direct naar inhoud van 2.6 Conclusie
Plan: Verblijfsrecreatieterrein Gageldijk 71
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1904.BPGageldijk71MVP-VG01

2.6 Conclusie

Voornemen

De initiatiefnemer is voornemens ter plaatse van het plangebied circa 40 recreatiewoningen met de daarbij behorende gebouwen binnen het op de verbeelding aangegeven bebouwingsvlak, één dienstwoning met een inhoud van maximaal 600 m³ binnen het op de verbeelding aangegeven bebouwingsvlak, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen, parkeer-, groen- en speelvoorzieningen en overige voorzieningen te realiseren. De bedrijfsgebouwen (bedrijfswoning, receptie en kantine) hebben een maximale grondoppervlakte van 420 m². Ter plaatse van de bedrijfsgebouwen worden een receptie en een kantine met een bedrijfsvloeroppervlak van maximaal 500 m² gerealiseerd. De maximale oppervlakte van de recreatiewoningen bedraagt ten hoogste 75 m². De maximale goot- en bouwhoogte van de recreatiewoningen zal ten hoogste 3 m respectievelijk 6 m bedragen. De bijgebouwen zullen niet groter zijn dan 10 m² qua oppervlak met een goothoogte van maximaal 2,75 m. Voor de nieuw te realiseren bedrijfsgebouwen en de dienstwoning wordt als uitgangspunt voor de maatvoering een goothoogte van maximaal 6 m en een bouwhoogte van maximaal 10 m gehanteerd. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde zal ten hoogste 2 m bedragen met uitzondering van pergola's (maximaal 2,7 m). Daarnaast voorziet het inrichtingsplan (ter plaatse van het terrein met de recreatiewoningen) in een groenzone met afschermende beplanting van 5 m gemeten uit de bestemmingsgrenzen teneinde het terrein met de recreatiewoningen goed landschappelijk in te passen.

Conclusies van toetsing aan het beleid

  • In het onderhavige geval betreft het een bestaand recreatieterrein met kampeermiddelen waarbij de standplaatsen werden verhuurd. De initiatiefnemer beoogt een kwaliteitsverbetering te realiseren door geschakelde recreatiewoningen mede ten behoeve van de verhuur te realiseren. Kwaliteitsverbetering van recreatieterreinen past in het beleid van de diverse overheden.
  • Aan de realisering van recreatiewoningen wordt de eis verbonden van recreatief gebruik. De initiatiefnemer is voornemens om permanente bewoning tegen te gaan op het terrein door onder andere een gebruiksverbod in de regels van het bestemmingsplan op te nemen.
  • Aangezien de initiatiefnemer voornemens is om alle aanwezige opstallen te verwijderen en het terrein met kwalitatief hoogwaardige recreatieve verblijfseenheden in te richten, vervallen eventuele rechten van permanente bewoning (Position Paper) waardoor het recreatieve karakter van het gebied weer nieuw leven wordt ingeblazen.
  • Aan alle voorwaarden van het vigerende bestemmingsplan wordt met het inrichtingsplan voldaan, op twee punten na. Aan de voorwaarde (onderlinge afstand tussen de zomerhuizen, stacaravans en mobilhomes ten minste 5 m bedraagt) zoals genoemd in het vigerende bestemmingsplan wordt niet voldaan aangezien de initiatiefnemer voornemens is recreatiewoningen in geschakelde vorm te realiseren, teneinde zowel voldoende kwaliteit als exploiteerbaarheid te bereiken. Daarnaast is de begrenzing van de aanduiding voor standplaatsen iets opgerekt in de richting van de voorzijde van het perceel. Hiertoe wordt een nieuw bestemmingsplan opgesteld.
  • De voorgestelde maatvoering voor de recreatiewoningen (maximale oppervlakte 75 m², maximale goot- en bouwhoogte respectievelijk 3 en 6 m) is op basis van het vigerende bestemmingsplan toegestaan. In verband met de inperking van de bestaande bouwmogelijkheden (van 50 recreatiewoningen naar maximaal 40 recreatiewoningen), de rechten die ontleend worden aan het bestaande bestemmingsplan en de in het nieuwe bestemmingsplan op te nemen juridische regeling om permanente bewoning tegen te gaan (zie hieronder), wordt handhaving van de vigerende maatvoering aanvaardbaar geacht.
  • Verdichting (zoals genoemd in de Uitvoering beleidslijn nieuwe Wet ruimtelijke ordening van de provincie Utrecht) is niet aan de orde daar sprake is van een afname van het aantal recreatiewoningen. In de huidige situatie bedraagt het grondoppervlak van de recreatiewoningen (50 x 75 m²) 3.750 m². In de nieuwe situatie bedraagt het grondoppervlak van de recreatiewoningen (40 x 75 m²) en de bergingen (40 x 10 m²) circa 3.400 m². De overige voorzieningen zoals de dienstwoning, receptie, kantine en dergelijke, worden conform de maatvoering zoals deze geldt op basis van het vigerende bestemmingsplan opgericht. Het aandeel bebouwd oppervlak neemt per saldo af. Hiermee wordt invulling gegeven aan het beleid om verstening in het buitengebied tegen te gaan.
  • In aanvulling op de voorschriften van het vigerende bestemmingsplan wordt in de regels van het onderhavige bestemmingsplan de maximale maatvoering van bijgebouwen opgenomen.
  • De in het vigerende bestemmingsplan vereiste aantal parkeerplaatsen van 1,2 is te gering voor de huidige tijd; aangesloten zal moeten worden op actuele parkeerkencijfers van het CROW te weten 1,5 parkeerplaatsen per recreatiewoning.
  • Het college van burgemeester en wethouders heeft bij besluit van 14 juli 2009 ingestemd met het opstarten van een procedure voor een bestemmingsplanherziening op grond van artikel 3.1 Wet ruimtelijke ordening (Wro), onder de voorwaarden dat1:
    • 1. de ruimtelijke onderbouwing (zoals verwoord in het principeverzoek d.d. 12 mei 2009) op de aangegeven punten wordt aangepast en wordt verwerkt in een toelichting met bijbehorende plankaart en regels conform de Wro/Bro en de gemeentelijke standaarden;
    • 2. het bestemmingsplan een gebruiksverbod bevat om permanente bewoning tegen te gaan, die aansluit bij de recente gemeentelijke bestemmingsplannen;
    • 3. de nog te verrichten onderzoeken geen belemmering voor de ontwikkeling zullen opleveren;
    • 4. het kostenverhaal en andere afspraken zoals bedoeld in artikel 6.12 Wro worden verzekerd in een overeenkomst dan wel een exploitatieplan.