direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijf
Plan: Stavoren
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1900.2013zuidBPstavoren-onhe

Artikel 4 Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gebouwen ten behoeve van:
    • 1. bedrijven die zijn genoemd in bijlage 2 onder de categorieën 1 en 2;
    • 2. een jachtwerf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - jachtwerf';
    • 3. detailhandel, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
      met uitzondering van geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven;
  • b. bedrijfswoningen, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • c. bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning;

en mede bestemd voor:

  • d. het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting vanwege het industrieterrein op geluidsgevoelige objecten, ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie';
  • e. de bescherming van de functie van de waterkering, ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - dijk';

met daaraan ondergeschikt:

  • f. wegen, straten en paden;
  • g. parkeervoorzieningen;
  • h. groenvoorzieningen;
  • i. openbare nutsvoorzieningen;
  • j. water;
  • k. tuinen, erven en terreinen;

met de daarbijbehorende:

  • l. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Bedrijfsgebouwen

Voor het bouwen van de in lid 4.1 sub a genoemde bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. een bedrijfsgebouw zal binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot en bouwhoogte (m),' zullen de goot- en bouwhoogte van een bedrijfsgebouw ten hoogste de aangegeven hoogte bedragen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding ''maximale bouwhoogte (m)' zal de bouwhoogte van een bedrijfsgebouw ten hoogste de aangegeven hoogte bedragen.
4.2.2 Bedrijfswoningen

Voor het bouwen van de in lid 4.1 sub b genoemde bedrijfswoningen gelden de volgende regels:

  • a. een bedrijfswoning zal binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' zal ten hoogste één bedrijfswoning worden gebouwd;
  • c. een bedrijfswoning mag uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • d. de oppervlakte van een bedrijfswoning zal ten hoogste 150 m² bedragen;
  • e. de goothoogte van een bedrijfswoning zal ten hoogste 6,50 m bedragen;
  • f. de bouwhoogte van een bedrijfswoning zal ten hoogste 9,00 m bedragen;
  • g. de dakhelling van een bedrijfswoning zal ten hoogste 60° bedragen.
4.2.3 Bijgebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning gelden de volgende regels:

  • a. de bijgebouwen en overkappingen zullen ten minste 3,00 m achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van de bedrijfswoning dan wel het verlengde daarvan worden gebouwd;
  • b. in afwijking van het bepaalde in sub a mag een carport op ten minste 1,00 m achter naar de weg gekeerde gevel(s) van de bedrijfswoning worden gebouwd;
  • c. de afstand van een vrijstaand bijgebouw en een niet aan de bedrijfswoning gebouwde overkapping tot de bedrijfswoning zal ten minste 3,00 m bedragen;
  • d. de gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning zal ten hoogste 100 m² bedragen, op voorwaarde dat:
    • 1. de gezamenlijke oppervlakte niet meer zal bedragen dan 100% van de oppervlakte van de bedrijfswoning;
  • e. de goothoogte van de bijgebouwen en overkappingen zal ten hoogste 3,50 m bedragen;
  • f. de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen en overkappingen zal ten hoogste 6,00 m bedragen;
  • g. de bouwhoogte van een aangebouwd bijgebouw zal ten minste 1,00 m lager zijn dan de bouwhoogte van de bedrijfswoning.
4.2.4 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 1,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan ten hoogste 2,00 m zal bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 6,00 m bedragen.
4.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een goede woonsituatie;
  • b. de sociale veiligheid;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de verkeersveiligheid;en
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
4.4 Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • het bepaalde in lid 4.2.1 sub c. in die zin dat indien de gronden niet zijn voorzien van de aanduiding 'bedrijfswoning', per bedrijf één bedrijfswoning met de daarbijbehorende aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen worden gebouwd, mits:
    • 1. een omgevingsvergunning op grond van lid 4.6 sub a. is verleend;
    • 2. de regels van lid 4.2.2 en lid 4.2.3 van overeenkomstige toepassing zijn.
4.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en bouwwerken voor bewoning, tenzij de gronden ter plaatse zijn voorzien van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van horecadoeleinden;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor bedrijven die niet zijn genoemd in bijlage 2 onder de categorieën 1 en 2;
  • d. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van detailhandel, tenzij het gronden betreft ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel', in welk geval detailhandel is toegestaan.
4.6 Afwijken van de gebruiksregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 4.5 sub a in die zin dat indien de gronden niet zijn voorzien van de aanduiding 'bedrijfswoning', per bedrijf één bedrijfswoning met de daarbijbehorende aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mag worden gebouwd, mits:
    • 1. de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een onherroepelijke hogere grenswaarde;
  • b. het bepaalde in lid 4.5 sub c. in die zin dat tevens bedrijven worden gevestigd die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in bijlage 2 onder de categorieën 1 en 2, op voorwaarde dat:
    • 1. het gaat om bedrijven die niet zijn genoemd in bijlage 2, maar die qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de bedrijven die wel worden genoemd of bedrijven die wel zijn genoemd in bijlage 2 onder een hogere categorie dan 2, maar in een individueel geval een lagere milieubelasting hebben;
    • 2. het geen geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven betreft;
  • c. het bepaalde in lid 4.5 sub d. in die zin dat gronden en bouwwerken niet voorzien van de aanduiding 'detailhandel' worden gebruikt voor de uitoefening van productiegebonden detailhandel, op voorwaarde dat:
    • 1. de verkoopvloeroppervlakte ten hoogste 150 m² bedraagt.
4.7 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, het plan wijzigen in die zin dat:

  • de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - jachtwerf' komt te vervallen, op de voorwaarde dat:
    • 1. de betreffende functie ter plaatse is beëindigd.