direct naar inhoud van Artikel 11: Groen
Plan: Warns
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1900.BPWARNS2010-onhe

Artikel 11: Groen

11.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. speelterreinen;
  • c. bermen en beplanting;
  • d. het recreatief medegebruik;

met daaraan ondergeschikt:

  • e. wegen, straten en paden;
  • f. tuinen;
  • g. parkeervoorzieningen;
  • h. speelvoorzieningen;
  • i. openbare nutsvoorzieningen;
  • j. water;
  • k. incidentele evenementen;

met de daarbijbehorende:

  • l. overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde.
11.2. Bouwregels
11.2.1. Gebouwen en overkappingen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd.

11.2.2. Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 6,00 m bedragen.
11.3. Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. de verkeersveiligheid; en
  • b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
11.4. Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, het plan wijzigen in die zin dat:

  • a. de bestemming 'Groen' wordt gewijzigd in de bestemming 'Wonen - 1' en/of 'Wonen - 2' , mits:
    • 1. deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 1';
    • 2. het aantal woningen ten hoogste 4 bedraagt;
    • 3. de nieuw te bouwen elementen aansluiten bij de bestaande ruimtelijke structuur in massa, architectuur en materiaalgebruik in het gebied;
    • 4. sprake is van een uitvoerbaar project;
    • 5. geen schade wordt toegebracht aan de ecologische waarden van het gebied;
    • 6. geen onevenredige afbreuk zal worden gedaan aan de waterhuishouding van het gebied;
    • 7. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid voor de betreffende gronden de regels van artikel 23 of artikel 24 van toepassing zijn.