direct naar inhoud van Artikel 11 Maatschappelijk - Zorginstelling
Plan: Breukelen Centrum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1904.BPcentrumBKL-VG02

Artikel 11 Maatschappelijk - Zorginstelling

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk - Zorginstelling' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. zorgwonen;
  • b. kinderdagverblijf;

met de daarbij behorende:

  • c. erven;
  • d. parkeervoorzieningen en straatmeubilair;
  • e. speelvoorzieningen;
  • f. groenvoorzieningen en water;
  • g. overige functioneel met de bestemming 'Maatschappelijk - Zorginstelling' verbonden voorzieningen.
11.2 Bouwregels

Op de in lid 11.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming en aanduidingen worden gebouwd, met dien verstande, dat:

  • a. ten aanzien van gebouwen:
    • 1. deze uitsluitend worden gebouwd binnen de aangegeven bouwvlakken;
    • 2. een bouwvlak mag geheel worden bebouwd;
    • 3. de goothoogte en bouwhoogte van gebouwen niet meer bedraagt dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte';
  • b. ten aanzien van erfbebouwing:
    • 1. buiten het bouwvlak geen gebouwen zijn toegestaan;
  • c. ten aanzien van bouwwerken geen gebouwen zijnde:
    • 1. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer bedraagt dan:
      a. 1 m op de gronden vóór de naar een openbare weg gekeerde gevel;
      b. 2 m op de overige gronden;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde niet meer bedraagt dan:
    1. 10 m binnen een bouwvlak;
    2. 5 m buiten een bouwvlak.
11.3 Afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 11.2 onder a. sub 3 tot een maximale goothoogte van 7.50 m en een maximale bouwhoogte van 12 m, indien zulks voor een doelmatige bedrijfsvoering en/of -ontwikkeling noodzakelijk is en de bouw geen onevenredige afbreuk doet aan de ter plaatse aanwezige beeldkwaliteit en cultuurhistorische waarden.

11.4 Specifieke gebruiksregels

Er dient te worden voorzien in de noodzakelijke parkeervoorzieningen, waarbij ten minste het aantal parkeerplaatsen wordt gerealiseerd conform de parkeernormen zoals in de bijlage 'Parkeernormen' van deze regels is opgenomen. In de gevallen waarin de tabel niet voorziet, stelt het college van burgemeester en wethouders de parkeernorm vast.