direct naar inhoud van Artikel 7 Verkeer - Verblijfsgebied
Plan: Landelijk Gebied - Ruimte voor Ruimte 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1916.lgrvr2010-0010

Artikel 7 Verkeer - Verblijfsgebied

7.1 Bestemmingsomschrijving
7.1.1 Algemeen

De op de verbeelding voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. buurtonsluitingswegen;
  • b. parkeervoorzieningen;
  • c. voet- en fietspaden;

met de daarbij behorende:

  • d. bermen;
  • e. geluidwerende voorzieningen;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. nutsvoorzieningen;
  • h. speeltoestellen;
  • i. ter plaatse van de aanduiding (br) oeververbindingen en duikers;
  • j. voorzieningen voor het openbaar vervoer;
  • k. voorzieningen ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer;
  • l. (ondergrondse) inzamelplaatsen voor (gescheiden) afval;
  • m. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
  • n. waterpartijen en -lopen.
7.2 Bouwregels
7.2.1 Algemeen

Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

  • a. gebouwen en bouwwerken ten behoeve van het openbaar vervoer en de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer;
  • b. bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen;
  • c. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
7.2.2 Hoogtes en oppervlaktes

Voor het bouwen als bedoeld in artikel 7.2.1 gelden de volgende regels:

  • a. de oppervlakte van bouwwerken ten behoeve van het openbaar vervoer en de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer mag niet meer dan 6 m² bedragen;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken ten behoeve van het openbaar vervoer en de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer mag niet meer dan 3 meter bedragen;
  • c. de bouwhoogte van gebouwde nutsvoorzieningen mag niet meer bedragen dan 5 meter;

de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de bestemming mag niet meer bedragen dan aangegeven in artikel 9.

7.3 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van de plaats en afmeting van de bouwwerken als bedoeld in lid 7.2.2 indien en voorzover geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. een samenhangend straatbeeld;
  • b. de ruimtelijke kwaliteiten van het gebied;
  • c. de verkeers- en/of sociale veiligheid;
  • d. de aansluiting op structurele groenelementen en waterelementen;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
7.4 Aanlegvergunning

Met betrekking tot de gronden met deze bestemming is het bepaalde in artikel 13 van toepassing.