Plan: | Bolsward Binnenstad |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.19000000040703VA01 |
1. Bestemmingsomschrijving
De voor Wonen - Woongebouw aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. het wonen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis;
b. het behoud en herstel van de bestaande karakteristieke hoofdvorm, ter plaatse van de aanduiding “karakteristiek”;
met daaraan ondergeschikt:
c. wegen, woonstraten en paden;
d. parkeervoorzieningen;
e. groenvoorzieningen;
f. speelvoorzieningen;
g. openbare nutsvoorzieningen;
h. water;
met de daarbijbehorende:
i. tuinen, erven en terreinen.
2. Bouwregels
2. 1. Op en in de gronden als bedoeld in lid 1, mogen uitsluitend worden gebouwd:
a. woongebouwen;
b. andere gebouwen en overkappingen ten dienste van de woonfunctie;
c. een gebouw ten behoeve van een parkeergarage, ter plaatse van de aanduiding “gebouw parkeergarage”;
d. andere bouwwerken, zoals erf- en terreinafscheidingen.
2. 2. Voor het bouwen van de in lid 2.1. onder a genoemde gebouwen gelden de volgende regels:
a. een gebouw zal binnen een bouwvlak worden gebouwd;
b. ter plaatse van de aanduiding “onderdoorgang”, mogen tot een hoogte van 3 m geen gebouwen worden gebouwd;
c. de goothoogte van een gebouw zal ten hoogste de in het bouwvlak aangegeven hoogte bedragen;
d. de bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste de in het bouwvlak aangegeven hoogte bedragen.
2. 3. Voor het bouwen van de in lid 2.1. onder b genoemde andere gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
a. de goothoogte van gebouwen zal ten hoogste 3 m bedragen;
b. de bouwhoogte van gebouwen zal ten hoogste 5 m bedragen;
c. de bouwhoogte van overkappingen zal ten hoogste 3 m bedragen;
d. de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen en overkappingen zal ten hoogste 100 m² bedragen, met dien verstande dat:
- ten hoogste 50% van het erf zal worden bebouwd met gebouwen en overkappingen.
2. 4. Voor het bouwen van het in lid 2.1. onder c genoemde gebouw ten behoeve van een parkeergarage gelden de volgende regels:
a. een gebouw ten behoeve van een parkeergarage mag uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding “gebouw parkeergarage”;
b. de bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste 4 m bedragen.
2. 5. Voor het bouwen van de in lid 2.1. onder d genoemde andere bouwwerken gelden de volgende regels:
a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 1 m bedragen met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen op een afstand van meer dan 1 m achter de voorbouwgrens ten hoogste 2 m zal bedragen;
b. de hoogte van overige andere bouwwerken zal ten hoogste 5 m bedragen.
3. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 7.10 Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:
a. het gebruik van vrijstaande gebouwen buiten het bouwvlak als zelfstandige woning;
b. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis, zodanig dat de beroeps- c.q. bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 30% van de totale gezamenlijke begane vloeroppervlakte van de aanwezige bebouwing op het bouwperceel, met dien verstande dat deze oppervlakte niet meer bedraagt dan 50 m².
4. Wijzigingsbevoegdheid
4. 1. Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen in die zin dat:
a. de oppervlakte van een aangegeven bouwvlak wordt vergroot, dan wel de ligging van een aangegeven bouwvlak wordt gewijzigd, mits:
1. de vergroting ten hoogste 25% van de oppervlakte van het bouwvlak zal bedragen;
2. de afstand ten opzichte van de zijdelingse bouwperceelgrens ten minste 3 m zal bedragen;
3. de geluidsbelasting van de geluidsgevoelige objecten niet hoger is dan de geldende voorkeursgrenswaarde of een vastgestelde hogere grenswaarde;
b. in een bouwperceel een oppervlaktemaat wordt aangebracht welke aangeeft tot welke oppervlakte er andere gebouwen en overkappingen ten dienste van de woonfunctie mogen worden gebouwd, mits:
1. de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen en overkappingen ten hoogste 200 m² zal bedragen;
2. ten hoogste 50% van het erf zal worden bebouwd met gebouwen en overkappingen;
c. de aanduiding “karakteristiek” wordt aangebracht, indien door verbeterwerkzaamheden, dan wel door veranderde inzichten een niet als karakteristiek aangeduid gebouw (weer) karakteristiek wordt;
d. de aanduiding “karakteristiek” geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd, mits:
1. de karakteristieke hoofdvorm niet langer aanwezig is en niet zonder ingrijpende wijzigingen aan het gebouw kan worden hersteld;
2. de karakteristieke hoofdvorm in zijn geheel redelijkerwijs niet te handhaven is in relatie tot de functie die het gebouw moet of uitsluitend nog kan vervullen;
3. vooraf een advies is verkregen van de Commissie Binnenstad.
4. 2. Burgemeester en wethouders kunnen toepassing geven aan de in lid 4.1. bedoelde wijzigingsbevoegdheden indien hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de woonsituatie, de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd stadsgezicht, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.