Plan: | Dorpsgebied Melissant 2012 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1924.DLDMelissant11-BP40 |
Beleid en normstelling
Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door de hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer (ook wel Wet luchtkwaliteit genoemd, Wlk). De Wet milieubeheer (Wm) bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen vooral de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang. De grenswaarden van de laatstgenoemde stoffen zijn in tabel 4.1 weergegeven. De grenswaarden gelden voor de buitenlucht, met uitzondering van een werkplek in de zin van de Arbeidsomstandighedenwet.
Tabel 4.1 Grenswaarden maatgevende stoffen Wm
stof | toetsing van | grenswaarde | geldig |
stikstofdioxide (NO2) | jaargemiddelde concentratie | 60 µg/m³ | 2010 tot en met 2014 |
jaargemiddelde concentratie | 40 µg/m³ | vanaf 2015 | |
fijn stof (PM10)1) | jaargemiddelde concentratie | 48 µg/m³ | tot en met 10 juni 2011 |
jaargemiddelde concentratie | 40 µg/m³ | vanaf 11 juni 2011 | |
24-uurgemiddelde concentratie | max. 35 keer p.j. meer dan 75 µg/m³ | tot en met 10 juni 2011 | |
24-uurgemiddelde concentratie | max. 35 keer p.j. meer dan 50 µg/m³ | vanaf 11 juni 2011 |
1) Bij de beoordeling hiervan blijven de aanwezige concentraties van zeezout buiten beschouwing (volgens de bij de Wm behorende Regeling beoordeling Luchtkwaliteit 2007).
Op grond van artikel 5.16 van de Wm kunnen bestuursorganen bevoegdheden die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit (zoals de vaststelling van een bestemmingsplan) uitoefenen indien:
In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij het opstellen van ruimtelijke plannen uit oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens tevens rekening gehouden met de luchtkwaliteit ter plaatse van het projectgebied.
Besluit niet in betekenende mate (nibm)
In het Besluit nibm en de bijbehorende regeling is exact bepaald in welke gevallen een project vanwege de beperkte gevolgen voor de luchtkwaliteit niet aan de grenswaarden hoeft te worden getoetst. Dit kan het geval zijn wanneer een project een effect heeft van minder dan 3% van de jaargemiddelde grenswaarde NO2 en PM10.
Onderzoek
Het bestemmingsplan maakt de ontwikkeling van 1 woning en de uitbreiding van een vrachtwagenparkeerplaats mogelijk. In paragraaf 4.9 Mobiliteit is bepaald dat deze ontwikkelingen een verkeersaantrekkende werking van 560 mvt/etmaal hebben. Op basis van de nibm-tool van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu blijkt dat een dergelijke verkeersaantrekkende werking mogelijk in betekenende mate bijdraagt aan de concentraties luchtverontreinigende stoffen. Om die reden is formele toetsing aan bovengenoemde grenswaarden uitgevoerd. Het luchtkwaliteitsonderzoek waarin deze toetsing is uitgevoerd, is te vinden in bijlage 6.
De conclusie van het onderzoek is dat de grenswaarden uit de Wm de realisatie van het plan niet in de weg staan. Uit het onderzoek blijkt dat, ook na realisatie van de beoogde ontwikkeling, voor de onderzochte jaren (2011, 2015 en 2021) geen van de grenswaarden uit de Wm wordt overschreden. Uit het oogpunt van luchtkwaliteitseisen wordt in dit deel van het plangebied voldaan aan een goede ruimtelijke ordening.
In het kader van een goede ruimtelijke ordening is ook een indicatie van de luchtkwaliteit ter plaatse van de overige delen van het plangebied gegeven. Dit is gedaan aan de hand van de saneringstool (www.saneringstool.nl) die bij het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit hoort. Hieruit blijkt dat in 2011 overal in het plangebied de jaargemiddelde achtergrondconcentratie stikstofdioxide onder de 20 µg/m3 ligt. In datzelfde jaar ligt de jaargemiddelde achtergrondconcentratie fijn stof hier tussen de 22,5 en 24,5 µg/m3. De concentraties liggen ruimschoots onder de grenswaarden uit de Wm. Ter plaatse van het plangebied is dan ook sprake van een goed woon- en leefklimaat.
Conclusie
Er wordt geconcludeerd dat de Wm de uitvoering van het bestemmingsplan niet in de weg staat. Uit het oogpunt van luchtkwaliteit is sprake van een goed woon- en leefmilieu ter plaatse.