direct naar inhoud van Artikel 4 Waarde - Archeologie 1
Plan: Winkelcentrum Breust-Eijsden
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1903.BPLKOM10002WIN-VG01

Artikel 4 Waarde - Archeologie 1

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor instandhouding en bescherming van oudheidkundig waardevolle elementen en terreinen.

4.2 Bouwregels

Op de voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden mogen uitsluitend ingrepen worden verricht voor zover deze niet verder reiken dan het peil aangegeven op de als bijlage 2 bijgevoegde kaart met archeologische waarden.

4.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
4.3.1 Verbodsbepaling

Het is verboden op of in de gronden met de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 1' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. grondwerkzaamheden, waartoe worden gerekend het ophogen,afgraven, woelen,mengen, diepploegen, egaliseren en ontginnen van gronden, alsmede het vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren en het aanleggen van drainage;
  • b. het verlagen van het waterpeil;
  • c. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.

4.3.2 Toepassingsbereik

Het verbod, als bedoeld in 4.3.1, is niet van toepassing indien:

  • d. er reeds een verleende omgevingsvergunning is verleend;
  • e. de werken reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van in werking treden van het plan;
  • f. de werken behoren tot het normale onderhoud en beheer van de gronden;
  • g. de werken ten dienste van archeologisch onderzoek worden uitgevoerd;
  • h. de werken en werkzaamheden niet verder reiken dan het peil aangegeven op de als bijlage 2 bijgevoegde kaart met archeologische waarden.

4.3.3 Voorwaarden aan de vergunningverlening

Voor zover mede op basis van archeologisch onderzoek bepaald is dat de in lid 4.3.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden kunnen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kan de vergunning worden verleend, indien aan de vergunning de volgende voorwaarden worden verbonden:

  • a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
  • b. de verplichting tot het doen van opgravingen of;
  • c. de verplichting de uitvoering van de bodemverstorende activiteit te Iaten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificatie.