direct naar inhoud van Artikel 14 Groen - Bolwerken
Plan: Bolsward Binnenstad
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.19000000040703VA01

Artikel 14 Groen - Bolwerken

 

1.    Bestemmingsomschrijving

De voor Groen - Bolwerken aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.    bolwerken;

b.    groenvoorzieningen;

c.    bebossing;

d.    het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de cultuurhistorische, landschappelijke en/of natuurwaarden van de aanwezige bolwerken en bomen, ter plaatse van de aanduiding “beschermenswaardig groen”;

 

met daaraan ondergeschikt:

e.    incidentele evenementen;

f.     paden;

g.    parkeervoorzieningen;

h.    water;

i.      het recreatief medegebruik;

j.      speelvoorzieningen;

k.    openbare nutsvoorzieningen.

2.    Bouwregels

2. 1. Op de gronden als bedoeld in lid 1, mogen uitsluitend worden gebouwd:

-       andere bouwwerken, zoals terreinafscheidingen, speelvoorzieningen en kunstobjecten.

2. 2. Voor het bouwen van de in lid 2.1. genoemde andere bouwwerken geldt de volgende regel:

-       de hoogte van andere bouwwerken zal ten hoogste 5 m bedragen.

3.    Aanlegvergunning

3. 1. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

a.    het afgraven, ophogen en/of egaliseren van gronden;

b.    het aanleggen en/of verharden van paden;

c.    het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;

d.    het verwijderen van bomen en opgaande beplanting met een stamdikte van meer dan 0,3 m en/of een grotere aaneengesloten oppervlakte dan 100 m² en/of een grotere aaneengesloten lengte dan 100 m, indien de onderlinge plaatsingsafstand ten hoogste 10 m bedraagt;

e.    het graven en/of dempen van waterlopen en waterpartijen;

f.     het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse energie-, transport- en/of communicatieleidingen.


3. 2. Het in lid 3.1. vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden welke:

a.    het normale onderhoud betreffen;

b.    reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.

3. 3. De in lid 3.1. genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische, landschappelijke en/of de natuurwaarden van de aanwezige bolwerken en bomen.