Plan: | Bestemmingsplan Westeinderweg 6 en 8 2011 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1916.bpww-0010 |
De gemeenten Leidschendam-Voorburg, Wassenaar en Voorburg hebben een gezamenlijk archeologiebeleid ontwikkeld, dat is vastgelegd in de Nota “Het bodemarchief ontrafeld” en op de beleidskaart archeologie. De Nota en de beleidskaart zijn in 2009 door het College vastgesteld. In de Nota archeologie wordt een globaal overzicht van het archeologische erfgoed van de drie gemeenten gegeven en zijn de beleidsregels ten aanzien van de omgang met het archeologische bodemarchief geformuleerd. De archeologische beleidskaart toont de globale archeologische verwachting per (soort) gebied met de daarbij behorende beleidsregels. Op de kaart wordt vermeld welke eventuele beperkende maatregelen van toepassing zijn en welk archeologisch onderzoek bij bodemverstorende activiteiten verplicht is gesteld.
Volgens de beleidskaart geldt voor het plangebied een hoge archeologische verwachting voor resten van lintbebouwing uit de 16e en 17e eeuw en overige historische bebouwing. Voor gebieden met deze archeologische verwachting is in de beleidsnota Archeologie van de gemeente Leidschendam-Voorburg de beleidsregel opgenomen, dat alle bodemverstorende activiteiten met een oppervlakte > 30 m2 dienen te worden voorafgegaan door archeologisch onderzoek, te beginnen met een bureauonderzoek en enige controleboringen. Afhankelijk van de resultaten hiervan beslist de gemeente of er vervolgonderzoek moet plaatsvinden. In het kader van de voorgenomen aanleg van een verbindingsweg in de Meeslouwerpolder heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau in februari 2010 een bureauonderzoek uitgevoerd, waarin ook plangebied Westeinderweg 6-8 is meegenomen. Op basis van de resultaten van dit onderzoek is de archeologische verwachting voor het plangebied bijgesteld naar laag. Het uitvoeren van een vervolgonderzoek is dan ook niet vereist.
Indien bij uitvoering van de werkzaamheden alsnog archeologische resten worden aangetroffen, bestaat conform artikel 53 en 54 van de Monumentenwet de verplichting deze te melden bij de bevoegde overheid, in deze de gemeente Leidschendam-Voorburg.