direct naar inhoud van Artikel 29 Wonen - Woongebouw
Plan: Stavoren
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1900.2013zuidBPstavoren-onhe

Artikel 29 Wonen - Woongebouw

29.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Woongebouw' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woongebouwen;
  • b. gebouwen ten behoeve van:
    • 1. onderhoud en beheer;
    • 2. berging en stalling;

en mede bestemd voor:

  • c. de bescherming van de functie van de waterkering, ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - dijk';

met daaraan ondergeschikt:

  • d. groenvoorzieningen;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. speelvoorzieningen;
  • g. wegen, straten en paden;
  • h. water;
  • i. openbare nutsvoorzieningen;

met de daarbijbehorende:

  • j. parkeervoorzieningen;
  • k. tuinen, erven en terreinen;
  • l. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
29.2 Bouwregels
29.2.1 Gebouwen in lid 30.1. sub a

Voor het bouwen van de in lid 29.1 sub a genoemde gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. een hoofdgebouw zal voor ten minste 90% binnen een bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande dat de voorbouwgrens niet wordt overschreden;
  • b. de bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste 10,00 m bedragen.
29.2.2 Gebouwen in lid 30.1. sub b

Voor het bouwen van de in lid 29.1 sub b genoemde gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen zullen ten minste 3,00 m achter de voorbouwgrens of het verlengde daarvan worden gebouwd;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen zal ten hoogste 100 m² bedragen;
  • c. de bouwhoogte van de gebouwen zal ten hoogste 3,50 m bedragen.
29.2.3 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 1,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het (hoofd)gebouw of het verlengde daarvan ten hoogste 2,00 m zal bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 6,00 m bedragen.
29.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een goede woonsituatie;
  • b. de sociale veiligheid;
  • c. de brandveiligheid;
  • d. de verkeersveiligheid; en
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
29.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel.