hun bedrijfsvoering worden beperkt door de komst van een bedrijfswoning op een nieuwe locatie. In dat kader is gekeken naar de afstand van omliggende bedrijven ten opzichte van bestaande bedrijfswoningen van derden en de nieuwe bedrijfswoning op Edison 28.
Relevant zijn de direct omliggende bedrijven omdat voor andere bedrijven bestaande bedrijfswoningen die dichterbij zijn gelegen reeds maatgevend zijn. In onderstaande tabel is per relevant bedrijf aangegeven wat de bedrijfsactiviteiten zijn en wat de afstand tot de nieuwe bedrijfswoning is.
Adres | Bedrijf | Afstand tot nieuwe bedrijfswoning |
Edison 26 | Heestermans logistiek | 101 |
Edison 43 | Cazander medical, leverancier medische logistieke systemen en verbruiksartikelen | 100 |
Edison 51 | Vladex, groothandel in voedingsmiddelen | 46 |
Industrieweg 35 | Bouwcenter Esselink, bouwshop en showroom | 66 |
Tabel 1: overzicht relevante bedrijven in de omgeving
Afbeelding 4 | Ligging relevante bedrijfspercelen (bron: Provincie Zeeland, bewerking Juust BV)
De afstand van het bedrijf Edison 26 tot aan de bestaande bedrijfswoning Edison 37 bedraagt 90 meter en tot aan de bestaande bedrijfswoning Edison 31 bedraagt de afstand 40 meter. De bedrijfsactiviteiten (op- en overslag) vinden in de richting van die bedrijfswoningen plaats en niet in de richting van Edison 28. De bedrijfswoningen Edison 31 en 37 zijn maatgevend voor dit bedrijf, waardoor een bedrijfswoning op Edison 28 niet tot (extra) belemmeringen leidt.
De afstand van het bedrijf Edison 43 tot de bestaande bedrijfswoning bij Edison 51 bedraagt 71 meter. Deze bedrijfswoning is dichterbij gelegen dan de nieuwe bedrijfswoning Edison 28. De bedrijfswoning Edison 51 is maatgevend voor dit bedrijf, waardoor een bedrijfswoning op Edison 28 niet tot (extra) belemmeringen leidt.
De nieuwe bedrijfswoning komt op een afstand van 46 meter van Edison 51. Op een afstand van 41 meter is weliswaar een bedrijfswoning aan het adres Pascal 9c gelegen, echter deze is gesitueerd aan de noordoostzijde van het bedrijf op Edison 51, terwijl Edison 28 aan de zuidwestzijde is gelegen. Edison 28 zou daarmee maatgevend kunnen zijn voor dit bedrijf. Om die reden is een akoestisch onderzoek uitgevoerd door Kraaij Akoestisch Adviesbureau (Bijlage 1, rapportage 6 september 2022). Daaruit is gebleken dat het geluidniveau vanwege de omliggende bedrijven maximaal 63dB(A) bedraagt. Hiermee wordt voldaan aan de normen uit het Activiteitenbesluit milieubeheer. Het bedrijf wordt niet belemmert door de nieuwe bedrijfswoning aan de Edison 28.
Conclusie
De realisatie van de bedrijfswoning op het perceel Edison 28 leidt niet tot belemmeringen voor de bedrijfsvoering van de omliggende bedrijven. Het aspect milieuzonering staat de ontwikkeling niet in de weg.
Om het risico uit te sluiten, dat mensen gezondheidsproblemen krijgen als gevolg van een langdurig verblijf op verontreinigde grond, dient aangetoond te worden dat de bodemkwaliteit geschikt is voor de beoogde functie.
Er is sprake van het toevoegen van een woonfunctie op de verdieping. Dit betreft een gebruikswijziging waarbij geen bodemingrepen plaatsvinden. Er wordt geen tuin aangelegd. Een bodemonderzoek is daarom niet opportuun.
De doelstelling van het externe veiligheidsbeleid is het realiseren van een veilige woon- en leefomgeving door het beheersen van risico's van activiteiten met gevaarlijke stoffen (zoals het gebruik, de opslag, de productie als het transport). Het beleid is erop gericht te voorkomen dat er dichtbij gevoelige bestemmingen activiteiten met gevaarlijke stoffen plaatsvinden. Bij nieuwe (ruimtelijke) ontwikkelingen dient rekening te worden gehouden met risicobronnen in de omgeving.
De risicokaart geeft geen bronnen aan die relevant zijn voor de realisatie van een nieuwe woning aan de Edison 28. Er is geen sprake van een route gevaarlijke stoffen of relevante buisleidingen. De nieuwe woning ligt buiten het invloedsgebied van 200 meter van het BRZO-bedrijf aan de Mercatorweg. Ook ligt de locatie buiten het invloedsgebied van 150 meter van het tankstation aan de Industrieweg. Het aspect externe veiligheid belemmert de verplaatsing van de inpandige bedrijfswoning niet.
Afbeelding 5 | uitsnede risicokaart (bron:www.atlasleefomgeving.nl)
Geluid kan hinderlijk en schadelijk voor de gezondheid zijn. Zo kunnen hoge geluidsniveaus het gehoor beschadigen. Maar ook verstoring van de slaap kan op de lange duur slecht zijn voor de gezondheid. In Nederland zijn afspraken gemaakt over wat acceptabele geluidsniveaus zijn en wat niet (de geluidsnormen). Bij ruimtelijke plannen kan akoestisch onderzoek nodig zijn om geluidhinder bij geluidgevoelige objecten (scholen, woningen, etc.) te voorkomen. De Wet geluidhinder (Wgh) bevat geluidnormen en richtlijnen over de toelaatbaarheid van geluidniveaus als gevolg van rail- en wegverkeerslawaai, industrielawaai en luchtvaartlawaai. Een akoestisch onderzoek moet worden uitgevoerd als een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling een geluidgevoelig object mogelijk maakt binnen een geluidzone van een bestaande geluidbron of indien het plan een nieuwe geluidbron mogelijk maakt.
Er is een akoestisch onderzoek uitgevoerd naar wegverkeerslawaai en industrielawaai (Bijlage 1, rapportage 6 september 2022). Op het industrielawaai is ingegaan in paragraaf 4.3. Ten aanzien van wegverkeerslawaai is gebleken dat de geluidbelasting van zowel de Industrieweg als de Edison met 58 dB hoger is dan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB. De gecumuleerde geluidbelasting bedraagt 57 tot 63 dB, waardoor het woon- en leefklimaat als matig tot tamelijk slecht moet worden beoordeeld indien geen maatregelen worden getroffen. In ieder geval is een hogere waardenbesluit op grond van de Wet geluidhinder nodig. Een aanvaardbaar woon- en leefklimaat wordt bereikt als wordt voldaan aan de eisen uit het Bouwbesluit voor wat betreft de karakteristieke geluidwering van de uitwendige gevelconstructie c.q. de vereiste binnenwaarde in een verblijfsgebied en/of verblijfsruimte. In dit geval betekent dit dat een karakteristieke geluidwering van 30dB gehaald moet worden. In het kader van het verlenen van de omgevingsvergunning dient dit nader beoordeeld te worden.
In het kader van een goede ruimtelijke ordening dient rekening te worden gehouden met luchtkwaliteit. Als het een ruimtelijk project of (te vergunnen) activiteit betreft, waarvan de bijdrage aan de luchtverontreiniging klein is, is geen toetsing aan de grenswaarden luchtkwaliteit nodig. Beoordeeld moet worden of de ontwikkeling 'Niet In Betekende Mate' (NIBM) bijdraagt aan de concentraties van diverse verontreinigende stoffen, waaronder stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10) in de buitenlucht.
Als een project tot een toename voor NO2 en PM10 leidt die lager is dan de NIBM grens van 1,2 µg/m3 hoeft het project niet getoetst te worden aan de grenswaarden. Vanzelfsprekend moet er wel sprake zijn van een goede ruimtelijke ordening. In de regeling NIBM is aangegeven, dat een woningbouwlocatie met maximaal 1.500 woningen en één ontsluitingsweg is aan te merken als een ontwikkeling die NIBM bijdraagt aan de verslechtering van de luchtkwaliteit.
In het voorliggende bestemmingsplan is er geen wijziging in het aantal verkeersbewegingen, aangezien een bedrijfswoning wordt verplaatst. Om die reden wordt geconcludeerd dat de voorgenomen ontwikkeling in dit bestemmingsplan als een ontwikkeling is te beschouwen die 'niet in betekenende mate' bijdraagt aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. Toetsing aan de normen uit de Wet luchtkwaliteit is dan ook niet benodigd.
Aan de hand van de NSL-monitoringstool kan de heersende luchtkwaliteit in beeld worden gebracht. Ter plaatse van de dichtstbijzijnde rekenpunten aan de Oudelandsedijk/Zuidelijke Randweg blijft bedraagt de concentratie NO2, de concentratie PM10 en de concentratie PM2,5 ruim onder de grenswaarde van 35 ug/m3.
De Wet natuurbescherming zorgt voor bescherming van gebieden, diersoorten, plantensoorten en bossen. De beschermde flora en fauna mag niet worden verstoord, verjaagd of worden gedood. Voorafgaand aan een ontwikkeling moet worden onderzocht of er beschermde dieren- of plantensoorten in het plangebied leven.
Er is uitsluitend sprake van een inpandige verbouwing en gebruikswijziging van een bestaand pand. Er is geen sprake van sloop of kap. Er is geen extra emissie of verkeersbewegingen. Een nadere beoordeling ten aanzien van beschermde natuurgebieden of soorten flora en fauna is daarom niet nodig. Het aspect natuur staat de planvaststelling niet in de weg.
Een goede ontsluiting en voldoende parkeerfaciliteiten zijn belangrijk voor een goed functionerende ontwikkeling. In deze paragraaf wordt aandacht besteed aan de gevolgen van het plan op de verkeerssituatie in de omgeving, de verkeersgeneratie, de ontsluiting en de wijze waarop voldoende parkeergelegenheid in het plan is gewaarborgd.
Parkeren
Het parkeren voor de bedrijfswoning vindt plaats op eigen terrein. Hiervoor is op het perceel voldoende ruimte beschikbaar.
Verkeer
Er is geen sprake van een toename van verkeersbewegingen. Verkeersbewegingen voor de bedrijfswoning aan Huygens 8 vervallen.
Het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) stelt een watertoets in ruimtelijke plannen verplicht. Beschreven moet worden op welke wijze in het plangebied met water en watergerelateerde aspecten wordt omgegaan. Voorkomen moet worden dat ontwikkelingen in het ruimtegebruik ongewenste effecten hebben op de waterhuishouding. Een goede afstemming tussen beiden is derhalve noodzakelijk om problemen, zoals bijvoorbeeld wateroverlast, slechte waterkwaliteit, verdroging, etc., te voorkomen.
Er is geen sprake van een wijziging van het watersysteem. De bedrijfswoning wordt aangesloten op het vuilwatersysteem van het bedrijf en doordat er sprake is van een inpandige bedrijfswoning wijzigt de afwatering van hemelwater niet.
Omgevingsaspecten zijn onderzocht en vormen geen belemmering voor de ontwikkeling. Planologische medewerking aan het initiatief ligt dan ook in de rede.
Voor bouwplannen zoals die zijn aangewezen in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening is het uitgangspunt dat de gemeenteraad een exploitatieplan vaststelt. Van de verplichting een exploitatieplan vast te stellen kan onder andere worden afgeweken als het verhaal van kosten van de grondexploitatie anderszins is verzekerd, bijvoorbeeld door een anterieure overeenkomst of doordat de verplicht te verhalen kosten zijn verdisconteerd in de grondprijs.
Er is geen sprake van een bouwplan zoals hierboven bedoeld. De gemeente Goeree-Overflakkee sluit wel een anterieure overeenkomst met de initiatiefnemer in verband met mogelijke planschade. In die overeenkomst worden ook afspraken gemaakt over plankosten.
Vooroverleg
Vooroverleg zoals bedoeld in artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening is voor dit plan van toepassing. In het kader van dit bestuurlijke vooroverleg is het plan in ieder geval toegezonden aan de provincie en het waterschap.
Ter inzage legging ontwerpbestemmingsplan
Gelet op het bepaalde in artikel 3.8 Wro in combinatie met afdeling 3.4 Awb wordt een ontwerpbestemmingsplan, na voorafgaande bekendmaking, gedurende een periode van zes weken ter inzage gelegd. Een ieder is dan in de gelegenheid zijn of haar zienswijze mondeling of schriftelijk kenbaar te maken bij de gemeenteraad. Vaststelling van het bestemmingsplan, al dan niet in gewijzigde vorm, gebeurt met inachtneming van de ingediende zienswijzen.