direct naar inhoud van Artikel 16 Horeca - 2
Plan: Bolsward Binnenstad
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.19000000040703VA01

Artikel 16 Horeca - 2

 

1.    Bestemmingsomschrijving

De voor Horeca - 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.    horecabedrijven, categorie 1 en 2;

b.    het wonen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis;

 

met daaraan ondergeschikt:

c.    parkeervoorzieningen;

d.    groenvoorzieningen;

e.    speelvoorzieningen;

f.     wegen, straten en paden;

g.    openbare nutsvoorzieningen;

h.    water;

 

met de daarbijbehorende:

i.      tuinen, erven en terreinen.

2.    Bouwregels

2. 1. Op en in de gronden als bedoeld in lid 1, mogen uitsluitend worden gebouwd:

a.    gebouwen ten dienste van de bestemming zoals restaurants en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwen voorzover het de eerste bouwlaag betreft, alsmede voor woningen voorzover het de tweede en/of hogere bouwlaag betreft;

b.    andere bouwwerken, zoals erf- en terreinafscheidingen.

2. 2. Voor het bouwen van de in lid 2.1. onder a genoemde gebouwen gelden de volgende regels:

a.    een gebouw zal binnen een bouwvlak worden gebouwd;

b.    ter plaatse van de aanduiding “onderdoorgang”, mogen tot een hoogte van 3 m geen gebouwen worden gebouwd;

c.    de goothoogte van een gebouw zal ten hoogste de in het bouwvlak aangegeven hoogte bedragen;

d.    de bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste de in het bouwvlak aangegeven hoogte bedragen.

2. 3. Voor het bouwen van de in lid 2.1. onder c genoemde andere bouwwerken, gelden de volgende regels:

a.    de hoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 1 m bedragen met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen op een afstand van meer dan 1 m achter de voorbouwgrens ten hoogste 2 m zal bedragen;

b.    de hoogte van overige andere bouwwerken zal ten hoogste 5 m bedragen.


3.    Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 7.10 Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

a.    het gebruik van gebouwen voor horecadoeleinden, voorzover het de tweede en/of hogere bouwlaag betreft;

b.    het gebruik van gebouwen voor bewoning, voorzover het de eerste bouwlaag betreft;

c.    het gebruik van gronden en bouwwerken voor horecadoeleinden, anders dan als horecabedrijf categorie 1 en 2;

d.    het gebruik van de gronden en bouwwerken voor detailhandel anders dan detailhandel in ondergeschikte, aan de horecafunctie gerelateerde producten.

4.    Wijzigingsbevoegdheid

4. 1. Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen in die zin dat:

a.    de bestemming “Horeca - 2” wordt gewijzigd in de bestemming “Gemengd - 2” mits:

1.    de aangrenzende gronden tevens zijn bestemd voor “Gemengd - 2”;

2.    wordt aangesloten op het gestelde in de op dat moment vigerende detailhandelsstructuurvisie van de gemeente Bolsward;

3.    de betreffende functie op een adequate wijze wordt ontsloten;

4.    er voldoende parkeergelegenheden in het gebied aanwezig zijn;

5.    na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van de bestemming “Gemengd - 2” van overeenkomstige toepassing zijn;

b.    de oppervlakte van een aangegeven bouwvlak wordt vergroot, dan wel de ligging van een aangegeven bouwvlak wordt gewijzigd, mits:

1.    de vergroting ten hoogste 25% van de oppervlakte van het bouwvlak zal bedragen;

2.    de afstand ten opzichte van de zijdelingse bouwperceelgrens ten minste 3 m zal bedragen;

c.    de aanduiding “karakteristiek” wordt aangebracht, indien door verbeterwerkzaamheden, dan wel door veranderde inzichten een niet als karakteristiek aangeduid gebouw (weer) karakteristiek wordt;

d.    de aanduiding “karakteristiek” geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd, mits:

1.    de karakteristieke hoofdvorm niet langer aanwezig is en niet zonder ingrijpende wijzigingen aan het gebouw kan worden hersteld;

2.    de karakteristieke hoofdvorm in zijn geheel redelijkerwijs niet te handhaven is in relatie tot de functie die het gebouw moet of uitsluitend nog kan vervullen;

3.    vooraf een advies is verkregen van de Commissie Binnenstad.


4. 2. Burgemeester en wethouders kunnen toepassing geven aan de in lid 4.1. bedoelde wijzigingsbevoegdheden indien hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de woonsituatie, de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd stadsgezicht, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.