Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Bruisterbosch 1-3 te Sint Geertruid
Status: ontwerp
Plan identificatie: NL.IMRO.1903.BPBUI1010-ON01

Artikel 4 Recreatie - Verblijfsrecreatie

4.1 Bestemmingsomschrijving
4.1.1 De voor 'Recreatie-verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor vakantieappartementen en de daarbij behorende voorzieningen tot ten hoogste het op de verbeelding aangeduide ‘maximum aantal vakantieappartementen’.
 
4.1.2 Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 20.
  
4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen
Op de tot 'recreatie-verblijfsrecreatie' aangewezen gronden mogen, met in acht name van het gestelde onder 4.1 uitsluitend worden ingericht of gebouwd:
·       vakantieappartementen;
·       een groepsaccommodatie;
·       een zomerhuis;
·       gebouwen, geen woning zijnde, ten behoeve van de daarbij behorende voorzieningen;
en de daarbij behorende andere bouwwerken, welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen, met dien verstande, dat:
a.     vakantieappartementen, groepsaccommodaties, zomerhuizen, gebouwen, geen woning zijnde, ten behoeve van de bij de verblijfsrecreatieve inrichting behorende voorzieningen en bedrijfswoningen uitsluitend in het bouwvlak mogen worden gebouwd;
b.     het bouwvlak geheel mag worden bebouwd, tenzij een 'maximum bebouwingspercentage' is aangeduid, in welk geval het bouwvlak tot maximaal het aangeduide percentage mag worden bebouwd;
c.     de goothoogte van vakantieappartementen ten hoogste gelijk mag zijn aan de goothoogte van de bestaande bebouwing;
d.     de goothoogte van de overige gebouwen binnen het bouwvlak ten hoogste 6.50 m en buiten het bouwvlak ten hoogste 3.50 m mag bedragen;
e.     de dakhelling maximaal gelijk is aan de dakhelling van de bestaande bebouwing dan wel ten hoogste 60° mag bedragen;
f.      het vloeroppervlak van een vakantieappartementen ten hoogste 100 m² mag bedragen;
g.     het vloeroppervlak van gebouwen in gebruik voor kantine/ontspanningsruimte/horeca-accommodatie ten hoogste 200 m² per verblijfsrecreatieve voorziening mag bedragen;
h.     de hoogte van andere bouwwerken ten hoogste 4.00 m mag bedragen, met uitzondering van:
·       de hoogte van erfafscheidingen, die ten hoogste 2.50 m mag bedragen.
 
4.2.2 Bestaande bebouwing
Voor zover bestaande maten en hellingen afwijken van de bepalingen in dit lid, mogen de bestaande maten en hellingen gehandhaafd worden.
  
4.3 Nadere eisen
4.3.1
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:
·       de situering, de oppervlakte, de (goot)hoogte van bebouwing;
·       de aard, hoogte en de situering van erfafscheidingen;
·       voorzieningen ter voorkoming van hemelwaterproblematiek in verband met de nieuwe bebouwing;
een en ander op basis van een landschappelijk inpassingsplan (en/of stedenbouwkundig ontwerp) en indachtig de regels zoals deze gesteld zijn in het Limburgs Kwaliteitsmenu dan wel het Gemeentelijk Kwaliteitsmenu.
 
4.3.2 De onder 4.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld:
·       indien dit noodzakelijk is voor een verantwoorde stedenbouwkundige, cultuurhistorische en landschappelijke inpassing, of
·       ter voorkoming van onevenredige aantasting van de omliggende waarden, of
·       in verband met maatwerk ten aanzien van het bouwperceel en de verbetering van de gebiedskwaliteit.
  
4.4 Afwijken van de bouwregels
4.4.1 Afwijken van de bouwregels ten behoeve van grotere goothoogte
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 4.2, ten behoeve van de bouw van voorzieningengebouwen buiten het bouwvlak met een goothoogte groter dan 3.50 m, mits:
·       de noodzaak daartoe vanuit de bedrijfsvoering is aangetoond;
·       landschappelijke en cultuurhistorische waarden en belangen niet onevenredig worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van bedoelde waarden niet wezenlijk worden verkleind,
met dien verstande, dat:
a.     de goothoogte ten hoogste 6.50 m mag bedragen.
                    
4.5 Specifieke gebruiksregels
4.5.1 Verboden gebruik
Onder gebruiken en/of laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
a.     het beproeven van voertuigen, de beoefening van motorsport, het houden van wedstrijden met motorrijtuigen, motoren of (brom)fietsen, al dan niet in wedstrijdverband;
b.     het racen of crossen met motorrijtuigen, motoren of (brom)fietsen, al dan niet in wedstrijdverband;
c.     staanplaats voor wagens, geschikt en bestemd voor de uitoefening van handel;
d.     opslag, anders dan inherent aan het toegelaten gebruik;
e.     standplaats of ligplaats voor onderkomens en/of kampeermiddelen buiten het kampeerseizoen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie-6';
f.      permanente bewoning;
g.     detailhandel, anders dan inherent en van ondergeschikte betekenis aan het toegelaten gebruik;
h.     ambachtelijke en/of industriële doeleinden;
i.       horecadoeleinden, anders dan ondergeschikt aan het toegelaten gebruik;
opslagdoeleinden, anders dan inherent aan het toegelaten gebruik.