direct naar inhoud van Artikel 6 Waarde - Beschermd stads- en dorpsgezicht
Plan: Mijndensedijk 60, Nieuwersluis
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1904.Mijndensedijk60NWS-VG01

Artikel 6 Waarde - Beschermd stads- en dorpsgezicht

6.1 bestemmingsomschrijving
6.1.1 algemeen

De voor “Waarde - Beschermd stads- en dorpsgezicht” aangewezen gronden zijn mede bestemd voor het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de met het beschermd stads/-dorpsgezicht verbonden cultuurhistorische waarden, zoals nader omschreven in de toelichting bij de aanwijzing tot beschermd stads/-dorpsgezicht, alsmede voor instandhouding en bescherming van de landschappelijke waarden, waarbij wordt gestreefd naar:

  • a. behoud van de openheid van de agrarische gronden;
  • b. behoud van de bestaande kavelsloten.
6.1.2 mede in overweging nemen

Bij de beoordeling van aanvragen voor omgevingsvergunningen, het toestaan van afwijkingen, het toepassen van de bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen, en wijzigingsbevoegdheden en de verplichting tot uitwerking wordt de cultuurhistorische waarde van het beschermde stadsgezicht zoals in artikel 6.1 bedoeld mede in overweging genomen.

6.1.3 monumentencommissie

Bij de beoordeling van aanvragen voor het verlenen van ontheffingen en wijzigingsbevoegdheden dient advies bij de monumentencommissie ingewonnen te worden.

6.2 bouwregels
6.2.1 nokrichting

De vorm van daken en de nokrichting van daken van hoofdgebouwen dient in overeenstemming te zijn met de vorm en de nokrichting van daken, zoals opgenomen in artikel 4.2.1 onder f.

6.3 afwijken van de bouwregels
6.3.1 afwijking dakhelling, kapvorm, dakvorm

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 6.2.1, ten behoeve van het veranderen van de dakvorm mits deze verandering een herstel of verbetering van de historisch wenselijke eigenschappen betreft.

6.4 specifieke gebruiksregels
6.4.1 cultuurhistorische waarden

Bij de beoordeling van aanvragen voor omgevingsvergunningen, het toestaan van afwijkingen, het toepassen van de bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen worden de cultuurhistorische waarden van het beschermde dorpsgezicht zoals in artikel 6.1 bedoeld mede in overweging genomen.

6.4.2 advies

Bij de beoordeling van aanvragen voor het verlenen van afwijkingen en omgevingsvergunningen dient advies bij de monumentencommissie en de Rijksdienst voor archeologie, cultuurlandschap en monumenten ingewonnen te worden.

6.5 afwijken van de gebruiksregels
6.5.1 extra wooneenheid

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bepalingen van het plan ten aanzien van het toegestane aantal en de toegestane inhoud van woningen, ten behoeve van het bouwen van ten hoogste één zelfstandige woonruimte in een beeldbepalend pand of een rijksmonument, indien daarvoor dringende sociale, verzorgings- of sociaal-economische redenen worden gegeven.

6.5.2 Bouwregels extra wooneenheid

Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de inhoud van de bedoelde woonruimte mag niet meer dan 250 m³ bedragen;
  • b. in geval de bedoelde woonruimte in een van de woning vrijstaand bijgebouw wordt gebouwd, mag de afstand van dat bijgebouw tot de woning niet meer dan 20 meter bedragen;
  • c. op geen van de gevels van de bedoelde woonruimte mag, bij voltooiing, de geluidsbelasting de ter plaatse toegestane grenswaarde krachtens de Wet geluidhinder overschrijden;
  • d. het bouwen dient op een zodanig wijze te geschieden dat de extra zelfstandige woonruimte bij beëindiging van de tijdelijke huisvesting en bij intrekking van de ontheffing ongedaan kan worden gemaakt.
6.6 omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
6.6.1 algemeen

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 6.1 bedoelde gronden:

  • a. geheel of gedeeltelijk hoofdgebouwen te slopen;
  • b. bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidigen aan te brengen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.
6.6.2 weigering

Een omgevingsvergunning mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van het ander-werk dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische waarden van het gebied en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.

6.6.3 geen omgevingsvergunning

Geen omgevingsvergunning is nodig voor:

  • a. andere-werken die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen;
  • b. andere-werken die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende vergunning.